Verhaal

Sofaslaper Mia (20): ‘Ik verlang naar een echte thuis’

Lisa Develtere

Dakloosheid kent vele gezichten. Niet iedereen slaapt op straat of klopt aan bij de nachtopvang. Jongeren zoeken vaak zelf een oplossing. Ze logeren een tijdje bij vrienden of familie. Mia is zo’n sofaslaper.

sofaslaper

© Unsplash / Eric Ward

Altijd vertrekken

Het voelt alsof ik altijd aan het verhuizen ben. Al mijn hele leven ben ik tevergeefs op zoek naar een vaste woonplaats. Als baby was ik een tijdje dakloos. De afgelopen jaren ook verschillende keren. Momenteel logeer ik al enkele maanden bij mijn vriendje.

Veel mensen denken dat geen thuis hebben of dakloos zijn, automatisch betekent dat je op straat slaapt. Dat klopt niet: veel jongeren zoeken zelf een oplossing en logeren een tijdje bij vrienden of familie. Soms heb je op papier wel een vaste woonplaats, maar voelt de plek zo verschrikkelijk aan dat je liever elders slaapt. Zelfs op straat.

‘Als baby was ik een tijdje dakloos.’

Het is voor mij bijna een gewoonte geworden om altijd opnieuw te vertrekken. Zodra ik langer dan een jaar op één plek woon, begint het raar aan te voelen. Dan wil ik er weg. Toch verlang ik naar een plek waarover ik kan zeggen: ‘Hier blijf ik.’ Ik droom van een echte thuis.

Drugs

Als baby ben ik een tijdje dakloos geweest. We sliepen toen op straat of in opvangcentra, maar ik herinner me daar niets meer van. Mijn moeder was een prostituee met een drugsverslaving. Nadat ze van mij en mijn tweelingbroer was bevallen, is ze uit die wereld gevlucht.

Ze wilde ons een beter leven geven. Maar we hadden gezondheidsproblemen omdat er drugs in ons bloed zat. Mijn moeder was niet helemaal kunnen afkicken tijdens de zwangerschap. Na een jaar is mijn broer gestorven aan hartfalen.

Mijn moeder leerde een nieuwe vriend kennen we gingen bij hem inwonen. Ze kreeg nog een kind dat ook overleed. Ze raakte diep in de put. Nadat ze zelfmoord probeerde te plegen, belandde ik in een instelling.

Toen ik drie was, kon ik in een pleeggezin terecht. Mijn pleegouders hebben heel goed voor mij gezorgd. Ik heb hele goede herinneringen aan die periode. Dat is nog steeds mijn familie.

Kamertraining

Op mijn elf jaar ben ik terug bij mijn moeder gaan wonen. Het ging beter met haar en ze wilde me terug. Ik had niet het gevoel dat ik daar mee over kon beslissen. Een consulente vroeg me of ik van mijn moeder hield. Natuurlijk zei ik “ja”. Dankzij mijn pleegouders, was ik contact blijven houden met haar. Mijn “ja” werd meteen gezien als een instemming om terug bij haar te gaan wonen.

Het duurde niet lang voor ze in haar verslaving herviel. Na enkele jaren op internaat werd ik overgeplaatst naar een instelling. Op mijn zestien ging ik op kamertraining. Dan woon je in een studio en kook je zelf.

‘Ik had niets meer.’

De instelling had veel vertrouwen in mij. Af en toe kwam er wel eens iemand kijken, maar meestal werd ik vergeten. Terwijl ik dat contact net heel erg nodig had.

Ik voelde me heel eenzaam. Ik wilde er weg. Naar waar wist ik niet. Ik ging regelmatig periodes bij vrienden logeren. Tegen de begeleiding loog ik dat ik naar mijn moeder ging. Ik had niet het gevoel dat ik nog een thuis had. Ik had niets meer.

Als een mama

Met één begeleidster had ik een heel goede band. Ze was als een mama. ’s Avonds zat ik vaak met een vriendin in de gang te babbelen. Die begeleidster kwam regelmatig bij ons zitten.

Toch kon ik ook haar niet vertellen dat ik eigenlijk weg wilde. Ik wilde haar niet teleurstellen. Want als ik het daar nog even volhield, zou ik alleen mogen gaan wonen. Dan had ik de kans om een eigen leven te bouwen.

‘Ik snakte naar een familie.’

Maar ik snakte naar een familie. Ik heb die geborgenheid gekend in het pleeggezin. Ik had het er heel moeilijk mee dat ik dat niet meer had.

Op den duur begon een begeleider te merken dat ik periodes verdween. Hij drong aan op een oplossing. De instelling maakte zich zorgen en vergeleek me met mijn moeder: “Haar moeder is psychisch ziek, dus zij zal dat ook wel zijn.”

Buiten slapen

Uiteindelijk werd opnieuw pleegzorg opgestart. Ik kon terecht bij een vriendin van mijn moeder. Dat zag ik helemaal zitten en zij werd mijn nieuwe pleegmoeder. Ik kende haar al lang en ze was een belangrijke persoon in mijn leven. Ze was streng en dat kon ik op dat moment best gebruiken want ik verwaarloosde mijn schoolwerk.

Maar het liep mis. Tegen dat ik achttien was, hadden we veel ruzie. Op een bepaald moment heeft ze al mijn spaarcenten gestolen. En is ze me beginnen pesten en mishandelen. Ik ben daar verschillende keren weggelopen. Ik kon nergens terecht en had nog nooit van nachtopvang gehoord. Buiten slapen was de enige optie.

‘Slapen lukte me niet.’

Hoe dat was? Vooral heel koud. Ook al was het lente. Ik word normaal heel vrolijk van winterweer, maar dit was anders. Het was ook koud omdat ik geen liefde of troost om me heen had. Ik voelde me heel eenzaam, leeg. Dat je niemand hebt om naartoe te gaan is hard.

sofaslaper

“Niemand hebben om naartoe te gaan, is hard.”

© Unsplash / Joyce Romero

Ik ging naar een park waar ik als kind vaak kwam. Een heel geborgen plek voor mij. Daar zijn hangmatjes en daar ging ik dan op liggen. Slapen lukte me niet. Ik keek naar de sterren of de wolken. Eén keer had ik een gsm bij en dan was ik daarop bezig tot de batterij plat was.

Overdag deed ik niet veel, gewoon ronddwalen. Ik keek veel rond: naar andere huizen, naar families in het park. Hoe de mensen met elkaar bezig zijn en spelen met hun kinderen. Door gewoon op een bankje te zitten en te kijken, kan je veel van mensen leren.

‘Overdag dwaalde ik rond.’

Op een van de nachten dat ik buiten sliep, kwam ik mijn pleegbroer tegen. Hij was lief en vertelde dat mijn eerste pleeggezin nog altijd bekommerd was om mij. Dat wist ik niet. Mijn moeder had me overtuigd dat ze me niet meer terug wilden. De volgende keer dat ik wegliep, had ik de reflex om naar hen te gaan.

Ze vingen me die avond op, maar overtuigden me om de conflicten met mijn nieuwe pleegmoeder uit te praten en opnieuw bij haar te gaan wonen. Dat is mislukt. De situatie is compleet geëscaleerd.

Tijdelijke thuis

Mijn eerste pleegouders hebben een huis waar mijn pleegbroers- en zus op kot zitten. Daar heb ik een half jaar gelogeerd. Ook al voelde het als een tijdelijke thuis, het deed me ontzettend veel deugd om daar te kunnen wonen. Ik heb daar veel gehuild, van blijdschap. Het was alsof ik terug een familie had. Ik voelde me opnieuw geborgen. Ik ben blij dat ik daar een tijdje terecht kon.

Ik heb veel van mijn pleegbroer geleerd. Hij is een beetje ouder dan mij maar is heel volwassen. Hij heeft me met van alles geholpen. Zelfs stomme dingen, zoals tips over dat je het fornuis best meteen afkuist na het koken omdat het vuil er dan gemakkelijker afgaat.

‘Ik voelde me opnieuw geborgen.’

De eerste maanden sliep ik op de zetel. Toen mijn pleegzus op reis ging, kon ik op haar kamer slapen. Bij iemand zo lang logeren, is niet evident. Zeker als je geen eigen kamer hebt en letterlijk op de zetel slaapt.

En natuurlijk zijn er ook momenten waarop je je aan elkaar stoort. Af en toe zorgde dat voor vonken. “Family meeting”, sms’te mijn pleegbroer me als hem iets dwars zat. En dan praatten we er over. Als volwassenen.

Niet leefbaar

Na een tijdje had ik genoeg gespaard om een huurwaarborg te kunnen betalen. Ik vond een studio en verhuisde. Al snel bleek het daar niet leefbaar: er waren vochtproblemen en mijn bovenbuur liep een CO-vergiftiging op. Ik moest weer weg.

Nu logeer ik al twee maanden bij mijn vriendje. Hij woont nog bij zijn ouders. Het is wel leuk dat ik veel bij mijn vriendje kan zijn. Maar het is niet mijn eigen plek. Ik weet wel dat het maar tijdelijk is. Dat helpt. Binnenkort vertrekt mijn pleegbroer naar het buitenland en kan ik zijn kot overnemen.

‘Ik moest weer weg.’

Als je bij iemand op de sofa slaapt, moet je duidelijke afspraken maken. En je er ook aan houden. Over hoeveel je moet bijdragen in de kosten, bijvoorbeeld. Anders loopt het gegarandeerd mis.

Dat weet ik helaas uit ervaring. Toen ik vorig jaar in mijn eigen studio woonde, heb ik ook twee keer iemand op mijn sofa laten slapen. Achteraf gezien, was dat geen goed idee, want beide keren liep het af op een sisser. Het ene meisje heeft geld van me gestolen en de andere droeg niet bij in de kosten, terwijl ze dat wel beloofd had.

Hulpverlening

Er bestaat misschien wel veel hulp voor mensen zoals mij, maar die werken niet goed samen. Toen ik bij mijn pleegbroer op de sofa sliep, ben ik hulp gaan vragen. Maar omdat ik al achttien was, bleek dat niet evident.

‘Een goede hulpverlener luistert.’

Bij het OCMW werd ik heel goed geholpen. Ik kreeg een leefloon. Mijn begeleidster daar is fantastisch. Maar op sommige andere plekken waar ik aanklopte, bakten ze er niets van. Ik kreeg foute informatie en moest voortdurend heen en weer lopen met papieren. Dat gaf veel stress.

Een goede hulpverlener is iemand die luistert en probeert te begrijpen. Ik had een CLB-begeleidster die daar goed in was. “Hoe ging je toets?”, vroeg ze me, zoals je ouders je dat normaal ook zouden vragen als je van school thuiskomt. En dan kan je even vertellen over je dag. Het lijkt onbenullig, maar dat soort gesprekken betekenden heel veel voor mij omdat ik die met niemand anders had.

Mijn diploma van de middelbare school haalde ik niet. Ik zat voortdurend in overlevingsmodus en miste te veel school. Een tijdje geleden deed ik een toelatingsexamen voor een graduaatsopleiding en daarvoor ben ik geslaagd. Binnenkort begin ik aan een nieuw hoofdstuk als student.

Ik heb nog niet het gevoel dat ik goed terechtgekomen ben, maar wel dat ik op de weg daarnaartoe ben. Dat gevoel ga ik pas hebben als ik ergens vast zal kunnen wonen. En als ik een vast inkomen heb. Dan zit ik goed.

Reacties [10]

  • Kristien

    Mia, succes met alles wat je doet!
    Ik wens je kracht, moed en wijsheid.

  • Bart de Bondt

    Voor zulke jongeren is er nu net YouthStart. YouthStart biedt al meer dan 21 jaar een kortdurende training aan voor kanszoekende jongeren met de bedoeling ze terug opnieuw in zichzelf te doen geloven en van daaruit de kracht te laten pakken om positief ondernemend te zijn in het leven. En met succes! Uit studies blijkt dat 84 % van de jongeren die ons certifcaat behalen onmddellijk na de training geactiveerd is (opnieuw naar school, werk gevonden of gestart als zelfstandige. YouthStart is er gratis om met jongeren die een ‘zware rugzak’ hebben, deze te helpen afleggen. Meer info op http://www.youthstart.be

  • Hilde Muls

    Lieve Mia, ik ben een alleenstaande mama van een 18j zoon. Wij wonen in Antwerpen. Hier is een kamer voor jou als je tot rust wil komen of effe ventileren. Super veel succes met je studies. Ik geloof in jou. Neem gerust contact op. Wij wonen in de wijk Zurenborg. Mvg,

  • Koen

    Veel succes met je opleiding! Beste keuze, gaat je lukken !

  • Soren Tiveron

    Ik wens je veel sterkte en succes in alles wat je doet.
    Hoop dat je zal slagen in dit leven.
    Veel succes.

  • Mia Grijp

    Beste Mia, Mocht je in Antwerpen leven dan hoop ik dat we spoedig iets voor je kunnen doen. Mail maar mocht je willen overleggen. Liefs, Mia

  • Van den Abeele Tom

    Ik wou me richten tot Mia (en weet ook wel dat het je echte naam niet is). Ik wil even met je delen dat ik in mijn leven ook periodes heb gehad waarbij ik bij vrienden op hun zetel sliep of in de Winteropvang. Het was echt zwaar en hakte er diep in. Ik liep verloren in het leven. Ik ben nu bijna 50 jaar en het is een periode die nu wat vaag is geworden omdat ik toen ook totaal geen structuur had en doelloos in de stad mijn dagen doorbracht. Ik werk als ervaringswerker in een psychiatrisch centrum en als vrijwilliger in de Winteropvang voor daklozen. Ik zie jaar op jaar meer en meer jongeren die op straat belanden. Ik voer gesprekken met hen maar weet ook niet altijd hoe ik hen kan helpen. Zou jij me kunnen aanraden hoe ik het best met ken omgaan? Wat advies geven? … Groeten, Tom

    • Mia Grijp

      Wat een mooie reactie Tom, ik hoop dat mijn naamgenote je kan helpen

    • Mia

      Wees gewoon jezelf en biedt een luisterend oor.
      Er is niets beter dan een echte persoon waarmee je kunt praten over alles zelfs iets stom zoals de snurker in de kamer.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.