Diepe impact
Misbruik in gezagsrelaties is alomtegenwoordig. Dat grensoverschrijdend gedrag verschijnt meestal niet meteen in de meest duidelijke of extreme vormen. Er gaat een proces van geleidelijke grensverlegging en grensverwarring aan vooraf. Getuigenissen tonen de diepe impact.
‘Misbruik in gezagsrelaties is alomtegenwoordig.’
Slachtoffers proberen vaak het initiatief te nemen om iets aan de situatie te doen. Alleen botsen ze vaak op allerhande ontradingsmechanismen, die bovendien hun gevoelens van twijfel en onzekerheid versterken.
Niet altijd duidelijk
Vaak gaan we ervan uit dat grensoverschrijdende situaties duidelijk zijn: “Dat is er gebeurd en zo moet dat aangepakt worden.” Die duidelijkheid is echter meestal niet aanwezig: de gemelde situatie van grensoverschrijding is onsamenhangend, de feiten zijn niet strafbaar maar botsen met deontologische regels of een slachtoffer wenst niet dat een rechtbank tussenkomt.
In deze grijze zones creëert een aanpak die enkel bestaat uit het ondersteunen van slachtoffers of het justitieel vervolgen van plegers, schijnveiligheid. Willen we maximaal inzetten op preventie en herstel van grensoverschrijding, dan is er meer nodig.
Bredere aanpak
Die noodzaak van een brede aanpak van misbruik in gezagsrelaties, werd al eerder bepleit. Naar aanleiding van getuigenissen over misbruik binnen therapeutische relaties, werd tien jaar geleden een expertengroep samengesteld. Die gaf zichzelf de opdracht om op basis van gesprekken met slachtoffers en plegers, een bredere aanpak in te vullen. In het werk van toen vinden we rechtstreeks inspiratie voor vandaag.
‘In elke gezagsrelatie kan grensoverschrijding ontstaan.’
Expert Kris Stas van SAM, steunpunt Mens en Samenleving schreef daarover op Sociaal.Net: ‘Zwijgen is geen zilver, spreken is goud’. Het is inderdaad belangrijk om bij geringe vermoedens plegers aan te spreken op hun grensoverschrijdend gedrag. Het is de opstap naar veiliger gedrag en draagt bij aan het herstel van het slachtoffer.
Dit aanspreekmodel erkent dat grensoverschrijding in elke gezagsrelatie kan ontstaan. Wie in zijn professionele relatie een machtspositie bekleedt, zoals directeurs, geestelijken, docenten, sportcoaches, regisseurs, artsen of hulpverleners, moet zich bewust zijn van de risico’s als gezagsdrager en de mogelijkheden om daar verantwoordelijkheid voor te dragen.
Dat nuanceert het beeld dat grensoverschrijding in machtsrelaties enkel zou ontstaan ten gevolge van enkele gevaarlijke ‘rotte appels’.
Suggestieve tekstberichtjes
Justitie staat klaar als grensoverschrijdingen in strijd zijn met het strafrecht. Maar wie of wat staat klaar voor het slachtoffer dat dagelijks suggestieve tekstberichtjes ontvangt en zich daardoor bedreigd voelt? Een grote uitdaging ligt dan ook in de aanpak van grensoverschrijdend gedrag dat niet in strijd is met het strafrecht.
‘Ook voor volwassenen zijn er vertrouwenscentra nodig.’
Meldingen van deze vormen van grensoverschrijdend gedrag moeten we kunnen doorverwijzen naar een vrijwillig maar niet vrijblijvend hulpaanbod. Zo’n werkvorm bestaat al voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen tot de leeftijd van 25 jaar: de Vertrouwenscentra Kindermishandeling. Ook voor volwassenen zijn er zo’n vertrouwenscentra nodig.
Die vertrouwenscentra moeten veilige plekken zijn waar er ruimte is voor hulpverlening, bemiddeling, herstel, zorg en preventie. De kern is dat voor elke situatie onafhankelijk wordt nagegaan hoe schade wordt beperkt en hoe zorg en preventie geoptimaliseerd worden. Die aanpak moet een evenwichtige mix zijn van het zorg dragen voor het slachtoffer en het aangaan van dialoog met de vermeende pleger.
Geen seks binnen gezagsrelaties
Een sterke aanpak is verankerd in de duidelijke stelling dat seks in een professionele gezagscontext niet kan. Daarom moeten seksuele contacten binnen een gezagsrelatie wettelijk verboden worden.
‘Instemming is geen valabel argument om een seksuele relatie aan te gaan binnen een gezagscontext.’
Deze openlijke stellingname zal een preventief effect hebben en laat geen ruimte voor rationalisatie en vergoelijking. Het maakt ook komaf met het debat over de schijnbare instemming van het slachtoffer.
Instemming is geen valabel argument om een seksuele relatie aan te gaan binnen een gezagscontext. Ook bij volwassenen bestaat het gevaar dat ze gemanipuleerd worden of zich gemanipuleerd voelen door de gezagsdrager.
Strijden tegen stereotypes
In het publieke debat voldoen slachtoffers vaak aan het stereotiepe beeld van een machteloos, passief en hulpeloos object. Ze moeten overtuigend genoeg zijn, willen ze erkend worden als slachtoffer. Slachtoffers die niet passen binnen de aanvaarde beelden over geweld lopen het risico gemarginaliseerd te worden of niet erkend te worden.
Veel redenen dus om ook in een brede aanpak in te zetten op het tegengaan van stereotiepe opvattingen over grensoverschrijdend gedrag.
Overkoepelende beroepscode
Sensibiliseren voedt ook een cultuur van aanspreekbaarheid, zodat collega’s aangespoord worden om te reageren bij een vermoeden van grensoverschrijding door een gezagsdrager. Bovendien zullen gezagsdragers die een opleiding kregen minder risico lopen om zelf over te gaan tot schadelijke grensoverschrijdingen.
‘Sensbiliseren voedt een cultuur van aanspreekbaarheid.’
Gezagsberoepen die professionaliteit en betrouwbaarheid uitstralen, laten minder ruimte voor grijze zones. Een overkoepelende beroepsethische code voor alle gezagsdragers en een commissie die toeziet op de naleving ervan, kunnen een belangrijke bijdrage leveren.
Stappen vooruit
Deze inzichten en aanbevelingen formuleerden we tien jaar geleden. Helaas zijn ze vandaag nog altijd brandend actueel. Wat hebben we de afgelopen tien jaar hiermee gedaan?
Er werden zeker stappen vooruit gezet. De hulplijn 1712 evolueerde tot een gevestigde waarde, met hulp via telefoon, e-mail en chat. Voor wie jonger is dan 25 jaar bouwden de Vertrouwenscentra Kindermishandeling hun chatkanaal nupraatikerover.be uit.
Binnen hulpverlening, sport, cultuur, opleiding en religie groeit de aandacht voor een gedegen integriteitsbeleid. Daarbij trekken nieuwe meldpunten veel aandacht. Die focus is een risico: meldpunten zijn noodzakelijk en waardevol, maar ze volstaan niet. Als we te eenzijdig kijken naar het oplossend vermogen van zo’n meldpunten, dreigen we binnen tien jaar nog eens hetzelfde mee te maken. Een veel bredere focus is noodzakelijk. Daarom is het goed deze aanbevelingen van onder het stof te halen.
Reacties
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies