Achtergrond

Opgroeien in een vluchtelingengezin: ‘Ik ben de ouder van mijn ouders’

Emily Debaes

Als puber opgroeien in een vluchtelingengezin is niet gemakkelijk. Jongeren nemen verschillende taken en verantwoordelijkheden op. Emily Debaes vroeg voor haar masterproef aan zestien jongeren hoe ze dat ervaren: “Vroeger was ik een voetbalspeler, maar nu heb ik daar geen tijd meer voor.”

© ID / Fred Debrock

Vlucht vol stress

Vooraleer gezinnen op de vlucht aankomen in het gastland, krijgen ze heel wat stress te verwerken.

In hun thuisland leefden veel vluchtelingen in armoede, vaak waren ze er ook getuige of slachtoffer van geweld. Voor hun vlucht moeten ze afscheid nemen van familie, tijdens de vlucht botsen ze op mensensmokkelaars, levensbedreigende omstandigheden of mensonwaardige praktijken zoals detentie in transitlanden.

‘Deze adolescenten moeten meer hooi op de vork nemen dan veel leeftijdsgenoten.’

Eens die vlucht achter de rug is, blijven er onzekerheden en zorgen. Vooral adolescente kinderen hebben het moeilijk. Na alles wat ouders hebben moeten achterlaten, hebben ze nu hoge verwachtingen voor de toekomst. De kinderen moeten niet alleen goed presteren op school, maar ook veel verantwoordelijkheid dragen binnen het gezin.

Voor mijn masterproef Sociaal Werk (UGent) sprak ik met zestien jongeren die naar België gevlucht zijn en hier met hun gezin wonen. Ze vertelden voluit over de verschillende taken die ze in hun gezin opnemen.

Mee naar de bank

Omdat kinderen het Nederlands vaak sneller onder de knie hebben dan hun ouders, zijn ze een cruciale schakel tussen het gezin en de samenleving. Om vlot te kunnen communiceren, vergezellen jongeren hun ouders naar de bank, school, ziekenhuis en mutualiteit. Ze vertellen hun ouders wat er in brieven staat en maken afspraken met allerlei diensten.

Doorheen dat vertaalwerk, moeten deze jongeren hun ouders ook uitleggen hoe onze Westerse samenleving functioneert. Kinderen tonen ouders hoe je de bus neemt, in de supermarkt het varkensvlees herkent of bij de bakker digitaal betaalt.

Al die vertaal-, communicatie en bemiddelingsopdrachten vragen veel tijd en energie van jongeren.

Geld verdienen

Ook materieel proberen deze jonge mensen hun steentje bij te dragen. Vijf van de jongeren vertellen dat ze het gezinsinkomen mee opkrikken, bijvoorbeeld met een studentenjob: “Als ik werk, is dat voor het hele gezin. Iets dat in mijn portefeuille gaat, is ook bestemd voor mijn ouders, broers en zussen.”

‘Als ik werk, is dat voor het hele gezin.’

Dit persoonlijk budget wordt niet alleen gedeeld met de naaste familieleden, ook wie nog in het buitenland woont, krijgt regelmatig geld toegestuurd.

Niet culturaliseren

Deze adolescenten moeten meer hooi op de vork nemen dan veel leeftijdsgenoten. Toch mogen we die extra taken en verantwoordelijkheden niet enkel toeschrijven aan het feit dat het vluchtelingenfamilies zijn met een eigen cultuur en geschiedenis.

Een voorbeeld: het bieden van steun aan broers of zussen is een universeel gegeven in elke gezinsdynamiek. Als ouders na de schooluren afwezig zijn, zullen veel oudere broers of zussen inspringen als oppas, bij de huiswerkbegeleiding of het bereiden van de maaltijd.

Ook de vele jonge mantelzorgers in Vlaamse gezinnen tonen dat het opnemen van gezinsverantwoordelijkheden geen monopolie is van jongeren met een andere culturele en historische achtergrond.

Voor iedereen anders

Moeten we de moeilijke situatie van adolescenten in vluchtelingengezinnen problematiseren? Toch niet: elke jongere ervaart de combinatie van taken en verantwoordelijkheden anders.

‘Mijn papa was afwezig, dus moest ik alles doen voor mijn broer en zus.’

Sommigen namen de rol al in het thuisland op. Ze vinden het een kleine moeite of genieten ervan. Anderen ervaren het als een zware last, zoals dit meisje: “Toen we hier arriveerden, was ik vijftien jaar. Ik was alleen met mijn papa, kleine broer en zus. Mijn papa was afwezig in het huishouden, dus moest ik alles doen voor mijn broer en zus. Zelf moest ik ook nog tijdig op school geraken. In het begin was dat heel moeilijk.”

Welzijn onder druk

Dat gebrek aan emotionele steun is iets dat terugkomt. Vaak verloopt emotionele steun in vluchtelingengezinnen in één richting: ouders leggen hun vragen voor aan de kinderen. Maar die hebben vervolgens zelf geen plek om de eigen twijfels en emoties te uiten omwille van een beperkt sociaal netwerk, vooral vlak na aankomst in België.

Velen hebben het gevoel dat ze niet bij hun ouders terechtkunnen, omdat ze hen niet willen opzadelen met nog meer zorgen. Die situatie zet het psychisch welzijn van deze groep jongeren onder druk.

‘Jongeren ervaren stress, boosheid of fysieke klachten.’

Voor de meeste jongeren is het moeilijk om dag en nacht paraat te staan voor het gezin. Door de vele verantwoordelijkheden ervaren ze stress, boosheid of fysieke klachten zoals buikpijn en hoofdpijn.

Een jongere vertelt: “Stress was er altijd. Als ik iets verkeerd deed bij de verzekering of bij de bank, dan was dat een groot probleem. Ik liep enorm vermoeid rond. Ik was de ouder van mijn ouders. Ik wou niet meer opstaan, ik zat in een depressie.”

Minder ruimte voor eigen keuzes

En nog een extra risico: als jongeren tijdens de schooluren hun ouders vergezellen naar allerhande diensten, dan missen ze lessen. Ze zien ook de ruimte voor vrije tijd kleiner worden. “Vroeger was ik een voetbalspeler, maar nu heb ik daar geen tijd meer voor. Mijn leven is onvoorspelbaar, het kan dat ik plots met mijn tante naar de dokter moet of met mijn zus naar het oudercontact.”

Toch is de loyaliteit van deze jongeren zeer groot. “Ik haat auto’s en wil liever met de motor leren rijden. Maar daarmee kan ik mijn ouders niet vervoeren. Zij zijn mijn familie en ik wil niet egoïstisch zijn. Dus probeer ik binnenkort toch mijn autorijbewijs te behalen.”

Dankbaarheid en vertrouwen

Voor die inzet en opofferingen, krijgen ze heel wat dankbaarheid, respect en inspraak terug. Ouders geven hun kinderen expliciet complimenten en tonen dat ze blij zijn met alle hulp die ze krijgen.

‘Tegenover die grote verantwoordelijkheden, staat het vertrouwen dat jongeren van hun ouders krijgen.’

En tegenover die grote verantwoordelijkheden, staat het vertrouwen dat jongeren van hun ouders krijgen. Belangrijke documenten worden het best correct vertaald. Ouders geloven dat hun kinderen de vaardigheden hebben om dat succesvol te doen. Dat geeft sommige van deze jonge mensen vleugels. Ook bij belangrijke beslissingen, wordt de mening van de jongere gevraagd.

Veel leerkansen

Doorheen hun puberjaren leren jongeren ook veel bij. Hoe open je een bankrekening? Hoe sluit je je aan bij een mutualiteit? Veel zestienjarigen zullen het antwoord schuldig blijven, maar niet zo bij deze jongeren.

Ook hun communicatievaardigheden gaan er pijlsnel op vooruit omdat ze zo veel vertaalopdrachten krijgen. Dat helpt bij het zelfstandig uitbouwen van hun leven.  Zoals dit meisje: “Als ik mijn ouders niet zou helpen met vertalen, zou ik in de zomervakantie veel Nederlands vergeten. Maar als ik nu in september terug op school kom, ken ik alles nog.”

Politiserend werken

Wie of wat kan deze jongeren ondersteunen bij het opnemen van deze opdrachten? Vanzelfsprekend zouden ze geholpen zijn met meer tolken, vertalers, buddies of vrijwilligers die deze gezinnen flankeren.

Toch moeten we ook breder kijken. Om de ervaren last te beperken, zijn meer structurele maatregelen nodig. Want ondanks de inzet en engagement voor hun gezinnen, geraken ze niet altijd zelfstandig bij de juiste diensten, raken ze verstrikt in oneindige procedures en moeten ze strijden voor een dak boven het hoofd.

Daarmee tonen deze jongeren nogmaals de drempels richting sociale grondrechten en het belang om daarop structureel in te grijpen. Politiserend sociaal werk is ook hier de opdracht.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.