Column

Hoezo? Kwetsbaar?

Ludo Serrien

Ludo Serrien

Ludo Serrien was zijn hele werkleven lang actief binnen het welzijnswerk in Vlaanderen. Nu is hij is vrijwillig redacteur van Sociaal.Net.

kwetsbaar

Kwetsbare mensen en groepen

We gebruiken elke dag allemaal veel woorden. Ook in de hulpverlening. En het vakjargon is dan nooit ver weg. Maar verstaan we elkaar ook? En dekt de vlag altijd de lading?

Zo zwaaien we vaak met het woord ‘kwetsbaar’. We focussen op kwetsbare mensen en groepen. Wie we daarmee exact bedoelen is vaak minder duidelijk.

(G)een deugd

Kwetsbaarheid is een deugd. Zich kwetsbaar opstellen werd in Nederland zelfs uitgeroepen tot Deugd van de week: “Met kwetsbaarheid heb je de moed om jezelf bloot te geven en de muren tussen jou en anderen af te breken.”

‘Kwetsbaar ben je blijkbaar voor of door iets, maar wat is dat dan?’

Toch gebruiken we in zorg en welzijn kwetsbaarheid meestal niet als een na te streven deugd, wel om iets te zeggen over bepaalde mensen of groepen van mensen. Maar wie zijn dan die kwetsbare groepen?

En wat houdt die kwetsbaarheid in? Kwetsbaar ben je blijkbaar voor of door iets, maar wat is dat dan? En is dat mooie woord soms geen zachte mantel die de harde realiteit verdoezelt, die van armoede bijvoorbeeld?  

Iedereen kwetsbaar

De bekende psychiater Dirk De Wachter zei vorig jaar in HUMO dat we moeten “hopen dat de pandemie ervoor zorgt dat we beseffen dat we allemaal potentieel kwetsbare mensen zijn”. De risicomaatschappij maakt dat we met z’n allen kwetsbaar zijn. 

Dat we met z’n allen kwetsbaar zijn, brengt de hulpverlener in een lastig parket. Hij kan toch niet met iedereen werken?

Verhoogd risico

De hulpverlener hoeft niet meteen te panikeren: kwetsbaarheid kent verschillende gezichten en gradaties. Het is ongelijk verdeeld en de ene kwetsbaarheid is de andere niet. Die verschillen helpen de hulpverlener te bepalen met wie hij nu wel of niet moet werken.

‘Kwetsbaarheid kent verschillende gezichten en gradaties.’

Een mooie poging om dat beleidsmatig te vertalen, vinden we in regelgeving van het algemeen welzijnswerkCentra Algemeen Welzijnswerk (CAW) moeten zich prioritair richten tot mensen met een “verhoogd risico op kwetsbaarheid”. 

Verschillende factoren vergroten dat risico op kwetsbaarheid. Dat kunnen gebeurtenissen zijn in de persoonlijke levenssfeer zoals gezins- en relatiebreuken, schokkende ervaringen en verlieservaringen. Ook mensen met beperkte financiële draagkracht zijn meer kwetsbaar, vooral omdat ze geen of weinig gebruik maken van bepaalde voorzieningen. Migratieroots en een precair verblijfsstatuut verhogen de kwetsbaarheid. Dat is ook het geval met criminaliteit en de maatschappelijke reacties erop.

Psychische kwetsbaarheid

Er zijn ook persoonlijke kenmerken die sommige mensen of groepen van mensen kwetsbaar maken. Het helpt dan om een adjectief te gebruiken, zoals ‘psychische’ kwetsbaarheid.

Zo probeert men met zorgvuldige communicatie aan werkgevers duidelijk maken hoe ze kunnen omgaan met medewerkers die psychisch kwetsbaar zijn. Dat voorkomt een te vage of zelfs stigmatiserende omschrijving. Over welke stoornissen gaat het? Wie heeft ermee te maken? Welke impact hebben ze op het leven van mensen? Wat is de mogelijke impact op het werk of het soort van werk? En vooral, hoe kan je daar als werkgever rekening mee houden? Een hele boterham. Waarmee sommigen ook hun boterham verdienen.  

Meest kwetsbaren 

De meest kwetsbaren zijn dan weer de mensen die kwetsingen hebben opgelopen op meerdere levensgebieden. Dat leidt tot sociale uitsluiting of een combinatie van dak- en thuisloosheid, bestaansonzekerheid, psychische problemen en het ontbreken van een sociaal netwerk.  

‘Kwetsbaarheid wordt meestal geassocieerd met zwakheid: broos, fragiel en teergevoelig.’

Dit brengt ons dichter bij ‘maatschappelijke kwetsbaarheid’, een concept dat jeugdcriminologen vijftig jaar geleden introduceerden om ernstige jeugddelinquentie te verklaren. Het is een meer structurele vorm van kwetsbaarheid die nauw aansluit bij armoede en sociale uitsluiting. Het gaat over bevolkingsgroepen die niet volwaardig participeren aan de samenleving. Ze komen niet of onvoldoende aan grondrechten zoals arbeid en inkomen, onderwijs, wonen, gezondheid en cultuurbeleving. Ze botsen met maatschappelijke instellingen zoals onderwijs, politie en justitie.

Het begrip maatschappelijke kwetsbaarheid helpt ons om een genuanceerd beeld te scheppen van de factoren en omstandigheden die het leven van mensen bepalen. Het wijst op de verantwoordelijkheid van maatschappelijke instellingen die sommige mensen systematisch meer kwetsen dan anderen. Dat wijst dan weer de weg naar het belang van structureel werken of politiserende hulpverlening. Maar dat is voer voor een volgende column.

Kwetsuren

Waarom trouwens kwetsbaarheid en niet gekwetstheid? Bij kwetsbaarheid gaat het over een risico, een verhoogde kans. De kwetsuren zijn er nog niet of niet helemaal. Of toch wel, maar durven we het niet zo te benoemen? Een boek over ‘de meervoudig gekwetste mens’ gaat eigenlijk over thuisloosheid. Waarom noemen we het dan niet zo? Grepen de auteurs naar het concept kwetsbaarheid om duidelijk te maken dat thuislozen vooral een gekwetste binnenkant hebben?Heyndrickx P., e.a. (2011), De meervoudig gekwetste mens, Leuven, Lannoo Campus.

In ons taalgebruik schuilt nog een groter probleem. Kwetsbaarheid wordt meestal geassocieerd met zwakheid: broos, fragiel, teergevoelig, weinig beschermd en snel stuk. Kwetsbaarheid roept op tot zorg en bescherming. Die moet er zeker zijn. Maar het is een taal die de positieve krachten van deze kwetsbare mensen onderbelicht. De eigen kracht van mensen ondersteunen en opkomen voor hun sociale grondrechten, nodigt uit tot een kwetsbare poging om naar een andere taal te zoeken.

Reacties [3]

  • erik claes

    Boeiend artikel. Enkele korte bedenkingen. Het is niet omdat het begrip ‘kwetsbaarheid’ een open of vaag begrip is dat het op zich een problematisch begrip is. Dat is een misvatting die je ook in andere discussies (bvb over het begrip mensenrechten) terugvindt. Veel hangt af hoe het begrip gebruikt en geconcretiseerd wordt in bepaalde contexten. Wat het begrip ‘kwetsbaarheid’ potentieel zo aantrekkelijk maakt is dat het iets fundamenteels aanwijst in onze menselijke conditie. Onze toegang tot onze waardigheid als mens is altijd ergens precair, en voor sommigen helaas meer precair dan anderen. ‘Kwetsbaarheid’ wordt ook interessant wanneer we het gebruiken om kritisch naar onze instituties en hun beperkte veerkracht te kijken. Kortom ik blijf het begrip, ondanks het veelvuldig gebruik ervan, koesteren.

  • Alfons A. de Mûelenaere

    Er is een thema met heel kwetsbare mensen waarover niet of toch heel weinig wordt gesproken. Toch wat heel zwaar doorweegt voor de betrokkene zelf maar ook voor de familie, het thema is de bewind voering. Ik ben een vertrouwenspersoon van een jonge man, die kind blijft, en ten onrechte een bewindvoerder werd toegewezen op een onmogelijke situatie, eveneens als buitengerechtelijke volmacht houder voor de mama. Ik ben een criminoloog en psycholoog misschien kan ik er geen boek over schrijven maar toch bladzijden die schrijnend zijn maar door de mantel der liefde worden gedekt. Indien interesse laat ik graag alles weten.

  • MARC SIMOENS

    Beste Ludo,
    vijftig jaar is toch wel een overschatting. Ik was student criminologie (1982-1985) bij Lode Walgrave toen hij het concept ‘maatschappelijke kwetsbaarheid’ ontwikkelde met collega’s. Dat lees ik o.a. ook in een masterproef van Nele Thys aan de UGent (2012-2013) – https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/060/637/RUG01-002060637_2013_0001_AC.pdf
    “De theorie van de maatschappelijke kwetsbaarheid werd in 1984 ontwikkeld door Vettenburg, Walgrave en Van Kerckvoorde om een verklaring te bieden voor persisterende jeugddelinquentie.”
    Bronboek: Vettenburg, N., Walgrave, L., & Van Kerckvoorde, J. (1984). Jeugdwerkloosheid, delinquentie en maatschappelijke kwetsbaarheid: een theoretisch en empirisch onderzoek naar de veronderstelde band tussen werkloosheid en delinquentie bij 17-19 jarigen. Antwerpen: Kluwer.
    Een dikke 37 jaar is dus méér dan lang genoeg geleden. Het gaat al vlug genoeg. Maar… dank voor jouw altijd rijke inzichten!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.