Geen zelfhulpboek
‘Ik dacht dat ik wist wat burn-out was…’ is alles behalve een zelfhulpboek. Integendeel, al in de inleiding raadt Sillis mensen die midden hun burn-out zitten af om dit boek te lezen. “Dit boek is er niet voor mensen die net geïmplodeerd zijn, omdat zij beter af zijn met rusten dan met lezen.”
‘Een erg scherpe, eerlijke en bij wijlen emotionele inkijk in wat een burn-out met iemand doet.’
Voor wie is dit boek dan wel? “Voor burn-outers die stilaan uit hun dal kruipen en weer zinnen kunnen laten doordringen. En voor wie simpelweg geïnteresseerd is in de ziekte van deze tijd”, schrijft Sillis. Ik – hoofdredacteur van Sociaal.Net – denk dat je dit boek vooral moet lezen als je partner, vriend, buur, broer, zus, vader, moeder, zoon of dochter – kortom: iemand die je graag ziet – kampt met een burn-out.
Marijn Sillis geeft je als buitenstaander immers een erg scherpe, eerlijke en bij wijlen emotionele inkijk in wat een burn-out met iemand doet. Hij neemt je mee naar zijn diepste zielenroerselen en zijn ergste burn-out momenten. En op een soms erg ludieke toon trekt hij ten strijde tegen de overload aan hippe burn-outonzin. Kortom, hij brengt wat hij belooft te brengen: “Los van tips, wars van clichés, simpelweg, mijn eigen verhaal.”
Een voorpublicatie.
Het is (g)een cadeau
Er is de laatste jaren veel veranderd in mijn leven. Ik ben veranderd. Ik wind me bijvoorbeeld minder op in dingen, ben wat milder geworden ook. Vroeger durfde ik wel eens te zeggen dat al die influencers, coaches en andere figuren die een burn-out op hun hippe blogs omschrijven als een cadeau – “een geschenk voor het leven”’ – een stevig pak slaag verdienen. Dat zou ik nu niet meer doen.
Eén klap voor hun kop is ondertussen voldoende.
Er is – en excuseer me mijn taalgebruik – godverdomme niets vervelender dan mensen die proclameren dat een burn-out een cadeau is. Ooit kan je dat cliché, dat al zolang meegaat en altijd opnieuw op de proppen komt, een plaats geven. Als je in een opperbeste bui bent (weinig kans toe tijdens je burn-out), begrijp je zelfs waar iemand naartoe wil met zo’n uitspraak. Maar op het moment dat je helemaal verloren loopt, heb je er werkelijk helemaal niets aan. Integendeel. Zo’n onzin duwt je alleen maar dieper de put in.
Donkere dagen
Tijdens de donkerste dagen – en dat kunnen er véél zijn – weet je in de verste verte niet waar je de uitgang kan vinden. Je bent zo wanhopig dat je denkt dat je hem zelfs nooit meer zal vinden. Je kan je niet inbeelden hoe een leven na je burn-out zal zijn, laat staan dat je er positieve gevolgen aan zou verbinden.
‘Er is niets vervelender dan mensen die proclameren dat burn-out een cadeau is.’
Dus aan alle mensen die hun vriend, partner of familielid ooit een hart onder de riem willen steken en daarvoor de juiste woorden zoeken… Geloof me nu maar eventjes: “Bekijk het als een cadeau” is niet de juiste keuze. Doe het niet.
En aan al die bloggers en andere ‘good vibes people’ die het nodig vinden om dat belachelijke zinnetje in drukletters op het web te pleuren: stop ermee. Of durf tenminste toe te geven dat je er helemaal niets van begrepen hebt.
Pfieuw. Lucht dat even op.
Vals optimisme
Het cadeau-cliché haakt burn-out net iets te simpel vast aan spiritualiteit. Alles heeft een doel. Niets is toeval. Leer de tekenen te zien en alles komt goed. Ik voel daar helemaal niets voor. Bovendien neigt het ook te veel naar vals optimisme. Dat werkt evenmin voor een pessimist als ik. Integendeel: ik voel instant weerstand.
En ik ben blijkbaar niet de enige. “Wat zou er nu in godsnaam mooi kunnen zijn aan een burn-out?” vraagt ook Bruno zich af. “Aan dat zweverige heb ik helemaal niets. Voor mij is dat… bullshit.”
‘Het cadeau-cliché legt de verantwoordelijkheid opnieuw helemaal bij jou.’
Het werkt contraproductief. Ik wil een ziekte niet benaderen vanuit het idee dat ze een geschenk zal zijn. Ik wil ze begrijpen, snappen. Ik heb nood aan kennis. Misschien is dat niet erg slim (voor je het weet zit je weer uren te lezen), maar ik had het nu eenmaal nodig. Ik wilde weten wat er in mijn lijf gebeurde.
Maar hoe je de ziekte benadert, als een mopperende rationalist zoals ik of toch eerder als een spirituele optimist, is natuurlijk niet het echte punt. Veel kwalijker aan het cadeau-cliché is dit: het legt de verantwoordelijkheid opnieuw helemaal bij jou. Het is jóúw cadeau en jij moet het uitpakken. De druk komt opnieuw bij jou te liggen. Opnieuw worden jouw onzekerheid, perfectionisme en/of wilskracht aangesproken.
Terug naar start
“Natuurlijk, in het begin van je burn-out voel je dat zo nog niet aan!” Zo klinkt het dan. En als je in die fase van je burn-out nog niet in het cadeau wil geloven, zijn er verschillende opties.
Ofwel ben je nog té ziek om het al te begrijpen, en dat is niet wat je wil horen. Een andere mogelijkheid is dat je ietwat tegendraads bent, je burn-out niet onder ogen durft te zien en niet verder wil. Dat kan je al helemaal niet aanhoren, want heel je burn-out is net een kwestie van willen – te veel en te snel willen. En als je burn-out in een later stadium van je herstel nog steeds geen geschenk geworden is, welja, dan ben je er simpelweg nog niet. Dan ben je nog niet genezen. Of dan heb je het – erger nog – allemaal verneukt. Dan ben je op een foute manier aan de slag gegaan met je miserie. Ga terug naar start.
Had ik al gezegd dat dat het laatste is dat je wil horen als je doelloos door het raam staat te staren?
Mama vindt het wel een cadeau
Toegegeven: ik trek het hierboven ietwat op flessen. De meeste mensen bedoelen het niet slecht. En het grappige is: zelfs mijn eigen lieve moeder noemt haar burn-out een cadeau. Een groot zelfs.
“Ik besefte na mijn burn-out dat ik slecht bezig was. Ik deed mijn job simpelweg niet graag. Meer nog: ik deed ze 100 procent tegen mijn zin. Dus ja, jongen: voor mij was het wél een cadeau. Zonder burn-out had ik nu misschien nog aan mijn loket gezeten. Hoe triest was dat niet geweest? Ik mag er niet aan denken dat ik er tot mijn pensioen had moeten werken.”
‘Ik besef ondertussen dat het nooit echt voorbijgaat.’
Ik heb uiteraard respect en begrip voor mensen die zeggen dat ze dankbaar zijn voor hun burn-out, zoals bijvoorbeeld rapper Typ- hoon: “Ik voel veel dankbaarheid voor die crisis, zonder zou ik niet de man zijn geweest die ik nu ben.”
Toen ik het met kennissen over dit boek had, zei ook Elke me: “Vermeld zeker hoe mensen die hun burn-out achter de rug hebben, zich vandaag voelen. Vertel over de positieve zaken die mensen uit hun burn-out hebben gehaald! Zodat iemand die er middenin zit ook weet dat je leven niet helemaal voorbij is.”
Misschien is het cadeau-cliché niet meer dan dat: dat je anderen hoop moet kunnen geven. En ja, als je al jaren vastzit in verkeerde patronen, je inhoudsloze job kotsbeu bent of gesmoord wordt in een toxische relatie, dan is het goed dat een burn-out je dwingt om op de resetknop te drukken. Maar ik blijf erbij: het is een drastische knop.
Barsten
Ik besef ondertussen, door mijn eigen ervaringen en de gesprekken die ik voerde, dat het nooit echt helemaal voorbijgaat.
“Kan je ooit spreken van een einde?” vroeg Bruno, die in 2013 onderuitging, me retorisch. Anna vergeleek haar burn-out met een rouwproces – “er is geen termijn op te plakken” – en een dieet: “zoals je altijd gevoelig blijft voor extra kilo’s, blijft ook je burn-out je achtervolgen”.
En zelfs mijn moeder moest toegeven dat ze de gevolgen tot vandaag draagt: “Ik ben twintig jaar verder, maar onbewust blijft alles hangen. Als er iets stresserends gebeurt, voel ik mijn burn-out opnieuw. Anderen schrikken, ik krijg een klop. Toen ik onlangs de diagnose kanker kreeg, vertaalde die stress zich in de klachten van destijds. Ik kon, zoals twintig jaar geleden, niets meer onthouden, was ongelooflijk moe. Dan weet ik het even niet meer. Bij elk serieus stressmoment komt het terug.”
Of om het met de woorden van John te zeggen: “Ik ben nog steeds een pak minder weerbaar dan vroeger. Alsof de knipperlichtjes veel sneller aangaan. Ik heb voortaan een rugzakje mee. Het is er altijd, om mijn schouders. Bagage. Niemand wilde me gezegd hebben hoe erg een burn-out kan zijn. Ik begrijp ondertussen waarom. Ik wil niemand ontmoedigen, maar ik weet nu: in een gevallen vaas blijf je de barsten zien.”
Het is niet over
Ook ik voel die barsten nog. Ik schrijf dit boek in blokken van maximum vier uur, met heel wat pauzes tussendoor. Na zo’n halve dag werken dwing ik mezelf om te stoppen. Om te gaan wandelen (geen uren). Een boek te lezen (niet te lang). Een documentaire te kijken (eentje maar). Ik verlang wel eens naar de dagen dat het me lukte om acht uur lang, als in een trance, door te schrijven. Om hele weekends weg te lezen.
‘Ik schrijf dit boek in blokken van maximum vier uur, met heel wat pauzes tussendoor.’
Er zijn nog steeds momenten dat als het te luid, te druk, te stressy wordt, de alarmen afgaan, het licht gedempt wordt en het lichaam zichzelf in slaapstand zet. Soms is het nog gênant, soms is het nog beangstigend. En meestal ben ik er nog beducht voor. Zelfs nu ik weet dat het gewoon zo is, dat het normaal is, dat mijn lichaam me tegen mezelf beschermt. Dat het een hulpmiddel is. Maar geen cadeau.
Luxe!
Laten we ook eens even eerlijk zijn: als je burn-out effectief een groot geschenk wordt, zit je meestal al in een luxesituatie.
Ik vertrok op wereldreis. Nu werk ik maar parttime en maak ik wat tijd voor vrijwilligerswerk. Omdat ik me daar goed bij voel. Maar ik heb geen hypotheek, geen schulden, geen kinderen. Ik heb niets om me zorgen over te maken, hoef me over niets of niemand te ontfermen. Ik ben een zondagskind. Maar helaas is niet iedereen zo geprivilegieerd als ik.
‘Een burn-out garandeert niet dat het leven sowieso beter wordt.’
Het cliché van het geschenk wordt vaak gekoppeld aan de strafste verhalen. Mensen die na hun inzinking een nieuwe job, nieuwe liefde of nieuwe droom gevonden hebben. Na jaren van twijfel hebben ze eindelijk een bed and breakfast geopend in het zuiden van Frankrijk – kijk ze ‘shinen’ in het zonnetje. Of ze hebben eindelijk dat mooie pand in de straat gekocht om hun nieuwe zaak te beginnen, samen met hun geweldige partner en succesvolle kinderen.
Een burn-out garandeert op geen enkele manier dat het leven sowieso beter wordt. Soms blijft het gewoon even hard. Misschien vind je wel geen geweldig nieuw lief? Of geen uitdagende nieuwe job?
Hogere middenklasse
Wat wel zeker is: als je genoeg centen hebt, is het makkelijker om cadeautjes te kopen. Maar er zijn veel mensen die net door financiële stress instorten. Die een slopende job uitoefenen, net omdat ze geen andere keuze hebben. Die er voor en na hun job moederziel alleen voor staan met twee kinderen, die misschien niet altijd even goed hun draai vinden op school. Die mensen hebben geen boodschap aan mijn trektocht door Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Die zijn allang blij als ze zich ooit weer beter voelen en de huur van volgende maand kunnen betalen.
‘Ik was liever minder introvert geweest.’
Burn-out als cadeau is vooral een dingetje van een hogere middenklasse. Laten we al wie minder geprivilegieerd is toch ook maar niet vergeten.
Ik ben blij dat ik mijn lichaam beter leren kennen heb. Dat ik het na 32 jaar écht leren kennen heb. Ik ben blij dat ik op wereldreis vertrokken ben. Misschien ben ik zelfs een beetje blij dat ik hier een boek kan zitten schrijven. Maar ik had mijn lijf ook op een andere manier kunnen leren kennen. In een andere mindset op verlof kunnen vertrekken. Een ander boek kunnen schrijven.
Ik was liever minder introvert geweest. Wat minder verlegen en iets zelfzekerder. Chill in plaats van dwangmatig. Misschien had ik helemaal geen twee pikzwarte jaren nodig om te staan waar ik nu sta. Ik ben blij dat ik hier nu sta, maar het voelt niet alsof ik de voorbije jaren cadeautjes heb uitgepakt. De dag dat ik blij ben om alles wat de voorbije jaren is gebeurd, is voor mij nog steeds niet aangebroken.
Er zijn clichés genoeg. En mogelijk schuilt er de nodige waarheid in, soms. Maar toch, als je burn-out bent: laat je er niet door opjagen. En als je iemand wil bijstaan: laat je er niet door verleiden. Burn-out is veel te veel om in simpele clichés te vatten. Maar misschien heb ik het ook allemaal verkeerd begrepen?
Reacties [6]
Een boeiende insteek en benadering van burn-out. De ene burn-out is de andere niet. Als je omwille van je socio-economische situatie aan het overleven bent, is de druk van je omgeving en de samenleving om het beter, goed en anders te doen ook in je professionele leven enorm groot. Je zou voor minder burnouter worden.
Ook als je als organisatie in een overlevingsmodus terecht komt waar output telt en de acties en activiteiten die enkel je bestaansrecht dienen, geeft dat een enorme druk op alle echelons ( directie, management en alle medewerkers). Burn-out loert dan als een epidemie voor de organisatie om de hoek. Kortom een te lezen boek om je medewerkers, collega’s, cliënten die in een burn-out zitten te ondersteunen en te begrijpen. Geen weg te wuiven hippe burn-outonzin.
Zou het kunnen dat burn-out vooral voorkomt bij mensen die (te) hoge eisen aan zichzelf stellen? Je zegt dat je schrijft in blokken van 4 uur. Dat lijkt me al heel veel voor zo iets intensiefs als schrijven. Zelf ben ik naast mijn parttime job ook schrijver (fictie, voor mijn plezier) en vind ik 2 à 3 uur schrijven op een dag al meer dan genoeg. Dan ben ik toe aan een paar uur iets doen waar je niet bij moet nadenken. Ik denk dus dat je de lat heel hoog legt. Ik vermoed ook dat heel wat burn-outs kunnen voorkomen worden door tijdig de signalen te herkennen, namelijk een bepaalde gradatie van perfectionisme. Vaak profiteren anderen van dat perfectionisme (huisgenoten, collega’s, werkgever), dus zal de persoon in kwestie het zelf moeten herkennen. Misschien moeten er in het laatste jaar middelbaar een aantal lesuren gespendeerd worden aan het thema ‘hoe stap ik in het beroepsleven’, met ook aandacht voor balans en stresspreventie.
Eindelijk een boek dat het alles en niets licht laat schijnen op een burn out. Moeilijk uit te leggen wat het precies is, zeker voor de burnouter. Moeilijk te vatten in de DSM5, men heeft geprobeerd, al een geluk. Erkenning aan de lichamen, geesten die totaal totaal uitgeput zijn. Als de échte erkenning ook van álle artsen zou komen, het zou sowieso een extra hulp naar genezing zijn. Het zijn de meewarige blikken, twijfelende gezichten, ‘tja’ uitspraken, het stilzwijgen van leidinggevenden en zo meer die elke perfectionistische allesziende burnouter ook opnieuw meedraagt en daardoor zichzelf verzwaart in het proces. Als elke arts en andere deskundig(n) zou polsen waar een burn outer mee bezig is in het kader van zijn helingsproces, en mee zou surfen op zijn spoor, dan zijn tips en tricks niet nodig, dan zijn burn out coaches niet nodig. Ondersteuning, vertrouwen, geduld en aanvaarding, mentaal en emotioneel, is noodzakelijk, van elke mens. Want een burnouter Wil Wel, maar Kan Niet.
Beste Marijn Stills,
Zelf een ervaringsdeskundige las ik deze boekbespreking met aandacht. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat ook in jouw geval jouw burn-out vervelde tot een heuse depressie. De redacteur beperkt zich er misschien toe om het vooral over de cliché: een burn-out is een cadeau te hebben. Dat kan men zeker men moeilijk beweren van een depressie. Ik hou meer van Johan Cruyff’s boutade: “Elk nadeel heb z’n voordeel” en die gaat voor beide (burn-out en depressie) op. Hoewel, als men er middenin zit dat ook geen troost biedt. Wat dan telt is rust en mindfulness (i.e., het leren wegleiden van donkere gedachten). En ook wel tegen beter weten in geloven dat er licht is aan het eind van de tunnel. ‘Rekken en er bijblijven,’ schreef Simon Carmiggelt jaren geleden. Ik geef gif toe in een andere context, hoewel dit advies uit ‘de jongens’ mij er doorheen sleurde. Een cadeau zeker niet en men kan uit die ervaring leren en transformeren. Creatively, Johan
Jaren geleden belandde ik zelf 2 keer in een burn-out. Het is waar, je stressbestendigheid of je weerstand wordt er permanent door verlaagd. Alsof water al kookt bij 75 graden. Dit gebeuren is een trigger om je lichaam beter te leren kennen en het te accepteren, om anders in het leven te gaan staan. Een cadeau is het niet, wel een een uitnodiging om te begrijpen hoe het zo ver is kunnen komen. Deze preview is een uitnodiging om het boek te lezen. De schrijver verwoordt duidelijk zijn ervaringen. Ik wil er graag aan toevoegen dat, wat we lijfelijk gewaarworden nauw samenhangt met onze gedachten en ons wereldbeeld. Gedachten zijn krachten, zowel in positieve als in negatieve zin en zetten ons aan tot een bepaald gedrag. Maar misschien loop ik vooruit op het verhaal ;-)
Waauw! Marijn! Dit boek zou verplichte lectuur moeten zijn voor artsen, bedrijfsleiders, mutualiteiten, ministers, … enfin voor iedereen die beleidsbeslissingen neemt op om het even welke werkvloer en voor allen die het burn-outbeest tegen het lijf liepen. De taalkunstenaar die Marijn is, schrijft met precies de juiste woorden zijn verhaal! Een onuitputtelijke bron voor de lijders om inzicht en bevestiging te krijgen in wat hen overkomen is. Bovendien stelt het de beleidsmakers in staat om hun oordeel, raad en begeleiding (financieel, sociaal, fysisch en psychisch) ernstig in vraag te stellen om op een gepaste wijze te kunnen reageren.
Topwerk!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies