Achtergrond

Mentoring naar werk werkt: helft vindt stabiele job dankzij vrijwilliger

Sophia Honggokoesoemo

Voor kwetsbare jongeren met een migratieachtergrond loopt de zoektocht naar werk vaak moeizaam. Mentoren maken het verschil door als vrijwilligers hun expertise en netwerken ten dienste te stellen van de jongere. Sophia Honggokoesoemo van LEVL, de belangenbehartiger van mensen met een migratieachtergrond, sprak met een jongere en zijn mentor.

© LEVL / Britt Lise

Achterstand op de arbeidsmarkt

Onder de vroegtijdige schoolverlaters zijn jongeren met een nationaliteit van buiten de EU sterk oververtegenwoordigd. In het schooljaar 2021-2022 stroomde 12,1 procent van de jongeren met Belgische nationaliteit ongekwalificeerd uit, terwijl dit percentage voor jongeren met een niet-EU nationaliteit maar liefst 40,7 procent bedraagt. Hier kan niet naast gekeken worden.

‘Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt verlopen de loopbanen van deze jongeren bijzonder moeizaam.’

Geen diploma hebben, maakt je uiteraard kwetsbaar als je werk zoekt. Maar nog een hele reeks andere factoren dragen bij tot hun achterstandspositie op de arbeidsmarkt. Ze hebben bijvoorbeeld weinig financiële ruimte, een klein sociaal en professioneel netwerk en een gebrekkige talenkennis. Daarnaast krijgen ze te maken met uitsluiting op basis van herkomst, huidskleur of levensbeschouwing.

Ondanks de grote krapte op de arbeidsmarkt verlopen de loopbanen van deze jongeren dus bijzonder moeizaam. Ook al zijn ze nog jong, toch lopen ze een hoog risico om langdurig werkloos te worden. Vinden ze uiteindelijk werk, dan zijn het vaker minder goede jobs, zoals tijdelijke contracten of banen met weinig doorstroommogelijkheden. Vlaanderen staat hier dus voor een belangrijke uitdaging.

Transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt

Een groot probleem stelt zich bij de overgang van onderwijs naar de arbeidsmarkt, want het is daar dat veel kwetsbare jongeren met migratieroots door de mazen van het net vallen. Vanuit onze ervaringen met deze jongeren, werkten we vanuit LEVL mee aan een advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen rond dit thema. We schreven ook een eigen aanbevelingsnota voor een betere transitie onderwijs-arbeidsmarkt voor jongeren met een migratieachtergrond.

‘Mentoring is een unieke vorm van begeleiding waarbij vrijwillige mentoren een vertrouwensrelatie opbouwen met de jongere.’

Eén oplossing voor dit probleem willen we onder de aandacht brengen: mentoring naar werk. Mentoring is een unieke vorm van begeleiding, waarbij vrijwillige mentoren met werkervaring een vertrouwensrelatie opbouwen met de jongere. Op regelmatige basis biedt de mentor persoonlijke steun en advies op maat. Het doel is inclusie op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Een professionele organisatie begeleidt het proces, leidt mentoren op en koppelt hen aan jongeren.

Vrijwilligers hebben ruimte en tijd om intensief in de relatie te investeren en de werkzoekenden en hun noden als geheel te bekijken. Mentoring is zo een krachtig instrument om kwetsbare jongeren met migratieachtergrond te ondersteunen bij de overgang van onderwijs naar arbeid. Toch wordt mentoring nog te weinig gewaardeerd.

Vanzelfsprekend mogen we het lot van deze jongeren niet volledig laten afhangen van het engagement van vrijwillige mentoren of projectmatige mentorinitiatieven. Maar het is bewezen dat vertrouwensfiguren met een breder netwerk in cruciale fasen veel kunnen betekenen.

Oumar

Oumar (24) kan getuigen over hoe moeilijk de zoektocht naar werk verloopt voor jongeren met een niet-EU nationaliteit, en hoe mentoring hier een enorm verschil kan maken. Oumar migreerde in 2018 als zeventienjarige samen met zijn vader en kleine broer naar België. Na de OKAN-klas (Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers) liep het traject naar werk moeilijk.

“Ik  volgde negen maanden OKAN-onderwijs. Daar heb ik vooral Nederlands leren spreken en werd ik wegwijs gemaakt in het schoolsysteem”, vertelt Oumar. “Toen ik 18 jaar werd, werd ik doorgestuurd naar het centrum voor volwassenenonderwijs om via die weg een diploma secundair onderwijs te behalen. Maar werken om mijn huur te betalen en studeren combineren, was bijzonder moeilijk. Dus ik stopte met studeren.”

‘Werken en studeren combineren was moeilijk, dus ik stopte met studeren.’

Veel jongeren zoals Oumar halen het diploma secundair onderwijs niet, ook niet via volwassenonderwijs. Ze hebben onvoldoende mentale en financiële ruimte om zich te concentreren op deze studies. De jongeren kiezen dan voor andere oplossingen om te overleven en laten het behalen van dit diploma los.

Oumar sprak ondertussen vlot Nederlands. Hij probeerde zelf zijn weg te vinden naar opleidingen,  maar dat was moeilijk, vertelt hij. “Met interimcontracten begon ik bij KatoenNatie te werken. Dat probeerde ik te combineren met een beroepsopleiding elektromechanica van VDAB. De combinatie was uitdagend.”

Moeilijk vol te houden

“Het was ook een periode waarin mijn kleine broertje mij nodig had. Het ging niet zo goed met hem”, vertelt Oumar. “Maar ook financieel werd het steeds moeilijker om vol te houden. De facturen bleven binnenkomen en al mijn spaargeld raakte op. Op drie maanden van het einde van de beroepsopleiding, lukte het echt niet meer. Ook de VDAB-instructeur zei dat het beter was om een job te gaan zoeken. Doordat ik nog geen jaar gewerkt had, had ik geen recht op een werkloosheidsuitkering.”

Het is een zeer zware combinatie op jonge leeftijd: inzicht krijgen in een nieuw thuisland en haar arbeidsmarkt, een dak boven je hoofd regelen, een taal leren, steun bieden aan je familie, werken en een opleiding volgen.

Oumar: “Toen ik de opleiding bij VDAB moest beëindigen dacht ik: ‘Hier stopt het voor mij, het wordt niets meer met mijn leven’. Maar in een gesprek met een vriend, vertelde die vriend me over DUO for a JOB.

Oumar ging naar een infosessie van de mentoringorganisatie. Niet veel later kreeg hij mentor Louis toegewezen. Louis is net zoals de andere mentoren van DUO for a JOB een vijftigplusser met heel wat jaren werkervaring op de teller. Door mensen uit verschillende culturen en generaties samen te zetten, wil DUO for a JOB inzetten op verbinding en verminderen van vooroordelen.

Naast klassieke arbeidsbemiddeling

Verschillende steden in Vlaanderen zetten mentoring naar werk in als complementaire methode naast de klassieke arbeidsbemiddeling. Die zet voornamelijk in op het ontwikkelen van ‘economisch kapitaal’: taalverwerving, diplomaerkenning, het volgen van opleidingen, voorstellen van vacatures, opmaak van een cv. Mentoring zorgt voor een verbinding tussen het bedrijfsleven en de werkzoekenden. Mensen ontmoeten elkaar en voeden elkaar met nieuwe inzichten. Zo zet mentoring zich meer in op ‘informatiekapitaal’, ‘psychologisch kapitaal’ en ‘sociaal kapitaal’.

Het informatiekapitaal gaat over inzichten verschaffen in de sectoren, inzicht over wat er zich op de werkvloer afspeelt. Het psychologisch kapitaal staat voor werken aan het zelfbeeld en zelfvertrouwen. Wanneer de jongere het bijna opgeeft, vangt de mentor hem of haar op. Het sociaal kapitaal tenslotte gaat over professionele netwerken. Mentoren brengen de jongeren in contact met professionals binnen een sector waarvoor ze interesse hebben.

De weg getoond

Het verhaal van Louis en Oumar illustreert dit mooi. Zo vertelt Louis over hoe hij Oumar kon helpen met het opstellen van een cv en solliciteren voor een job, maar dat hij veel meer deed dan dat. “Ik heb hem vooral ondersteund in het vinden van zijn weg binnen onze complexe organisaties en structuren. En in het herwinnen van zijn zelfvertrouwen. Ik verduidelijkte culturele verschillen en leerde hem aan hoe er in onze context met bepaalde zaken wordt omgegaan.”

‘Eigenlijk is Louis veel meer dan iemand die mij op weg geholpen heeft naar werk.’

“Hij was zo vriendelijk tegen mij”, zegt Oumar over Louis. “Hij heeft me echt de weg getoond hier in België. Ik wist niet hoe het hier in zijn werk ging, had al die schulden, kon geen discipline meer opbrengen. Hij is mij blijven pushen. Zo hebben we een plan opgemaakt om van mijn schulden af te komen.”

“Eigenlijk is Louis veel meer dan iemand die mij op weg geholpen heeft naar werk”, vervolgt Oumar. “Hij heeft me advies gegeven over hoe om te gaan met mijn leven. Hij heeft me mogelijkheden laten zien. Ik woon nu alleen, ik heb geen schulden meer, kan de huur betalen, heb een goede job. Ik heb een normaal leven. Ik had nooit gedacht dat dat mogelijk was.”

Geen eenrichtingsverkeer

Maar mentoring is geen eenrichtingsverkeer. Beiden leren van elkaar. Louis: “Ik ben mentor geworden omdat het me de ideale kans leek om iets te betekenen voor mensen die willen integreren, maar moeilijk toegang krijgen tot de arbeidsmarkt. Tegelijk geeft het me de kans om mijn jarenlange beroepservaring en kennis in te zetten voor iets maatschappelijk waardevols.”

“Zelf heb ik geleerd dat je verschillen in religie, cultuur, leeftijd en opvoeding kunt overbruggen, zolang je bereid bent jezelf als mentor in vraag te stellen en op zoek te gaan naar de ware betekenis van je overtuigingen. Oumar is intussen niet langer mijn mentee, maar mijn vriend.”

‘Oumar is intussen niet langer mijn mentee, maar mijn vriend.’

En Oumar, die combineert vandaag werk en onderwijs. “Samen met Louis heb ik de mogelijkheden voor een diploma bekeken. In Guinée behaalde ik het diploma van secundair onderwijs. Dat wilden we hier laten erkennen, maar dat lukte niet. Daarom heb ik beslist om hier opnieuw mijn diploma secundair onderwijs te behalen. Die opleiding combineer ik nu met mijn werk bij Delhaize. Mijn werkgever staat daar ook achter en geeft me werkuren die ik kan combineren met de opleiding.”

Niet structureel verankerd

Helaas zijn mentoringprogramma’s op dit moment nog niet structureel verankerd. Verschillende waardevolle projectmatige initiatieven moesten de afgelopen jaren stoppen door gebrek aan middelen. Het is essentieel deze programma’s te versterken en structureel te ondersteunen, zeker voor kwetsbare doelgroepen zoals jongeren met een migratieachtergrond.

“Vijf op de tien jongeren vinden dankzij een mentor een duurzame job en twee op de tien jongeren starten een opleiding”, illustreert Elisabeth Verniers, beleidsmedewerker bij DUO for a JOB het belang van mentoring. “Als de Vlaamse overheid iedereen mee wil krijgen op de arbeidsmarkt moet er flink geïnvesteerd worden in individuele begeleiding op maat via mentoring. Zeker bij kwetsbare groepen, zoals jongeren met een migratieachtergrond. Alleen zo kunnen bestaande initiatieven opschalen en nieuwe initiatieven opstarten. Iedereen heeft toch recht op een mentor?”

‘Vijf op de tien jongeren vinden dankzij een mentor een duurzame job.’

Mentoring is naast een waardevolle aanvulling op de bestaande activeringsmaatregelen ook een inspiratie voor de bemiddeling in het huidige activeringsbeleid. Elisabeth: “Bij begeleiding naar werk denken mensen meestal aan praktische zaken zoals het opstellen van een cv, motivatiebrief of sollicitatiegesprekken oefenen. Maar als we mentees vragen naar de meerwaarde van hun mentor, blijkt dat de morele steun van iemand die echt tijd voor hen maakt, juist het belangrijkste is.”

“Je mag niet vergeten dat veel jongeren met een migratieachtergrond een beperkt netwerk hebben”, vervolgt Elisabeth. “Ze hebben weinig of geen personen in hun eigen netwerk hebben die emotionele steun kunnen geven en tegelijkertijd inzicht hebben in de werking van de arbeidsmarkt.”

Bemiddeling: what’s in a name?

Bemiddeling behoort tot de basisopdracht van VDAB, maar over de kern van deze opdracht valt wat te zeggen. Bemiddelaars werken momenteel samen met werkzoekende aan een traject naar werk.

In een bemiddeling volgens de effectieve betekenis van het woord zouden twee partijen – werkzoekende en werkgever – worden samengebracht door een bemiddelaar, waarbij een voorstel uitgewerkt wordt dat voor beiden werkt.

De bemiddelaar treedt dan meer op als brugfiguur. Het is niet een onzichtbare hand aan de zijde van de werkzoekende. Dit is ook wat mentoren vaak doen. Op basis van interesses en competenties, vraag en aanbod brengt de brugfiguur beide partners samen, zodat de tewerkstelling voor beiden werkt.

Meer nodig

Mentoring blijkt een waardevolle schakel voor kwetsbare jongeren met een migratieachtergrond van buiten de EU. Maar er is meer nodig, veel meer. In een solidaire samenleving en een inclusieve arbeidsmarkt, laten we het lot van kwetsbare jongeren niet afhangen van vrijwillige inzet.

Zo moeten verschillende beleidsdomeinen samenwerken zodat jongeren effectieve brede ondersteuning krijgen. We moeten hen ontlasten van mentale, financiële, familiale verantwoordelijkheden zodat ze volop kunnen groeien.

‘In een solidaire samenleving laten we het lot van kwetsbare jongeren niet afhangen van vrijwillige inzet.’

Hiernaast zouden we deze jongeren via positieve acties kansen moeten bieden bij overheden en ondernemingen. We moeten hen brugfiguren bieden doorheen hun ganse traject. We moeten het jongeren mogelijk maken om betaald opleidingen en bijscholingen te volgen. En we moeten wegstappen van alle vormen van uitsluiting.

Zo geven we jongeren, en ook deze kwetsbare jongeren, wanneer ze er klaar voor zijn de mogelijkheid om zich voluit te concentreren op een toekomstgerichte en duurzame loopbaan.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.