Van bezorger naar planningsverantwoordelijke
Jens (28) vond na zijn schooltijd moeilijk werk. Hij heeft autisme en zat anderhalf jaar thuis. Tot hij bij Zorgtraiteur Claessens André in Zaventem aanklopte. Hij deed er stage als chauffeur. “Binnen de kortste keren kende hij al de leverrondes als zijn broekzak,” vertelt zaakvoerder André (43). “Het is een erg slimme kerel. Beter dan wie ook zag hij hoe we nieuwe klanten optimaal aan onze rondes konden toevoegen.”
‘Met Jens aan boord zijn we als bedrijf sterker geworden.’
André aarzelde niet om Jens vast in dienst te nemen. Vandaag, vijf jaar later, is Jens naast maaltijdbezorger ook verantwoordelijke van de planning. “Met Jens aan boord zijn we als bedrijf sterker geworden. En voor hem biedt de job ook perspectief. Hij bloeide open.”
Bovendien zorgde Jens ervoor dat de bezorgrondes autismeproof zijn, zegt André. “Al onze rondes zijn elke dag dezelfde. Een chauffeur die de ronde Leuven rijdt, weet bij welke klant hij in welke volgorde moet leveren. Die voorspelbaarheid is fijn voor elke medewerker, niet enkel voor de collega’s met autisme. En de klanten leren onze chauffeurs kennen en weten precies om hoe laat hun maaltijd er zal zijn.”
Gezicht van campagne
Jens en André zijn een van zes duo’s van de campagne ‘Pracht van een werkkracht’ die de tewerkstelling van mensen met een arbeidsbeperking een gezicht wil geven. Eerder dit jaar hervormde Vlaanderen de verschillende loon- en begeleidingspremies voor werkgevers tot een eenvormig systeem onder de noemer ‘individueel maatwerk’.
André vertelt enthousiast over dat inclusief ondernemen. “Het is niet zo belangrijk wat iemand niet kan, wel wat iemand wel kan”, zegt de traiteur. Vandaag werken er in zijn bedrijf zeven mensen met een arbeidsbeperking, op een totaal van 54 werknemers. Nog vijf andere mensen werkten een tijd bij de traiteur en stroomden door naar een opleiding of andere job.
‘Het is niet zo belangrijk wat iemand niet kan, wel wat iemand wel kan.’
“Mensen verklaren me soms goed zot. Alsof ik een brave ziel ben die maar uitdeelt en intussen geen bal verdient. Dat Trends ons recent uitriep tot de snelstgroeiende KMO van de provincie, bewees mijn gelijk. Inclusief ondernemen is gewoon een kwestie van goede en moderne bedrijfsvoering.”
Het argument dat je mensen met een arbeidsbeperking enkel kansen kan geven in een groot bedrijf, veegt hij meteen van tafel. “Toen we nog maar met z’n tweeën in onze garagebox met een keukentje van zestien vierkante meter aan de slag waren, hebben we al een eerste collega met een arbeidsbeperking aangeworven. ’s Middags aten we samen bij ons thuis.”
Zorgkundige wordt kok
In 2016 zag het bedrijf van André het levenslicht. Voordien werkte hij als zorgkundige. In avondschool jaagde hij zijn grote passie na en behaalde hij zijn koksdiploma, met later nog een specialisatie voor chefs in de gezondheidszorg. Na enkele jaren ervaring als verantwoordelijke voor de keukens van woonzorgcentra, besloot hij om zelfstandige te worden.
“Mijn echtgenote, die aan de slag was als hoofdverpleegkundige in de ouderenzorg, en ik vonden dat er in onze regio iets belangrijk ontbrak om thuis écht te kunnen genieten van je oude dag: lekker eten. Er zat weinig variatie in het aanbod dat aan huis geleverd werd. Vandaag is het pens met rode kool. Lust je dat niet? Pech. Dat kon veel beter, vonden wij.”
‘Vandaag is het pens met rode kool. Lust je dat niet? Pech.’
Samen met zijn oudste zoon, die net afgestudeerd was als manager en kok, waagde André de sprong. “Ik startte in bijberoep met als droom om ooit 125 ouderen te mogen bedienen. We haalden dat cijfer al na enkele weken en ik zegde ik mijn vaste job op.”
Intussen stapten zijn echtgenote en twee andere zonen ook mee in het familiebedrijf, dat zich niet gewoon als ‘traiteur’, maar als ‘zorgtraiteur’ profileert. “Onze klanten zijn hoofdzakelijk ouderen die nog thuis wonen en waar we dagelijks passeren. Maar er zitten ook actieve senioren bij die het leuk vinden om af en toe konijn te bestellen.”
Zorgdossier voor elke klant
“Vandaag willen mensen graag zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Maar veel kinderen en kleinkinderen hebben geen tijd meer voor oma. Dan zijn wij er. Onze chauffeurs doen al eens een babbeltje. Of ze helpen een confituurpot te openen. Belandt een klant in het ziekenhuis, dan sturen we een kaartje. Dat sociale aspect is ook belangrijk.”
André heeft naast het persoonlijk voedingsdossier voor elke klant ook een zorgdossier. “Daarin staan bijvoorbeeld de telefoonnummers van de naasten. Gisteren kwam een chauffeur toe bij een vrouw die gevallen was. We konden snel de familie verwittigen. Onze chauffeur bleef bij haar tot er iemand was. Een collega sprong in en nam de ronde over.”
‘Onze bezorgers weten dat een tikkeltje meer een wereld van verschil maakt.’
Bij zo’n zorgzame manier van omgaan met zijn klanten, past volgens André ook de keuze van de medewerkers. “Verschillende van onze bezorgers hebben langs de andere kant gestaan: ze hebben ooit zelf ook zorg gekregen. Ze weten dat het een wereld van verschil maakt als iemand dat tikkeltje meer voor je doet, en die pot confituur voor je opendraait.”
Heel wat chauffeurs zijn jonggepensioneerde flexijobbers. “Ook zij begrijpen de doelgroep veel beter dan een twintigjarige die al zijn vrije tijd in de fitness doorbrengt en geen benul heeft van hoe het voelt om minder mobiel te zijn.”
Creatief zijn
Om zorgzaamheid en betaalbaarheid te combineren, moet je creatief zijn, zegt André. “We automatiseerden een groot stuk van onze bereidingen. Als alle bestellingen binnen zijn, drukken we op een knop en rollen al onze recepten en portioneringen uit de computer.”
Ook brengt André de maaltijden koud rond, waardoor de chauffeurs veel langer onderweg mogen zijn en meer klanten kunnen bedienen in één rit. “Veel van mijn collega’s leveren wel warm. Maar de overgrote meerderheid van de mensen is perfect in staat om een maaltijd op te warmen. Lukt opwarmen niet, dan voorzien we uiteraard wel een warme maaltijd.”
Ondersteuning
Om bedrijven te stimuleren om mensen met een arbeidsbeperking aan te werven, voorziet de overheid met individueel maatwerk premies die extra kosten of eventuele verminderde productiviteit compenseren. “Een goed systeem”, vindt André. “Een voordeel van de vernieuwde regeling is dat er meer begeleiding op langere termijn mogelijk is dan vroeger. Want voor sommige medewerkers blijft dat nodig.”
“Iemand die bijvoorbeeld herstelt van kanker, kan in de eerste periode extra begeleiding nodig hebben. En we moeten misschien investeren in aangepast bureaumateriaal. Maar na verloop van tijd is er eigenlijk geen ondersteuning meer nodig. Dan is het normaal dat de premies eindigen. Maar sommige mensen hebben blijvend nood aan intensieve coaching op de werkvloer, regelmatige gesprekken met een begeleider en zullen ook na enkele jaren nog altijd wat trager werken.”
‘Premies zijn niet het belangrijkste.’
Maar die premies zijn niet het belangrijkste, benadrukt André. “Als wij warm lopen van een medewerker, zullen we hem niet aan de deur zetten als die premie na een tijd vervalt. Andere bedrijven denken helaas wel zo. Maar ik vind dat je dat niet doet met mensen die een hele weg hebben afgelegd en eindelijk hun plek hebben gevonden.”
Om dit te kunnen waarmaken in je bedrijf moet je volgens André ‘voldoende spons creëren’: de mensen die wat meer zorg nodig hebben omringen door mensen die heel goed zijn in het ontzorgen, coachen en begeleiden van collega’s. “Er werkt hier bijvoorbeeld een jonge gast die geen hoger diploma heeft, maar wel vanaf dag één gemotiveerd zijn job doet. En hij is heel goed in die spons zijn voor andere medewerkers. Zo’n medewerker moet je kansen geven om door te groeien tot leidinggevende.”
Spontane sollicitaties
Zijn aanpak loont, zegt André. “Ik ben ervan overtuigd dat hoe meer je geeft, hoe meer je ook terugkrijgt. In onze sector is het moeilijk om werkkrachten te vinden. Toch komen er hier spontaan mensen solliciteren. Echte kleppers. Chefs die een succesvol restaurant hadden, maar graag iets met maatschappelijke meerwaarde willen doen. Of gepensioneerde CEO’s die nu als flexijobber voor ons willen bezorgen omdat ze geloven in ons verhaal.”
‘Niet alleen in je organisatie, maar ook daarbuiten moet je vrijgevig zijn.’
Niet alleen in je organisatie, maar ook daarbuiten moet je vrijgevig zijn, vindt de traiteur. Zo zet hij sinds enkele maanden mee de schouders onder vzw Beter, een organisatie die gratis gevulde brooddozen aanbiedt aan kinderen die er nood aan hebben. “Voor mij zijn zo’n zaken belangrijker dan een dure auto. Gulzigheid is nergens voor nodig.”
De taal van ondernemers
Dat het verhaal van André aanslaat, merk je aan de vele lokale en nationale persaandacht voor de traiteur uit Zaventem. En zijn inmiddels de goed gevulde prijzenkast.
André wordt regelmatig uitgenodigd om voor andere bedrijfsleiders te komen vertellen over inclusief ondernemen. “Ze zijn meestal wel mee met het verhaal maar ze vragen zich af hoe ze moeten beginnen. Die premies van de overheid zijn mooi meegenomen, maar niet voldoende om bedrijven te overtuigen. Het voelt alsof ze voor een klif staan. Ze hebben te weinig tijd en mankracht om het helemaal uit te zoeken. Soms contacteren ze een sociale organisatie, maar die kan dan binnen vier weken eens langskomen voor een gesprek. Dat is natuurlijk niet het tempo van die bedrijfsleiders.”
‘Die premies van de overheid zijn mooi meegenomen, maar niet voldoende om bedrijven te overtuigen.’
Enkele bedrijven die André wist te motiveren om mensen met een arbeidsbeperking aan te werven, zijn er vrij snel mee gestopt. “Eigenlijk door domme dingen. Omdat de contactpersoon van de sociale organisatie bijvoorbeeld drie weken op verlof was net toen er een probleem opdook. En een werkgever die net zijn eerste stappen aan het zetten is en een vraag heeft, wil daar meteen antwoord op, niet pas binnen drie weken. Want wat moet je in die tussentijd doen met die werknemer?”
Eigenlijk spreken die sociale partners een andere taal dan ondernemers, zegt André. “Je kan wel het idee hebben dat je de bedrijfsleider begrijpt, maar het is toch een kunst net die juiste snaar te raken. Misschien is het wel een idee om per sector met voorbeeldbedrijven te werken die andere bedrijven kunnen inspireren.”
Samen aan de kar trekken
André wil de bedrijven die niet mee op de inclusieve kar springen niet helemaal uit de wind zetten. “Ik hoor ook veel excuses: ik kan niet doen wat jij doet om die of die reden. Vaak is het flauwekul. Het is ook niet slim, want veel bedrijven kampen met een enorm personeelstekort.”
‘Ik hoor ook veel excuses van bedrijven. Vaak flauwekul.’
“Neem een kennis met een groot bedrijf in verwarming en sanitair. Hij klaagt dat hij geen gediplomeerde loodgieters vindt. Logisch: de vijftig loodgieters die hij in dienst heeft, stuurt hij telkens met twee de baan op, want dat is hoe hij het altijd al gedaan heeft. Bijna zoals in een film van Laurel en Hardy houdt één collega de ladder vast voor de andere.”
“Splits die taken toch op! Het heeft geen zin om een gediplomeerde loodgieter een rol van assistent te laten vervullen, als een persoon met een arbeidsbeperking dat even goed kan en het misschien met meer enthousiasme zal doen.”
“Niet mee evolueren met de omstandigheden en met de tijd is jezelf de duvel aandoen. Misschien niet op korte termijn, maar zeker op lange termijn”, vindt André. “Ik blijf het zeggen: inclusief ondernemen is gewoon een kwestie van moderne bedrijfsvoering. Klanten, medewerkers, leveranciers: iedereen staat erachter. Wij staan al verder dan mijn vrouw en ik ooit hadden durven dromen. In plaats van alleen aan die kar van onze ondernemersdroom te trekken, helpt iedereen mee.”
Reacties [5]
Lezen dat verpleegkundigen zulk een waardevolle hervorming vinden binnen de maatschappij is gewoon prachtig. Eten is zo belangrijk, traditie ook zoals konijn kunnen eten ! Hoera sociaal net! Hopelijk komen er meerdere inclusieverhalen!
Wow, ongelooflijk!!! Ik ben al weken op zoek naar dit soort verhalen voor mijn nicht van 25 met een beperking die ook heel veel wél kan.
Weet je toevallig nog andere werkgelegenheden voor haar?
Heel mooi wat jullie doen, respect !
Hartverwarmend en bravo! Eigenlijk moet je gewoon durven iemand die ‘anders’ is een kans te geven.
In Hoensbroek is een restaurant met de naam “De Eetkamer” en die werkt al meer dan een decennia met mensen met een beperking. Misschien daar eens gaan lijken hoe dat werkt?
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies