Opinie

Sociale mix op school

De grens van de superdiverse buurt oversteken

Pascal Debruyne

Sociale mix is weer even een hot issue. Het debat werd op gang getrokken naar aanleiding van een Amsterdamse basisschool waar gekleurde leerlingen een wit T-shirt dragen met het opschrift “Is dit wit genoeg voor u?”. De school hoopt zo meer witte leerlingen naar zich toe te trekken. Maar zo’n sociale mix leidt niet meteen tot meer burgerschapszin, liet onderwijssocioloog Orhan Agirdag meteen weten. Voor Michel Albertijn van ‘School in zicht’, een project rond multiculturele buurtscholen, is dat te kort door de bocht. Maar ook zijn zicht is te beperkt want focust enkel op de superdiverse stad. Wat gebeurt er ondertussen buiten die stad? Omgaan met superdiversiteit is een opdracht voor de hele maatschappij.

School als micro-labo

Superdiversiteit staat haaks op het aanvaarden en cultiveren van een gesegregeerde samenleving op basis van schotten tussen ‘wij’ en ‘zij’. Initiatieven zoals ‘School in Zicht’ beuken terecht in op die schotten.

‘Sociale mix zorgt vaak voor sociale verdringing.’

Ze zetten hun schouders onder buurtscholen waar alle gezinnen uit de buurt zich thuis voelen. Die ontmoeting biedt kansen voor een meer conviviale omgang met elkaar in superdiversiteit die de schotten doorbreekt. Buurten en scholen zijn plaatsen waar men zich engageert voor elkaar en voor een gedeelde ruimte. Scholen kunnen in die zin potentiële micro-labo’s zijn voor een andere samenleving. Wie dus een sociale mix op school kan installeren, slaat meer dan twee vliegen in één klap. Maar wat weten we eigenlijk over die sociale mix?

Ontmoeting verrijkt

De wetenschappelijke discussie over sociale mix bevat twee gedachtenlijnen. De eerste is dat ontmoeting tussen diverse groepen verrijkend werkt. Het streefdoel is scholen en buurten inrichten als spiegel van de superdiverse samenleving. Vanuit wetenschappelijk standpunt valt wel iets te zeggen voor meer interacties tussen superdiverse groepen. Zowel kansrijke en kansarme groepen ondervinden er volgens veel onderzoek beterschap van. Onderzoek toont wel een hele rist voorwaarden om dat contact te laten uitlopen in meer tolerantie en openheid naar elkaar toe.

De tweede lijn kan samengevat worden met ‘een rijke buur is goed voor iedereen’. Een concentratie van arme en vaak gekleurde bevolkingsgroepen wordt als problematisch gezien. Via een strategie van sociale mix worden rijkere bewoners en kansrijke leerlingen gezien als een hefboom voor armoedebestrijding. Ook hier maken veel wetenschappers kritische kanttekeningen. Sociale mix zorgt vaak voor sociale verdringing. Middenklasse-groepen richten de school en buurt in op basis van hun noden en wensen. Omdat die ruimtes toenemend veranderen naar het evenbeeld van een dominante klasse, voelen andere groepen zich minder welkom en verdwijnen ze gestaag. Deze kanttekeningen leiden meteen tot de vraag of sociale mix wel wenselijk is.

Uit de negatieve hoek

Michel Albertijn van ‘School in Zicht’ verdedigt de mix van kansrijke en kansarme groepen in concentratiescholen in superdiverse buurten. De dynamiek van sociale mix werkt verrijkend. Concentratiescholen hebben, zo stelt hij terecht, veelal dezelfde onderwijskwaliteit als andere scholen dankzij supergemotiveerd personeel. Daarmee haalt hij concentratiescholen deels uit de eenzijdig negatieve hoek.

In andere interpretaties betekent sociale mix te vlug de blanke welbegoede burgers binnenbrengen om de arme gekleurde burgers te redden. Of erger, door het onterechte negatieve imago verkasten naar andere scholen. Na de blanke vlucht voor negatieve percepties volgt de zwarte vlucht van middenklasse ouders met migratieroots.

De superdiverse school: “Yes, we can!”

Voortbouwend op Albertijn, zien we dat in concentratiescholen leerlingen leren omgaan met superdiversiteit. Leerlingen scherpen er heel wat competenties aan die de omgang met superdiversiteit faciliteren: meertaligheid, leren omgaan met complexe identiteiten, het verwerven van een aardrijkskundige brede blik en sterke interculturele competenties zoals bemiddelingstalent in een superdiverse setting. Leerkrachten ontwikkelen de pedagogische skills waardoor ze tegelijkertijd sterk kunnen differentiëren voor diverse leerlingen en gelijkheid nastreven in uitkomsten voor leerlingen.

‘In concentratiescholen leren leerlingen omgaan met superdiversiteit.’

Waar in andere scholen leerlingen met migratieroots gebukt gaan onder de ongelijke machtsposities en dominante percepties die maatschappelijk bestaan tussen groepen, ontwikkelen leerkrachten hier manieren om die machtsposities om te keren en leerlingen te erkennen en emanciperen.

Niet zonder slag of stoot

Kansrijke groepen toeleiden naar deze scholen is ongetwijfeld een meerwaarde voor hen. Toch verloopt die sociale mix niet zonder slag of stoot. Een voormalige concentratieschool in de negentiende eeuwse gordel van Gent trok middenklasse-bewoners aan met het oog op meer sociale mix tussen kansrijke en kansarme leerlingen. De school moest een spiegel van de buurt en maatschappij worden. De school werd gestaag omgevormd tot een methodeschool, waardoor de middenklasse in aantal toenam. Op dit moment vecht de school, omdat ze dat belangrijk vindt, om de meest kwetsbare groep (in jargon ‘indicatorleerlingen’) te behouden die gestaag verdwijnt.

Kortom, de intentie is om via sociale mix twee ‘gelijke’ groepen te mengen. Men mixt echter geen twee gelijke groepen, maar importeert ook ongelijke machtsverhoudingen tussen die twee groepen. De gedeelde ruimte transformeert daardoor al vlug op leest van de sterkste groep. Dat heeft gevolgen voor het bestaande leerlingenbestand, de herkenbaarheid en toegankelijkheid van die ruimte voor ouders en kinderen die zich niet vereenzelvigen met blanke middenklasse-groepen.

Selectief bezorgd

Omdat het project ‘School In Zicht’ vooral focust op de superdiverse buurt lijkt sociale mix vooral daar een meerwaarde. Dit initiatief suggereert daarmee dat er vooral een gebrek aan contact is in concentratiescholen. Maar moeten we niet vooral over de nood aan sociale mix spreken in scholen en buurten waar superdiversiteit helemaal afwezig is?

‘De meeste concentratiescholen bevinden zich in de suburbane rand.’

Want de meeste concentratiescholen bevinden zich niet in superdiverse stadswijken, maar in de suburbane rand. Kijken we bijvoorbeeld naar de gemiddelde suburbane school in Brasschaat, Schoten, Waasmunster of Lochristi. Daar domineert de groep blanke middenklasse leerlingen, met weinig mix en contact tussen diverse groepen. Waarom bekommert ‘School In Zicht’ zich niet over de begeleiding van kansarme leerlingen naar scholen in overwegend suburbane blanke gebieden? Waarom komen die eilanden niet in zicht? Of wordt er een selectieve bezorgdheid inzake concentratie gehanteerd?

Druppel op een hete plaat

Die ruimtelijk beperkte blik op de concentratieschool is problematisch in een maatschappij die in zijn geheel moet leren omgaan met superdiversiteit. De verschuiving van 512 kansrijke leerlingen waarover Albertijn het heeft in zijn opiniestuk, is in die zin een druppel op een hete plaat. De voornaamste uitdaging is hoe we de pedagogische aanpak in superdiverse scholen, die leerlingen vertrouwen inboezemt en streeft naar emancipatie, uitbreiden naar de gehele samenleving. Ook in scholen waar superdiversiteit in de nabije toekomst voor de schoolpoort staat.

Financiering in zicht?

‘School in Zicht’ zet voornamelijk in op de samenstelling van een school en veel minder op de organisatie van die school, de kwaliteiten van het schoolteam of de manier waarop er wordt lesgegeven. Als we het willen hebben over onderwijskwaliteit die tegemoet komt aan de uitdaging van superdiversiteit, is de verdeling van middelen en uren veel fundamenteler dan de discussie over sociale mix. Voldoende middelen zorgen voor een goede omkadering, een aangepast zorgbeleid en pedagogische pakketten op maat met een grote gevoeligheid voor culturele issues, meertaligheid en armoedegerelateerde zaken.

‘De verdeling van middelen is fundamenteler dan de discussie over sociale mix.’

Kortom, superdiverse scholen worstelen vooral met de onderfinanciering. Een solidair beleid voeren op maat van deze schoolpopulatie is dan moeilijk. Nochtans zijn het net dergelijke superdiverse scholen waar noodzakelijke expertise wordt uitgebouwd en antwoorden liggen voor een onvermijdelijke superdiverse toekomst.

Beperkt zicht

De focus op sociale mix in concentratiescholen in superdiverse buurten via de toeleiding van kansrijken, zoals Michel Albertijn van ‘School In Zicht’ verdedigt, beperkt in die zin het zicht. Een school en buurt als spiegel van de maatschappij daagt de hele maatschappij uit. De idealisering van het werk dat sociale mix moet doen, doet al vlug beperkingen en negatieve effecten uit het oog verliezen. Willen we streven naar een solidair onderwijssysteem waar ruimte is voor superdiversiteit, dan kunnen we moeilijk berusten in de strategie van sociale mix als dé oplossing. Heel wat andere strategieën, maar ook concrete plaatsen moeten in het zicht komen willen we naar een samenleving streven waar er ruimte is voor superdiversiteit.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.