Verhaal

Straathoekwerk: de laatste wens van Georg

Joris

Joris is straathoekwerker in Brussel. Op een dag ontmoet hij Georg. De relatie met Georg werd een blauwdruk voor wat straathoekwerk zou kunnen zijn. “De sociale band met de gasten is van cruciaal belang.”

© Unsplash / Mika Baumeister

Wat straathoekwerk kan zijn

Straathoekwerk is geen synoniem voor mobiel sociaal werk. Een straathoekwerker gaat een relatie aan met zijn gasten, maar doet dat op zo’n manier dat een langetermijnrelatie mogelijk wordt.

Brandjes blussen, afspraken met OCMW’s en dergelijke maken deel uit van de dagelijkse realiteit. Maar een straathoekwerker zal dit altijd doen met de langetermijnrelatie als uitgangspunt.

‘Ik heb Georg niet kunnen redden van wat onze maatschappij voor hem in petto had.’

Bij Georg was dit niet anders. De manier waarop ik me doorheen de jaren tot hem ben gaan verhouden, werd voor mij de blauwdruk van wat straathoekwerk zou kunnen zijn. Ik heb zijn leven niet gered, ik heb hem geen duurzaam onderdak noch een arbeidscontract kunnen geven. Ik heb hem niet kunnen redden van wat onze maatschappij voor hem in petto had.

Het onrecht dat hem trof was structureel, en de oplossing lag niet op het individuele niveau. Mensen zoals hem, intra-Europese migranten, die hun verblijf in België niet kunnen legaliseren via een arbeidscontract, zijn veroordeeld tot de marge. Voor Georg lukte het niet om legaal werk te vinden. Ook een terugkeer naar Roemenië zat er niet in. Hij bleef dus in België, als dakloze.

Koppig

Georg is een trotse man. Die trotsheid manifesteert zich bij hem vaak als koppigheid. Hij bouwde zijn huis waar hij maar kon: op leegstaande terreinen, onder een brug of ergens zo ver achterin dat niemand er zomaar op zou uitkomen.

De eerste keer dat ik hem zag was het op een overwoekerd terrein ergens in Brussel. De omgeving rijmde met zijn wilde baard, zijn verwaaide haren en zijn stevige blik. Hij was klein van gestalte, tenger, maar stevig als een groene boom, vol levenslust en bravoure.

Bij het eerste contact was ik geïntimideerd. Doorheen de jaren evolueerde die intimidatie naar respect, wederzijds respect. Die wederkerigheid is iets waar ik nog altijd trots op ben. Het lijkt sterk op wat we bij het straathoekwerk van DIOGENES en in de relaties met straatbewoners willen bereiken.

Pieken en dalen

Samen beleefden we veel avonturen. Ik zag hem in zijn pieken en dalen. Ik mocht hem altijd opzoeken in zijn nieuwe hutje dat hij ergens op een onmogelijke plaats bouwde, waar hij me dan een stevige tas koffie maakte. De onvermijdelijke passage van de politie nam hij erbij.

‘Hij probeerde er het beste van te maken.’

Hoe mooi en goed geïsoleerd zijn hutje ook was, er kwam altijd een moment dat hij ergens opnieuw moest beginnen. Zo zag hij alle hoeken van Brussel. Zijn nachten spendeerde hij zwervend door de Brusselse straten op zoek naar lege bierflesjes die hij in een supermarkt inwisselde voor spijs en drank. Dit resulteerde in een leven met een zekere regelmaat en bij tijde voor Georg voldoende comfort.

Hij had zich aangepast aan de situatie en hij probeerde er het beste van te maken. Aan anderen had hij weinig nood, zeker toen zijn vertrouwen door een aantal van zijn lotgenoten beschadigd werd. Niemand mocht weten waar hij woonde en hoe het met hem ging.

Vrienden van vroeger werden na verloop van tijd vage kennissen en verdwenen uiteindelijk uit het zicht. Zijn contacten beperkten zich tot mezelf en zijn huisarts, met wie hij een goede band had. Voor hem was dit genoeg.

Verdwenen in het niets

Op een bepaald moment verdween Georg van mijn radar. Zijn hutje was door de gemeente nog maar eens platgegooid en zijn telefoonnummer was afgesloten. Zijn manier van leven maakte dat mijn zoektocht na twee telefoontjes op een onherroepelijk dood spoor belandde. Hij leek wel te zijn verdwenen in het niets.

‘Maanden gingen voorbij zonder dat ik Georg zag. Tot ik op een dag telefoon kreeg van een voor mij onbekend nummer.’

Maanden gingen voorbij zonder dat ik Georg zag. Op een dag kreeg ik telefoon van een voor mij onbekend nummer. Een stem aan de andere kant van de lijn vroeg in gebroken Frans of ik Roemeens sprak. Nadat ik hier positief op antwoordde, legde hij me uit dat hij een dorpsgenoot was van Georg. Hij had mijn nummer van hem gekregen en wist me te vertellen dat Georg in het ziekenhuis lag. Hij vertrouwde me toe dat het er niet goed voor hem uitzag. Ik vertrok direct naar het ziekenhuis.

Ik mocht hem altijd opzoeken in zijn nieuwe hutje dat hij ergens op een onmogelijke plaats bouwde, waar hij me dan een stevige tas koffie maakte.

© Unsplash / Toby Wong

Ontsnapt uit de goelag

Toen ik zijn kamer binnenwandelde, lag hij in zijn bed. Zijn blik nog even trots, maar zijn lichaam duidelijk gebroken. Hij leek alsof hij uit een goelag was ontsnapt. Georg vertelde me dat hij maagkanker had en dat hij chemotherapie kreeg om dit beestje klein te krijgen. Tussen de pijnsteken en braakbuien door beschreef hij hoe hij een paar weken geleden aankwam op de spoedgevallendienst, meer dood dan levend.

‘Een golf van pijnscheuten en tranen. Georg zag af.’

Hij had de tram naar het ziekenhuis genomen en had elke halte moeten uitstappen om de boel niet vol te kotsen. Een ware calvarietocht. Toen ik hem vroeg waarom hij geen ambulance had gebeld was een opgetrokken wenkbrauw genoeg om me eraan te herinneren dat Georg een van de trotste mensen is die ik ooit tegenkwam.

Hij moest kort glimlachen met zijn eigen koppigheid. De kanker werd even aan de kant geduwd en in dit moment ving ik een glimp op van hoe hij vroeger was: de zotte zwerver die 20 kilometer per nacht stapte op zoek naar leeggoed en daar nog van genoot ook. Het duurde maar kort. De introspectie verdween in een golf van pijnscheuten en tranen. Georg zag af.

Kanker won

De volgende dagen maakte ik mijn agenda zo leeg als ik kon. Ik spendeerde vele uren naast zijn bed. De oncoloog besloot dat chemotherapie geen zin meer had. De kanker had gewonnen en Georg zou sterven.

De dag dat ik hem dat moest zeggen, verdween de laatste kruimel van hoop uit Georgs ogen. Het maakte plaats voor iets wat soms op berusting leek. Het zorgde voor ruimte om te spreken over leven en bestaan. We hadden het over wat hij achterliet en wat hij misschien tegemoet ging. Ik voelde me geprivilegieerd om op deze momenten bij hem te mogen zijn.

Sterven in het thuisland

De metapositie die het onherroepelijke van de diagnose met zich meebracht leek op een soort generale repetitie van wat nog ging komen. In een stil moment sprak Georg zijn laatste wens uit. Hij wou sterven in zijn thuisland. Hij wilde deel worden van Roemeense grond.

‘Georg wilde deel worden van Roemeense grond.’

Via de Internationale Organisatie voor Migratie en de ambassade kregen we dit voor elkaar. De laatste keer dat ik Georg zag was toen hij in een ambulance werd geladen en wegreed naar de luchthaven. Toen hij in het ziekenhuis in zijn geboortestreek in Roemenië lag belde ik hem één keer per dag. Af en toe klaagde hij, maar hij verzekerde me dat hij geen pijn had.

Op een dag antwoordde Georg niet meer op mijn telefoontje. En de dag erna ook niet. Georg was in zijn slaap gestorven en verwezenlijkte wat hij op het laatste wou: deel uitmaken van Roemeense grond.

Reacties [3]

  • Stefanie Delaere

    Kippenvel bij het lezen van dit artikel én veel respect en groot gevoel van betrokkenheid VOEL je gewoon en dat doet enorm veel deugd !

  • Guy Janssens

    Quote uit het artikel “De sociale band is van cruciaal belang”
    Helemaal mee eens,ik heb vaak liefgehad en ben vaak teleurgesteld en ontgoocheld,hoe armzalig is een mens die het mede geluk van die ander,
    er zich niets van aantrekt het is een bourgeois misdrijf,men voelt niet meer mee met het leed van die ander,ik schrijf dat niet voor mezelf,maar om hen die er niet meer zijn,die beoordeeld werden om wat ze deden,zonder dat men zich afvroeg wat hebben deze mensen zelf meegemaakt.
    Bedankt Joris voor je vastberadenheid

    Het grootste gevaar dat ons bedreigt is,dat wij ons individueel verantwoordelijk besef zouden verliezen
    Jos Vandeloo

  • Ritje Pauwels

    Een sprekend verhaal voor de onnoemelijk zinvolle inzet van een straathoekwerker

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.