Demografische verschuivingen
Momenteel is meer dan een vijfde van de Europese bevolking 65 jaar of ouder. Tegelijk stijgt de levensverwachting opnieuw, nadat het door de coronapandemie even een dip had gekend. Het aandeel 80-plussers in de EU zal tegen 2100 meer dan verdubbelen.
De stijgende levensverwachting en de voorspelde groei van het aantal ouderen hebben niet alleen financiële en economische gevolgen. Ze zullen ook de druk op gezondheids- en welzijnsvoorzieningen verhogen. Het sociaal werk heeft daarom nood aan gerontologisch geschoolde sociaal werkers.
‘Slechts 3 procent van de studenten kiest voor het vak ‘Ouderen’.’
Vaardigheden om om te gaan met ouderen verschillen niet fundamenteel van het werken met andere doelgroepen. Toch is een grondige kennis over het verouderingsproces en de problemen die ouderen treffen essentieel voor het praktijkwerk met ouderen. Die kennis en vaardigheden stellen sociaal werkers in staat om effectiever aan de slag te gaan met ouderen en hun netwerk.
Desinteresse troef
Binnen de opleidingen sociaal werk is de desinteresse voor ouderen groot. Gerontologie, de wetenschap die het ouder worden bestudeert, wordt nauwelijks aangeboden aan toekomstig sociaal werkers.
Het is hooguit een keuzevak. Het aantal studenten kan je op twee handen tellen. Ouderen komen sporadisch aan bod in andere vakken, maar worden zelden in de diepte bestudeerd of als cliënten geïntroduceerd.
Een recente bevraging bij tweedejaarsstudenten sociaal werk aan Arteveldehogeschool leerde ons dat slechts 3 procent van de studenten bewust kiest voor het vak ‘Ouderen’. Nochtans blijkt 19 procent tijdens hun stage met ouderen te werken.
Ook in hun dagelijks leven hebben studenten vrij veel contact met ouderen. De overgrote meerderheid ervaart deze contacten als positief. Maar het beeld dat ze hebben over ouder worden is weinig fraai: 95 procent associeert het met fysieke en cognitieve achteruitgang. De studenten zien veel minder de positieve aspecten van verouderen, zoals meer vrije tijd hebben (13 procent) en levenswijs bezitten (20 procent).
Geen gerontologen
Sociaal werkers moeten geen gerontologen worden. Gerontologische professionals zien ouder worden als een multidimensionaal proces dat samenhangt met biologische, psychologische en sociale aspecten, terwijl sociaal werkers zich voornamelijk focussen op dat laatste.
Toch kunnen gerontologie en sociaal werk hand in hand gaan. Het spectrum aan gezondheids- en welzijnsvoorzieningen is breed. Gerontologisch maatschappelijk werkers vertolken een mooie rol in dit scala aan voorzieningen.
‘Gerontologie en sociaal werk kunnen hand in hand gaan.’
Sociaal werkers bezitten unieke vaardigheden, waarden en rollen die zeer geschikt zijn voor ondersteunende en educatieve diensten aan ouderen en hun naasten. Sociaal werkers kunnen immers voor en met alle leeftijden werken. Dat is één van hun sterktes. Het maakt hen bij uitstek geschikt als bruggenbouwer, tussen organisaties en individuen en tussen verschillende generaties.
Wat moet er dan in het curriculum?
Om te beginnen moet de student kunnen stilstaan bij het eigen referentiekader. De kijk die de sociaal werker heeft op ouderen en ouder worden, heeft impact op zijn dagelijks sociaal werk en omgaan met ouderen.
Daarnaast moet er ingezoomd worden op veelvoorkomende fysieke aandoeningen bij ouderen die verlieservaringen en functionele achteruitgang betekenen. Er moet ook gefocust worden op frequente mentale gezondheidsproblemen en de preventie ervan. Speciale aandacht moet gaan naar dementie – risicofactoren, symptomen en impact op relaties – en hoe je dementievriendelijke omgevingen creëert.
Een sociaal werker moet in staat zijn om met cliënten en hun netwerk gesprekken te voeren die nauw aansluiten bij de laatste levensfase. Denk bijvoorbeeld aan vroegtijdige zorgplanning, euthanasie of palliatieve zorg. Studenten moeten de belangrijke ethische en wettelijke dimensies van deze onderwerpen in de vingers hebben.
Kentering
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) riep dit decennium uit tot het decennium van gezond ouder worden. Ook onder onze studenten moeten we inzetten op een kentering in het denken, voelen en handelen tegenover leeftijd en ouder worden.
We moeten ons mee achter de WHO-plannen scharen en ervoor zorgen dat gemeenschappen de mogelijkheden van ouderen bevorderen, persoonsgerichte zorg bieden die beantwoordt aan de behoeften van ouderen en langdurige zorg openstellen voor ouderen die het nodig hebben. Dat begint allemaal in de opleiding van jonge sociaal werkers.
Door onze studenten expertise te laten opbouwen rond ouderen, verzekeren we mee een humane zorg voor de huidige en toekomstige generaties ouderen.
Reacties [13]
ik zou interesse in het vak ‘ouderen’ niet gelijkstellen met interesse in ouderen. Ik had en heb veel interesse in kinderen en jongeren maar zou dat nooit als vak gekozen hebben omdat ik er al zo veel van wist doordat ik eerder ortho gedaan had en uit eigen ervaringen met jeugdzorg als client. Dus deze conclusies op basis van een keuzevak lijken me heel kort door de bocht.
Adolescenten tussen 18 en 21 jaar op drie jaar klaarstomen voor ‘alles’ is gewoon onmogelijk. Het blijft van alles wat en niets grondig, met excuses. De echte scholing, inclusief de doorlopende bijscholing, zal sowieso moeten gebeuren na de school. In ‘mijn’ tijd werd je pas volwassen op 21 jaar. Van die jonge mensen kun je toch niet verwachten dat ze de blik richten op de ouderen, op het levenseinde. Zij moeten er nog aan beginnen, aan dat leven. Je kunt er alleen maar op hopen dat zij, eenmaal ouder en wijzer, zich méér voor de oudere mens gaan interesseren. Dat ze samen met de hele maatschappij, de politici, de dokters, de psychologen, de kinesisten, en tutti quanti gaan inzien dat er een enorm werkveld op hen ligt te wachten. En dat de generatie van de babyboomers, de mei 68-ers, het bestaande betuttelende, discriminerende, infantiliserende en wegstotende model niet langer gaan accepteren. Het zijn niet de jonkies die aan die kar moeten trekken, het zijn de mensen met de meeste erv
We zeggen en ervaren dat al zovele jaren!!! Ik ben blij dat je dit publiceert Veerle.
Veel heeft te maken met de beeldvorming over ouderen natuurlijk. In OKRA hebben we de voorbije 20 jaar regelmatig een stagiair (regionaal of nationaal). Telkens geven zij zelf aan dat er een andere wereld voor hen openging en ze hun beeld serieus hebben moeten aanpassen. OKRA heeft samen met Victoria De Luxe uit Gent en journaliste Putteman een documentaire gemaakt. De film REBELS laat enkele ouderen aan het woord (en aan de daad) die hun rebelse kant laten zien. De film kan ook in scholen gegeven worden gekoppeld aan een gesprek en debat met enkele actieve ouderen. Arteveldehogeschool Gent – Sociaal Werk – heeft dit ondertussen ingepland. Kan evengoed voor de opleidingen zorg en verpleegkunde.
Dit vraagt om actie: krachten bundelen over de opleidingen heen, over zorg en welzijn heen en T Shaped professionals kweken … de gerontologie is gaat bij uitstek een goeie voedingsbodem gezien de brede Multi domein kijk! Ik neem de uitdaging aan Veerle!
Met heel veel erkenning voor de nood en de bezorgdheid van de auteur heb ik als docent sociaal werk toch wel wat bedenkingen. Welke vraag moet eerst gehonoreerd worden? In tijden van tekorten kijkt iedereen eerst naar de opleidingen.. Verleden jaar kwamen de OCMW’s/lokale besturen aan bod, dit artikel gaat over de doelgroep ouderen,… Er zijn nu eenmaal veel sectoren en doelgroepen in ons werkveld. Die kunnen niet allemaal de noodzakelijke aandacht krijgen in een driejarige opleiding. Wat ik mis in deze opinies en artikels is de discussie hoe men deze vraag naar verhoogde aandacht rijmt met de één van de kernpunten van sterk sociaal werk: het generalistisch perspectief. Ook mis ik de combinatie met de interesse van de studenten zelf: de studenten die voor een stage kiezen in bvb een wzc , bouwen wel de gevraagde expertise, referentiekaders enz op. Zij passen de generalistische kennis, houding, vaardigheden toe op de stage. We maken dagelijks de afweging tussen specialist of generalist
En die generalisten moeten zowat alles nog beginnen leren als ze gaan werken… en zij voelen zich wel een kei met een diploma. Je houdt er ook best rekening mee dat in het werkveld voor ouderen nog veel hiaten in de inzichten over ouderen zijn omdat er al jaren in de opleidingen heel weinig rond ouderen gewerkt wordt.
Grotendeel eens en hulde aan Veerle die een stok in een hok gooit. Er zijn uiteraard nog andere ‘keuzeproblemen’, de belangstelling en populariteit van Punitive Social Work, of ‘justitieel’ zoals dat soms nog genoemd wordt, is vermoedelijk omgekeerd evenredig met de cijfers die Veerle Baert noemt. Blijkbaar zeer aantrekkelijk voor de aankomende student sociaal werk; en een niet evidente keuze voor sociaal werk. (zie Angela Davis, one of the most celebrated political activists and scholars of our time, reminded us last week of the importance of distancing social work from carceral and surveillance-based practices. Social work’s focus should be on supporting families, empowering communities, and, ultimately, bringing about social change.) https://www.facebook.com/photo/?fbid=6204322626292597&set=a.187486167976303 . En er zijn nog voorbeelden te noemen. Een deel van het probleem lijkt me te liggen in de markt-logica van de opleidingen.
Op 27 april organiseert vvsg een online speeddating festival voor laatstejaarsstudenten sociaal werkers https://thnxtstp.be/
Mee eens Veerle! Maar zie ook dilemma van SW-opleidingen. Aandacht voor multi-methodisch werken vanuit levensloopperspectief is voor mij de synthese. Contextueel werken is ook werken met de levensloopcontext. Het is leeftijdsdiscriminatie om in de SWopleiding alleen te focussen op jeugd, of alleen op volwassenen of alleen op ouderen. Stress en verlies zijn leeftijdsoverstijgende thema’s die goede levensloop-kapstok bieden voor SW’studenten. Ik geef multimethodische trainingen aan Ouderen Maatschappelijk Werkers in Rotterdam die ‘hongerig’ zijn naar deze ontstress- en multiloss-benadering. Overigens gebruiken we een psychosociale stressbenadering ipv individualistische stress optiek. SW-opleidingen die de professionele deskundigheid van de SW’er niet zo kunnen invullen, kunnen zichzelf beter opheffen. Ervaringsdeskundigen genoeg. http://Www.Verlieskunde.NL
Ik volgde de opleiding sociaal werk eind jaren 90. Tijdens de opleiding hadden we een module “verkenning van het werkterrein.” Bij afronding van deze module vroeg de docent mij “waar zie je jezelf werken later?”
Mijn antwoord was “dat weet ik nog niet exact, maar ik weet wel wat ik niet wil doen”
De docent vroeg om verduidelijking en ik antwoordde “ik wil zeker niks doen in de ouderenzorg en niet in een OCMW.”
Nu ben ik ruim 10 jaar aan de slag als directeur van een openbaar WZC.
Een job met veel uitdaging, bijzonder veel afwisseling en mijn skills als sociaal werker kan ik elke dag inzetten.
Zeg nooit “nooit…”
Een sociaal werker moet van zoveel markten thuis zijn. Het is vaak een hele strijd om nog iets aan het curriculum toe te voegen. Maar dat beeldvorming en het bestrijden van stereotypen voorop moet staan, behoeft geen betoog. Zo gaan op 21 maart alle 1ste jaars studenten sociaal werk van Heverlee naar de film rebels in een aantal ldc’s in en rond Leuven. In het kader van diversiteit op de WSWD. Dat zou meer moeten gebeuren. Ontmoeting en gesprek.
Ouderen en gerontologische basisinzichten verdienen inderdaad meer plaats in het curriculum. Als docent in een vervolgopleiding ‘profiteren’ we in feite van het gebrek aan aandacht voor ouderenthema’s in de sociaal-agogische en zorgkundige opleidingen. De veelheid aan uitdagingen in onze samenleving legitimeert beide pistes: fundamentele kennis rond levensloop en competentiedenken in de basisopleidingen en verdieping in vervolgopleidingen bachelor en masterniveau. De recente klemtoom op ouderrechten sluit mooi aan bij basisthema’s van het sociaal-agogisch werk. Tegelijk zoals hier al werd opgemerkt, zijn er heel wat doelgroepen en sectoren om te verkennen in een 3-jarige opleiding en blijkt het niet eenvoudig om alles voldoende aandacht te geven. En zien jonge studenten zich inderdaad niet altijd als ouderen “hulpverlener”. Een proportionele verdeling van de aandacht in casuïstiek, basisthema’s zoals mensenrechten, sociale kaart etc kan een begin zijn.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies