Leven binnen de gevangenis
Tot 6 december loopt de campagne ‘Nationale Dagen van de Gevangenis’. Deze campagne is een initiatief van een aantal pluralistische groeperingen en organisaties uit Brussel en Wallonië. Dit jaar proberen ze ook in Vlaanderen voet aan de grond te krijgen.
‘De gevangenis neemt in onze strafcultuur een centrale plaats in.’
De campagne wil mensen informeren over de situatie binnen de Belgische gevangenismuren. Nu COVID-19 het gevangenissysteem onder druk blijft zetten, eist de campagne gedurende twee weken aandacht op voor de stem van mensen in detentie, hun families en het gevangenispersoneel.
Structurele uitsluiting
De gevangenis neemt in onze strafcultuur nog altijd een centrale plaats in.
Nochtans wijst onderzoek op de beperkte effectiviteit van opsluiting.Petrich, D. M. e.a. (2020) ,A Revolving Door? A Meta-Analysis of the Impact of Custodial Sanctions on Reoffending, Working paper, University of Cincinnati; Yukhnenko, D., Sridhar, S. and Fazel, S. (2020), ‘A systematic review of criminal recidivism rates worldwide: 3-year update’, Wellcome Open Res, 4:28.Een gevangenisstraf sluit je af van materiële en immateriële behoeften die voor de meeste mensen gewoon zijn: autonomie, werk, vrije tijd, relaties, opvoeding… Nochtans zijn deze levensbehoeften voor iedereen belangrijk, ook voor mensen in detentie. Als levensbehoeften niet ingevuld worden, verhoogt dit in combinatie met aanwezige risicofactoren de kans op recidive.Ward, T. and Fortune, C.-A. (2016), ‘The role of dynamic risk factors in the explanation of offending’, Aggression and Violent Behavior, 29, 79–88.
Bovendien gaat een opsluiting nog te vaak gepaard met een schending van mensenrechten. Mensen met detentie-ervaring ervaren zowel voor, tijdens als na detentie structurele uitsluiting.Bouverne-De Bie, M. e.a. (2000), ‘Detentiebegeleiding: een hefboom tot sociale reïntegratie?’, in Goethals, M. e.a. (red.) Voorwaardelijke invrijheidsstelling: wetgeving, predictie en begeleiding. Academia Press, Gent; Dirkzwager, A. e.a. (2015), ‘Effecten van detentie op het vinden van werk en woning’, Tijdschrift voor Criminologie, 57(1), 5-30.
Gevangenisarbeid
Een voorbeeld van dergelijke structurele uitsluiting is gevangenisarbeid. De verloning van mensen in detentie die werken is wettelijk beperkt tot maximum vier euro per uur. Veel van hen verdienen zelfs minder. Bovendien werken mensen die gevangenisarbeid uitvoeren zonder arbeidscontract. Ze bouwen ook geen sociale rechten op.Naessens, L., e.a. (2019), ‘Arbeid in detentie. Een eindeloze werf of werken aan een rechtvaardige en veilige toekomst’, in Coene, J. e.a. (red.), Armoede en Sociale Uitsluiting. Jaarboek 2019, Leuven, Acco, 249-264.
Deze uitsluiting vormt een obstakel tot re-integratie. Arbeid staat immers centraal in onze samenleving en geeft toegang tot financiële zekerheid, huisvesting en sociaal contact.
Wie neemt het voor hen op?
De vakbonden zouden een belangrijke rol kunnen spelen in de strijd om de bestaande sociale wetgeving ook toe te passen op gevangenisarbeid.
‘Gevangenisarbeid is een voorbeeld van structurele uitsluiting.’
Zij zouden bijvoorbeeld in vraag kunnen stellen wat er met de meerwaarde op de arbeid van mensen in detentie gebeurt. Vandaag gaat die meerwaarde naar de kas van de gevangenis en winst voor een aantal betrokken bedrijven, terwijl je ook kan kiezen om gedetineerden die werken een volwaardig loon uit te betalen. Hiermee zouden ze slachtoffers kunnen vergoeden of een financieel stabielere start nemen bij het verlaten van de gevangenis. Maar de vakbonden horen we niet.
Niettegenstaande een aantal uitzonderingen, nemen de politieke wereld en het middenveld het in onze samenleving nog te weinig structureel op voor mensen met detentie-ervaring.
Herstelvisie
En toch moeten we ons als samenleving afvragen hoe we een gevangenisstraf op een zinvolle en humane manier kunnen invullen.
‘Ervaringskennis van mensen met detentie-ervaring kan een belangrijke meerwaarde zijn.’
Ervaringskennis van mensen met een detentie-ervaring kan hierbij een belangrijke meerwaarde zijn. Betrek hen daarom bij het uittekenen van een gevangenisbeleid. Een geslaagde re-integratie gaat samen met hun inbreng over de noden die zij ervaren. Toch wordt nog te weinig met hun stem rekening gehouden.Aga, N. (2018), ‘Internering blijft gekneld tussen strafrecht en zorg’, Sociaal.Net, 22 januari 2018; Brosens, D. (2019), ‘Prisoners’ participation and involvement in prison life’, European Journal of Criminology, 16(4), 466-485.
Inspiratie om mensen met een detentie-ervaring te laten participeren vinden we in herstelondersteunende zorg. Die heeft ondertussen haar ingang gevonden in de verslavingszorg en het forensisch-psychiatrische werkveld, domeinen die ook relevant zijn voor de detentiecontext.Vanderplasschen, W. en Vander Laenen, F. (red.) (2017), Naar een herstelondersteunende verslavingszorg. Praktijk en beleid, Acco, Leuven; Drennan, G. and Alred, D. (red.) (2012), Secure Recovery: Approaches to Recovery in Forensic Mental Health Settings, Willan, London.
Een aspect van deze herstelvisie is het inzetten van ervaringskennis om vorm te geven aan praktijk en beleid. Denk maar aan gezamenlijke besluitvorming, het opstellen van gedragen handelingsplannen, het systematisch organiseren van cliëntenpeilingen, beleidskeuzes maken mede op basis van hun input, hun ervaringsdeskundigheid (met verloning) inzetten.
Kleine stappen vooruit binnen justitie
De afgelopen jaren zijn er binnen justitie pogingen om mensen in detentie meer te betrekken bij het gevangenisbeleid.
‘Er zijn pogingen om mensen in detentie te betrekken bij gevangenisbeleid.’
Mensen in detentie kunnen vertegenwoordigers kiezen die in een overlegorgaan met de gevangenisdirectie adviezen formuleren. Sinds oktober hebben zij ook het recht om een formele klacht in te dienen tegen een beslissing van de directie.
Daarnaast werden de Commissies van toezicht vernieuwd: geëngageerde burgers voeren op vrijwillige basis onafhankelijk toezicht uit op de penitentiaire inrichtingen. Een van hun taken bestaat uit het praten met mensen in detentie.
Deze verbindingen zijn positief. Maar zijn ze voldoende? De tekorten in het gevangeniswezen blijven immers bestaan.
De mensen zelf!
Mensen in detentie vragen daarom regelmatig aan hulpverleners om het niet alleen individueel maar ook structureel voor hen op te nemen. En hulpverleners doen dat ook: meer dan signaleren kiezen ze voor actieve vormen van sociale actie. De Nationale Dagen van de Gevangenis zijn daar een mooi voorbeeld van.
‘We moeten streven naar een onafhankelijke vertegenwoordiging.’
Maar zoals armoede niet wordt opgelost door mensen in armoede louter inspraak te geven, is voor de ontwikkeling van een humane en zinvolle detentie ook maatschappelijke systeemverandering nodig. Zowel het gevangenissysteem als de wijze waarop de samenleving kijkt naar mensen met detentie-ervaring moet anders. Het betrekken van de doelgroep in dit proces kan een eerste stap zijn in die omslag.
Om voor mensen met detentie-ervaring evidente, maar voor een ander misschien stoutmoedige, eisen op tafel te leggen, is het nodig om naar een onafhankelijke vertegenwoordiging te streven. Zoals de Commissies van Toezicht onafhankelijk kunnen handelen, dient een vertegenwoordiging van mensen in detentie ook los te staan van sturing door de politieke of justitiële overheid.
Het spreekt voor zich dat vrijwilligheid de basis vormt voor deze vertegenwoordiging. Het is ook belangrijk om opleiding en ondersteuning te voorzien om deze rol te kunnen opnemen.
Mensen in detentie vormen geen monolithisch blok. De stem van mensen met een detentie-ervaring omvat veel verschillende standpunten. De strijd voor het realiseren van hun rechten, zoals sociale grondrechten, verenigt hen. Door zelf deel uit te maken van deze vertegenwoordiging kunnen zij vanuit hun eigen kracht opnieuw weerbare deelnemers van de maatschappij worden.
Reacties [1]
mooi artikel! Fijn dat dit onder de aandacht komt met concrete inspiratie. En qua timing ideaal om mee te nemen bij het uittekenen van de actieplannen, aansluitend bij het recent verschenen Strategisch Plan Vlaamse Hulp&Dienstverlening 20-25 Ik neem het mee!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies