Tijdelijke woonoplossing
In een middelgrote Vlaamse gemeente verblijft Afghaans gezin A in een krap appartement. Ze kunnen tijdelijk ‘wonen’ in dit lokale opvanginitiatief (LOI) dat het OCMW hun ter beschikking stelde. Naast de financiële en materiële ondersteuning van dit OCMW krijgt het gezin ook steun van vrijwilligers zoals wij. We geven taallessen, helpen hen op weg in de lokale gemeenschap, op school of in hun vrije tijd.
‘De afbouw van lokale opvanginitiatieven is al een tijdje aan de gang.’
De moeilijkste klus is het vinden van een meer stabiele en betaalbare woonoplossing. Want het appartement is slechts een tijdelijke woonoplossing, het volgende gezin staat al aan de deur te wachten en het lokale bestuur verhoogt de druk om de LOI-woning te verlaten.
We proberen samen iets te vinden, maar het betaalbare aanbod is schaars en duur en eigenaars zitten niet te wachten op een gezin uit Afghanistan. De weg naar een sociale woning is lang en erg onzeker door de voorwaarde van lokale binding. Het gezin A vindt stilaan haar weg in de lokale gemeenschap, maar een stabiele woonsituatie blijft moeilijk.
Collectieve opvangcentra als norm
Momenteel bieden 285 gemeenten in Vlaanderen LOI’s aan, waar 1.850 mensen terecht kunnen. Gemeenten stellen die lokale opvang in individuele woningen ter beschikking van kwetsbare asielzoekers, zoals zwangere vrouwen, alleenstaanden met kinderen of mensen met een beperking. Ook verzoekers die een grote kans hebben om erkend te worden als vluchteling of mensen die die erkenning al kregen, kunnen er terecht.
Omdat België met haar asielbeleid kiest voor een model met grote collectieve opvangcentra als norm, komt slechts een kleine groep van deze vluchtelingen terecht in de lokale opvangplaatsen. Die groep wordt steeds kleiner: eind 2020 waren lokale opvangplaatsen goed voor 21 procent van de totale opvangcapaciteit. Vandaag is dat nog maar 12 procent. De afbouw is dus al een tijdje aan de gang.
Volledige afschaffing
Het federaal regeerakkoord 2025-2029 gaat nog een stap verder en plant een volledige afschaffing van de lokale opvang. Minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) ging onmiddellijk aan de slag en annuleerde de financiering via het Impulsfonds, een fonds dat in 2022 werd opgericht om de opvangkosten van lokale besturen te vergoeden.
De afbouw van de lokale opvang zal volgens de minister mogelijk zijn, omdat andere maatregelen de instroom van asielzoekers zullen doen dalen. Inderdaad: alleenstaande asielzoekers staan nu al op een wachtlijst en komen wellicht niet in de opvang terecht, ook niet lokaal. Hun opvangmodus is de straat, dat zien we aan de stijgende dakloosheidcijfers.
Daarnaast wil de minister ook af van de lokale opvanginitiatieven omdat die volgens haar een te sterk aanzuigeffect hebben en de terugkeer bemoeilijken. Dat laatste argument slaat nergens op, want in de LOI’s komen juist mensen en gezinnen terecht die al erkend zijn of een grote kans maken op erkenning.
Noodzakelijke tussenstap
De afbouw van lokale opvanginitiatieven gaat helemaal voorbij aan de vaststelling dat lokale opvang de beste garanties geeft voor een duurzame deelname aan onze samenleving.
Het LOI is voor vele vluchtelingen een belangrijke, zelfs noodzakelijke tussenstap. Zij ruilen het leven in een collectief opvangcentrum voor een tijdelijke woonsituatie met alles wat daaraan verbonden is: zelfstandig wonen, koken, leven in een huis, een buurt met winkels, een school, wegwijs worden in allerlei diensten, tewerkstelling en lokale sociale ondersteuning.
‘Deze afbouw gaat helemaal voorbij aan de vaststelling dat lokale opvang de beste garanties geeft voor een duurzame deelname aan onze samenleving.’
Dankzij die lokale inbedding kunnen zij al wat wennen aan het wonen in een ander land. Het is vaak een eerste kennismaking met het nieuwe land, de omgeving waar mensen zijn terechtgekomen. Een gastvrij engagement van kleine en middelgrote gemeenten is uiterst belangrijk. De inzet van lokale gemeenschappen was trouwens de bedoeling van de spreidingsplannen die met de regelmaat van de klok de kop opstaken.
Jojo van het spreidingsbeleid
Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is kritisch voor de afbouw van LOI’s. Deze vereniging is wel de jojo van het spreidingsbeleid grondig beu: “Eerst moesten de gemeenten extra plaatsen creëren, daarna weer afbouwen en eind 2024 waren er weer meer nodig.” Hun standpunt is tegelijk ook verontrustend omdat ze schrijven dat gemeentebesturen niet willen “concurreren met hun eigen inwoners, die het al moeilijk hebben om een huurwoning te vinden.”
‘Wie deze trajecten van vluchtelingen dan wel verder gaat opnemen, blijft een groot raadsel.’
Binnenkort worden solidaire burgers en lokale welzijnsdiensten in een groot deel van de 285 gemeenten bedankt voor bewezen diensten. Wie deze trajecten van vluchtelingen dan wel verder gaat opnemen, blijft een groot raadsel.
De opvang zal voortaan uitsluitend nog collectief georganiseerd worden. Volgens minister Van Bossuyt is dat “een soberder en beter beheersbaar model”. Hoe en waar deze collectieve opvang precies zal worden ingericht, blijft voorlopig onduidelijk. Het zal zo goed als zeker geen woonomgeving zijn, waardoor het pad naar een echte stabiele woonsituatie en duurzame integratie in lokale gemeenschappen doodloopt.
Pleiten voor verruiming
Voor een ander Afghaans gezin oogt de toekomst dus somber. Wellicht belandt het in een collectief opvangcentrum, in afwachting van een zoveelste gesprek met een medewerker over de volgende stap. Dat wordt kiezen tussen pest en cholera: een afgezonderde opvangplek waar ze niet welkom zijn of een kwalitatief slechte woning in een stedelijke aankomstwijk. En het kan nog erger, want de afschaffing van lokale opvang opent de deur naar dakloosheid.
‘Lokale opvanginitiatieven blijven broodnodig voor een humaan asiel- en migratiebeleid.’
Eigen onderzoek,Wyckaert, E. (2025), Op (woon)pad in de Vlaamse nevelstad. Ruimtelijk kapitaal en woongedrag van erkende vluchtelingen naar en in niet-grootstedelijk Vlaanderen, ongepubliceerd doctoraat, Faculteit Architectuur, KU Leuven.onderzoek van het Onderzoeksconsortium Refufam en de inzichten van Vluchtelingenwerk Vlaanderen pleiten net voor een verruiming van de lokale opvangstructuren zodat ook lokale solidariteit overeind kan blijven. Bovendien is dat ook voor sociale professionals de meest vruchtbare uitvalsbasis om samen met deze gezinnen aan nieuwe perspectieven te werken.
Die uitbreiding is essentieel om lokale solidariteit levendig te houden, om sociaal werkers de kans te geven duurzame contacten op te bouwen en om te voorkomen dat mensen onder de radar verdwijnen of in de dakloosheid belanden. Een traject naar wonen is het vertrekpunt voor duurzame integratie en sociale verbondenheid. Lokale opvanginitiatieven blijven broodnodig voor een humaan asiel- en migratiebeleid, ook bij een verlaagde instroom.
Reacties [1]
Beleid louter gericht op krantenkoppen die stemmen moeten opleveren van weinig of slecht geïnformeerde burgers. Hopelijk blijven ondertussen lokale vrijwilligers en besturen wel inzetten op warme kansen van mensen op de vlucht voor onleesbare situaties.