Persoonsvolgende financiering
Persoonsvolgende financiering is een maatschappelijke keuze. Al meer dan 500 dagen kunnen zowat 24.000 mensen met een beperking eigen keuzes maken over hun zorg. Ze hebben een persoonsvolgend budget.
Sociale ondernemingen over heel Vlaanderen maakten de droom van mensen met een beperking echter al langer waar. Ze zorgden op 24.000 manieren voor zorg en opvang, met enthousiasme, engagement en betrokkenheid.
‘Het aantal mensen dat wacht op een budget is groot.’
Ook na persoonsvolgende financiering blijft het maatschappelijk doel van deze sociale ondernemingen hetzelfde: inclusieve zorg op maat.
Wachtlijsten
De verwachting was dat persoonsvolgende financiering zou zorgen voor kortere wachtlijsten, maar tot nu toe blijft dit effect uit. Er blijft vraag naar ondersteuning van mensen met een beperking. Vergunde zorgaanbieders hebben ruimte om die ondersteuning te geven. Alleen ontbreekt het mensen aan een budget.
Het aantal mensen dat wacht op een eigen budget is groot. Voor personen met een handicap en een ondersteuningsvraag zonder budget, is er weinig perspectief. De wachttijden zijn onbekend.
Vermaatschappelijking
Als persoon met een handicap op de wachtlijst word je veroordeeld tot ‘trek je plan-regie’.
Vermaatschappelijking van zorg zou een maatschappelijke en persoonlijke keuze moeten zijn. Het is niet juist als vermaatschappelijking wordt opgelegd door de wachtlijst.
Een markt die geen markt is
Persoonsvolgende financiering creëert de illusie van een markt. Maar van echte marktwerking is geen sprake.
De wachtlijsten beperken de toegang tot de markt voor personen met, vaak dringende, zorgbehoeften. Zonder middelen kun je je immers niet op de markt begeven.
‘Van echte marktwerking is geen sprake.’
Het totale budget voor persoonsvolgende financiering blijft dan ook te beperkt.
Uitdaging
Persoonsvolgende financiering zet ons als vergunde zorgaanbieders voor een serieuze uitdaging. Een uitdaging die elke ondernemer vroeg of laat meemaakt. We staan klaar om te anticiperen op de valkuilen van marktwerking. Maar we zien ook kansen.
‘We worden gehinderd in ons ondernemerschap.’
Persoonsvolgende financiering zorgt voor meer samenwerking tussen zorgaanbieders. Expertise wordt gedeeld, ondersteuningsvormen worden inclusief en sluiten meer aan bij familiale netwerken. De zorg wordt zo soms goedkoper.
Maar de contracten tussen zorgvrager en zorgaanbieder vatten enkel wat meetbaar is. Ze gaan veelal voorbij aan de essentie van hulpverlening: vertrouwen, tijd, aandacht en expertise.
Het nieuwe systeem is ook een rem op solidariteit. Wie wil dat zijn budget wordt gebruikt voor iemand anders, terwijl je de kans hebt een deel vrij besteedbaar op te nemen?Het vrij besteedbaar deel is een stuk van het budget waarvoor mensen met een handicap geen verantwoording moeten afleggen.
Regelluwte
Als vergunde zorgaanbieders worden we gehinderd in ons ondernemerschap. Een ondernemer moet flexibel omgaan met onzekerheden en ontwikkelingen in de markt, het beleid en de samenleving. Een ondernemer moet innoveren en voeling hebben met voorkeuren en verwachtingen die veranderen.Van Opstal, W. (2017), De sociale onderneming. Een conceptueel kompas, Brussel, Verso.
De overheid moet dit faciliteren. Vlaanderen moet een kader bieden voor sociaal ondernemerschap. Een overheid moet “sturen waar nodig en faciliteren waar dat kan”, zo luidt het toch in het eigen Vlaams groenboek ‘Goed bestuur’.
‘Regelgeving is niet standvastig.’
Dit impliceert regelluwte die toestaat om voor mensen te zorgen voor ondersteuning op maat. Maar zo’n duidelijk ondernemingskader is ver zoek. Regelgeving is niet standvastig.
Stabiel
Zorg en ondersteuning bieden aan personen met een handicap kan pas als de budgetten toereikend, stabiel en rechtszeker zijn.
Voor mensen die al zorg ontvingen, is de definitieve hoogte van hun persoonsvolgend budget nog altijd niet gekend. Er kwamen plots maximumbedragen voor woon- en leefkosten. Out of the blue kwamen er – met terugwerkende kracht – beperkende maatregelen op afrekeningen.
De onstabiele regelgeving belemmert het veranderproces. Het is een rem op innovatie, terwijl sociale ondernemingen zich ondertussen verbinden met eerstelijnszones en lokaal sociaal beleid.
Wonen en inkomen
Ook een flankerend beleid ontbreekt. Het beleid rond wonen en inkomen voor mensen met een beperking blijft achterwege. Het legt een hypotheek op persoonsvolgende financiering.
‘Het ontbreekt aan flankerend beleid.’
Inclusie en kwaliteit van leven worden hierdoor rechtstreeks belemmert.
Ongelijk speelveld
In het werkveld zijn er een pak moedige sociale ondernemers die willen inspelen op individuele zorgnoden van mensen met een beperking. Deze zorgaanbieders bouwen aan netwerken. Ze staan klaar om de valkuilen van marktwerking te ondervangen. Ze streven om iedereen een volwaardige plaats in de samenleving te geven.
Maar er zijn ongelijkheden in het speelveld. Die stellen we aan de kaak. Toereikende, stabiele, rechtszekere budgetten in combinatie met voldoende en gelijke mate van autonomie voor alle zorgaanbieders, gefaciliteerd door een stimulerende overheid zijn essentieel.
‘Er is een open budget nodig.’
Wij hebben een diepe wens. De samenleving moet een duidelijke keuze maken voor inclusieve zorg en ondersteuning voor personen met een handicap. Om dat te kunnen waarmaken, heeft de zorg voor mensen met een beperking in Vlaanderen een open budget nodig. Wie zorg nodig heeft, krijgt dan zorg. Enkel zo kan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) iets meer doen dan enkel de schade beperken.
Reacties [2]
Ann focust op personen met een hoge en complexe zorgnood. Maar ook mensen aan de andere kant van het spectrum vallen volledig uit de boot.
Personen met een handicap die, gesterkt door een mobiel ambulante ondersteuning, zelf een kwalitatief leven kunnen uitbouwen, doen al helemaal niet meer mee. Er moeten zich eerst drama’s voltrekken alvorens ze gehoord worden. En dan nog… De beleidskeuze staat haaks op het gedachtegoed dat preventief werken helpt en zwaardere (zorg-)noden voorkomt. Het is een boodschap die we al jaren van de daken proberen te schreeuwen en we zijn intussen wat schor. Toch vind ik het belangrijk om ze te blijven brengen.
De basisvisie van het beleid kunnen wij met nadruk onderschrijven. Bij de concretisering ervan zijn er diepe kraters ontstaan waar heel wat mensen met een handicap in tuimelen.
Wachtend op een beleid met een positief effect op héél de doelgroep, blijven we creatief antwoorden formuleren om maat van elke vraag. Blijven we ondernemen met zorg.
– het is te gek voor woorden, wij moeten alle diensten verder helpen met info over de minderjarige, anders lukt het hen niet om een deftig dossier te maken – ( het gaat over ernstig meervoudig gehandicapten ) – mdt ‘s rapen wel de vergoeding op ! en dit gebeurt vaak en bij vele organisaties – NOCHTHANS mogen wij dit niet meer doen, Zoals zovelen doen we het wel, anders is het kind het slachtoffer ….
-als lid van rpc ondervind ik continu dat mensen een rad voor ogen wordt gedraaid, men krijgt een toewijzing van budget prior 1- maar zal minstens de eerste vier jaar niet aan bod komen – ook al gaat het om schrijnende zaken
– van de 143 aanvragen pab voor minderjarigen , de ene al schrijnender dan de andere werden er 23 toegewezen ( !!!!)
– in heel 2020 is er nergens rekening gehouden met de ernstig meervoudigen die in ALLE aspecten van het dagelijks leven hulp , bijstand nodig hebben ( motorische beperking, epileptie, sondevoeding, geen taal, niet zindelijk , IQ < 25 enz enz )
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies