Slecht rapport
Herinnert u zich nog ‘Het grote psychiatrierapport’ van De Morgen uit 2017? Journalisten stelden een stand van zaken op van de psychiatrische ziekenhuizen. Ze baseerden zich op de verslagen van de Vlaamse Zorginspectie.
‘Herinnert u zich nog het grote psychiatrierapport?’
Belangrijke vragen kwamen daarbij aan bod. Heeft de patiënt inspraak bij het medicatiebeleid? Worden familieleden betrokken doorheen het zorgtraject? Is er voldoende geschoold personeel? Hoe vaak wordt gegrepen naar fixaties en isolaties?
Het beeld over hoe gezond onze psychiatrische zorg was, bleek niet bepaald rooskleurig. Op veel vragen kleurden de bolletjes oranje of rood.
Weinig vooruitgang
Het rapport kreeg destijds heel wat media-aandacht. Helaas: intussen veranderde er weinig. Dat blijkt uit de resultaten van een recente peiling in de geestelijke gezondheidszorg. Die resultaten werden eind vorig jaar bekendgemaakt.
De geestelijke gezondheidszorg stapt daarmee in de voetsporen van de algemene ziekenhuizen. Zij voerden al eerder een gelijkaardige kwaliteitsbevraging uit.
Centraal staat de vraag: ‘Hoe ervaren cliënten deze zorg?’ Terecht werd gekozen om kwaliteit in beeld te brengen vanuit het perspectief van de patiënt. Deze keuze is logisch omdat bij zorg de gebruiker centraal moet staan. Maar ze is ook moedig omdat die gebruiker vaak kritisch terugblikt op zijn ervaringen in deze instellingen.
Vlaamse patiëntenpeiling
Het meetinstrument dat gebruikt werd is de ‘Vlaamse patiëntenpeiling’: een wetenschappelijke onderbouwde vragenlijst, gericht op patiëntervaringen en ontwikkeld in samenwerking met het Vlaams Patiëntenplatform. Ze omvat 37 vragen over verschillende thema’s zoals informatieverstrekking en inspraak, deskundigheid en veiligheid, therapeutische relatie en samenwerking.
‘Per jaar vullen ongeveer 4.000 patiënten de bevraging in.’
Deze bevraging wordt jaarlijks georganiseerd onder patiënten van een voorziening voor geestelijke gezondheidszorg. Concreet gaat het om psychiatrische ziekenhuizen, psychiatrische afdeling in algemene ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, beschut wonen, psychosociale revalidatie en verslavingszorg.
Al die diensten beslissen zelf of ze zo’n patiëntenbevraging organiseren. Per jaar neemt ongeveer 40 procent van alle voorzieningen deel en vullen ongeveer 4.000 patiënten de bevraging in. Iedereen kan de resultaten raadplegen op de website zorgkwaliteit.be. Voor de geestelijke gezondheidszorg zijn resultaten beschikbaar van 2017 tot 2019.
Groeien, met de blik vooruit
De bedoeling van deze kwaliteitsmeting is niet zozeer om zich vast te pinnen op de behaalde punten. Via dit ‘meten is weten’ wil men vooral meer transparantie. Door kwaliteit in beeld te brengen, gaan organisaties en mensen meer bewust om met hun werk. Het geeft inzicht in waar verbeterpunten liggen en legt de basis om het in de toekomst beter te doen.
Het is niet onze bedoeling alle resultaten te bespreken. Algemeen tonen ze een beeld van een geestelijke gezondheidszorg die nog te vaak de mist in gaat. Dat is pijnlijk voor zorg die zich moet ontfermen over kwetsbare mensen. We pikken er enkele opvallende resultaten uit die dat illustreren.
Patiënten informeren
Neem het informeren van patiënten, een glashelder patiëntenrecht. Het is een manier om de patiënt te betrekken bij zijn zorgtraject. Vooral is het een vorm van respect voor de mens die de patiënt in de eerste plaats is.
‘Deze zorg informeert patiënten onvoldoende.’
De patiënt bepaalt zelf de richting van zijn behandeling. Om die beslissing overwogen te kunnen nemen, reiken zorgprofessionals de nodige informatie aan. Zoals de bekende slogan het krachtig uitdrukt: “Niets over ons zonder ons”.
Helaas bevestigen de resultaten wat we vreesden: de geestelijke gezondheidszorg informeert patiënten onvoldoende. Er ligt wel een behandelplan op tafel, maar dat is nog te weinig het resultaat van overleg en geïnformeerde toestemming. Enkel de mobiele teams onderscheiden zich hier in positieve zin.
Niet tot bij de patiënt
Informatie over de psychische problemen, medicatie, mogelijke behandelingen of de kostprijs is cruciaal om weloverwogen keuzes te maken. Toch geraakt deze informatie te vaak niet bij de patiënt. Gaat men ervan uit dat je mensen die zich niet goed in hun vel voelen niet moet lastigvallen met deze informatie?
Op moeilijke momenten zitten ze inderdaad misschien niet te wachten op grijze folders of een overload aan informatie, op een drafje gegeven tijdens het onthaalmoment. Patiënten betrekken en informeren moet veel verder gaan dan dat. Ze leggen de basis van een hoopvol en authentiek traject, richting herstel.
Onbekend
Patiënten onvoldoende informeren en betrekken, is een belangrijke gemiste kans voor een kwaliteitsvolle zorg. Want hier ligt een hoeksteen van meer therapietrouw.
‘Op een terrein waar machtsrelaties van tel zijn, is het afdwingen van je rechten niet evident.’
Het blijft ook problematisch dat patiënten hun rechten onvoldoende kennen. Want dan kunnen ze er ook geen beroep op doen. En wie ze wel kent, ervaart drempels om ze in te roepen. Op een terrein waar machtsrelaties van tel zijn, is het afdwingen van je rechten niet evident. Vandaar dat geregeld getuigenissen opduiken van situaties waar patiëntenrechten manifest genegeerd worden.
Einde van de behandeling
Fast forward naar het einde van de behandeling: Hoeveel inspraak heeft de patiënt bij de beslissing over de afronding van het begeleidingstraject?
Volgens de patiëntenpeiling wordt hier goed gescoord. Toch hebben we ook hier onze bedenkingen. Dat positieve beeld wordt vooral ingekleurd door het feit dat de behandelduur vaak relatief snel duidelijk wordt, gebaseerd op gemiddelde behandeltijden. Dat heeft het voordeel van de duidelijkheid.
Maar is dat vanuit patiëntperspectief altijd een voordeel? Een vooropgestelde einddatum legt ook een tijdsdruk op. Dat kan ondermijnend zijn voor een proces waar mensen tijd nodig hebben om te herstellen. Ze hebben meestal een onvoorspelbaar pad van vallen en opstaan voor de boeg.
Voldoende hersteld?
Een zorgproces inplannen vanuit gemiddelde behandelduur kan werken bij een bevalling of knieprothese, maar niet in de geestelijke gezondheidszorg. Hier zijn geen ankerpunten of criteria die bepalen of iemand voldoende hersteld is.
Herstel gaat niet over het opnieuw inpassen van de patiënt in het reguliere circuit. Het gaat hier bijvoorbeeld niet over nieuw succes op de arbeidsmarkt, wel over het hernemen van een leven dat volgens de patiënt zinvol is. De lat ligt voor iedereen anders, de ene heeft meer tijd nodig dan de andere.
Wachtlijsten
Gaat het over behandeltermijnen, dan kan je niet voorbij de wachtlijstenproblematiek.
Onder meer daarom kiezen voorzieningen ervoor om patiënten slechts voor een beperkte tijd te begeleiden. Zodra die termijn verstreken is, moet plaats gemaakt worden voor de volgende in de wachtrij. Van betrokkenheid bij deze beslissing is dus weinig sprake.
‘Door gebrek aan opvolging, verdwijnen positieve gevolgen van de behandeling als sneeuw voor de zon.’
En ook voor nazorg of alternatieve behandeling belandt de patiënt vaak op een wachtlijst van een andere voorziening. Door gebrek aan opvolging, verdwijnen positieve gevolgen van de behandeling als sneeuw voor de zon. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Herstelondersteunende zorg
Deze kwaliteitsmeting bevestigt dat de geestelijke gezondheidszorg met dezelfde problemen blijft worstelen. Is er hoop om daaruit te geraken?
Er zijn kansen op beterschap als gekozen wordt voor meer herstelondersteunende zorg. Deze aanpak richt zich niet alleen op problemen en beperkingen. Ze reikt verder dan behandeling met medicijnen en therapie.
Een belangrijke doelstelling is om de patiënt te helpen om persoonlijke doelen te realiseren. Wat is waardevol voor de patiënt? Waar liggen kwaliteiten, vaardigheden, levenskennis, waarden, enthousiasme en interesses? Ankerpunten voor herstelgerichte zorg liggen daar, niet elders.
Inzetten op ervaringsdeskundigen
Die mindswitch zal onvermijdelijk leiden tot een andere organisatie van zorg en nieuwe invulling van expertise. Ervaringsdeskundigen zijn cruciaal om deze omslag te maken.
‘Ervaringsdeskundigen zijn cruciaal om deze omslag te maken.’
Zij bieden kracht en hoop door het eigen traject van herstel te tonen. Ervaringsdeskundigen hebben ervaring, maar vertrekken van meer dan enkel wat ze zelf meemaakten. Ze weten wat het betekent om psychisch te lijden en wat herstelbevorderend en -belemmerend kan werken.
Professionele zorgverleners
Kijken bij herstelgerichte zorg professionele zorgverleners vanaf de zijlijn toe? Vanzelfsprekend niet. Hun deskundigheid blijft noodzakelijk, voor zover die herstelbevorderend wordt aangewend.
‘Hulpverlener en patiënt delen niet noodzakelijk dezelfde maatstaven voor een geslaagd en gelukkig leven.’
Het vergt vertrouwen en een onbevangen houding tegenover de patiënt. Want herstel is per definitie heel persoonlijk en sluit niet altijd aan bij de verwachtingen van de hulpverlener. Hulpverlener en patiënt delen niet noodzakelijk dezelfde maatstaven voor een geslaagd en gelukkig leven.
Waar het echt over gaat
Deze kwaliteitsmeting toont opnieuw de zwakke flanken van het huidige zorgmodel. We moeten dit vooral als een kans zien om de huidige geestelijke gezondheidszorg diepgaand in vraag te stellen.
Patiënten zijn vragende partij om nieuwe bakens te zetten. Want waar het echt over gaat is in welke mate de geestelijke gezondheidszorg erin slaagt om te evolueren in de richting van een herstelgerichte zorg. Vandaar dat we ons veel beterschap wensen.
Reacties
Zeker lezen
Bijzondere rockband Dreun XL: ‘We werken hard aan inclusie’
Partnergeweld bij ouderen: een onzichtbaar probleem
‘Het is cruciaal om je als sociaal werkers te organiseren’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies