Achtergrond

‘Met morrelen aan registratierechten gaan we er niet komen. Onze hele kijk op wonen moet anders’

Geert Schuermans

Meer dan 175.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning en veel verdoken ellende op de private huurmarkt. Ons woonsysteem loopt vast. De impact op mens en maatschappij is gigantisch. Toch is de wooncrisis geen thema in aanloop naar de verkiezingen. Hoe komt dat? En wat zijn oplossingen? Woonexpert Pascal De Decker en opbouwwerker Gilles Guillaume gaan in gesprek.

wooncrisis

© ID / Josefien Tondeleir

Wonen

“Wonen heeft ten onrechte het imago een technisch thema te zijn”, benadrukt professor emeritus Pascal De Decker (KU Leuven) als we hem de vraag voorleggen waarom Vlaanderen zo weinig sociale woningen telt.

‘De wooncrisis is een structureel kenmerk van ons systeem.’

“Achter het hele systeem zit een bepaald wereldbeeld, het gevolg van ideologische keuzes uit het verleden. De forse nadruk op eigenaarschap is terug te brengen naar de tijd dat christendemocraten in Vlaanderen een absolute meerderheid hadden. De nadruk op eigendomsverwerving had als doel de werkende klasse te disciplineren. Wie een huis moet afbetalen, moet werken en kan dus niet op café hangen waar revolutionaire praat verkocht werd.”

Die analyse typeert Pascal De Decker. Telkens neemt hij een stap terug en bekijkt hij een probleem met de kritische blik van een socioloog. Jarenlang was hij verbonden aan de faculteit Architectuur, maar ook na zijn pensioen blijft hij het woonbeleid kritisch volgen.

Naast hem zit Gilles Guillaume. Als opbouwwerker bij SAAMO Gent ziet hij dagelijks wat de wooncrisis in het leven van mensen aanricht. Hij coördineert het project Woonbox dat mensen in een situatie van dak- en thuisloosheid tijdelijk onderdak wil bieden volgens de principes van Housing First.

“Gent heeft als enige stad in Vlaanderen een tweede daklozentelling gedaan. Moedig van het beleid, maar we zien een stijging van 30 procent. Ook bij SAAMO  zien we meer mensen die in de problemen komen. Dat is het gevolg van de stijgende levensduurte. Voor mensen die al in een precaire situatie leefden, was dit de tik om echt in de problemen te komen.”

Kortom: de wooncrisis slaat hard toe.

Pascal: “De problemen, zeker aan de onderkant van de samenleving, zijn enorm. Alleen is dit niet nieuw. Vijf jaar geleden was er een wooncrisis, net als tien jaar geleden… en als we niets fundamenteel veranderen zal dat binnen vijftien jaar nog zo zijn. Kan je dan nog van een crisis spreken?”

‘Moet je wonen via de vrije markt regelen?’

“Ik snap wel waarom dat gebeurt. Als je iets een crisis noemt, wordt het urgent. De media springen erop en politici moeten stelling innemen. Alleen is de wooncrisis een structureel kenmerk van ons systeem.”

Van waar komen die problemen op onze woonmarkt dan?

Pascal: “Het antwoord zit in je vraag. Woon – Markt… Als je wonen dominant via de vrije markt vormgeeft, kom je in de problemen. Eerst en vooral moet je dus de vraag stellen of je wonen, iets dat zo fundamenteel en belangrijk is, wel via een markt wilt regelen.”

De vraag stellen, is ze beantwoorden. Projectontwikkelaars zullen daar anders over denken.

Pascal: “Ik praat wel eens met mensen uit de immowereld. In de wandelgangen geven zij toe dat ongeveer een derde van de bevolking niet bediend kan worden via marktwerking.”

Dat is een grote groep mensen.

Pascal: “Ja, maar opnieuw: dat is een heel stabiel cijfer. In de jaren ’50 van de vorige eeuw waren de bouwgronden spotgoedkoop. Er was een systeem van sociale leningen, maar dé kritische succesfactor was de indexering van de lonen. De lonen stegen terwijl het bedrag dat mensen moesten afbetalen voor hun huis gelijk bleef.”

“Dat duurde tot de jaren ’80, toen ging de hypothecaire rente door het dak. Voor mensen zonder startkapitaal werd het heel moeilijk om een woning te verwerven. Wie ouders had met kapitaal was er beter aan toe. Dat kapitaal wordt tot op de dag van vandaag, generatie op generatie doorgegeven Hierdoor krijg je doorheen de tijd een zuil van dezelfde mensen die een woning kan kopen.”

Pascal De Decker

Pascal De Decker: “Ik praat wel eens met mensen uit de immowereld. In de wandelgangen geven zij toe dat ongeveer een derde van de bevolking niet bediend kan worden via marktwerking.”

© ID / Josefien Tondeleir

De Belg heeft een baksteen in de maag.

Gilles: “We worden opgevoed om huiseigenaar te worden. Lukt dat niet dan bekijken we dat als een vorm van falen. En in zekere zin klopt dat ook. In ons systeem is het bezit van een eigen huis een vorm van zekerheid voor je oude dag. Niet voor niets noemen we het onze vierde pensioenpijler.”

‘Ons woonbeleid is vandaag geen motor van sociale mobiliteit meer, integendeel.’

Pascal: “Vroeger spraken we over de woonladder. Je kon opklimmen en een woning verwerven. Alleen zijn er ondertussen zoveel sporten uitgeslagen dat je niet meer van een ladder kunt spreken. Ons woonbeleid is vandaag geen motor van sociale mobiliteit meer, integendeel. Voor mensen in de werkloosheid of eenoudergezinnen is het vandaag quasi onmogelijk om een eigen huis te kopen.”

We focussen nu op kopen en eigenaarschap, maar er zijn in Vlaanderen ook veel te weinig sociale huurwoningen. 175.000 mensen staan op de wachtlijst.

Pascal: “In meer en betere sociale huisvesting ligt een belangrijk element van de oplossing. Bekende N-VA politici als Liesbeth Homans en Marc Descheemaecker zijn opgegroeid in een sociale woning. Zij zijn het bewijs dat dit systeem een enorme positieve invloed kan hebben op het leven van mensen. Alleen is het nogal cynisch dat een andere N-VA-er die sociale huisvesting doodknijpt. Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele maakt er een sport van om sociale huurders verdacht te maken.”

‘De Vlaamse minister van Wonen knijpt de sociale huisvesting dood.’

Gilles: “We zien de gevolgen van die negatieve beeldvorming heel erg bij mensen waarmee we werken. Zij internaliseren dat culpabiliserende discours. Vroeger waren sociale huurders trots. Vandaag is het bijna verboden om een trotse huurder te zijn want je bent een profiteur. Sommigen willen zelfs geen sociale woning meer aanvragen omdat ze die stempel niet willen. Dat is toch verschrikkelijk.”

Zeg je nu dat mensen zich van het systeem afkeren?

Gilles: “Ja maar dat heeft niet alleen met beeldvorming te maken. De dienstverlening in de sociale huisvesting laat soms te wensen over.”

“Een voorbeeld? Een tijd geleden kwamen de bewoners van een appartementsblok aan de Watersportbaan in Gent thuis. Bleken hun parlofoons ineens vervangen. Door een administratieve fout kwam de brief daarover pas twee dagen later in de bus. Maar dat was nog niet het ergste. Ineens moest iedereen de voordeur openen met zijn smartphone terwijl veel bewoners geen smartphone hebben. Zij moeten nu naar beneden om mensen binnen te laten, terwijl veel van hen slecht te been zijn en de lift in het gebouw geregeld kapot is. Het zijn zo’n stunts die mensen boos maken.”

Wooncrisis

Gilles Guillaume: “Vroeger waren sociale huurders trots. Vandaag is het bijna verboden om een trotse huurder te zijn want je bent een profiteur.”

© ID / Josefien Tondeleir

We zijn precies vergeten dat goed kunnen wonen een grondrecht is.

Gilles: “Inderdaad. Kijk ook naar de beslissling om enkel nog sociale huurcontracten af te sluiten van maximum negen jaar. Hoe kijk je dan naar sociale huisvesting? Een woning is toch per definitie iets voor langere duur. Een vaste woning geeft stabiliteit. Als je iemands woonloopbaan zomaar breekt, moet dat gezin na negen jaar helemaal opnieuw beginnen, met alle gevolgen van dien. De kosten voor de samenleving zijn enorm.”

‘Een vaste woning geeft stabiliteit.’

Pascal: “Hetzelfde voor de boete die sociale huurders moeten betalen als ze te ruim wonen. Dat kan oplopen tot 100 euro per maand. Maar misschien zijn er kleinkinderen waarvoor grootouders zorgen, of is er net een gezinslid gestorven. Daar houdt de overheid geen rekening mee. Mensen moeten maar verhuizen zodra ze een kamer op overschot hebben.”

Meer sociale huisvesting als oplossing, maar de minister van Wonen beweert dat er geen draagvlak is voor meer sociale woningen.

Gilles: “Dat zien we ook in Gent wel eens: protest van een buurt als de stad beslist om er nieuwe sociale woningen neer te zetten. Maar wat wil je? De bevoegde minister benadrukt zelf in zijn communicatie de hele tijd dat het systeem niet deugt en vol zit met fraudeurs. Natuurlijk heb je dan geen draagvlak. Als politicus moet je draagvlak creëren.”

Hoe dan?

Gilles: “Praat over sociale huisvesting als middel om het leven van mensen die het moeilijk hebben terug op de rails te krijgen. Woningnood valt heel vaak samen met andere problemen van mensen: schulden, geen werk, geen wettig verblijf… Een vaste woonplek is de manier om stabiliteit te krijgen en die andere issues aan te pakken.”

“Wij zien veel eenoudergezinnen in de problemen komen. Die hebben per definitie maar één inkomen. Dan heb je weinig of geen speelruimte als er iets fout loopt. Een andere risicogroep, vaak alleenstaand, zijn mensen die lange tijd met hun gezondheid sukkelen, fysiek maar zeker ook mentaal. Veel mensen met een psychische kwetsbaarheid wonen slecht.”

“Vermaatschappelijking heeft ervoor gezorgd dat psychisch kwetsbare personen zo snel mogelijk uit psychiatrische voorzieningen worden geweerd. Zij komen in de onderste woonsegmenten terecht. Dat legt een enorme druk op die sowieso al kwetsbare context. Huisjesmelkerij, discriminatie, abominabele woonkwaliteit, vocht en schimmel… daar zit de echte miserie.”

SAAMO

Gilles Guillaume: “We moeten als sociaal werkers stouter durven zijn.”

© ID / Josefien Tondeleir

Met de Woonbox proberen jullie een antwoord te formuleren op de grote woonnood.

Gilles: “Onze WoonBoxen zijn wooneenheden die eenvoudig en kostenefficiënt te plaatsen op leegstaande terreinen. We willen daarmee aantonen dat een woonbeleid ook anders kan. Maar het is wel die typische reflex van het sociaal werk: we zien een enorme maatschappelijk nood, we signaleren dat aan de overheid maar finaal doet die er niets aan. Gevolg? Wij bedenken allerhande nieuwe modellen om de boel te stutten.”

‘Dé lange termijnoplossing is meer sociale huisvesting.’

“Misschien moeten we ophouden met gaten te vullen die de overheid laat. Grondrechten garanderen is de kerntaak van de overheid. We moeten als sociaal werkers stouter durven zijn. We staken bijvoorbeeld nooit. Als iemand dat voorstelt is de reactie altijd: ‘Ja, maar wat met onze mensen?’ Bovendien hebben we ook snel schrik van onze subsidiërende overheid. Hoewel ik moet toegeven dat de Woonzaak wel een goed voorbeeld is van een stoutere actie.”

Wat vind jij Pascal?

Pascal: “Je moet de focus houden op de lange termijn, maar ondertussen zijn er natuurlijk mensen die vandaag in nood zitten en daar moet je een oplossing voor hebben. SAAMO doet dat zeer goed, al ben ik kritisch voor die innovatieve modelontwikkeling. Dé lange termijnoplossing is er namelijk al: sociale huisvesting. Voor het beleid zijn die nieuwe projecten vaak het gedroomde excuus om niets te doen.”

Gilles: “Het klopt dat de focus op sociale huisvesting moet liggen. Daarom beginnen wij ons verhaal steeds consequent met dat te benoemen. We willen niet als excuus dienen. De stad Gent wil bijvoorbeeld tienduizend sociale woningen bouwen tegen 2050. Een sterk staaltje woonbeleid. Maar je kan mensen die vandaag dakloos zijn niet 25 jaar laten wachten. WoonBox is een goed vangnet tot die huizen er zijn.”

Wooncrisis

Pascal De Decker: “Met nog maar eens morrelen aan de registratierechten gaan we er niet komen. We moeten onze hele kijk op wonen veranderen.”

© ID / Josefien Tondeleir

Iedereen lijkt overtuigd van het nut van die lange termijnoplossing, toch zet de overheid amper stappen.

Pascal: “Ik begrijp het oprecht niet. Maar misschien heeft dat toch te maken met de functionalistische kijk op armoede? Die theorie zegt dat het instandhouden van armoede een maatschappelijk functie heeft. Armoede zorgt voor werk voor hoogopgeleiden. Armoede zorgt voor een reservoir aan goedkope arbeidskrachten. Armoede dient als waarschuwing voor mensen die zich niet gedragen.”

Datzelfde denken duikt ook elders op. Sociale huurders moeten aan steeds meer voorwaarden voldoen, de controle is enorm. Op de private huurmarkt is die controle er veel minder.

Gilles: “Helemaal juist. Sociale huurders worden hard aangepakt, men schakelt zelfs private detectivebureaus in. Ook de private huurmarkt is gereglementeerd maar de controle is er een pak minder. Als wij vragen naar meer handhaving op de private hurmarkt, we zien elke dag welke miserie zich daar afspeelt, dan is er ineens geen geld voor controles. Zaken als praktijktesten tegen discriminatie zijn dan ineens overdreven.”

‘We moeten nieuwe sociale woningen bouwen zodat de krotten waar mensen nu wonen afgebroken kunnen worden.’

Pascal: “Handhaving en controle op de private woonmarkt zou een evidentie moeten zijn. Maar er is meer nodig: we moeten bouwen om te kunnen afbreken. We moeten nieuwe sociale woningen bouwen zodat de krotten waar mensen nu wonen afgekeurd en afgebroken kunnen worden.”

Dat vraagt om een gigantische investering.

Pascal: “Ja, en ik ga nog verder. Ons fout ruimtelijke ordeningsbeleid heeft ervoor gezorgd dat veel woningen op een foute plek staan. Veel ouderen wonen in veel te grote huizen, in dorpen waar geen bakker of postkantoor meer is, waar de banken sluiten en het openbaar vervoer weggesaneerd wordt. Dat is het recept voor vereenzaming. Ook voor die groep mensen moeten we kleinere woningen bouwen, in stadskernen dichtbij een station waar ook winkels, scholen en cultuurhuizen zijn.”

“En kijk niet alleen naar het kostenplaatje. Het levert ook enorme tewerkstellingskansen op. Alleen moet je ambitieus willen zijn. Met nog maar eens morrelen aan de registratierechten gaan we er niet komen. We moeten onze hele kijk op wonen veranderen.”

Reacties [1]

  • Patrick Nelissen

    Ik ga volledig akkoord met jullie visie. Maar de misbruikers moeten wel aangepakt worden, desnoods moet men de wetgeving hierover aanpassen. Het kan toch niet zijn dat men de niet gedomicilieerden die er toch constant wonen niet kan bestraffen omdat er geen bewijzen zijn, enkel getuigenissen van buren maar die tellen niet als bewijs. Er is ook een percentage bewoners die officieel een laag inkomen hebben, maar als je ziet welke auto’s (MEERVOUD) er voor de deur staan. Kortom de echte profiteurs en die zijn er heel zeker moeten worden aangepakt. Dan pas zal men (de gewone man) anders kijken naar de sociale huurders.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.