Druk
Een leraar klopt op de deur en meldt dat er een incident is geweest in een klas. Een minuut later vraagt een leerkracht of hij straks kan langskomen. Vervolgens staat de secretaresse aan het bureau om te vragen wanneer Christine iets kan ondertekenen.
‘Slechts 17 van onze 1.500 leerlingen voldoen aan geen enkele risicofactor op armoede.’
Het is het begin van het schooljaar op de GO! Spectrumschool in Deurne bij Antwerpen, en dat betekent chaos en drukte. Maar deze pittige vrouw laat zich niet uit het lood slaan. “Bij de start van het schooljaar is het altijd zo heftig dat ik ofwel moet lachen of moet wenen. De filter is verdwenen.”
Al twaalf jaar staat Christine Hannes aan het hoofd van deze ‘concentratieschool’ waar leerlingen ASO, BSO, TSO en deeltijds onderwijs volgen. “Wij hebben die stempel door hoe we aantikken op de ‘Onderwijskansarmoede-indicator’ (OKI). Deze wordt berekend aan de hand van het aantal risicokenmerken bij leerlingen: de thuistaal is niet Nederlands, de moeder heeft geen diploma secundair onderwijs, het kind ontvangt een schooltoelage en het kind woont in een buurt met een grote schoolse vertraging.”
“Wij bengelen bovenaan in de groep van scholen met de hoogste score. Slechts 17 van de 1.500 leerlingen voldoen aan geen enkele risicofactor.”
Overtuigd veganist
Na een kwartier kan de deur van haar kantoor toe. Het zelfgekozen knalroze bureau en de vele flamingo’s in alle vormen en maten typeert de flamboyante directrice ten voeten uit. De jurk, de roosgekleurde nagels – “het is mijn lievelingskleur” – en de armen met tattoos doen het imago van de stijve schooldirecteur snel vergeten.
Was het haar ambitie om in het onderwijs terecht te komen? “Eigenlijk niet. En mijn leerkrachten van vroeger zullen dat ook niet in mij gezien hebben. Ik heb rechten gestudeerd, vooral omdat ik een verschil wilde maken. Als overtuigd veganist wilde ik voor dierenrechten opkomen of in de non-profit werken. Maar het zijn dus geen dieren, maar kinderen geworden.”
“De advocatuur wilde ik niet in. Dat lag al bij het begin van mijn studies vast. Ik wilde niet in die elitaire wereld werken. Ik hou er niet van om toneel te spelen. Iemand verdedigen waar ik niet achter stond, was mijn ding niet. Dus ben ik de lerarenopleiding gaan volgen, als enige uit mijn richting.”
Helse start
Na heel wat sollicitaties belde de toenmalige directeur van de GO! Spectrumschool haar op. Of ze het zag zitten om Engels en Nederlands te geven in het BSO en TSO? “De twee leerkrachten voor mij hadden na een maand afgehaakt en de leerlingen dachten: ‘Haar zullen we ook wel buiten pesten’. Dat is ze bijna gelukt: het eerste jaar was intens, ik heb vaak geweend. Ik was 23, de meeste leerlingen waren maar een paar jaar jonger.”
‘De kloof tussen arm en rijk wordt groter. Vele gezinnen leven echt in armoede.’
“Gaandeweg begon ik de jongeren liever te zien – hoe lastig ze soms ook konden zijn. Ik denk dat zij mij graag hadden. Al was mijn kleine gestalte geen cadeau. De eerste keer dat ik met mijn klas op uitstap ging naar het museum, vroeg de balieverantwoordelijke waar de leerkracht was. Ze zag het ‘kleine meisje’ tussen de ‘grote jongens’ niet.” (glimlacht)
Op school gingen Christine’s ogen open. “Door hier les te geven besef je pas in welke bubbel je zelf bent opgevoed. Elke leerling heeft thuis een probleem: een arme of onveilige thuissituatie, financiële zorgen, een onzeker verblijfsstatuut… Elke situatie die je zou kunnen aantreffen, vind je hier. En de problematieken worden de laatste jaren heftiger. Ook de kloof tussen arm en rijk wordt groter. Vele gezinnen leven echt in armoede.”
Gelijke kansencoördinator
Christine ging na enkele jaren als gelijke kansencoördinator aan de slag. “Dat was mijn eerste stap in de richting van een beleidsfunctie. Als leerkracht had ik wel wat zaken gezien die ik wilde veranderen. Zoals de schoolrekeningen. Het was voor ouders niet even transparant waarom we bepaalde bedragen vroegen. Vermits onze ouders vaak een beperkt budget hebben, wilde ik daar meer transparantie in brengen.”
‘Hoe langer ik deze job doe, hoe meer werkpunten ik zie.’
“Net als de regeling met de schoolboeken. Zoals in vele scholen moesten leerlingen hun boeken eerst betalen voor ze die kregen. Zo zaten velen tot januari zonder boek in de klas. Dat moest anders. Nu werken we met gespreide betalingen. Wanneer ouders het financieel moeilijk hebben, stellen we een afbetalingsplan op. Uiteraard is dat niet vrijblijvend: onze dienst financiën volgt de betalingen goed op.”
Toen twaalf jaar geleden de functie van schooldirecteur vrij kwam, waren er geen andere kandidaten. Christine engageerde zich wel. “Ik zag wel wat zaken die beter konden. Die missie stopt trouwens nooit. Hoe langer ik deze job doe, hoe meer werkpunten ik zie”, klinkt het vastberaden.
Plaatsgebrek
De directrice nam in september haar intrek in de nieuwe gebouwen op de Ruggenveldlaan. De school kampte al jaren met plaatsgebrek en dus komt deze nieuwbouw niets te vroeg. “Al is deze alweer te klein”, zucht ze. “Er was extra ruimte voor 350 leerlingen, maar we zitten daar al over.”
‘Door het plaatsgebrek geraken veel leerlingen niet in de opleiding die ze willen volgen.’
“Het is dweilen met de kraan open. Vijftien jaar geleden wisten we in Antwerpen al dat er een plaatsgebrek zou zijn. Eerst was dat tekort voelbaar in de crèches, daarna op de lagere school en nu in het secundair onderwijs.”
“Door het plaatsgebrek geraken veel leerlingen niet in de opleiding die ze willen volgen. Ouders bellen naar school, vragen bij welke opleiding er nog plekken zijn en sturen hun kinderen dan naar daar. Dat werkt tegendraads. Zo zijn er nog plekken in de opleiding houtbewerking, maar die is niet voor iedereen weggelegd.”
Watervaleffect
“Het watervaleffect bestaat al langer. In het ASO zitten de meeste leerlingen in het eerste jaar en daalt dat aantal naar het zesde toe, in het BSO en TSO staat die piramide op zijn kop. Hoe hoger het jaar, hoe meer leerlingen. Daarnaast heb je de laatste jaren een instroom van anderstalige OKAN-leerlingen en B-stromers: leerlingen die na het basisonderwijs de basis nog niet onder de knie hebben en dan maar naar de B-stroom worden gestuurd.”
‘Er schort iets aan het systeem. Laat kinderen zelf hun richting kiezen.’
Sommige directeuren willen het woord ‘waterval’ niet gebruiken, omdat het te negatief klinkt. Christine doet dat bewust wel, want het is de regelgeving: je gaat van een A-attest naar een B-attest, je ‘zakt’ van niveau. “Je kan ouders niet kwalijk nemen dat ze hun zoon of dochter eerst naar het ASO sturen: iedereen wil het beste voor zijn kinderen. Maar er schort iets aan het systeem. Laat kinderen zelf hun richting kiezen.”
“Dat watervalsysteem werkt ook maar in één richting: van algemeen naar beroeps- en technisch onderwijs. Op een klassenraad zeggen we soms lachend over een leerling met twee linkerhanden: ‘We zullen hem terugsturen naar de Latijnse’. Maar dat kan natuurlijk niet.”
Slecht imago
Ook aan het imago van het beroeps- en technisch onderwijs schort er veel. Toch kan dat met enkele ingrepen beter worden, meent ze. “Leerlingen uit het BSO en TSO zijn ondervertegenwoordigd in de media. Nodig in een praatprogramma eens een vakman uit in plaats van een professor in kostuum. Laat eens een loodgieter of elektricien opdraven in een tv-serie.”
‘Ben jij al eens tegengekomen dat je identiteitskaart wordt gecontroleerd? Onze leerlingen krijgen daar wekelijks mee te maken.’
Dat slechte imago dringt door tot de leerlingen. Er is niet alleen schoolmoeheid, door het B-label hebben velen weinig zelfvertrouwen. “Laat ik een triestig voorbeeld geven. Vorig jaar organiseerden we een actie waarvoor de televisie langskwam. De redactie zocht iemand om voor de camera iets te zeggen. Meteen had ik iemand in gedachten. Tot mijn verbazing weigerde die om mee te werken. Hij had tegen zijn vrienden gezegd dat hij ASO deed, omdat hij zich schaamde over de opleiding die hij volgde.”
“Ik word daar kwaad van. Die leerlingen komen al uit een context waardoor ze zich minderwaardig voelen. Dat B-label versterkt dat gevoel nog.”
“Nog zo’n voorbeeld. Ben jij al eens tegengekomen dat je identiteitskaart wordt gecontroleerd? Ik dus niet. Onze leerlingen krijgen daar dagelijks of wekelijks mee te maken. Soms is dat terecht, vaak omdat ze gewoon aan de tramhalte staan te wachten. Ze komen dan te laat op school. Hoe erg is dat!”
Rolmodellen
Hoewel er geen overaanbod is aan leerkrachten, wikt en weegt Christine goed wie ze in dienst neemt. “Bij elke sollicitatie pols ik naar iemands drijfveer. Sommigen zien in het onderwijs te veel de voordelen. Je mag niet de verkeerde verwachtingen hebben of je enkel focussen op de vrije momenten.”
‘Een intakegesprek met een leerling duurt twee uur. Hebben ze thuis internet? Een ruimte om te studeren? Zorgen ze voor hun broertje of zusje?’
“De slogan van onze school is niet voor niets: Leren +. We vinden leren belangrijk, maar brengen de leerlingen ook zelfwaarde bij. Leerkrachten hebben hier een sociale functie. Sommige problemen hoor je als leerkracht als eerste.”
“Een intakegesprek met een leerling duurt twee uur. Hebben ze thuis internet? Hebben ze een ruimte om te studeren? Moeten ze voor hun broertje of zusje zorgen? We hebben een lijstje met items die de leerlingbegeleiders moeten vragen om te weten in welke context leerlingen opgroeien.”
“In het lerarenkorps probeer ik ook diversiteit te brengen. Dat is niet makkelijk, want mensen met een specifieke achtergrond raken niet altijd tot in het hoger onderwijs. Wel hebben we een tiental oud-leerlingen die hier als leraar aan de slag zijn. Dat is ideaal, want zij kennen de school vanbinnen en vanbuiten. Het zijn rolmodellen.”
Actief op Twitter
Dankzij de campagne van de voormalig stadsdichter Ruth Lasters, ook oud-leerkracht van de GO! Spectrumschool, kreeg het BSO en TSO tijdelijk meer media-aandacht.
‘Op de meeste kabinetten zitten mensen die weinig tot geen ervaring hebben met onze leerlingen en dit type scholen.’
“Met haar stadsgedicht ‘Losgeld’, dat door het stadsbestuur werd geweigerd, vroeg Ruth aandacht voor de onredelijke verschillen tussen het algemeen en beroeps- of technisch onderwijs. Samen met haar ben ik koffers met handtekeningen gaan afgeven aan de ministers van Onderwijs, Welzijn en Media en Cultuur. Er is nooit reactie gekomen.”
“Je kan het beleidsmakers niet kwalijk nemen. Op de meeste kabinetten zitten mensen die weinig tot geen ervaring hebben met onze leerlingen en dit type scholen. De meesten zijn opgegroeid in een veilige omgeving, weg van onze realiteit. Dat is het probleem: zij denken dat hun bubbel de realiteit is. Dat is niet zo. Je moet net de realiteit in jouw bubbel toelaten en daar je beleid op afstemmen.”
Die bubbel werd des te duidelijker toen Christine een paar jaar geleden een theaterproject lanceerde met het gerenommeerde Xaveriuscollege uit Borgerhout. “Het was een project over de Eerste Wereldoorlog. De verschillen kwamen echt naar boven toen we op uitstap trokken naar Ieper. Die van het college wilden in het weekend gaan. Onmogelijk voor onze leerlingen: de meesten hebben een bijbaantje. Die van het college wilden zich laten brengen door hun ouders. Onmogelijk voor ons: de meeste ouders hebben zelfs geen wagen.”
“Het hele jaar door kwamen we zo’n confrontaties tegen. Het was bijzonder leerrijk, voor beide partijen. Er is zelfs iets moois uit voortgekomen: een van onze leerlingen kreeg de smaak voor acteren te pakken en studeerde later af op het Koninklijk Conservatorium. Hij heeft nu twee diploma’s: dat van elektricien en dat van acteur.”
Voldoening
Zelf is Christine heel actief op X, het vroegere Twitter. “Ik merk dat mijn uitspraken op sociale media sneller worden opgepikt dan mijn persberichten.”
‘Heel Antwerpen loopt vol met oud-leerlingen van onze school.’
“Tien jaar geleden zat onze school in een negatieve spiraal. We hebben een werkgroep opgericht en zijn beginnen brainstormen. Soms komen scholen nu naar ons om advies te vragen rond de aanpak van bepaalde issues.”
“Heel Antwerpen loopt vol met oud-leerlingen van onze school. Telkens ik ze tegenkom, begroeten ze mij en vertellen ze mij waar ze mee bezig zijn. Als ik dan hoor dat ze goed hun boterham verdienen, betekent dat dat ik en mijn collega’s ons werk goed hebben gedaan. Sommigen kiezen na het zevende jaar voor hoger onderwijs. In beide gevallen zorgt dat voor veel voldoening.”
Reacties [1]
Proficiat!
Wat een passie en volgehouden inzet bij directie en schoolteam!
Ik ben er zeker van dat de leerlingen bij jullie kunnen thuiskomen, kunnen verder leren en toekomst zien!
Veel succes jullie!
Chantal
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies