Burgers aan het roer
In een superdiverse stad waarin een groot deel van de bevolking geen of slechts beperkte toegang heeft tot grondrechten en sociale dienstverlening stijgt het belang en de impact van burgerinitiatieven.
Talloze informele spelers formuleren met succes antwoorden op de complexe sociale, culturele en welzijnsnoden van een groeiende bevolkingsgroep in Brussel. Ze slagen er in hun thema op tafel te leggen en spelen een actieve rol in de participatieve democratie.
‘Elke ochtend bracht ik mijn kinderen naar school en bleef ik daar samen met andere moeders even hangen.’
Bovendien dagen ze door hun aanwezigheid en specificiteit klassieke organisaties, verenigingen en de overheid uit om zich te bezinnen en te herpositioneren.Plovie, E. (2019), ‘Burgers in beweging’, in Schrooten, M., Thys, R. en Debruyne, P. (red.), Sociaal schaduwwerk: Over informele spelers in het welzijnslandschap, Brussel, Politeia, 33-41; Thys, R. en Anciaux, B. (2019), ‘Etnisch-culturele organisaties in Vlaanderen en Brussel. Onopgemerkt bouwen aan betere levensomstandigheden in de Belgische samenleving’, in Schrooten, M., Thys, R. en Debruyne, P. (red.), Sociaal schaduwwerk: Over informele spelers in het welzijnslandschap, Brussel, Politeia, 65-79.
Tegelijk zijn heel wat van die burgerinitiatieven zoekende rond de professionalisering van hun werking, het uitbouwen van partnerschappen en het vinden van ondersteuning en erkenning. Ze worden geregeld geconfronteerd met ongeloof en weerstand, wat hun soms precaire positie in het sociale landschap verder versterkt.
Samen aan de schoolpoort
Ghizlane Zaid is één van de oprichtsters van ‘Samen Voor Morgen’, een burgerinitiatief dat startte als praatgroep voor Marokkaanse vrouwen maar ondertussen evolueerde tot een volleerde vereniging met een aanbod aan activiteiten voor jong en oud in Anderlecht en Molenbeek.
Ghizlane Zaid: “Samen Voor Morgen begon in 2014 aan de schoolpoort in Anderlecht. Elke ochtend bracht ik mijn kinderen naar school en bleef ik daar samen met andere moeders even hangen.”
“We gebruikten dat moment om bij te praten over dagdagelijkse dingen. We spraken over onderwijs, opvoeding en huiswerkbegeleiding. Dat waren thema’s waar we voortdurend mee bezig waren, die belangrijk waren – en dat ook nu nog zijn – en waar we veel vragen over hadden.”
‘Hoewel we geen overlast veroorzaakten en geen plek hadden om samen te zitten, was het duidelijk dat de school ons daar niet wou.’
“Op een bepaald moment benaderde iemand van de school mij. Je moet weten dat ik als enige Marokkaanse moeder van dit groepje Nederlandstalig ben en dus gemakkelijk aanspreekbaar was. Ik kreeg toen de vraag of we met ons groepje niet elders konden praten. Hoewel we geen overlast veroorzaakten en we verder geen plek hadden om samen te zitten en te praten was het duidelijk dat de school ons daar niet wou.”
“We zijn op zoek gegaan naar een alternatief. Dat was niet evident want iedereen was klein behuisd. In zo’n situatie schaam je jezelf ook voor je leefsituatie. Je toont dat niet zomaar en dus stopt je sociale leven ook vaak aan de voordeur. Toch zijn we enkele keren te gast geweest bij een van de moeders die een woning had die ruim genoeg was. Maar ook dat hield snel op, je kan immers niet voortdurend bij één iemand terecht, je voelt je dan toch een beetje een indringer.”
Van Mamacafé tot pizza-atelier
Samen Voor Morgen is een groep ouders die samen activiteiten organiseert, zowel op school als in de vrije tijd.
Vandaag kent Samen Voor Morgen verschillende deelwerkingen, gaande van een Mamacafé tot een mobiele boekenclub en pizza-ateliers. Bij al deze activiteiten staan ontmoeting en verbinding centraal.
‘We zijn als groep dingen beginnen ontdekken en verkennen.’
Wat ooit startte als een groep moeders die geen plaats kreeg aan de schoolpoort groeide uit tot een betrokken groep ouders die een plaats in de samenleving opeist voor henzelf en voor hun kinderen. Deze perspectiefverbreding groeide geleidelijk. In het begin waren zij voornamelijk op zoek naar een plek om met elkaar in gesprek te gaan.
Ghizlane Zaid: “Toen we niet meer aan de schoolpoort mochten blijven praten, stelden we de vraag aan het oudercomité om een oudercafé op te zetten. Maar ook hier bleken de mogelijkheden beperkt.”
“Omdat er in die periode verkiezingen waren, zijn we met een lokale politicus gaan praten. Dit bracht de bal aan het rollen en zo kregen we de mogelijkheid om één keer per week in het gemeenschapscentrum van Anderlecht samen te komen. Daar zijn we met het Mamacafé gestart. We waren toen met een twintigtal mama’s. Dit was de basis voor wat vandaag Samen Voor Morgen is. Van daaruit zijn we samen als groep dingen beginnen ontdekken en verkennen.”
Stroomversnelling
Het hele project kwam in een stroomversnelling toen het Mamacafé ‘taalachterstand’ als centraal thema naar voor schoof. Het idee ontstond om een naschools aanbod te creëren in de vorm van een boekenclub. Zo konden kinderen ook buiten de schoolmuren Nederlands oefenen en hun taalachterstand bijwerken.
‘Na deze vernedering heb ik tegen mezelf gezegd dat ik zou laten zien wat wij als moeders kunnen realiseren.’
Maar ook hier moesten ze een strijd leveren om hun idee te kunnen uitwerken. De contacten met de lokale overheden gingen gepaard met flink wat argwaan omtrent de beweegredenen en de competenties van de vrouwen.
Dezelfde weerstand ervoeren ze bij de lokale bibliotheek. Daar kregen ze de boodschap dat het niet aan hen als moeders was om zo’n initiatief te organiseren. Dit was een opdracht voor de bibliotheek zelf, waar Samen Voor Morgen geen inspraak in had en geen initiatief in hoorde te nemen.
Ghizlane Zaid: “Ik kan je eerlijk zeggen dat ik na die ervaring thuis bij mijn man heb uitgehuild. Ik voelde me echt klein.”
“Maar na deze vernedering heb ik tegen mezelf gezegd dat ik zou laten zien wat wij als vrouwen, als moeders, kunnen realiseren. Er was overduidelijk een beeld van huismoeders als ongeschoolden of laaggeschoolden die zorgen voor hun gezin, moeten poetsen en koken. Zo blijven de talenten van al die dames onzichtbaar. Samen Voor Morgen is een manier om die talenten zichtbaar te maken en daar iets mee te doen.”
Talent zichtbaar maken
De weerstand en het ongeloof versterkten de precaire positie van de moeders. Het bevestigde ook het gevoel van onvermogen en het lage zelfbeeld waarmee de moeders en hun families te kampen hadden.
Ghizlane Zaid: “Zaken als leerachterstand, werkloosheid, een laag zelfbeeld en een gebrek aan toekomstperspectief. Ouders die vinden dat ze weinig of niets kunnen en kinderen die zichzelf dom vinden. Dat lage zelfbeeld van de ouders heeft trouwens ook weer een impact op het zelfbeeld van de kinderen. Die dingen worden van generatie op generatie doorgegeven. Dat is schokkend.”
“Toen ik de andere moeders vertelde over mijn idee om een vzw te maken, lachten ze mij uit. ‘Wij kunnen geen vzw worden. Wij weten niks. Wij kennen niks.’ Maar het is niet omdat je niet de juiste opleiding hebt gevolgd, dat je niks weet.”
Zichzelf bewijzen als drive
Tegelijk werden de stereotype reacties die ze kregen een belangrijke drijfveer. Zichzelf bewijzen, een plaats opeisen in de samenleving en het tonen van hun talenten vormen dan ook een belangrijke drive.
Uiteindelijk ontwikkelde Samen Voor Morgen een werking met drie mobiele ateliers: een Mamacafé, een leesmobiel en een mobiele oven als pizza-atelier.
‘Ouders en kinderen staan te springen om deel te nemen.’
Ghizlane Zaid: “In het Mamacafé staan de moeders centraal. Daar werken we aan bewustwording. Het is een plek waar moeders elkaar informeren en waar ze van elkaar leren. Zo willen we een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kinderen.”
“Met de leesmobiel richten we ons op de taalvaardigheid van de kinderen en op de ontwikkeling van een leescultuur. Zo willen we iets doen aan de leerachterstand en willen we de kansen van kinderen met migratieachtergrond in het onderwijs vergroten.”
“Met deze initiatieven kenden we al snel succes. Steeds meer moeders sloten zich aan en zowel ouders als kinderen stonden te springen om deel te nemen aan de leesmomenten. Dat gaf een fijn gevoel, het gevoel dat je nuttig bent en dat je een positieve invloed kan hebben op iemands leven. Dat zorgde er ook voor dat er nieuwe ideeën ontstonden.”
Mobiele oven
Samen Voor Morgen groeide verder door de input van een heleboel verschillende mensen. Eén van die mensen was Samir, vrijwilliger van het eerste uur en man van Gizhlane. Samir was de bedenker van de mobiele oven die vandaag centraal staat in de buurtwerking.
Ghizlane Zaid: “Samir kwam met het idee van een mobiele oven, maar hij geloofde niet dat we in staat zouden zijn om dit idee echt te realiseren. Niemand van ons wist hoe we zoiets moesten bouwen en hoe we zo’n oven zouden gebruiken. Hoe bak je daar het beste mee? Hoe stook je zoiets warm? Wat maak je er best in klaar? Kan je er brood in bakken? Of pizza’s?”
“Uiteindelijk is die oven er. We hebben dat helemaal zelf moeten ontdekken. Dat is een heel leerproces geweest.”
“Als je in een situatie zit zoals veel van de moeders en vrijwilligers, dan wil je tonen dat je iets waard bent. Dat was het belangrijkste. Pas nadien hebben we de ambitie gehad om een organisatie te worden en samenwerkingen aan te gaan. Op dat moment was er echter geen enkele organisatie die met ons wilde samenwerken. We hebben onze mobiele oven dan maar ingehuldigd tijdens het buurtfeest dat we zelf organiseerden.”
Nood aan professionalisering en erkenning
Tegelijk merkten Ghizlane en de andere ouders dat het hen aan bepaalde kennis ontbrak om verder te professionaliseren. Zij waren op dat moment nog een feitelijke vereniging en waren op zoek naar een manier om hun vaardigheden verder te ontwikkelen. Ook dit proces ging niet zonder slag of stoot.
‘Als feitelijke vereniging worden je motieven veel meer in vraag gesteld. Je hoeft niet snel steun te verwachten.’
Hun zoektocht naar ondersteuning bracht Samen Voor Morgen bij verschillende andere organisaties, zoals de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het Internationaal Comité. Het vinden van die organisaties was niet gemakkelijk, omdat ze niet wisten waar ze terecht konden met hun vragen.
Ghizlane Zaid: “Toen we aan de oven werkten, werden we al snel geconfronteerd met het feit dat we moeilijk middelen vonden. Op dat moment waren we als buurtcomité een feitelijke vereniging en daar leek men niet meteen warm voor te lopen. Als feitelijke vereniging worden je motieven veel meer in vraag gesteld. Je hoeft niet snel steun te verwachten. Eerder weerstand.”
“Als je beleidsmakers uitnodigt op een activiteit, zijn ze eerder geneigd om te komen als je een vzw bent. Je bent dan gekend, je mening heeft waarde. Wat doe je dan? Dan ga je zoeken welke instanties je hierbij kunnen helpen. Maar bij wie moet je aankloppen? Als vrouw met een migratieachtergrond is dat niet evident. Je hebt geen kennis. Je bent onwetende. Je kent je weg nog niet in het socio-culturele veld. Je hebt geen netwerk.”
Googlen
Ghizlane Zaid: “Ik ben dan gewoon gaan Googlen. Zo zijn we bij verschillende organisaties terecht gekomen.”
‘Wij zijn hier om onze plek in de samenleving te claimen.’
“Op een bepaald moment had ik samen met een andere mama ergens een afspraak kunnen vastleggen. We deden onze plannen uit de doeken. De persoon aan de andere kant van de tafel antwoordde ons droogweg dat ze geen zakgeld hadden voor ons. Uiteraard wisten we dat. En dat was niet waarom we daar zaten. We hadden graag begeleiding en ondersteuning gehad.”
“Zulke momenten versterken dat negatieve zelfbeeld waar ik het eerder over had. Je zit met iets dat je wil vertellen. Je wil iets bijdragen, maar je bent niemand. Je bent één van die miljoenen allochtonen, ook al voel je jezelf zo niet.”
Eigenbelang
De organisaties die wel hielpen, deden dat vooral uit eigenbelang. De aangeboden hulp paste dan in het realiseren van doelstellingen op vlak van diversiteit of andere criteria vanuit subsidieverstrekkers. Voor Ghizlane Zaid wijst dit op een belangrijk aandachtspunt binnen de socio-culturele sector.
“We zijn begonnen vanuit een noodzaak aan ontmoeting en verbinding en we hebben gestreden om elkaar te mogen ontmoeten. Maar daar blijft het niet bij. Wij zijn hier om onze plek in de samenleving te claimen. We willen als gelijkwaardige partners participeren aan de maatschappelijke dialoog. Dat gesprek wordt vandaag nog te veel gehouden zonder ons. Wij worden niet uitgenodigd en wij hebben geen plaats aan de tafel.”
“Onze stemmen zijn niet sterk genoeg. Wij krijgen het label ‘zelforganisaties’. Dit plaatst ons in een bepaald hokje. Wat is het verschil met andere burgerinitiatieven? Waarom worden wij weggezet als zelforganisatie of als een doelgroep die moeilijk bereikbaar is?”
Gebikkeld als vrijwilligers
Het gesprek met een medewerker van het Internationaal Comité was het begin van een traject naar verdere professionalisering.
‘We hebben dag en nacht gebikkeld als vrijwilligers, zonder een cent te krijgen.’
Ghizlane Zaid: “Naamsbekendheid speelt een grote rol. En dat was ook onze strategie, onze eerste stap: wij moeten ervoor zorgen dat Samen Voor Morgen bekend wordt. Wij moeten laten zien dat we de juiste intenties hebben, dat wij echt iets willen veranderen. Op het moment dat je een goede reputatie hebt opgebouwd, kan je politici benaderen om in debat te gaan of iets af te toetsen.”
“Tussen 2014 en 2019 hebben we dag en nacht gebikkeld als vrijwilligers, zonder een cent te krijgen. We zijn een paar keer op onze bek gegaan. We hebben wanhoop gekend. Onze motieven werden keer op keer in vraag gesteld.”
“Dat is pas veranderd toen we in 2018 een projectvoorstel schreven voor een duurzaam wijkcontract. Daar hebben we voor het eerst werkings- en personeelsmiddelen gekregen. Dat betekende een enorme stap vooruit. Momenteel hebben we drie halftijdse, betaalde krachten, en daarnaast nog heel wat helpende handen.”
Brussel vergroot je wereld
Ghizlane Zaid: “Brussel is uniek in dit land. Hier leven zoveel mensen van verschillende afkomst en sociale klasse bij elkaar dat het lijkt alsof alles mogelijk is. Hier zijn geen standaarden. Hier heb je geen dominant perspectief of waarden en normen die iedereen deelt.”
‘We spreken over elkaar in termen van wij en zij. Maar wie zijn zij? En wie zijn wij?’
“Het grote voordeel is dat Brussel je wereld vergroot. Dat de stad een grote openheid afdwingt. Nochtans slagen we er nog steeds niet in om tot elkaar te komen. We trekken onszelf terug in verschillende kampen en spreken we over elkaar in termen van ‘wij’ en ‘zij’. Maar wie zijn zij? En wie zijn wij?”
“Dat gebrek aan duidelijkheid en die vloeibaarheid van waarden en normen zorgen voor identiteitscrisissen. Dus zoeken we elkaar op in onze eigen gemeenschappen terwijl we zouden moeten bouwen aan een gemeenschap waarin iedereen thuishoort.”
Complex Brussel
Ghizlane Zaid: “Als we een stad willen maken voor iedereen, dan moeten we ons bewust zijn van de geschiedenis van de stad. Alleen zo kan je begrijpen waarom Molenbeek een grote Marokkaanse gemeenschap heeft, waarom je in Sint-Gillis moet aansluiten bij de Brazilianen of waarom je weer ergens anders vooral Congolese organisaties vindt.”
“Met Samen Voor Morgen zijn we momenteel aanwezig in Anderlecht en Molenbeek. Er is een wereld van verschil tussen beide gemeenten als het gaat over samenwerkingen en doelgroepen. De ene gemeente is de andere niet.”
Onterecht wantrouwen
In Vlaanderen heerst er heel wat argwaan naar zelforganisaties. In 2019 omvatte het Vlaamse regeerakkoord een paragraaf die aankondigde dat er niet langer plaats zou zijn voor subsidies aan “initiatieven die zich (louter) terugplooien op de eigen etnisch-culturele groep”.
‘Waarom worden mijn kinderen niet gezien als Belgische jongeren?’
Het regeerakkoord leek te suggereren dat veel initiatieven dit momenteel net wel doen en dat zij segregatie in de hand werken. Samen Voor Morgen stelt de beeldvorming dat zelforganisaties initiatieven zijn die zich enkel richten tot de eigen achterban nadrukkelijk in vraag.
Ghizlane Zaid: “Onze kinderen – de generatie die nu na ons komt – waarom worden die alleen maar aan de Marokkaanse gemeenschap toegerekend? Waarom worden zij niet gezien als Belgische jongeren? Waarom wordt er niet gezien dat wij iets doen voor Belgische jongeren?”
“De kinderen waar wij het nu over hebben, worden pubers. Zij zullen ook op hun achttiende het huis uit gaan, een job vinden of studeren. Worden zij op dat moment nog altijd beschouwd als Marokkaan? Die kinderen groeien wel op met de idee dat ze hier niet thuishoren.”
Gevestigde organisaties voelen zich bedreigd
Ook in de samenwerking met een aantal andere sociaalwerkorganisaties ervaart Samen Voor Morgen wantrouwen. Ghizlane Zaid heeft de indruk dat heel wat ‘gevestigde’ organisaties zich bedreigd voelen door de opkomende zelforganisaties of burgerinitiatieven. Tegelijk hebben organisaties als Toestand vzw en Growfunding vzw sterk bijgedragen aan de ontwikkeling van Samen Voor Morgen.
Ghizlane Zaid: “Wij willen duurzame samenwerkingen opzetten, want dat heeft zin. Want dan ben je ook met verandering bezig.”
Met elkaar praten in plaats van over elkaar is de kernboodschap. Die oproep wil Zaid ook doen aan het sociale werkveld in Brussel.
“Denk niet in de plaats van anderen. Wie geeft jou het recht om te spreken of te denken voor een ander? Ik zal nooit een organisatie laten vertellen wat ik wel of niet moet doen of welke activiteiten ik wel of niet leuk moet vinden. Ik heb mijn eigen ideeën, mijn talenten. En die wil ik ook naar voren brengen. Laten zien wat je in huis hebt, wat je kan, je gewaardeerd voelen. Je moet net bedenken hoe je mensen de maximale ontwikkelingskansen kan bieden, hoe je hun talenten kan exploreren, laten ontdekken waar zij goed in zijn.”
Reacties [2]
Wauw, chapeau voor deze dames! De getuigenis toont aan dat veel middenveldorganisaties worstelen met hun houding met burgerinitiatieven. Bovendien is het een illustratie van de grote blinde hoek die veel theoretici van het burgerinitiatief hebben ter hoogte van burgerinitiatief van mensen met migratieachtergrond. Het is een klassieke denkfout dat burgerinitiatief en commoning enkel en alleen een zaak zouden zijn van de witte middenklasse. Door initiatieven van mensen met migratieachtergrond in de categorie ‘zelforganisatie’ te bundelen, verdwijnen ze inderdaad vanzelf uit beeld in het onderzoek naar burgerinitiatief.
TOP! Top organisatie, top vrouw, top mama’s, top top top. Zo inspirerend!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies