Column

Een wild hulptraject maar uiteindelijk kwam de vrolijke Fara terug boven water

Iwein Denayer

Iwein Denayer

Iwein Denayer is preventiewerker bij CAW Halle-Vilvoorde.

Een wild hulptraject

© Unsplash / Samson Vowles

Wie ben ik?

“Mezelf Vinden.” Dat is het onderwerp van het eerste mailtje van Fara. Die mail komt er na een blitzbezoek van ons JAC aan haar klas. Het is het laatste duwtje in de rug dat ze nodig heeft om contact op te nemen.

‘De enige vraag die ze heeft, is de vraag naar een babbel. Liefst via de chat.’

Het is een heel kort mailtje. De enige vraag die ze heeft, is de vraag naar een babbel. Liefst via de chat.

We spreken af en een paar dagen later zitten we allebei achter onze computer, klaar om te chatten. Ik vraag hoe het is. Zij brandt los. Ze vertelt over de last die ze heeft met school en studeren, dat haar gescheiden ouders vaak ruziën en dat ze zichzelf te dik vindt. Dat andere meisjes en jongens al volop naar een lief aan het hengelen zijn en zij… zij niet.

Ze voelt zich slecht in haar vel en weet absoluut niet wat ze daaraan kan doen.
 Het verlammende gevoel minderwaardig te zijn, overvalt haar elke dag opnieuw. Het houdt zich schuil in kleine, haast onzichtbare hoekjes en valt aan op de meest ongepaste momenten. Liefst van al als de hele klas of speelplaats haar in de gaten heeft (denkt ze).

High School Drama

“Ik haat het leven, ik voel mij zo alleen. Ik vraag mij af waarom ik leef, waarom ik zo alleen ben, waarom ik zo verdrietig ben…”

Het zijn boodschappen die mijn collega’s en ik vaak te horen krijgen. Jongeren hun apenjaren brengen een hele knoeiboel met zich mee. Terwijl de hormonen in volle schwung zijn, maakt dat weerspannige en koppige brein het er niet makkelijker op.

Ik zou die hele handel makkelijk kunnen onderbrengen in de rubriek ‘High School Drama’. Daar heeft het immers veel van weg. Maar ik blijf op mijn hoede. Ervaring leert dat onder dat rustige zeeoppervlak wel eens wilde en verwoestende onderstromen tekeergaan.

Fara live

Het heeft wat gechat en mails gekost om Fara te overtuigen toch eens langs te komen voor een ‘live’ gesprek op het JAC. Eenmaal de aanwezige vlaag van nervositeit weggelachen is, komt het gesprek los.

‘Fara is een knappe zestienjarige jongedame, maar ze doet er alles aan om dat te verstoppen.’

Ze heeft nog wat bijkomende info die ze graag wil delen. Haar Marokkaanse roots, de scheiding van haar ouders, haar papa die terug in zijn vaderland woont… Haar jongere zus die er alles aan doet om influencer te worden en online staat te pronken met haar lijf en sjieke auto’s…

Fara zelf is een knappe zestienjarige jongedame, maar ze doet er alles aan om dat te verstoppen. Ze is slim, ongelooflijk sympathiek, bedachtzaam en immens bescheiden.

Ik voel dat iets haar dwars zit, maar het is heel moeilijk te ontwarren wat. Er komen tranen als ze het over haar vader heeft. Ze mist hem hard en kijkt er enorm naar uit binnenkort met hem op reis te gaan naar Marokko.Mama werkt en studeert intussen om de kroost te onderhouden. Papa heeft in Marokko een belangrijke job en helpt een financieel handje. De kinderen komen niets te kort.

Ik ben erdoor! A-attest binnen!

We zijn al een eindje verder in de begeleiding. Zoals het hierboven staat te blinken, kan Fara overgaan van het vierde naar het vijfde middelbaar. Ik zou willen zeggen met een gerust gemoed, maar dat is helaas niet het geval.

‘In het vierde jaar heeft Fara wat gevlinderd tussen een paar jongens. Heel onschuldig, maar wel heel blij.’

Na de korte uitbarsting van vreugde is Fara vooral bang. Bang dat het vijfde jaar haar zal nekken. Bang dat het haar allemaal te veel wordt. Ze is langzaam aan het verzuipen in het sociaal benauwende keurslijf van het cachot dat middelbare school heet. De inhoud van de vakken begint door te wegen, terwijl ander niet benoemd gewicht haar tegenhoudt de vleugels helemaal uit te slaan.

In het vierde jaar heeft Fara wat gevlinderd tussen een paar jongens. Heel onschuldig, maar wel heel blij. En daarna heel verdrietig. Ze is niet opgewassen tegen de zogezegde vriendinnen die haar een hak zetten en haar als een baksteen laten vallen. Tel daarbij de jongens die zelf ook wat heen en weer vlinderen en de som van dat alles valt als een loodzwaar aambeeld keihard op Fara’s hoofd.

Terug naar alleen zijn. Terug naar dat miserabele gevoel van minderwaardigheid. Erbij horen… dat probeerde Fara te doen door haar beschadigde en broze zelfbeeld op te krikken middels een overdaad aan sport en een gevaarlijk schraal eetpatroon. Tevergeefs. Eventjes was ze buiten en startte ze met genieten. Eventjes maar.

Iwein Unplugged

“Ni da ik da doe ofzo, maar als ik mij zou krassen en ge zou da te weten komen, moet je da dan doorzeggen aan iemand?” Het gaat niet goed met Fara maar het gaat ook niet goed met mij.

Ik sleep me van afspraak naar afspraak, met de glimlach op het gezicht. Of wat had je gedacht? In januari 2020 komt de finale nekslag. De huisarts legt me grondig op de rooster – gelijk heeft ze. Ik word – terecht – een paar maanden thuis geschreven.

‘Ik voel mij fucking schuldig.’

Het is de eerste keer in mijn carrière dat het zo diep zit. Het is het gevolg van heel intens werk en een heel intense periode vol verbouwingen thuis. De stekker moet er even uit of de machine dreigt zichzelf finaal naar de kloten te werken.

Ik denk aan mezelf, maar ik denk ook aan Fara en een hoopje andere jongeren waarmee het niet goed gaat. Ze zijn aan het worstelen met van alles en nog wat. Ze voelen zich rot en ze zien geen uitweg. Ik ben aan het worstelen. Ik voel mij rot en ik zie even geen uitweg.

En ik voel mij fucking schuldig. Het is een gevoel waar ik een paar weken mee worstel, maar waarmee ik komaf leer maken. Ik kom nu op de eerste plaats, zodat ik Fara & co binnenkort weer met hart en ziel kan helpen. Ik wens vurig dat ze mijn woorden ter harte nemen, zichzelf helpen en beroep doen op mijn collega’s als het nodig is.

Corona in the building

Een paar maanden later ben ik terug aan de slag in een wereld met mondmaskers en applaus voor de zorg. Een wereld die niet kan zwijgen over “het nieuwe normaal”. Ik erger mij aan mensen die vechten om toiletpapier, stupide theorieën verzinnen en hun kwetsbare medemens in gevaar brengen.

 ‘We praten over school (het gaat niet al te best), over jongens (high school drama) en over thuis (papa wordt gemist en mama draaft maar door).’

Als JAC blijven we aan de slag, op de meest creatieve manieren. Er wordt nog meer gemaild dan anders, videobellen is dagelijkse kost. Gesprekken kunnen, maar dan met een brok plexiglas tussen onze gezichten. Als het kan en mag, gaan we wandelen met gasten.

“Jij hebt de primeur Fara! Mijn eerste afspraak sinds januari! Woehoe!” Fara vraagt regelmatig om te videobellen. Ze gaat dan een wandelingetje maken in haar buurt, want haar gezin weet niets van haar contact met het JAC. Dat wil ze liefst zo houden.

We praten over school (het gaat niet al te best), over jongens (high school drama) en over thuis (papa wordt gemist en mama draaft maar door). Gewoontjes. Of niet? Dat weet enkel Fara.

Eerste keer seks

Een paar weken later. Het is een fenomenaal knallende donderslag bij verblindend heldere hemel als Fara me in een mailtje snel snel laat weten dat ze de eerste keer seks heeft gehad. Ze schrijft dat het haar niet echt boeit, dat het wel een beetje pijn deed en dat ze zich wat schuldig voelt omwille van haar geloof.

‘Ik ben onwaarschijnlijk bezorgd. Ik denk dat ik nog nooit zo snel op een mail heb gereageerd.’

Ik. Val. Bijna. Van. Mijn. Stoel. Welke trein heb ik gemist? Hoe? Wat? Wie? Waarom?

Is het ik die afwezig was? Is het die verdomde pandemie? Waarom zijn alle remmen nu plots los?

Ik denk dat ik nog nooit zo snel op een mail heb gereageerd. Ik ben onwaarschijnlijk bezorgd en niet in het minst om de vluchtige fait-divers-stijl van haar berichtje. Ik vraag haar waarom dit zo’n ogenschijnlijk onbelangrijke gebeurtenis is. Maar ik benoem ook dat het wel een tikkeltje geruststellend is dat ze dit aan iemand kwijt wil.

Haar antwoord neemt mijn bezorgdheid niet weg. Integendeel. “Wie weet zijn we volgende week niet meer samen.”
 “Hij beschermt zich niet.”
 “Ik weet niet of ik echt seks met hem wil.”
 “Ik ga nu naar de tandarts want ik heb om 13u een afspraak.”

Sprakeloos

Mijn hoofd wordt stil. Ik ben volkomen sprakeloos.

‘Haar liefje is een toxisch alfamannetje.’

Waar is het stuntelige, maar veilige High School Drama naartoe? Dit was niet de bedoeling! Dit hoorde gewoon een hulptraject te zijn van iemand met op en neer dansende hormonen en een hoopje hersenen dat soms eens met de ellebogen werkte.

Nu wordt het naar alle waarschijnlijkheid een wilde rit waar niets of niemand een stokje voor kan steken.

Toxisch

Het liefje van Fara is een toxisch alfamannetje dat alles mag en niets duldt. Fara lijdt en ik kijk toe. Ze zorgt voor hem, want hij is soms wel schattig en praat af en toe met haar.

De twee zien elkaar elke dag en hebben heel vaak seks. Fara vertelt me dat ze daar verre van altijd zin in heeft. Het lichaam waar ze zich zó hard voor schaamde is een stuk speelgoed geworden van iemand die extreem manipulatief is. Hij loopt rond met lust en heel-korte-termijn-bevredigingsdrang in z’n hoofd.

‘Ik doe hard mijn best om niet krampachtig in een soort vaderrol te schieten.’

Ik wik mijn woorden. Op dit moment kan en mag ik haar niet verliezen door te drammen. Heel moeilijk, want ik blijf de Fara voor ogen zien die die eerste keer verlegen en aarzelend het JAC binnenwandelde: de onschuld zelve, een glimlach op haar gezicht en zich bedienend van geweldig kurkdroge humor. Een tiener met een hart van goud.

Dat uitgerekend zij te maken krijgt met zo’n gast, vind ik verschrikkelijk onrechtvaardig. Ik doe hard mijn best om niet krampachtig in een soort vaderrol te schieten, maar haar te gidsen in de bewustmaking van de giftigheid van haar relatie. Het vergt sloten geduld en energie, maar ergens geloof ik dat ze hier ooit een punt achter zet.

Gedaan

Het punt achter de relatie is uiteindelijk een feit. Na een heel diep dal. Na een periode met een invretend verlangen naar er niet meer zijn. Na een vaarwel van haar school, zonder diploma. Na een abortus.

Ik ben kapot van wat Fara doorgemaakt heeft. Het zag er een tijdlang bijzonder zwart en hopeloos uit. Tegelijk heb ik samen met haar moed geput uit de opluchting en de ademruimte die ze plots had. Het toxische vriendje verdween. De beladen druk van de middelbare school was weg.

Fara heeft in die maanden bergen verzet. Ik ben blijven luisteren, blijven motiveren en blijven lol trappen. Of wat had je gedacht? Stilaan was het er. Het moment dat de moedige en vrolijke Fara terug boven water kwam. Haar middelbare diploma zou ze niet lang daarna via de examencommissie halen. Op eigen houtje. In tussentijd had ze een kleine, maar prima betaalde job bij de Europese Commissie. 

Ik heb Fara onlangs teruggezien. Ze studeert nu voor softwareprogrammeur. Haar lach is helemaal terug. Deze keer trotse drager van haar hijab, want haar geloof is haar houvast en sterkte geworden. Ze is fier. Ze is volwassen. En ze gaf groen licht om haar relaas in deze column te gieten want… “Ik ben genoeg geheeld om dit te kunnen doen.”

Reacties [1]

  • Inge Roseeuw

    Net gelezen in de vroege ochtend op de trein en stiekem wat tranen weggepinkt! Bewijs dat een langdurig aanklampend traject de worstelende jongeren ondersteunt in het vinden van hun eigen weg en hun veerkracht activeert. Het geraakt zijn als hulpverlener is hierbij een meerwaarde ondanks de kwetsbaarheid. Respect!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.