Voorbij de crisis
Het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (Fedasil) werd van januari tot oktober vorig jaar al bijna 4.500 keer veroordeeld omdat het asielzoekers geen opvang gaf. Door een gebrek aan opvangplekken slapen asielzoekers, onder wie ook gezinnen en minderjarigen, noodgedwongen op straat. Het Ministerie van Defensie kreeg toen de taak om tegen het jaareinde zo’n 1.500 extra opvangplaatsen te vinden.
‘In welke mate krijgen asielzoekers ruimte om hier een thuisgevoel te ontwikkelen?’
Toch mag het debat over het asielbeleid niet stoppen als die extra opvangplaatsen er zijn. In plaats van een crisisbeleid te voeren, moet ons land een humane opvang bieden aan mensen die internationale bescherming vragen. De vraag in welke mate asielzoekers ook ruimte krijgen om hier een thuisgevoel te ontwikkelen, verdient een plaats in dit debat.
Familiariteit, veiligheid, controle
Iedereen geeft een eigen invulling aan ‘thuis’. Veel mensen verwijzen naar het vertoeven in een vertrouwde woning of omgeving. Over het algemeen roept ‘thuis’ positieve gevoelens op, zoals een plaats die een veilige haven biedt waar men rust vindt en zichzelf kan zijn.
De Italiaanse socioloog Paolo Boccagni ontwikkelde een theoretisch kader over thuis en thuisgevoelens. Hij formuleert drie basisvoorwaarden om zich ergens thuis te kunnen voelen. De eerste voorwaarde is familiariteit of het je vertrouwd voelen met de plek waar je woont. Daarnaast is ook veiligheid noodzakelijk, het gevoel dat je integriteit beschermd is. De laatste voorwaarde is controle: de mogelijkheid hebben om een plaats te gebruiken volgens je noden en wensen, zonder inmenging van buitenaf. Pas wanneer deze drie voorwaarden vervuld zijn, kan je je thuis voelen op de plek waar je verblijft, stelt Boccagni.
Vast of mobiel
Door te migreren, laat je je thuis achter. Thuis wordt vaak omschreven als een plaats die letterlijk en figuurlijk vastligt. Dit houdt dan in dat een echte thuis creëren na migratie onmogelijk is.
‘Thuisgevoel is een belangrijk thema in het asiel- en integratiebeleid.’
Toch kan je ook een meer mobiele invulling geven aan ‘thuis’. Hierin kan een thuiservaring ook verplaatst worden in de tijd en ruimte. Het thuisgevoel reist met je mee, je kan je op meerdere plekken thuis voelen.
Deze mobiele invulling laat toe om na te gaan hoe nieuwkomers in België een thuisgevoel ontwikkelen en welke drempels en kansen zij hierbij ervaren. Vanuit die optiek is het evident om het thuisgevoel als belangrijk thema naar voren te schuiven in het asiel- en integratiebeleid.
Thuisgevoel in België
Hoe beleven mensen die hun thuisland onvrijwillig of gedwongen verlieten de ontwikkeling van een thuisgevoel in België, of zoals Boccagni het zou noemen: ‘home-making’?
In het kader van twee masterproeven interviewden we hierover dertien mensen.Beullens, J. (2022), Als je in oorlog woont, voel je niet meer dat je thuis bent. Hoe vrouwen die hun land gedwongen ontvluchtten een thuis opbouwen in België, Universiteit Gent, masterproef Gender en Diversiteit; Van Ransbeeck, T. (2022), Een kwalitatieve studie over home-making bij verzoekers om internationale bescherming in het Klein Kasteeltje te Brussel, Universiteit Antwerpen, masterproef Sociologie.De eerste groep bestond uit zeven migranten in het begin van hun asieltraject: ze verbleven in het aanmeldcentrum Klein Kasteeltje in Brussel, in afwachting van een plaats in een ander opvangcentrum. De tweede groep, zes vrouwen, hadden collectieve opvang al achter de rug en woonden als erkende vluchtelingen met hun gezin in een eigen huurwoning.
Home-making in een aanmeldcentrum
Vluchtelingen die in België aankomen, moeten zich zo snel mogelijk aanmelden om hun verzoek om internationale bescherming op te starten. Momenteel zijn er twee aanmeldcentra, het Klein Kasteeltje en een tijdelijk aanmeldcentrum voor Oekraïners. In theorie worden ze na korte tijd, ongeveer een week, doorverwezen naar een ander opvangcentrum. In de praktijk verblijven sommige verzoekers veel langer in het aanmeldcentrum omwille van de overbelasting van het opvangnetwerk.
Deze mismatch tussen de verwachte en de werkelijke verblijfsperiode heeft invloed op de mogelijkheden tot home-making. Ruimte en dagbesteding die afgestemd zijn op kort verblijf, zijn geen geschikte voedingsbodem voor dat gevoel.
Weinig privacy en autonomie
Mensen die aankomen in het Klein Kasteeltje krijgen een, veelal gedeelde, slaapruimte toegewezen. Gezinnen en kwetsbare personen hebben wat meer privacy: zij hebben een schuifslot op de deur van hun kamer. De anderen krijgen een persoonlijke ‘cel’ toegewezen in een gemeenschappelijke kamer. Gemiddeld telt zo’n kamer een twaalftal cellen, die elk bestaan uit drie kartonnen muren en een gordijn als toegang tot de ruimte. Iedere cel bevat een bed, een locker en een tafeltje.
De beperkte omvang van de cel maakt het moeilijk om de leefruimte aan te passen naar de eigen normen van comfort en huiselijkheid. Sommigen proberen toch privacy en veiligheid te creëren door hun metalen locker achter het gordijn te plaatsen als geïmproviseerde deur.
‘Door foto’s van familieleden op te hangen in hun cel, geven bewoners van het Klein Kasteeltje een persoonlijke kleur aan hun leefomgeving.’
Ook op andere vlakken hebben bewoners van het Klein Kasteeltje weinig autonomie. Wat ze eten, welke activiteiten ze kunnen ondernemen, hoe lang ze blijven en waar hun volgende verblijfplaats zal zijn, ligt grotendeels in handen van anderen.
Het kleine handelen
Deze leefomstandigheden zijn grotendeels te verklaren door de botsing tussen de opzet van het aanmeldcentrum – het bieden van een verblijfplaats voor de eerste dagen na aanmelding – en de realiteit van lange verblijfsperiodes.
Toch ontwikkelen bewoners strategieën om een vorm van thuisgevoel op te bouwen. Dit uit zich vaak in vormen van ‘klein handelen’. Door foto’s van familieleden op te hangen in hun cel, bijvoorbeeld. Of door een boodschap achter te laten op de muren van het centrum. Zo geven bewoners een persoonlijke kleur aan hun leefomgeving.
Weg uit het aanmeldcentrum
In gemeenschappelijke ruimtes, zoals de binnenkoer of de gangen van het gebouw, wordt er stevig gebeld naar het thuisfront. Het contact met vrienden of familie gaat de verveling tegen en tegelijkertijd blijft men zo op de hoogte van wat er zich afspeelt buiten het centrum.
‘Bewoners ontwikkelen strategieën om een thuisgevoel op te bouwen.’
Toch zijn deze langeafstandsrelaties vaak onvoldoende om een volwaardig thuisgevoel te kunnen ontwikkelen. Sommige bewoners proberen dan ook zoveel mogelijk te ontsnappen aan het leven in het aanmeldcentrum.
Ze logeren bijvoorbeeld bij vrienden of kennissen, ook al betekent dit een urenlange en dure bus- of treinrit. Buiten de muren van het aanmeldcentrum zijn de mogelijkheden om een thuisgevoel te ontwikkelen veel groter.
Home-making in een eigen woonst
De woon- en leefsituatie van erkende vluchtelingen in een eigen woonst is heel anders dan in een opvangcentrum: ze hebben meer autonomie en privacy. Toch resulteert dit niet automatisch in een thuisgevoel. Dat bevestigen de zes vrouwen die we interviewden.
‘Een thuis opbouwen, blijft een proces met vele drempels.’
Hun verzoek om internationale bescherming werd positief beantwoord en ze werden erkend als vluchteling. Dat impliceert dat zij de opvangstructuur moeten verlaten, idealiter naar een woning voor zichzelf en hun gezin.
Met de gigantische wachtrijen op de sociale huurmarkt gaat deze stap gepaard met heel wat instabiliteit en veranderingen. Een woning vinden, is niet evident. Ook als er wel een woning gevonden wordt, blijft een thuis opbouwen een proces met vele drempels.
De vrouwen die we interviewden, wonen met hun gezin in een sociale huurwoning. Hoelang ze er kunnen blijven, is onbekend. De tijdelijkheid van hun verblijf in de woning belet hen om zich hun woning volledig eigen te maken. Zo is de inrichting vaak beperkt als manier om zich niet te hechten aan de plek en snel te kunnen verhuizen als dat nodig is.
Onderweg met het tapijt
Toch gebruiken deze vrouwen de inrichting van hun huis ook als deel van home-making. Vaak draait dit om specifieke voorwerpen die een symbolische waarde hebben. Zo vertelde een van de vrouwen over de symboliek van haar tapijt. Toen haar gezin aankwam in België, was dat een van de eerste dingen die ze zich aanschafte. Voor haar staat het symbool voor een betere toekomst. Het tapijt reist letterlijk en figuurlijk mee naar veiligere tijden.
Ook door maaltijden uit hun vorige thuisland klaar te maken, bouwen vrouwen een thuis. Vertrouwde geuren en smaken helpen om herinneringen aan een vorige thuis op te halen, en die te verbinden met hun huidige thuis. Ook hier herkennen we vormen van ‘klein handelen’.
Ook buiten de eigen woning
Het proces van home-making vindt ook buiten de muren van de eigen woning plaats. Het uitbouwen van een sociaal netwerk is hierbij belangrijk. Hier gaat het niet altijd om mensen met dezelfde cultuur of die dezelfde taal spreken, maar ook om mensen met een gelijkaardig gedachtegoed of mensen die een vangnet vormen in goede en slechte tijden.
‘Hoe kan je je thuis voelen in een land dat je uitsluit?’
Door een netwerk uit te bouwen, de taal te leren, werk te vinden en hun kinderen bij te staan in hun opleiding en taalontwikkeling, bouwen deze vrouwen aan een thuis en toekomst voor zichzelf en hun gezin.
Tegelijk belemmeren maatschappelijke tendensen hun thuisgevoelens. De vrouwen benoemden welke drempels ze in hun dagelijkse leven tegenkwamen. Racisme en discriminatie kwamen veelvuldig aan bod, maar ook een gebrek aan diverssensitieve hulpverlening, een rechtssysteem dat geen uitzonderingen maakt op vlak van anderstaligheid en openbaar vervoer dat passagiers uitsluit omwille van het dragen van religieuze tekens. “Hoe kan je je thuis voelen in een land dat je uitsluit?”, is een vraag die meermaals opduikt.
Hulpverlening met aandacht voor ‘thuis’
Home-making is geen eenvoudig proces. Het traject van vluchtelingen wordt gekenmerkt door onzekerheid, controleverlies en radicale aanpassingen. Dit stelt het proces van home-making op de proef, zowel in collectieve opvangcentra als in eigen woonst.
Toch is ‘thuis’ een toegankelijk gespreksonderwerp. Het bevragen van thuisgevoelens kan ook bij hulpverlening waardevol zijn. Het creëert openheid om verschillende aspecten van iemands leven te ontrafelen. Het kan gaan van de inrichting van de woning en mooie herinneringen met familie en vrienden, tot identiteitsvorming en confrontaties met vormen van discriminatie. Hun ervaringen doen ons stilstaan bij wat ‘thuis’ kan inhouden en welke noden en moeilijkheden er gepaard gaan met het home-making proces.
Je thuis voelen gaat over geborgenheid, veiligheid en controle over je eigen situatie. Deze behoeften zijn universeel en vormen een essentieel onderdeel van een menswaardig leven. Een asiel- en integratiebeleid dat hierop bewust inzet, maakt een groot verschil. Alleen zo worden de positieve gevoelens en ervaringen die thuis oproept bij velen ook voor mensen op de vlucht een realiteit.
Reacties [2]
Wat is thuisgevoel? Als je als Belg, geen thuisgevoel meer hebt, hoe wil je dat een niet Belg dat hier dan vind? Het beleid van België is één grote klucht, opvangen zonder plaats te hebben, niet Belgen die hier het geluk zoeken door misdaden te plegen en de natte vinger werking van justitie. Dan gaat de Belg anders gaan kijken naar migratie en oordeelt of veroordeeld naar hun eigen veiligheidsgevoel en geldbeugel. Als een Belg in de kou blijft staan en amper geholpen wordt, kijk je met argus ogen naar het budget dat wordt vrijgemaakt voor migratie. En dat deze laatste dweilt met de kraan open en heel veel geld kost. Daardoor krijg je als niet Belg het gevoel, niet welkom te zijn, terecht of niet laat ik in het midden.
Het beleid van ons land is verantwoordelijk voor zijn eigen gecreëerde chaos, op alle departemeten! En dat resulteert in een mentaliteitswijziging, van ieder voor zich, met alle gevolgen.
Jean die mensen werken, ook hard zelfs. Ik ben Belg en werkloos op dit ogenblik. Een loopbaan of de daad “werken” is wat levenmogelijkheid voor jou en de dierbare naast uzelf. Met geen enkel werkend hand draaid de wereld gewoon niet. Ik sta mijn plaats met een gunstig gevoel af aan zij die werken. Dit land heeft vele mogelijkheden wanneer iedereen zichzelf eens voor de spiegel plaatst en dan de correcte domeinen de specifieke aandacht schenken deze zij vereisen.
Met beleefde groeten
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Dikke Freddy aan Marc Coucke, een mens met geldproblemen
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies