Boek

‘Sociaal werkers moeten strijden voor een ander migratiebeleid’

Mieke Schrooten, Pascal Debruyne

Begin 2021 verscheen ‘Het opengrenzenmanifest’. In dit dun boekje pleit politicologe Naima Charkaoui voor minder grenzen en meer openheid voor vluchtelingen en migranten. Onderzoekers Mieke Schrooten en Pascal Debruyne lazen het manifest en vinden dat het sociaal werk als mensenrechtenberoep dringend moet strijden voor een ander migratiebeleid.

Opengrenzenmanifest

© ID / Tim Dirven

Producten versus mensen

Eind jaren 1980 en begin jaren 1990 stelden wetenschappers dat landsgrenzen zodanig onder druk kwamen te staan door de mondialisering dat ze aan relevantie inboetten. Langzaamaan zou er een grenzeloze wereld ontstaan. De groeiende invloed van multinationals ten opzichte van staten is een voorbeeld dat vaak werd gebruikt om die tendens te illustreren.

‘Hoogopgeleide migranten, toeristen en zakenreizigers worden aangemoedigd om zich over grenzen te bewegen, terwijl het vluchtelingen zo moeilijk mogelijk wordt gemaakt.’

Vandaag blijkt deze inschatting te voorbarig. Producten en ideeën gaan steeds gemakkelijker over grenzen heen. Maar de impact van grenzen op mensen is nog steeds bijzonder sterk en ook heel verschillend, afhankelijk van wie die mensen zijn.

Hoogopgeleide migranten, toeristen, zakenreizigers en studenten worden vaak aangemoedigd om zich over grenzen te bewegen, terwijl het vluchtelingen en mensen zonder visum zo moeilijk mogelijk gemaakt wordt om dat te doen.Schrooten, M. (2021), ‘Denken over grenzen: Implicaties voor sociaal werk’, in Raeymaeckers, P. e.a. (red.), Denken over sociaal werk, Leuven, Acco, 113-126.

Nationaliteit speelt in die zin een cruciale rol. Met een Belgisch paspoort kan je visumvrij reizen naar meer dan 80 procent van de landen in de wereld. Syriërs kunnen dit maar naar 14 procent van alle landen. Voor de overige 86 procent moeten zij een visum aanvragen, wat hen meestal geweigerd wordt. Henk van Houtum, een Nederlandse professor politieke geografie en geopolitiek, spreekt hier over een mondiale apartheid qua recht op mobiliteit.

Mensen bewegen toch

Ondanks de toenemende politiek van controle en grensbewaking, blijven mensen – zowel met ‘gewenste’ als ‘ongewenste’ profielen – zich toch bewegen over grenzen heen. Ze doen dit verre van altijd uit vrije keuze. Denk aan de oorlog in Syrië of afgelopen zomer aan Afghanistan, toen de Taliban op korte tijd de macht overnamen.

Als we kijken welke reactie dit soort mobiliteit oproept, zien we dat het beleid vaak teruggrijpt naar hetzelfde recept: meer grenzen, meer muren, meer bewaking, meer afschrikking. Zo trok, om mogelijke ‘vluchtelingenstromen’ naar hun land tegen te houden, de Griekse regering in het voorjaar een stalen muur op van veertig kilometer lang in het noordoosten van het land, langs de grens met Turkije.

‘Ondanks de toenemende controle en grensbewaking, blijven mensen zich toch bewegen over grenzen heen.’

Recenter organiseerde ook de Poolse overheid systematische pushbacks aan de grens met Wit-Rusland en versterkte haar grensbewaking om mensen op de vlucht buiten te houden. Aan de Europese buitengrenzen ontstaan nu zogenaamde ‘vergeetgaten’, zoals Linda Polman ze noemt in haar boek: ‘Niemand wil ze hebben: Europa en zijn vluchtelingen, over tachtig jaar Europees vluchtelingenmanagement’. Die vergeetgaten zijn overbevolkte kampen waar mensen op de vlucht letterlijk vergeten worden. Plaatsen die op ons netvlies staan gebrand, zoals het Griekse Moria of het Bosnische Lippa-kamp, niet in het minste omdat ze vaak in vlammen opgaan.

In bochten wringen

Hoewel er slechts een fractie van de vluchtelingen wereldwijd zijn bestemming in Europa vindt, wringen ook andere Europese landen zich de laatste decennia in alle mogelijke bochten om mensen op de vlucht buiten de deur te houden.

In heel Europa zien we een toenemende focus op ‘migratiemanagement’. In de realiteit is dit een eufemisme voor grensbewaking, het zo veel mogelijk aan banden leggen van migratie naar Europa, het verplaatsen van de grenscontrole naar landen buiten Europa, het bemoeilijken van het bemachtigen van een visum en het stimuleren en vergemakkelijken van terugkeer.Houtum, H. van, en Lucassen, L. (2016), Voorbij Fort Europa, Antwerpen, Atlas Contact.

‘Europese landen wringen zich in alle mogelijke bochten om mensen op de vlucht buiten te houden.’

Het scannen van velden met hoge-resolutiecamera’s die ook hitte detecteren en de verregaande pushbacks zijn maar enkele voorbeelden van de steeds hogere barrières die Europa opwerpt om vluchtelingen te weren.

De Britse krant The Guardian berichtte recent nog dat lidstaten van de Europese Unie sinds het begin van de coronapandemie ruim 40.000 vluchtelingen en migranten met illegale methodes hebben teruggedrongen. Hierbij zouden 2.000 doden gevallen zijn.

Veel mensen blijven onverschillig

Zowat dagelijks zien we mensonterende beelden en lezen we over verschrikkelijke mensenrechtenschendingen in dit domein van asiel en migratie. Toch lijkt dit veel mensen onverschillig te laten. Hoe kunnen we de huidige gruwel als normaal zien? Hoe kunnen we de levens van andere mensen als minderwaardig beschouwen en mensen zo ontmenselijken? Welke morele en humanitaire prijs zijn we bereid te betalen?

‘Dat dit manifest radicaal lijkt, heeft te maken met de tijd waarin we leven.’

Naima Charkaoui, politicologe en hoofd van de beleidsdienst van 11.11.11., stelde zich dezelfde vragen. Vanuit een verontwaardiging over het huidig beleid schreef ze ‘Het opengrenzenmanifest’. In dit korte maar sterk onderbouwd manifest houdt Charkaoui een pleidooi voor meer menswaardige migratie door landsgrenzen meer doorwaadbaar te maken voor meer mensen.

Radicaal?

Dat dit manifest ‘radicaal’ lijkt, heeft meer te maken met de tijd waarin we leven, dan de objectieve geschiedschrijving inzake internationaal recht en mobiliteit.

Tot het midden van de 19de eeuw was in het internationale recht de norm dat mensen zich vrij over de aardbol mochten bewegen. Denkers als de Spaanse theoloog en jurist Francisco de Vitoria (1485−1546) en de Zwitserse jurist Emer de Vattel (1714–1767) schreven over het recht om in vreemde landen te reizen en verblijven, respectievelijk als legitimatie van het toenmalige kolonialisme en de relaties tussen Europese staten.de Vries, K. en Spijkerboer, T. (2021), ‘Race and the regulation of international migration. The ongoing impact of colonialism in the case law of The European Court of Human Rights’, Netherlands Quarterly of Human Rights.

‘De voordelen van een beleid van vrijere migratie zijn groter dan de nadelen op economisch, sociaal en cultureel vlak.’

Het is pas wanneer ‘de vreemde’ als ‘ander’ migreert naar de Westerse wereld na 1850, beginnend met de Chinese en later Japanse arbeidsmigratie naar de Verenigde Staten na de afschaffing van de slavernij, dat het denken en handelen omslaat naar de dominantie van staatssoevereiniteit over het wel of niet toelaten van vreemdelingen op het territorium.

Ook in Europa na de Tweede Wereldoorlog en de processen van dekolonisatie, zien we hetzelfde gebeuren. Het is een historisch fundamentele omslag in het internationaal recht

In het vreemdelingenrecht keerde dit de bewijslast om: het zijn de ‘vreemdelingen’ die moeten bewijzen waarom ze het recht om mensen te weigeren op het territorium, willen beperken. De Belgische professor Marie-Bénédicte Dembour (ULB) noemt dit de ´Straatsburgse omkering´: niet de staat moet rechtvaardigen dat bijvoorbeeld het recht op gezinsleven wordt ingeperkt, maar de vreemdeling moet rechtvaardigen dat het recht op migratiecontrole wordt beperkt.Dembour, M-B (2015), When Humans Become Migrants. Study of the European Court of Human Rights with an Inter-American Counter-Point, Oxford University Press, Oxford, 62−129.

Naima Charkaoui draait die redenering terug om: dodelijke gesloten grenzen zijn niet onvermijdelijk als we redeneren vanuit open grenzen als uitgangspunt. De voordelen van een beleid van vrijere migratie zijn groter dan de nadelen op economisch, sociaal en cultureel vlak, zo betoogt ze.

Open grenzen

“Charkaoui’s Opengrenzenmanifest is een belangrijk boek en heeft ook grote betekenis voor het sociaal werk in ons land.”

© ID / Tim Dirven

Sociaal werk als mensenrechtenberoep

Charkaoui’s opengrenzenmanifest is een belangrijk boek en heeft ook grote betekenis voor het sociaal werk in ons land.

‘Welke voordelen halen we uit het bemoeilijken van gezinshereniging?’

Het is een hoopvol boek. Charkaoui breekt het zogenaamde ‘Overton-venster’ open: Ze gaat verder dan het spectrum van gedachtegoed dat het grote publiek accepteert. Ze overschrijdt de woordelijke en ideologische contouren van wat denkbaar is.

Het migratierecht is vaak geen recht dat bevrijdt of emancipeert – wat het uitgangspunt is van de rechtenbenadering die het sociaal werk hanteert, maar een amalgaam van wetten en procedures die kortwieken, beperken, controleren en disciplineren. Het staat haaks op het beroemde citaat van de Franse dominicaan Henri Lacordaire: “Tussen de sterken en de kwetsbaren, tussen de meester en de dienaar, is het de vrijheid die onderdrukt en de wet die bevrijdt.”

De wetten die migratie regelen bevrijden niet, maar belemmeren doorwaardbare grenzen. “Zowel de voorwaarden die worden opgelegd aan het onthaal van personen in een migratiesituatie als het lot dat hen te wachten staat eenmaal ze in België zijn gevestigd, hebben wijzigingen ondergaan die het beschermingspeil veeleer verlagen,” stelde Patrick Wautelet van de Universiteit van Luik in een Myriarapport uit 2017.

En welke voordelen halen we uit het bemoeilijken van de procedure gezinshereniging van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden? Gezinsherenigers verdwalen in het doolhof van administratieve en juridische procedures, en struikelen over financiële en andere drempels. Welke impact dat heeft op de toekomstige integratie?

Geeft richting voor werkpraktijk

Het opengrenzenmanifest geeft ook richting aan sociaal werk. Waarom zouden we meer open grenzen ondenkbaar vinden, terwijl we de huidige gruwel als normaal zien? Charkaoui pleit ervoor om dodelijk gesloten grenzen niet langer als een onvermijdelijke noodzaak te accepteren, maar in de plaats daarvan het debat te voeren met open grenzen als uitgangspunt.

‘Het mensenrechtenkader is een sterk kader om de grondoorzaken van gedwongen migratie aan te pakken: meer gelijkheid, vrijheid, gerechtigheid.’

Vanuit haar mensenrechtenperspectief kan het sociaal werk een belangrijke rol spelen in dit debat. Willen sociaal werkers politieke en maatschappelijke verandering nastreven, dan is het nodig om de normalisatie van de wettelijke modaliteiten in het migratierecht en dito geoperationaliseerde procedures in vraag te stellen.

Dit brengt ons bij de politieke opdracht van sociaal werk: mee te strijden voor een ander migratiebeleid. Het mensenrechtenkader is hier essentieel. Vanuit dit kader kunnen sociaal werkers strijden voor rechtsuitbreiding voor en met diegenen die rechten ontberen. Denk aan de ondersteuning en omkadering van de hongerstakers in Brussel. Of aan de zijde gaan staan van precaire intra-Europese migranten die weinig tot geen sociaal vangnet en sociale bescherming hebben.

Mensenrechten zijn tegelijk een sterk kader om de grondoorzaken van gedwongen migratie aan te pakken: meer gelijkheid, vrijheid, gerechtigheid.

Tot slot, wil het sociaal werk een plaats opeisen in dit debat, vraagt dit ook een ontgrenzing van de sociaalwerkpraktijk: “Transnationaal werken helpt sociaal werkers om beter de eigen geglobaliseerde werkcontext te begrijpen. Dat verheldert welke positie ze moeten innemen in het maatschappelijk debat over diversiteit en migratie.” Zo bekeken is dit ‘opengrenzenmanifest’ een must read voor elke sociaal werker.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.