Hoe kwamen jullie bij BOEH! terecht?
Ida: “Mijn feministisch engagement begint in 1970. Zelfbeschikking was toen een centraal feministisch thema en dat blijft het voor mij. ‘Baas over eigen hoofd’ refereert aan ‘Baas over eigen buik’, onze leuze in die jaren.”
‘De kern is zelfbeschikking: het recht van vrouwen om baas te zijn over hun eigen lichaam.’
“Ik richtte zowel Dolle Mina (in 1970) als de Fem-Soc beweging (in 1974) mee op en ben lid van de denktank Furia. Als Furia zagen we hoe het islamofobe discours de bovenhand kreeg. ‘Moslims onderdrukken hun vrouwen zo hard, dat de vrouwen zelf niet meer weten dat ze onderdrukt zijn.’ Dat idee was zo gortig, dat we iets moesten doen. Zo stond ik in 2007 mee aan de wieg van BOEH!”
Samira: “Ik kwam er een jaar later bij. Ik werkte toen voor Motief vzw, een gespecialiseerde vormingsinstelling, en ondersteunde BOEH! bij een debattenreeks. BOEH! was bij de opstart al erg divers, en dat werkte inspirerend. Als vrouw die een hoofddoek draagt en actief was rond feminisme en antiracisme, ben ik toen actief lid geworden.”
Na vijftien jaar brengen jullie het verhaal van BOEH! in een boek. Waarom?
Samira: “Er is tot nu toe vooral over ons geschreven. Zeker in de beginjaren hadden we amper ruimte. Het ging constant over vrouwen met een hoofddoek, maar altijd over hun hoofden heen. Nu is het tijd om zelf onze geschiedenis te vertellen.”
“Met het boek willen we ook het debat achter de schermen tonen – hoe islamofoob onze samenleving is, in elke instelling, van media tot politiek. We hebben het over de hindernissen, maar ook over de lessen die we leerden.”
Jullie definiëren BOEH! als een antiracistisch, intersectioneel, feministisch collectief. Toch zijn jullie altijd in de theologische zak gestoken: een groepje moslimvrouwen.
Ida: “Terwijl we al op de eerste vergadering een mensenrechtenstandpunt hebben ingenomen. De kern van BOEH! is zelfbeschikking: het recht van vrouwen om baas te zijn over hun eigen lichaam. In een samenleving waar vrijheid van godsdienst, onderwijs en meningsuiting gewaarborgd zouden moeten zijn.”
Samira: “Binnen BOEH! is er altijd diversiteit geweest, dat is onze sterkte. Maar door het islamofoob discours en wij-zij-denken werden we vooral als moslimorganisatie omschreven. Omdat niemand hoeft te luisteren als het over islam gaat. Het is een manier om ons te doen zwijgen.”
Ida: “Men zag die veelzijdige coalitie niet graag komen. We zijn zwaar aangevallen. Ideologisch, maar ook persoonlijk.”
Als Dolle Mina paste jij niet in het verhaal, Ida?
Ida: “Men begreep het niet, of wilde het niet begrijpen. Een filosoof als Etienne Vermeersch gooide het over de theologische boeg, iemand als Dirk Verhofstadt over de ideologische. Wat deden witte feministen bij BOEH!? We waren naïef en stelden ons ten dienste van een achterlijk geloof! Alles werd herleid tot: ze zijn pro hoofddoek. Terwijl het gaat over keuzevrijheid en zelfbeschikking, wat net heel feministische principes zijn.”
‘Meisjes hebben geen vrije toegang meer tot scholen, vrouwen worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt omwille van hun hoofddoek. Allemaal onder het mom van neutraliteit.’
Samira: “Wij spraken over mensenrechten, maar tegenstanders kwamen aanzetten met: ‘Wij hebben geijverd om religie uit de publieke ruimte te weren, wij zijn eindelijk seculier en humanistisch, en nu brengen jullie ons opnieuw decennia terug in de tijd.’ Religie wordt centraal gezet en geproblematiseerd, een gevaarlijke tendens. Met zogezegde secularisering wordt de aanval ingezet: ‘Wij hebben de verlichting meegemaakt, moslimvrouwen hinken achterop.’ Die superieure houding is nefast.”
Ida: “Soms is het dommigheid, vaak zit er een strategie achter. De hoofddoek wordt geïnstrumentaliseerd om een nieuwe vijand te creëren.”
In het boek beschrijven jullie de evolutie van tijdelijke actie naar een permanent platform.
Ida: “We ageerden tegen het hoofddoekenverbod dat de Antwerpse burgemeester Patrick Janssens in 2007 invoerde voor loketbedienden. Maar daarna zagen we het hoofddoekenverbod alsmaar uitbreiden, onder meer naar het GO!-onderwijs.”
Samira: “Vergis je niet: er waren al hoofddoekenverboden, in katholieke scholen bijvoorbeeld. Ik heb als studente nooit anders geweten, maar…”
Ida: “… Janssens heeft het argument van neutraliteit gelanceerd.”
“Neutraliteit zoals die vandaag aanvaard is, is het zoveelste nette codewoord voor racisme en islamofobie. Neutraliteit die niet inclusief is, is geen neutraliteit”, schrijven jullie.
Ida: “Neutraliteit werd een tool om te discrimineren. Over wat neutraliteit van de overheid precies inhoudt, is nooit gediscussieerd. Wij stellen dat het neutraliteitsprincipe dient om godsdienstvrijheid te waarborgen. Maar in de maatschappij gebeurt het omgekeerde: scholen, bedrijven en overheidsorganisaties roepen neutraliteit in om de hoofddoek te verbieden. Discriminatie wordt zo structureel ingebed.”
‘De Raad van State maakte brandhout van het hoofddoekenverbod in het GO!-onderwijs.’
Samira: “Meisjes hebben geen vrije toegang meer tot scholen, vrouwen worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt omwille van hun hoofddoek. Allemaal onder het mom van neutraliteit. De focus zou moeten liggen op het gedrag van werknemers, niet op hun uiterlijk. Bovendien staat men niet stil bij de effecten van het verbod op vrouwen en meisjes. Terwijl de Raad van State net brandhout maakte van het hoofddoekenverbod in het GO!-onderwijs.”
Na de Stad Antwerpen kwam het gemeenschapsonderwijs met het hoofddoekenverbod. Op vraag van leerlingen gingen jullie de juridische strijd aan tegen dat verbod. Die strijd leest in het boek als een lijdensweg die het einde van BOEH! had kunnen betekenen.
Samira: “Niemand van ons had juridische ervaring. Iedereen die ooit door zo’n proces is gegaan, weet dat het slopend is. Het duurt lang, kost bakken geld en het nam al onze energie en vrije tijd in. Daar zijn sommige vrijwilligers op afgehaakt.”
“De eerste zaak kwam ten einde omdat de betrokken studente ondertussen al was afgestudeerd. Al onze inspanningen leken weinig uit te maken omdat men de zaak liet aanslepen. Maar onze advocaten moedigden ons aan om door te zetten, ook andere juristen waren bereid ons vrijwillig bij te staan. En toen kwam de tweede zaak. We kregen gelijk van de Raad van State!”
Maar toen zei het GO!: wij lezen dat arrest anders.
Samira: “Iedereen die dat arrest leest, ziet hoe de Raad van State argumenteert waarom het hoofddoekenverbod bij GO! illegitiem is en ingaat tegen de mensenrechten. Maar we moesten mensen zowaar overtuigen dat we de zaak gewonnen hadden. De rechter gaf ons gelijk, maar we botsten op een muur van machtige instituten.”
‘Hoe kan je neutraliteit eisen van leerlingen die volop in ontwikkeling zijn?’
“Raymonda Verdyck, toen Afgevaardigde Bestuurder van het GO!, zei: ‘We doen niets.’ Een onderwijskoepel negeert de uitspraak van een rechter en de politiek kijkt de andere kant op. Er volgde zelfs geen massale verontwaardiging…”
Hoe voelt dat?
Samira: “Ik ben een overtuigde democraat. Als iets niet klopt probeer je politiek en juridisch te participeren om verandering teweeg te brengen. Je volgt de stappen, je krijgt gelijk. Maar dan gebeurt er niets.”
“Welk signaal geef je dan als samenleving? Dat sommige mensen in de politieke arena genegeerd kunnen worden. Natuurlijk krijg je dan reacties als: zie je wel, er verandert niets, racisme blijft altijd overeind. Er is een groep vrouwen en meisjes waar de samenleving tegen zegt: jij hoort er niet bij. Maar weinigen trekken zich daar iets van aan. Dat is toch onbegrijpelijk?”
In het GO!-onderwijs gebruikte men aanvankelijk het argument van ‘actief pluralisme’ om een verbod op levensbeschouwelijke uitingen te rechtvaardigen.
Samira: “Bizar, toch? Actief pluralisme zegt: diversiteit moet er zijn, we moeten verschillen respecteren. Toen men voelde dat dat argument een hoofddoekverbod niet rechtvaardigt, greep men naar dat andere argument: neutraliteit. Wat ook niet werkt in scholen natuurlijk.”
“Hoe kan je neutraliteit eisen van leerlingen die volop in ontwikkeling zijn en moeten experimenteren rond wie ze willen zijn? Men vertrekt niet vanuit bestaande concepten om verboden te argumenteren. Men wil het verbod en zoekt dan naar argumenten.”
“Als je nu naar de website van de Vlaamse overheid gaat, zie je dat neutraliteit omschreven wordt als neutrale dienstverlening. Het gaat om de uitvoering van diensten, niet hoe je eruit ziet. Maar de Vlaamse Regering oppert een hoofddoekverbod in de regeringsnota. Als je dan naar verslagen van parlementaire commissies kijkt, lees je ministers die zeggen: we moeten oppassen met wat we doen en hoe we het doen, want er zijn rechterlijke uitspraken in ons nadeel. Dat is toch schrikwekkend? Er wordt actief gewerkt aan de uitsluiting van vrouwen met een hoofddoek.”
Vaak hoor je dat meisjes onder druk staan om een hoofddoek te dragen. Jullie hebben meisjes en vrouwen bevraagd. Uit die resultaten blijkt die sociale druk best mee te vallen.
Samira: “Het discours is: die meisjes worden gedwongen. Maar we bevragen het nooit. Eerlijkheidshalve: onze bevraging was geen representatieve. Ze ging via jeugdorganisaties en Facebook. Maar het was wel de eerste keer dat de vraag gesteld is. Amper 3 procent van de meer dan 500 meisjes en vrouwen sprak over druk om een hoofddoek te dragen. Maar een overweldigende meerderheid sprak wel over discriminatie en islamofobie, en dus de maatschappelijke druk om een hoofddoek niet te dragen.”
‘De essentie is: sommige mensen mogen meer dan anderen.’
“Karin Heremans, directeur van het Koninklijk Atheneum in Antwerpen, zei: ‘Ik zie die sociale druk voor mijn ogen.’ Maar dat is geen argument, zij interpreteerde vanuit een superieur denken hoe emancipatie eruit moet zien. Moslimvrouwen met hoofddoek horen daar duidelijk niet onder. In haar boek, ‘Een tip van de sluier’, schreef ze dat ze meisjes met een lange zwarte jurk met een leerlingencoach naar de winkel stuurde. Het verontwaardigt me dat daar zelfs geen reactie op gekomen is. Dat is op en top paternalisme!”
“Herinner je je de recente discussie over te sexy kledij van studentes? Héél de samenleving was verontwaardigd. ‘Meisjes dragen wat ze willen!’ Ministers reageerden, ouderraden profileerden zich, leerlingen toonden zich solidair, directies kwamen met verontschuldigingen. Zo’n solidariteit was er nooit voor meisjes met een hoofddoek. De essentie is: sommige mensen mogen meer dan anderen. En dat laten we die anderen ook duidelijk voelen.”
“Ik heb het zelf meegemaakt: leerkrachten die openlijke racistische bagger verkondigen. We hebben er allemaal weet van. Maar die leerkrachten zijn blijkbaar wel neutraal. Die mogen voor een klas blijven staan, maar de leerkracht met een hoofddoek komt er niet in.”
Ook in het sociaal werk vindt het hoofddoekenverbod ingang, zo bleek eerder op Sociaal.Net.
Samira: “Het probleem is wijdverspreid. Maar het feit dat het speelt in een omgeving waar aan emancipatie en zelfbeschikking gewerkt wordt, is problematisch. Je zal maar een supergedreven jongere zijn, die ervan droomt om een verschil te maken als sociaal werker. Je wordt al tegengewerkt nog voor je afgestudeerd bent omdat stageplekken je weigeren omwille van de hoofddoek.”
“Al tijdens de opleiding worden onrecht en uitsluiting geïnstalleerd. Hoe rijm je dit met sociaal werkers die onrecht moeten aankaarten? Waarom is het sociaal werk nog vaak zo wit, en zie je weinig verandering? Er wordt veel te weinig ingezet op de stedelijke diversiteit en maatschappelijke context.”
Opvallend: onder dat artikel kwamen veel reacties. Het argument van neutraliteit duikt ook daar op. Net als: we hebben de strijd tegen de katholieke kerk al gevoerd.
Samira: “Weet je wat zo bizar is: veel mensen schijnen te vergeten dat je ook religieus kan zijn zonder hoofddoek. ‘Als we de hoofddoeken wegnemen, verdwijnt het geloof als sneeuw voor de zon!’”
‘Moslims die openlijk voor hun geloof uitkomen, ziet men als een grote bedreiging. Terwijl godsdienstvrijheid in onze grondwet staat.’
Ida: “Het zou oké zijn zolang religie een persoonlijke, onzichtbare zaak blijft. Moslims die openlijk voor hun geloof uitkomen, ziet men als een grote bedreiging. Terwijl godsdienstvrijheid in onze grondwet staat, en aangeeft dat je je geloof wel gezamenlijk en publiek mag beleven.”
Samira: “Soms vragen mensen: maar moeten wij binnenkort dan ook een hoofddoek dragen? Dan denk ik: hoe ben je van zelfbeschikkingsrecht en vrije keuze van vrouwen tot die vraag gekomen? Het pijnlijke is… De vrouwen die overal hun hoofddoek moeten afzetten, zijn het slachtoffer. Maar ze worden als dader neergezet. Het is de verlichte, vrije, tolerante, open westerse samenleving die slachtoffer is van de hoofddoek.”
Hoe staan jullie vandaag in de strijd?
Ida: “Ik stel mezelf altijd de vraag: hebben wij een verschil gemaakt? Het antwoord is ja. Ook al hebben we, op enkele uitzonderingen na, geen hoofddoekverboden kunnen terugdraaien. We hebben gestreden en we hebben een feministische visie ontwikkeld die we kunnen delen.”
‘We moeten ons hoeden voor verlammend pessimisme.’
Samira: “We hebben het onderwerp bespreekbaar gemaakt, we hebben bondgenoten gevonden, we hebben gesensibiliseerd. Maar ik weet evengoed waar we niet in geslaagd zijn.”
De maatschappij lijkt ondertussen niet bepaald zachter te worden?
Samira: “We moeten ons hoeden voor verlammend pessimisme. Of het nu over racisme, seksisme of klimaat gaat: er is verzet. Dat moeten we blijven koesteren.”
“Maar helaas is er ook een overheid die het middenveld wil herschikken. Politici zien het middenveld als verlengde van het beleid. Als uitvoerders die in de pas moeten lopen, omdat ‘zij’ subsidies toekennen. Terwijl het natuurlijk om belastinggeld gaat, om geld van ons allemaal. Activisme is opgezadeld met een negatieve connotatie, terwijl het net gaat over de samenleving democratischer maken…”
Is er voldoende verzet?
Samira: “Te weinig. Organisaties worden handig tegen elkaar uitgespeeld, met subsidies. Een middenveld als watchdog lijkt verleden tijd. Het weinige dat dan nog overblijft, wordt met de grond gelijk gemaakt. Neem het Minderhedenforum: radicaal was dat allerminst, maar zelfs dat laatste restje structurele kritiek was niet langer welkom.”
‘Sociaal werkers worden ingelijfd om mensen te laten meedraaien in een samenleving die neoliberaal, racistisch en seksistisch is.’
“Dat geldt ook voor sociaal werk: we hebben ons blijkbaar neergelegd bij het idee dat we mensen moeten integreren in de maatschappij zoals die nu is. Sociaal werkers worden ingelijfd om mensen te laten meedraaien in een samenleving die neoliberaal, racistisch en seksistisch is.”
Maak dat eens concreet?
Ida: “De vluchthuizen bijvoorbeeld. Bij hun oprichting hadden zij een maatschappelijke analyse die geweld tegen vrouwen als structureel probleem duidde. Vrouwen zijn zeker individuele slachtoffers, die geholpen moeten worden. Maar als het zoveel vrouwen overkomt, is het ook een reuzegroot samenlevingsprobleem. Ondertussen is dat kritische luik verdwenen en blijft vooral het luik individuele hulpverlening over.”
“Een ander voorbeeld van die individualisering: werkloosheid. Waar dat vroeger als een structureel gegeven werd gezien, heeft de individuele verantwoordelijkheid nu de bovenhand. We geven je een opleiding, nu ben je klaar voor de markt, trek uw plan. Een hoofddoekverbod wordt daarbij voorgesteld als een rationele keuze die een vrouw moet maken, als ze aan de slag wil.”
Samira: “Wie hard werkt, komt er. Alle andere hebben er zelf voor gekozen om aan de onderkant te blijven. Professionals leiden mensen toe naar de kansen, ze moeten ze alleen nog grijpen. Structurele ongelijkheden worden onzichtbaar gemaakt, de individuele verantwoordelijkheid staat voorop. Concreet: het enige wat meisjes met een hoofddoek moeten doen om verder te geraken, is de hoofddoek afzetten.”
Ida: (Ironisch) “Er is geen probleem van structureel racisme, alleen een probleem met individuele mensen die hun zogezegde cultuur weigeren op te geven. De rollen worden omgedraaid.”
Reacties [7]
deel 2
Vrijzinnigen hebben gestreden in België om religieuze symbolen en andere symbolen niet toe te laten bij het uitoefenen van een publiekelijke functie, leerkrachten, overheidspersoneel, ambtenaren met een contactfunctie met publiek, en hiernaast dient wordt ook de ruimte gevrijwaard te worden van alle symbolen waar er publiek wordt ontvangen. Dit alles om de neutraliteit van de overheden ten overstaan van de individuen te respecteren.
Wat gaat u er van denken als er iemand van de politie zich aanbiedt met duidelijk een racistisch of anti-moslim speldje op zijn uniform. Mij stoort het al als een oorlogsveteraan met al zijn medailles staat te pronken, en mij moet bedienen in een restaurant. Op zo’n moment sta ik ook op en ga ook naar buiten.
BOEH baas over eigen hoofddoek akkoord maar dan wel wel cliënt en niet als bediener van een officiële functie. Dus een leerling mag een hoofddoek dragen, een moslima mag een hoofddoek dragen als gebruiker van een openbare dienst.
De discussie wordt hier zeer eng gesteld hoor en is al decennia achterhaald hoor.
Er zijn 2 verschillende problemen in het hoofddoeken debat.
Enerzijds zijn er de gebruikers van de openbare dienstverlening. En hier zijn wij zeer duidelijk in. Wij hebben ons nooit verzet tegen het gebruik van religieuze en andere symbolen op publieke plaatsen door de bezoekers en gebruikers van de openbare dienstverlening.
Dus het verbieden van een hoofddoek voor leerlingen is hier niet aan de orde. Dit mag en moet echt wel getolereerd worden. Mijn dochter was er indertijd al over verontwaardigd dat ze in het middelbaar onderwijs geen pet zou mogen dragen.
Maar anderzijds mogen bedienden of leerkrachten van niet-religieuze activiteiten géén hoofddoeken of andere levensovertuigende symbolen dragen zoals daar ook zijn een Vlaamse leeuw speldje, een vrijzinnige speldje etc.… Dus ook poetshulpen etc kunnen dit best achterwege laten, tenzij de kliënten hier geen bezwaar tegen hebben.
deel 1
Ik geef het vak vrijzinnig humanisme op een niet-confessionele school en geloof helemaal niet in neutraliteit op school. In alles wat we doen, stralen we waarden uit: keuze van onze handboeken, hoe we naar school komen, de passie waarmee we over ons vak praten… Je waarden maken je tot mens en erover kunnen praten maken je net een goede leerkracht want zo kan de jongere zich vormen en zelf bepalen wat hij/zij meeneemt. Sommige collega’s zijn bang dat een leerkracht met hoofddoek ook homofobe ideeën zal verkondingen. Als we zo vrijzinnig zijn, waarom laten we ons dan leiden door vooroordelen? Niet iedere moslima is toch pakweg tegen het homohuwelijk? Ik zal jullie boek lezen en hopelijk geeft het me wat meer argumenten om in de leraarskamer de dialoog aan te gaan!
Hoofddoek ok maar niet bij politie of rechtelijke macht. Zie verder wat nu in Iran plaats vindt. Geloven doe je thuis.
Ik ben akkoord om te stellen dat emancipatie niet per se het typische West-Europese loop der geschiedenis moet volgen. De West-Europese ervaring van secularisering is niet het enigste of het beste “leidraad” voor bevrijding. Ik begrijp zelfs de stelling dat de West-Europese secularisering (mis)gebruikt wordt om moslims in de tang te nemen. Dat het elitair, betweterig of paternalistisch aangewend kan worden. Hetzelfde is ook waar voor de verlichting. Het is zelfs frappant om te zien dat de vijanden van de verlichte verwezenlijkingen, diezelfde verlichting gebruiken als stok om te slaan naar minderheidsgroepen. Tot zover ben ik mee met het artikel om deze hypocrisie te doorzien. Maar toch vind ik dat de 2 respondenten in het artikel te rap over secularisering en verlichting stappen. Of zelfs bijna wegzetten. Wie keuzevrijheid en individuele rechten bepleit, is uiteraard niet schatplichtig aan de verlichting, maar … [ruimte om te typen is op]
Ik ben vrijzinnig, en ik kan moeilijk een openbaar teken van religie. appreciëren. Ik keurde trouwens de sexy kleding van
die studenten op school helemaal niet goed. Als vrouwelijke huisarts in een gemeente met veel moslims kon ik sommige vrouwen niet eens deftig onderzoeken omdat ze weigerden hun hoofddoek af te zetten. Zet mij nu maar neer als raciste en ondemocratisch!
Uitgesproken stellingname. De aanwezigheid van BOEH in het maatschappelijke debat zorgt er voor dat wij allen een spiegel voorgehouden worden. Daar moeten we in durven kijken. Dames, niet louter de gewonnen rechtzaken, maar jullie niet aflatende interventies in het publieke domein, maken wel degelijk verschil. Volgens mij meer dan jullie misschien inschatten. Structurele sociale verandering vraagt een lange termijn perspectief. Als we willen dat wetgeving en praktijken veranderen, moeten we in dialoog blijven gaan. In die zin is een spiegel voorhouden sterk maar onvoldoende, we moeten ook verbinden in de strijd voor rechtvaardigheid en gelijkheid. Dat heb ik hier mss wat gemist in dit interview. Het debat is ondertussen zo heet dat je je er alleen nog maar aan kan verbranden. Dat houdt mij al een aantal jaar bezig. Hoe voorbij de polariserende symboolretoriek geraken in publieke communicatie en sociale actie?
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies