Identiteit
Bijna één op vijf meisjes tussen twaalf en zeventien jaar loopt risico op een eetstoornis zoals anorexia nervosa, boulimia nervosa of binge eating disorder. Dat blijkt uit cijfers van Sciensano. Hoewel het aantal eetstoornissen al decennialang stijgt, zorgde de coronacrisis voor een extra toename, vooral bij jonge mensen. Toch kan iedereen, ongeacht zijn leeftijd, eetproblemen krijgen.
“Het risico op verstoord eetgedrag neemt toe in transitieperiodes”, vertelt An Vandeputte. “Tieners en adolescenten zitten in zo’n transitieperiode. Hun uiterlijk verandert, ze moeten leren omgaan met nieuwe emoties, zoeken een plek in de wereld en vormen hun identiteit. Dat is soms moeilijk en vaak verwarrend. Hetzelfde geldt voor prille ouders of ouders die hun kinderen zien uitvliegen. Ook dan zoeken mensen houvast en een nieuwe structuur, ook dan ben je kwetsbaarder.”
‘Steeds meer mensen worstelen met verstoord eetgedrag.’
Vandeputte is psycholoog en directeur van Eetexpert. Zowel hulpverleners als burgers kunnen in dit kenniscentrum terecht voor hulp of informatie rond eet- en gewichtsproblemen. Eetexpert ijvert voor een gezonde groeibasis ter preventie van deze problemen. Zo legt het kenniscentrum veel nadruk op onder andere goede eet- en beweeggewoontes, een positieve lichaamsbeleving, emotieregulatie en goede slaapgewoonten.
“Sociale professionals en eerstelijnswerkers kunnen op al deze vlakken een belangrijke rol spelen”, aldus Vandeputte. “Ze zijn uitstekende groeicoaches, en goed geplaatst om eetproblemen vroegtijdig op te merken.”
Wat is het verschil tussen een eetprobleem en een eetstoornis?
Vandeputte: “Een eetprobleem of ‘haperend eten’ is een tijdelijke verandering in je eetgedrag. Denk aan een peuter die plots groenten weigert of een zeventienjarige die enkele dagen bijna niets eet omdat zijn relatie stukliep. Andere mensen experimenteren met dieettrends zoals het ketodieet of intermittent fasting. Dat is niet per se verkeerd, zolang het niet dwangmatig wordt.”
“Vaak gaan periodes van haperend eten vanzelf weer over. Als dat niet zo is, en iemands eetgedrag heeft impact op andere levensdomeinen, spreken we van een stoornis. Denk aan een jongere die obsessief calorieën telt, minder energie heeft voor zijn studies, sociale contacten of een sportieve hobby en zich ontevreden voelt over zijn lichaam. Soms gaan jongeren net extreem veel sporten om calorieën te verbranden, terwijl ze steeds minder eten. Ook dat beïnvloedt meestal andere levensdomeinen.”
“Eetbuien en emotioneel eten komen vaker voor dan extreme magerzucht. Al kunnen beiden ook in elkaars verlengde liggen. Als je een tijdje obsessief op je voeding en gewicht let, geeft je lichaam signalen om extra te eten. Dat verklaart waarom een periode van eetbuien soms volgt op een periode van doorgedreven vasten.”
Kan je een onderscheid maken tussen jongens en meisjes?
“Over het algemeen streven meisjes vaker naar een slank lichaam, terwijl jongens een gespierd lichaam willen. Dat hangt samen met de lichaamsbeelden die onze westerse samenleving promoot. Jongeren in identiteitsontwikkeling zijn gevoelig voor slanke of gespierde lichaamsidealen, ook al zijn ze onrealistisch. Beide idealen kunnen aanleiding geven tot lichaamsontevredenheid en een streng dieet.”
‘Jongeren in identiteitsontwikkeling zijn gevoelig voor slanke of gespierde lichaamsidealen.’
“Slank of gespierd zouden geen doelen op zich mogen zijn. Je goed in je vel voelen wel. Dat laatste is wat we promoten bij Eetexpert. Gevarieerd eten en voldoende beweging zijn belangrijke onderdelen van goede zelfzorg. Ze helpen je groeien en je goed te voelen zoals je bent. Je hebt mensen in alle vormen en dat is prima zo. Die boodschap moeten we collectief uitdragen.”

“Slank of gespierd zouden geen doelen op zich mogen zijn. Je goed in je vel voelen wel. Je hebt mensen in alle vormen en dat is prima zo. Die boodschap moeten we collectief uitdragen.”
© Unsplash / Yunus Tug
Waarom leidde corona tot meer eetstoornissen?
“Corona zette jonge mensen voor langere periodes thuis. Wie plots minder sociale contacten of structuur heeft, zoekt elders houvast. Sommigen vonden die houvast in een nieuwe hobby of wandelen, anderen begonnen intensief te sporten of gingen bepaalde diëten uittesten. Corona leidde tot onregelmatige eetpatronen en minder vaste routines. Die combinatie van factoren vergroot de kans op ontsporend eet- en beweeggedrag.”
“Sociale media spelen een versterkende rol. Influencers promoten te vaak onrealistische lichaamsbeelden. Je ziet hen speciale diëten volgen, excessief fitnessen, enzovoort. Het zijn figuren waarnaar veel jongeren opkijken. Ze willen dezelfde slanke of gespierde buik als hun digitale idool. Maar vaak zit hun lichaam zo niet in elkaar. Elk lichaam en elke levensfase vereist een andere eet- en beweegportie.”
“Tijdens corona waren sociale media een veilige manier om in contact te blijven met anderen en de wereld. Opnieuw: op zichzelf is dat niet verkeerd. Helaas weten we dat jongeren die veel sociale media gebruiken ook veel geconfronteerd worden met onrealistische ideaalbeelden. Dat verhoogt de druk om eraan te voldoen. De meeste jongeren zijn vaardig in het gebruik van sociale media maar begrijpen niet welke emotionele en cognitieve impact ze kunnen hebben. Digitale geletterdheid is belangrijk. We ontwikkelden hier materialen rond voor welzijnswerkers.”
‘Elk lichaam en elke levensfase vereist een andere eet- en beweegportie.’
“Uiteraard krijgt niet iedereen die tijd doorbrengt op sociale media een eetprobleem. Aanleg, je sociale of psychische weerbaarheid en je omgeving spelen een minstens even belangrijke rol. Als je slecht in je vel zit, maar je vindt steun bij je ouders of een betrokken leerkracht, ben je beter beschermd dan iemand zonder steunfiguren.”
Hoe pakken we eetstoornissen aan?
“Door het gezonde, weerbare deel van jongeren te versterken en in te zetten op beschermende factoren. We bundelen die in ons ‘ALLES-model’. Elke letter staat voor een groeidomein; een essentiële vaardigheid of attitude voor gezonde groei, zowel lichamelijk als mentaal.”
“De A van afwisselend eten verwijst naar de versterking van eetcompetenties, ingedeeld volgens de vier G’s: gevarieerd, gestructureerd, genietend en genoeg. Probeer gevarieerd en op vaste momenten te eten, samen met anderen. Geniet van je eten en zorg dat je genoeg eet, zodat je je honger kan overbruggen tot de volgende maaltijd. De Voedingsdriehoek is hierin een handig kompas.”
“De L verwijst naar een gezonde portie lichaamsbeweging. Belangrijker dan wat je precies doet, is de reden waarom je het doet. Bewegen moet in de eerste plaats plezierig zijn, geen manier om calorieën te verbranden of controle te krijgen over je gewicht. Help jongeren een activiteit te kiezen die ze leuk vinden. Dat kan ook wandelen of tuinieren zijn. Bewegen is geen kwestie van alles of niets. Neem de trap in plaats van de lift, ga met de fiets naar school in plaats van de bus. Probeer doorheen de dag actief te blijven.”
‘Focus op wat je lichaam voor je doet, niet op hoe het eruitziet.’
“Een derde beschermende factor is lichaamstevredenheid. In een samenleving waar slanke en gespierde lichaamsbeelden de boventoon voeren, heb je nood aan ouders, leerkrachten en jeugdleiders die elk lichaamstype omarmen. Focus op wat je lichaam voor je doet, niet op hoe het eruitziet. Opmerkingen over iemands gewicht of uiterlijk zijn daarbij uit den boze. Elke vorm kan en mag er zijn.”
“Tot slot zijn de E van emotieregulatie en de S van slaap erg belangrijk. Beiden hangen ook samen. Te weinig slaap voedt negatieve emoties en een ongezonde verhouding tot eten. Leer jongeren hun emoties herkennen en toelaten. Te weinig of te veel eten kan een poging zijn om grip te houden op lastige emoties en gevoelens. Plaats daar gezonde copingmechanismen tegenover. Onderzoek samen hoe ze op een gezonde manier met hun emoties kunnen omgaan. Bijvoorbeeld via sociale contacten, een leuke hobby of wat tijd voor jezelf.”

“Bewegen moet in de eerste plaats plezierig zijn, geen manier om calorieën te verbranden of controle te krijgen over je gewicht. Help jongeren een activiteit te kiezen die ze leuk vinden.”
© Unsplash / Eduardo Muniz
Wat kunnen sociale professionals doen?
“Ze spelen een cruciale rol in preventie, signalering en vroegdetectie. Eetexpert ontwikkelde verschillende hulpmiddelen op hun maat. Onze tools helpen eerstelijnswerkers, jeugdwerkers of leerkrachten bij het vroegtijdig versterken, begeleiden en inschatten. Zo kan je letten op enkele alarmsignalen.”
“Denk aan drastische veranderingen in eetgewoontes of jongeren die zich sociaal terugtrekken tijdens eetmomenten. Wees opmerkzaam als jongeren calorieën tellen of veel aandacht besteden aan hun gewicht en lichaam. Ook regelmatige toiletbezoeken direct na het eten kunnen een signaal zijn. Net zoals de neiging om zeer intensief of obsessief te sporten.”
Jullie ontwikkelden een verkeerslichtensysteem voor eerstelijnswerkers.
“Jongeren in de groene zone doorlopen zelfstandig een gezond groeitraject. Ze hebben een goede slaaphygiëne, kunnen hun emoties toelaten en hanteren, eten en bewegen evenwichtig en zijn lichaamstevreden. Deze groep vraagt geen uitgebreide opvolging of screening.”
“Dat verandert in de oranje en zeker in de rode zone. Hier haperen jongeren. Je kan letten op te weinig, te selectief of te veel eten, ongepast beweeggedrag, psychische problemen en een negatief zelf- of lichaamsbeeld. Vaak missen deze jongeren steunfiguren die hen leren om met emoties om te gaan.”
‘Vaak missen deze jongeren steunfiguren die hen leren om met emoties om te gaan.’
“Onevenwichtig eten, overmatig bewegen, een lage zelfwaardering en een weinig helpende omgeving kunnen ertoe leiden dat gewichtscontrole iemands volledige denken en doen overneemt. Neem bijvoorbeeld een zoekende jongere die nauwlettend calorieën telt en zich na een maaltijd terugtrekt om intensief te sporten. Stel je dat vast, dan verwijs je best door naar professionele hulp.”
Hoe vermijd je dat een eetprobleem evolueert tot een eetstoornis?
“Ga zonder oordeel in gesprek met jongeren en verken wat wel en nog niet helemaal goed gaat. Zitten ze goed in hun vel? Hoe zien ze zichzelf? Wat houdt hen bezig? Hebben ze vrienden of andere steunpunten waarop ze kunnen terugvallen bij moeilijkheden? Vanuit die vragen kan je samen bouwen aan wat ze nodig hebben. Afwisselend eten, leuk bewegen, lief zijn voor jezelf, emoties hanteren en slaap vormen de basis.”
“Leer jongeren aanvoelen wat ze lichamelijk nodig hebben. Na een uur intensief dansen zal je meer honger hebben dan anders, en heb je rust nodig. Omgekeerd kan een dag met weinig fysieke activiteit tot minder eetlust leiden. Die noden aanvoelen en er gepast op reageren is een belangrijke vaardigheid.”
‘Lief zijn voor jezelf zit in de waardering voor wat je allemaal kan doen met je lichaam en in de aanvaarding van wat minder perfect is.’
“Een positief lichaamsbeeld en emotieregulatie zijn twee belangrijke hulpbronnen van gezonde groei. Welzijnswerkers zijn goed geplaatst om die hulpbronnen versterken. Lief zijn voor jezelf zit in de waardering voor wat je allemaal kan doen met je lichaam en in de aanvaarding van wat minder perfect is.”
“Elk lichaam is uniek en verdient waardering. Dat betekent imperfecties leren aanvaarden en jezelf niet verliezen in de vergelijking met anderen. Zorg dragen voor jezelf heeft een lichamelijke, psychologische en sociale component. Jezelf verwennen en stralen bij wat goed gaat, horen daar ook bij. Net zoals een kritische kijk op lichaamsbeelden en sociale media.”
“Vaak gaan transitieperiodes gepaard met intense emoties. Een zestienjarige jongen of prille ouder zal zich soms helemaal verloren voelen. Die gevoelens zijn oké. Groei zonder ongemak bestaat niet. De vraag is hoe je daarmee omgaat. Jezelf kennen en zelfzorg zijn belangrijk. Kan je wat je voelt benoemen naar jezelf en anderen? En wat helpt jou op die moeilijke momenten? Een gesprek? De jeugdbeweging? Een creatieve activiteit waarin je even kan verdwijnen?”
Hoe kijk jij naar de bodypositivitybeweging?
“Zo’n initiatief brengt meer diversiteit in lichaamsbeelden. Een goede zaak. Anderzijds blijft body positivity focussen op uiterlijk in plaats van op wat je lichaam nodig heeft. Zoals ik eerder zei: elk lichaam ziet er anders uit, en dat is oké. Eigenlijk mist body positivity een beetje het punt: echte schoonheid zit vanbinnen.”
‘Body positivity mist een beetje het punt: echte schoonheid zit vanbinnen.’
“Behalve sociale media bepalen ook klassieke media wat we mooi vinden en hoe we kijken naar voeding, gewicht en eetstoornissen. Beeldmateriaal beïnvloedt de lichaamsbeelden die we promoten en het taboe op eetstoornissen. Kies daarom foto’s die diverse lichaamstypes tonen. Vermijd bij berichtgeving over eetproblemen stereotype beelden zoals heel dunne of heel zwaarlijvige mensen.”
Hoe je communiceert heeft een grote impact?
“Wie groei-ondersteunend communiceert, geeft jongeren ongemerkt een duw in de rug. Bewoordingen als ‘shockerend gewichtsverlies’ of ‘anorexiapatiënt’ helpen geen enkele jongere vooruit en bemoeilijken een open gesprek. Spreek liever over wat de jongere al goed doet en waarin hij kan groeien. En stel voor om daarbij te helpen.”
‘Spreek over wat de jongere al goed doet.’
“Focus tot slot niet op ‘probleemgedrag’. Communiceer geen details over gewichtsverlies of calorieën om imitatiegedrag te voorkomen, maar beklemtoon wat helpt groeien. Moedig aan om professionele hulp te zoeken als extra ondersteuning nodig is, maar toon begrip als dat nog moeilijk ligt. Als tussenstap kan je de jongere linken met ervaringsdeskundigen.”
“Uit het verhaal van ervaringsdeskundigen kunnen jongeren hoop putten en alsnog de stap zetten naar hulp. Als scholen, ouders, sportclubs en sociale professionals dezelfde groei-ondersteunende boodschap uitdragen, zijn hulp en herstel zeker mogelijk.”
Reacties [1]
Ik zou spreken over her ‘mager’ ideaalbeeld (slank klinkt te positief)