Snipverkouden
Schrijfster en essayiste Wytske Versteeg (1983) is snipverkouden wanneer we haar in haar thuisstad Delft ontmoeten. Ze wijt het daaraan als ze weer eens lang nadenkt over een antwoord. Maar Versteeg lijkt me ook virusvrij iemand die haar woorden zorgvuldig kiest en liever de nuance opzoekt dan boude statements maakt.
Als politicoloog schreef Versteeg haar proefschrift over de vraag hoe mensen in alledaagse gesprekken onderhandelen over het recht op kennis: over het gezag van wetenschap of juist persoonlijke ervaring. In haar achtste en meest recente boek ‘Waar. Over de kunst van het (niet) weten’ (2024) keert ze terug naar dat onderwerp. Ze neemt haar lezer mee op zoektocht naar hoe we bepalen wat waar is en wie dat mee mag bepalen.
‘Het boek strooit rijkelijk met prachtig verwoorde inzichten over waarheid.’
Het boek strooit rijkelijk met prachtig verwoorde inzichten over waarheid. “Waarheid is een steen die stevig genoeg is om samen op te staan, maar tegelijk de vrijheid om in die steen te blijven kerven.” of “Waarheid is zoals een tapijt: helder van ver maar complex van dichtbij. Je moet een wever zijn om het te zien.” En mijn favoriet, naar een citaat van sciencefictionschrijver Philip K. Dick: “Waarheid is iets dat niet weggaat wanneer je stopt met erin te geloven.”
Ik las graag je vele mooie woorden. Toch doe je zelf geen uitspraak over wat waarheid voor jou is.
Wytske Versteeg: “Dat is een bewuste keuze. Mijn boek is een zoektocht naar de veelvoudigheid van waarheid. Het zou te makkelijk zijn om te zeggen: ‘Dit is waarheid en dat niet’. Bovendien zou het ook niet kloppen. Daarvoor is de werkelijkheid te complex.”
“Waarheid staat nooit los van menselijke relaties. Ze gaat over hoe we elkaar zien en hoe we gezien worden. In die zin zijn waarheid en kennis nooit neutraal. Feiten moeten een lange weg afleggen voor ze als feiten erkend worden, zeker als ze raken aan fundamentele vragen over wat het betekent om mens te zijn of met elkaar in een samenleving te leven. Sommige werkelijkheden krijgen daardoor aandacht, andere niet.”
Kan je daar een voorbeeld van geven?
“Tot eind jaren ’70 gaven studies aan dat verkrachting een marginaal verschijnsel was. Dat had veel met de onderzoeksmethode te maken. Vrouwen werd rechtuit gevraagd of ze ooit verkracht waren. De associatie die bij verkrachting hoorde, was een onbekende die uit het niets opdook en de meisjes overmeesterde.”
“In onderzoek bleven veel verkrachtingen onder de radar. Totdat de Amerikaanse onderzoeker Mary Koss aan vrouwen vroeg of ze wel eens iets hadden ervaren met een bekende, bijvoorbeeld na een avondje in de kroeg, dat ook onder de wettelijke definitie van verkrachting viel. Ineens bleek verkrachting allesbehalve zeldzaam te zijn. Om de waarheid zichtbaar te maken, doet het ertoe dat je de juiste vragen stelt.”
Tussen de lijnen hoor ik je ook zeggen dat het ertoe doet wie die vragen stelt.
“Het is waarschijnlijk geen toeval dat Mary Koss een vrouw was. Zij bracht haar ervaringskennis binnen, terwijl haar mannelijke collega’s op datzelfde moment het verband onderzochten tussen de cupmaat van vrouwen en hun kans om verkracht te worden.”
Hoe krijg je die ervaringskennis naar boven?
“Daar zijn geen wonderoplossingen voor, vrees ik. Je kan niet zeggen: ‘Vanmiddag gaan we even de kwetsbare stemmen ophalen’. Zo werkt dat niet. Het is een proces dat moeite, tijd en investeringen vraagt. In besparingstijden is dat niet evident. Zeker in de wereld van politici zijn de muren best hoog: het is natuurlijk ook gemakkelijker om sommige stemmen niet te horen.”
“Maar als het perspectief van de meest kwetsbaren verloren gaat, raken aspecten van de werkelijkheid buiten beeld en worden hele werelden onvoorstelbaar. Mensen kunnen zich niet voorstellen hoe anders de realiteit is, gezien vanuit een ander perspectief of – letterlijk – standpunt. En als je je niet kan voorstellen dat de wereld vanuit die andere plek echt anders is, lijkt het ook niet nodig om daar meer over te weten. Het is een vicieuze cirkel.”
Hoe doorbreek je die cirkel?
“Dat is het antwoord van een miljoen en dat heb ik niet. Wat ik wel weet, is dat het voor alle partijen de moeite waard is om het toch te proberen: het levert domweg betere kennis op. Ik ben het eens met de Amerikaanse auteur Adrienne Rich: elk bevoorrecht-zijn is in de kern onwetend. De ervaring van mensen in een kwetsbare positie biedt vaak heel relevante informatie. Puur vanuit de inhoud geredeneerd: waarom zou je die niet willen?”
“Meer recent en dichter bij huis laat ook Tim ’s Jongers dat heel krachtig zien. Met zijn initiatief ‘Spreidstandburgers’ helpt hij een stem te geven aan mensen die zich permanent in twee werelden bewegen: enerzijds de wereld van beleid, anderzijds de dagelijkse realiteit van armoede of een andere kwetsbaarheid. Die dagelijkse realiteit blijft voor professionals en beleidsmakers te vaak buiten beeld, want de weinigen die er wél persoonlijke ervaring mee hebben, moeten die doorgaans verbergen.”

Wytske Versteeg: “Ik wil samen met de lezer op zoek gaan naar hoe we bepalen wat waarheid is.”
© ID / Arie Kievit
Heeft dat ook met macht te maken, een element dat in je essay verrassend weinig aan bod komt?
“Natuurlijk speelt macht een enorme rol in wat het bepalen van wat waarheid is, wiens werkelijkheid er wél toe doet en welke ervaringen we negeren. Het is niet toevallig dat ik me een groot deel van mijn leven als onderzoeker gericht heb op discoursanalyse, een methode binnen de sociale wetenschappen die onderzoekt hoe taal en communicatie machtsstructuren vormgeven en in stand houden. Dat laat zien dat wat als waarheid wordt beschouwd, vaak het resultaat is van sociale en politieke processen, en niet zomaar een objectief gegeven.”
“Toch heb ik dat machtselement in dit boek bewust niet centraal gesteld, al kun je het tussen de regels door wel degelijk zien – ik heb nu eenmaal een achtergrond als politicoloog. Ik wilde samen met de lezer op zoek gaan naar hoe we bepalen wat waarheid is, op maatschappelijk, maar ook op individueel niveau. Het woord ‘macht’ slaat daarbij soms de deur te snel dicht: diegenen die macht hebben bepalen wat waar is. Einde gesprek. Voor mij heeft de zoektocht op zich waarde.”
‘Als je iets hoort dat je niet bevalt: niet onmiddellijk boos reageren, maar eerst even diep ademhalen.’
“Die openheid en onbevangenheid behouden, maakte het voor mij interessant. Ik had ook een pamflet over waarheid kunnen schrijven, maar dat boeit me niet. Ik denk ook niet dat we daar als samenleving behoefte aan hebben. In een pamflet ligt alles vast. Er is geen ruimte voor discussie. In een samenleving waar makkelijke verhalen die op de onderbuik mikken enorm invloedrijk zijn, hebben we net nood aan openheid. Als je iets hoort dat je niet bevalt: niet onmiddellijk boos reageren, maar eerst even diep ademhalen. Want vermoedelijk gebeurt er juist op dat moment iets interessants, valt hier ook kennis te halen die indruist tegen wat je denkt te weten.”
Dat advies staat haaks op de huidige tijdsgeest waar snelheid en emotie regeren.
“Daar hebben sociale media natuurlijk alles mee te maken. Heel het winstmodel van de techbedrijven is gebaseerd op boze clicks. Ik hoorde gisteren een Chinese schrijver die lang door het regime was opgesloten, zeggen dat wat een tirannie wil, is dat mensen alleen maar vanuit hun emotie reageren. Als alles vanuit die reflex gebeurt, denkt niemand nog na.”
“Ik maak me dus grote zorgen over wat er vandaag bijvoorbeeld in de Verenigde Staten gebeurt. En als het daar stormt, dan regent het hier: in Nederland zitten we met een regering waarvan de premier met een noodwet het parlement tijdelijk buitenspel wilde zetten, vanwege een ‘ervaren’ asielcrisis.”
‘Ik maak me grote zorgen over wat er vandaag in de Verenigde Staten gebeurt.’
“Heel vaak wordt ervaring al te gemakkelijk opzij geschoven. In de afgelopen jaren is dat zeker gebeurd met de ervaringen van mensen die zich ongemakkelijk voelden over hun snel veranderende land. Maar mensen serieus nemen is iets anders dan zomaar wat roepen. Dit lijkt eerder een voorwendsel om het strengste asielbeleid van Europa te kunnen voeren, gemakkelijk te scoren in de media en andere problemen uit de weg te gaan. Het is symboolpolitiek. In het verlengde daarvan verzint men maatregelen die de hele bevolking treffen, zoals het morrelen aan het demonstratierecht. Het is een trend die je in heel Europa ziet: minder openheid en minder vrijheid.”
Toch geloven grote groepen van de bevolking het verhaal dat deze politici vertellen.
“De groep die op deze politici stemt, is niet eenvormig. Sommige stemmers zullen de woorden van deze politici geloven en het daarmee eens zijn. Andere geloven in de politici zelf, juist omdat die zich zo nadrukkelijk als buitenstaanders profileren. Veel mensen weten dat wat Trump of Wilders beweren, niet klopt. Maar ze hopen dat een buitenstaander het systeem zal opschudden en het voor hen zal opnemen. Eens ze hun hoop op hen gevestigd hebben, is het altijd de ander die het gedaan heeft.”
“Die groep stemmers is inderdaad aanzienlijk: we leven opnieuw in een tijd waarin de bestaanszekerheid van veel mensen gekelderd is. Als je weinig controle over je leven ervaart, bijvoorbeeld omdat je je in een moeilijke financiële situatie bevindt, dan maakt het een enorm verschil als je eindelijk eens het gevoel krijgt dat er een politicus jouw taal spreekt en naar jou luistert.”

Wytske Versteeg: “Het is een trend die je in heel Europa ziet: minder openheid en minder vrijheid.”
© ID / Arie Kievit
Kan je van mensen die in precariteit leven, verwachten dat ze open en onbevangen in gesprek gaan over hoe voelt om in armoede te overleven?
(Heel lange stilte dan diepe zucht) “Voor wie angstig is of onder grote druk staat, is het moeilijk om nieuwsgierig te zijn, empathie te tonen of die stap achteruit te doen en eerst diep adem te halen. Dat is gewoon hoe een mens in elkaar zit. Als je weinig ruimte ervaart, kun je geen ruimte geven. De stress kan komen vanuit de permanente zorg of je de energierekening wel kunt betalen”
Waarom aarzelde je zo lang om dat antwoord te geven?
“Omdat het natuurlijk ook niet eenduidig is: ik heb met daklozen veel opener gesprekken gehad dan met mensen die in comfortabele omstandigheden leven. En kijk je naar de Brexit, dan zie je dat het harde xenofobe geluid vooral van bovenaf kwam, van een hoogopgeleide elite die de bevolking regelrechte leugens vertelde. Ik wil niet een bepaalde kwetsbare groep de zwarte piet toeschuiven.”
‘We leven in een tijd waarin sociale structuren onder druk staan.’
“De wankele toestand van onze democratie heeft met een gebrek aan bestaanszekerheid te maken, maar dat is niet alles. Zonder vals nostalgisch te willen worden: we leven in een tijd waarin sociale structuren onder druk staan. Die vingen vroeger veel op, omdat niet alles zo op efficiëntie was gericht. Nu hebben we in plaats daarvan systemen die zich steeds meer in hun eigen complexiteit verliezen. Tel daarbij dat de overheid zich steeds wantrouwiger, soms zelfs ronduit vijandig is gaan opstellen ten opzichte van sommige groepen. Wat verwacht je dan ook? Uiteraard gaan mensen zich dan niet open opstellen.”
Je maakt je echt zorgen?
“Ik denk dat we in zorgwekkende tijden leven. De geschiedenis speelt zich live af op het journaal. Het gaat ook zo snel omdat een kleine zeer machtige groep een enorme snelheid kan ontwikkelen doordat ze geen enkele tegenkracht meer ondervindt. We moeten die tegenkracht opbouwen of heel het systeem dreigt in te storten.”
‘Ik denk dat we verandering te vaak als iets groots en radicaals zien.’
“Tijdens zijn gevangenschap typeerde de Italiaanse schrijver en politicus Antonio Gramsci honderd jaar geleden zijn tijd heel krachtig: ‘De oude wereld sterft en de nieuwe wereld worstelt om geboren te worden. Nu is de tijd van monsters’. Soms bekruipt me het gevoel dat we zo’n tijd opnieuw beleven.”
Zie jij een rol voor sociale professionals om die tegenkracht op te bouwen?
“Ja, maar daarmee zeg ik niet dat sociale professionals de opdracht hebben om de wereld te redden. Dat is te groot en zulke gigantische verwachtingen werken verlammend.”
“De Amerikaanse essayiste Rebecca Solnit schreef iets moois over hoop. Hoop is geen blind optimisme of de zekerheid dat alles goed zal komen. In plaats daarvan ziet ze hoop als de overtuiging dat de toekomst open is en dat onze acties ertoe doen, zelfs als we de uitkomst niet kunnen voorspellen. Daar kan ik me erg in vinden.”
“Dat brengt me opnieuw bij sociale professionals. Zij kunnen een groot verschil maken in het individuele leven van mensen. Elk klein gebaar telt: onderschat nooit hoeveel het betekent om gehoord, gezien te worden, simpelweg contact te maken. Ik denk dat we verandering te vaak als iets groots en radicaals zien. Iets dat in één keer moet gebeuren en door één iemand gedragen wordt. Dat is niet zo. Verandering begint aan de rand en spreidt zich van daaruit. Je kan onmogelijk zien wat de kleine kiem die jij plant, teweeg zal brengen.”
Reacties