Lang wachten
We hebben in Vlaanderen te weinig sociale woningen die aangeboden worden door sociale huisvestingsmaatschappijen.
Dat te kleine aanbod zorgt voor lange wachtlijsten. En dat wachten duurt lang: volgens de cijfers van 2018 gemiddeld drie jaar, in sommige steden zelf vier jaar. Helaas wijzen meer recente gegevens niet meteen op een verbetering.
‘Klein aanbod zorgt voor lange wachtlijsten.’
Kandidaat-huurders moeten die lange wachttijd overbruggen. Mensen met een uitkering of klein inkomen komen daardoor vaak op het problematische deel van de private huurmarkt, wonen in precaire omstandigheden of zijn dakloos. De sociale verhuurkantoren richten zich vooral op deze groepen. Mensen in acute nood krijgen voorrang dankzij een eigen toewijzingssysteem.
Informeren, begeleiden, bemiddelen
De private huurmarkt is in Vlaanderen in grote mate in handen van kleine verhuurders. De meeste huiseigenaars hebben maar enkele huizen of appartementen in hun bezit.
Door die te verhuren aan een sociaal verhuurkantoor besparen ze zich de zorgen van vele huurderswissels. Sociale verhuurkantoren zorgen ervoor dat de kwetsbare huurder betaalbaar kan wonen en garanderen de huiseigenaar dat de huurperiode correct verloopt.
Ze bemiddelen ook tussen huurder en verhuurder en vermijden conflicten. Waar nodig bieden ze huurbegeleiding aan die de zelfredzaamheid van de kwetsbare huurder versterkt.
Doorstroom naar duurzame woonoplossingen
Zo’n vorm van beschermd en begeleid privaat wonen, werkt goed voor mensen in armoede. Werkzame elementen zijn: huurbegeleiding aanbieden, een eigen toewijzingssysteem, de huurprijs drukken door huursubsidies en onderhandeling met eigenaars.
Maar koken kost geld. De samenleving moet heel wat middelen investeren in dit woonsysteem. Daarom zijn sociale verhuurkantoren gericht op doorstroom naar een andere, meer duurzame woonoplossing: een echte sociale woning, aangeboden door de sociale huisvestingsmaatschappij.
Sociale verhuurkantoren bieden oplossingen voor acute noden, maar zijn geen eindstation. Huurders stromen jaarlijks door en maken plaats voor andere gezinnen met acute woonproblemen.
In de praktijk vindt een grote groep mensen die huurt via het sociaal verhuurkantoor na een tijdje zelf een andere woning op de private huurmarkt. Een fractie van de huurders slaagt er na een paar jaar zelfs in om een eigen woning te verwerven. Een deel van de huurders stroomt ook door naar een sociale woning.
‘Sociale verhuurkantoren bieden oplossingen voor acute noden, maar zijn geen eindstation.’
Zonder dit doorstroomprincipe zullen minder mensen vrijwillig verhuizen. HUURpunt berekende dat hierdoor 500 extra huishoudens in acute nood geholpen kunnen worden.
Pro en contra
In een woonbeleid hebben sociale verhuurkantoren dus een eigen plaats. Dat fundament kan je niet wegnemen zonder het evenwicht te verstoren.
Wat dan te denken van het voorstel van de Vlaamse regering om sociale verhuurkantoren en sociale huisvestingsmaatschappijen onder te brengen in een eengemaakt systeem met eenzelfde toewijzingssysteem?
Daarover moet vooral een goed debat gevoerd worden. Het heeft geen zin dit voorstel blindelings neer te sabelen of te bejubelen. Maar alleszins is het niet evident dat zo’n fusie automatisch een stap vooruit is.
Vele vragen
Deze fusie veronderstelt immers dat sociale verhuurkantoren ook sociale huisvesting zijn. Niets is minder waar. Er is te weinig aandacht voor de eigenheid van beide spelers.
We zijn vooral bezorgd dat in deze fusie sociale verhuurkantoren gereduceerd worden tot privaat inhuren, als een manier om woningen in beheer te nemen. Ze zijn in oorsprong nochtans niet bedoeld om meer sociale woningen te kunnen verhuren, maar om privaat huren toegankelijk te maken.
Die reductie zal haar kracht om in te grijpen op de private huurmarkt verzwakken. Nochtans zal die greep op de private huurmarkt noodzakelijk blijven om efficiënt met het ontoereikend aanbod aan sociale woningen om te gaan. Daarvoor is een apart systeem nodig dat de eigenaar beschermt en de kwetsbare huurder ondersteunt.
Hoe zal een eengemaakte woonmaatschappij dat realiseren? Hoe maakt ze het wachten haalbaar? Hoe kan het aantal toewijzingen even hoog blijven of hoger worden? Zal sociaal wonen tijdelijker worden? Of kiest men eindelijk om het aanbod fors uit te breiden in functie van de reële nood?
Op al die vragen moeten we samen goede antwoorden vinden.
Reacties [3]
SVK’s zullen voor mensen met de de meest prangende woonnoden opnieuw moeten uitgevonden worden. Woongerichte aanpak van dak-en thuisloosheid schreeuwt hier gewoon om. Opnieuw het warm water uitvinden, op zoek naar betaalbare formules, woningen, middelen voor onderhoud en begeleiding, … Wat een miskleun om een goed model af te schaffen!
De Vlaamse regering zou toch eindelijk eens moeten begrijpen dat flexibilteit en maatwerk enorm belangrijk zijn om specifieke huisvestingsproblemen te kunnen oplossen. SVK’s en SHM’s hebben andere specifieke taken en deze zijn beide onmisbaar.
Als men door meer en betere samenwerking kan rationaliseren is dit op zich niet verkeerd, in de mate dat deze specifieke invalshoeken kunnen behouden blijven.
Anderzijds zijn de wachtlijsten voor een betaalbare sociale woning onverantwoord lang, ondanks het feit dat bij de huidige lage rentestand de bijdrage van de Vlaamse overheid per wooneenheid beperkt blijft en het nu wel echt opportuun is om het investeringsritme in bijkomende sociale huisvesting gevoelig op te drijven.
Blijkbaar zou de Vlaamse regering in één beweging ook in het beheer van deze één gemaakte operatie willen ingrijpen. Met name zouden de leden van de Raad van Bestuur enkel politiek kunnen voorgedragen worden. Aldus handelt de Vlaamse regering zelfs tegen de vennootschapswetgeving! Onafhankelijke bestuurders worden niet voorzien!
Zeker lezen
Jongvolwassenen in detentie: ‘Zorg moet fundamentele pijler blijven’
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies