Outreachend werken is hot
Werken in de leefomgeving van de cliënt is niet nieuw. Denk aan huisbezoeken, werken op straat, op andere openbare plaatsen of in organisaties waar de cliënt komt.
‘Goede hulp, dienst- en zorgverlening vertrekt en eindigt in de leefwereld van de cliënt.’
Toch worden de voorbije twintig jaar gekenmerkt door het herontdekken van die leefomgeving. We zien dat ook terugkomen in de plannen van de federale, Vlaamse en lokale overheden. Vermaatschappelijking van de zorg, Geïntegreerd Breed Onthaal, Zorgzame Buurten, Vroeg en Nabij: je kan geen beleidsdocument openslaan of de term ‘outreachend werken’ duikt op.
Is dat een probleem? Nee, want goede hulp, dienst- en zorgverlening vertrekt en eindigt in de leefwereld van de cliënt. Maar er is een maar.
Een definitie
In 2012 onderzocht het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (nu SAM vzw) outreachend werken in Vlaanderen. De resultaten lees je in ‘Reach Out! Praktijkboek voor outreachend werken’.
In dat onderzoek stelden we een definitie van outreachend werken op: “Outreachend werken is een werkwijze die uitgaat van een actieve benadering en gericht is op het bevorderen van welzijn. De werker vertrekt vanuit de participatieve basishouding en richt zich op personen in maatschappelijk kwetsbare situaties, die niet of ontoereikend bereikt worden door het huidige dienst-, hulp- en zorgverleningsaanbod. Dit door zich te begeven in hun leefwereld met erkenning van de daar geldende waarden en normen. Met outreachend werken streeft men naar een wederzijdse afstemming tussen de doelgroep, haar netwerk, het maatschappelijk aanbod en de ruimere samenleving.”
Je kan dus maar spreken van outreachend werken als je zelf op zoek gaat naar mensen die nog niet bereikt worden. Je legt de verantwoordelijkheid daarvoor niet enkel op hun schouders, maar stelt je ook kritisch op ten aanzien van diensten en initiatieven die deze mensen tekortschieten of niet bereiken.
Te pas en te onpas
Deze definitie toont helder wat wel en niet onder outreachend werken valt. Dat is ook nodig. Vandaag gaan veel vormen van sociaal werk aan de slag in de leefomgeving van mensen zonder te beantwoorden aan de essentiële kenmerken van outreachend werken. Zo zien we mensen van de Overkop-huizen op straat jongeren aanspreken om hen te wijzen op dit initiatief dat laagdrempelig werkt aan psychische gezondheid. Heel belangrijk dat dit gebeurt, maar outreachend werken is dat niet. Op zich geen probleem, maar noem het dan ook niet zo.
Toch wordt de term te pas en te onpas gebruikt, onder andere omdat overheden heel wat middelen ter beschikking stellen om outreachend te werken. Tegenwoordig noemt iedereen die een stap buiten de eigen organisatie zet, zich outreacher. Zowel in beleidskringen als op het terrein ontstaan dan spraakverwarring en tegenstrijdige verwachtingen.
‘Outreachend werken is een populair wondermiddel geworden om problemen allerhande op te lossen.’
Het begrip ‘outreachend werken’ staat hierdoor onder spanning. Het is een populair wondermiddel geworden om allerhande problemen op te lossen. Tegelijkertijd holt dat het steeds verder uit waardoor het stilaan betekenisloos wordt. Dat is problematisch, want outreachend werken is geen passe-partout.
Afhakers opnieuw doen aanhaken
Outreachend werken dient wel degelijk om een aantal problemen op te lossen waar heel wat organisaties en diensten mee kampen. Veel mensen passeren niet langer langs kantoren en balies. Het gaat niet alleen over mensen die de weg niet vinden, maar ook over mensen die afgehaakt zijn.
Dat afhaken heeft veel te maken met het aanbod van organisaties. Vaak is dat categoriaal, specialistisch, beknot in tijd en houdt het geen rekening met de normen en de leefwereld van sommige mensen.
Hier is outreachend werken een antwoord: het gaat zelf op zoek naar de afhakers, vertrekkend vanuit de leefwereld en normen van die mensen. Wie outreachend werkt, wijst diensten en organisaties op hun taak om zich aan te passen aan hun doelpubliek. Zo voorkom je dat mensen van het kastje naar de muur gestuurd worden.
In de praktijk
Helaas: te veel terreinwerkers die in de leefomgeving van hun cliënten werken, krijgen niet de kans om aan de slag te gaan volgens de regels van outreachend werken. Dat heeft pijnlijke gevolgen.
‘Krijgt de cliënt de deur op de neus, dan probeert de outreacher die toch open te wrikken.’
Heel wat dienstverleners, gezondheidswerkers en sociale professionals werken met afgebakende doelgroepen. Denken we bijvoorbeeld aan medewerkers die in wijken ouderen opzoeken en ondersteunen zodat zij langer zelfstandig kunnen wonen. Zodra ze zich in de wijk begeven, komen ze ook andere doelgroepen tegen. Al snel duiken eenvoudige en complexe hulpvragen op. Toch moeten ze veel mensen doorverwijzen naar collega’s omdat ze niet tot hun doelgroep behoren. Waar vroeger kasten en muren in gebouwen stonden, staan ze nu op straat.
Weinig verschil
Soms is toeleiden naar een andere organisatie onvermijdelijk. Een outreacher neemt deze taak ter harte, naast de zorg en ondersteuning die hij zelf aanbiedt. Krijgt de cliënt bij die organisatie de deur op de neus, dan probeert de outreacher die toch open te wrikken.
Doet hij dat niet, dan reduceert hij zijn opdracht tot het brengen van een zakelijke boodschap: je krijgt geen toegang tot dat aanbod, ook al zou het je vooruit kunnen helpen. Of je die boodschap brengt op de straat of achter de balie maakt weinig verschil: je cliënt is geen meter vooruit geraakt.
Sommige vormen van leefomgevingsgericht werken hebben specifieke doelstellingen, zoals bijvoorbeeld mensen aan het werk krijgen. Dat staat haaks op het kenmerk dat wie outreachend werkt zijn doelen niet zelf kiest. Die hangen af van wat de cliënt nodig heeft en hangen vaak nog meer af van wat er zich op dat moment afspeelt.
Een laatste probleem: tijd. Als je als sociaal werker na bijvoorbeeld twee jaar tegen een cliënt moet zeggen dat de begeleiding moet afgerond worden, ook al is er nog geen gewenst resultaat, dan schiet leefwereldgericht werken haar doel voorbij.
Duidelijke termen die de lading dekken
Doordat veel werkingen vandaag de term ‘outreach’ gebruiken, ontstaat de indruk dat iedereen ongeveer hetzelfde werk doet. Dat klopt niet.
Alle vormen van leefomgevingsgericht werken zijn waardevol. Maar als we de meest kwetsbare burgers de hulp willen geven waar ze recht op hebben, is er nood aan duidelijke termen die de lading dekken. Alleen op die manier bouwen we aan een krachtige praktijk.
Reacties [7]
Zeer goede verduidelijking Cis! Outreachend werken dreigt een containerbegrip te worden. Net als coaching dat al een containerbegrip geworden is. Het zou jammer zijn dat de essentie, de fundamentele waarde van outreachment, verloren zou gaan.
Even een vraag. Domo Hasselt is een vrijwilligersorganisatie. We werken outreachend in de ware zin van het woord. We zijn als vzw gestart net omdat we in onze professionele carrière niet het verschil konden maken voor kwetsbare gezinnen mrt jonge kinderen. Onze vrijwilligers zijn geen professionals als je betaald worden als criterium neemt. Kunnen wij ook meedoen aan het onderzoek?
Lang leve de presentiebenadering van Andries Baart. Die houdt ons scherp en helder.
Dank voor dit artikel en pleidooi voor verheldering en zorgvuldigheid.
Outreachend werken, hoe zeg je dat in correct Nederlands? Mag de doelgroep, welke ook, niet begrijpen waar de sociaal werker mee bezig is?
Vindplaats gericht werken
Een echt hoognodige bijdrage en verduidelijking, Cis. Dankjewel om de puntjes op de i te zetten.
De term en activiteit outreach wordt totaal uitgehold…al helemaal sinds Corona, toen sociale professionals de straat op moesten/ wilden en sociale kantoren versterkte burchten werden.
Tijd ( als engagement) en Leefwereldperspectief (als uitgangspunt) zijn cruciaal in het bereiken van mensen die vast zitten in het moeras van armoede. Hoe meer zij zich proberen losrukken op hun eentje hoe groter het gevaar uiteindelijk dieper te zinken. Compagnons de route dat hebben wij nodig. Wie niet?
Thanks Heidi voor die mooie woorden. Het klopt dat tijd en leefwereldperspectief de basis vormen voor de ondersteuning die mensen nodig hebben om hun recht op een menswaardig bestaan te garanderen. Maar daarmee wil ik niet de waarde onderschatten van alle andere vormen van leefwereldgericht werken die op hun manier bijdragen aan dat recht. Alleen moeten we al die verschillende vormen correct benoemen en dus ook inzetten.
Thanks Heidi!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies