Barrières
Met meer dan 275.000 actieve leden behoren de Vlaamse jeugdbewegingen (Chiro, Scouts & Gidsen, KSA, KLJ…) tot de grootste vrijwilligersorganisaties in België. Ook het professionele jeugdwerk trekt duizenden kinderen en jongeren aan.
De uitstappen en activiteiten van al deze organisaties vormen een van de belangrijkste vrijetijdsbestedingen voor kinderen en jongeren. Honderdduizenden kijken tijdens de schoolweek reikhalzend uit naar de woensdagmiddag- of weekendactiviteit met vrienden.
‘LGBTQIA+ jongeren botsen in het jeugdwerk tegen een boel barrières.’
Maar niet alle jongeren voelen zich er even goed op hun gemak. Uit ons onderzoek blijkt dat LGBTQIA+ jongeren in het jeugdwerk tegen een boel impliciete en expliciete barrières botsen.LGBTQIA+ is een afkorting die een heel diverse lading dekt. Elke letter staat voor een andere seksuele oriëntatie of genderidentiteit: Lesbian, Gay, Bisexual, Trans, Queer, Intersex en Asexual. De + staat voor alle andere identiteiten die niet onder de andere letters vallen.
Eerste opvallend feit. De jongeren die we voor ons onderzoek spraken willen zich zelden op één bepaalde, permanente identiteit vastpinnen. Toch delen ze allemaal iets met elkaar. Al wie niet cisgender (cisgender betekent dat je genderidentiteit overeenkomt met het geslacht dat je bij geboorte is toegewezen) en niet hetero (exclusief romantisch of seksueel aangetrokken tot personen van het andere geslacht of gender) is, botst namelijk op de discriminerende heteronormativiteit van onze samenleving.
De samenleving is heteronormatief
Onze samenleving is heteronormatief omdat ze is ingericht volgens normen die heteroseksualiteit faciliteren en vormgeven: het idee dat mannen en vrouwen fundamenteel verschillend zijn, dat ze tot elkaar zijn aangetrokken, en dat ze van nature het beste functioneren binnen eigen, afgebakende rollen.
‘Het is niet eenvoudig om je eigen identiteit te zoeken als je niet binnen de heteronormen past. De druk om je aan te passen aan de meerderheid is groot.’
Hoewel deze normen seksualiteit in onze samenleving regelen, gelden ze niet enkel in de slaapkamer. Heteronormen bepalen in meer of mindere mate ons gedrag op heel verschillende plekken: van de keuken tot de discotheek, van de speelgoedwinkel tot de werkvloer. En dus ook in de jeugdbeweging.
De normen die er gelden zijn het product van sociale interacties. Door ons eigen gedrag en door reacties op het gedrag van anderen, bepalen we samen wat op een bepaalde plek of tijdstip als gepast aanvoelt. Dat is niet altijd comfortabel voor iedereen: wat voor velen ‘natuurlijk’ aanvoelt, is voor sommigen een bron van uitsluiting en discriminatie. Het is niet eenvoudig om je eigen identiteit te zoeken als je niet binnen de heteronormen past. De druk om je aan te passen aan de meerderheid is groot.
Ook in het jeugdwerk
Ook in het jeugdwerk worden heteronormen bewust, maar nog vaker onbewust, verdedigd en gereproduceerd. Dit gebeurt in woorden, maar ook via activiteiten en hoe deze georganiseerd worden.
Heteronormativiteit kan bijvoorbeeld gereproduceerd worden door hoe gender wordt geregistreerd bij inschrijvingen, het vasthouden aan bepaalde tradities zoals genderspecifieke uniformen of gender-gescheiden groepen.
‘Intieme ruimtes moeten delen, bezorgt heel wat LGBTQIA+ jongeren stress.’
Ook de ruimtelijke inrichting van lokalen of kampplaatsen speelt een rol. Denk maar aan ruimtes als toiletten, douches en slaapplekken.
Deze plekken zijn vaak erg gender-binair ingericht: jongens en meisjes apart. Deze intieme ruimtes moeten delen, bezorgt heel wat LGBTQIA+ jongeren stress. Zo zijn ze soms bang om samen te douchen met heterojongeren, omdat ze dan bekeken kunnen worden, maar ook omdat ze niet verdacht willen worden van ongepast seksueel gedrag.
Jongeren dreigen af te haken
Gender- en heteronormatieve ideeën van (bege)leiding schemeren vaak door in de keuze, inhoud en inkleding van de activiteiten die ze organiseren. Zo mogen de jongens voetballen terwijl de meisjes knutselen of koken. Of leidt het roze kostuum uit de verkleedkoffer steeds weer tot een flamboyant homoseksueel personage in een rollenspel. Leiding versterkt deze ideeën ook door het eigen taalgebruik, bijvoorbeeld door een stel ‘echte mannen’ op te roepen voor een zware klus.
‘Kinderen en jongeren voelen snel aan dat ze ‘anders’ zijn.’
Tegelijk uit heteronormativiteit zich ook in het contact tussen leden onderling. Kinderen en jongeren voelen snel aan dat ze ‘anders’ zijn dan de meerderheid in een groep, en vinden het daarom moeilijk om te weerstaan aan de groepsdruk om zich te conformeren.
Al deze barrières maken dat LGBTQIA+ jongeren minder vaak deelnemen, afhaken of hun gender en seksuele identiteit verbergen.Leerman, W. e.a. (2014), ‘De toegankelijkheid van het vrijetijdsaanbod voor jongeren uit seksuele minderheden: focus op geaardheid en gender’, in Gender (en): over de constructie en deconstructie van gender bij Vlaamse jongeren, 117-132, Leuven, Acco; De Pauw, P. e.a. (2010), Jeugdbewegingen in Vlaanderen: een onderzoek bij groepen, leiding en leden, Brussel, Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
Een cisgender homoman (22) getuigt: “Rond mijn vijftien was ik bezig met mijn seksuele identiteit, en dan heb ik vaak gedacht van: ‘Ik ga stoppen met de jeugdbeweging’, omdat dat vaak toch nog zo een mannending was, en ik merkte dat ik vaak meer aan de meisjeskant zat.”
Gescheiden jeugdwerk als oplossing?
Die normativiteit bespreken en veranderen is niet eenvoudig. Veel deelnemers en begeleiders van jeugdwerkgroepen vinden de eigen omgangsvormen, afspraken en tradities vanzelfsprekend. Maar heteronormativiteit maakt het jeugdwerk minder toegankelijk voor jongeren uit seksuele minderheidsgroepen.
Voor sommige jongeren is LGBTQIA+ specifiek jeugdwerk dan ook een veiligere omgeving. In Vlaanderen zijn er enkele groepen, zoals ‘Wel Jong, Niet Hetero’, die bijzondere aandacht schenken aan bewustwording, onderlinge steun en positieve identiteitsontwikkeling.
‘Heteronormativiteit maakt jeugdwerk minder toegankelijk.’
LGBTQIA+ jongeren vinden er bevestiging voor wie ze zijn, werken aan zelfaanvaarding en hun relatie met de buitenwereld. Ze steunen elkaar en lopen er minder risico’s bij het uitproberen en beleven van hun identiteit. LGBTQIA+ jeugdwerk organiseert daarvoor ook bewust vormingen, die door jongeren erg worden geapprecieerd.
Een begeleider uit het LGBTQIA+ jeugdwerk getuigt: “We hebben op kamp vorig jaar even gedacht: ‘We skippen de gendervorming en laten een spreker komen.’ Maar daar was veel protest tegen. Als een activiteit uitloopt waardoor de vorming korter is, dan wordt ons dat niet in dank afgenomen.”
Schaars en in de stad
Helaas is dergelijk specifiek jeugdwerk schaars en geconcentreerd in de grote steden. Voor jongeren uit meer landelijke gebieden zijn deze organisaties moeilijk bereikbaar.
We willen daarom pleiten voor een groter aanbod en op meer plaatsen van doelgroepspecifieke jongerenorganisaties. Een blik op de cijfers over het welbevinden van LGBTQIA+ jongeren wijst op het aanhoudend belang van zulke plekken.
‘In alle vormen van jeugdwerk is het belangrijk om te werken aan veiligheid en inclusie.’
Toch is het opletten omdat dit jeugdwerk af en toe ook eigen, dwingende normen produceert. Zo wordt soms verondersteld dat iedereen zich wil outen of een vaste, monogame relatie nastreeft. Sommige werkingen die wel open staan voor homo- of biseksualiteit, hebben het dan weer moeilijker met genderfluïditeit of transseksualiteit. Anderen sluiten onbewust jongeren uit op basis van inkomen of etnisch-culturele achtergrond.
Apart LGBTQIA+ jeugdwerk is dus niet voor iedereen een oplossing. Daarom is het in alle vormen van jeugdwerk belangrijk om te werken aan veiligheid en inclusie.
Gelukkig proberen veel jeugdbewegingen al inclusiever en divers-sensitiever te werken. Al gebeurt dit nog te vaak ad hoc, in reactie op concrete vragen van een jongere. En dan verwacht je ook veel initiatief en durf van LGBTQIA+ jongeren. Zij moeten immers de eerste stap zetten om hun noden op tafel te leggen.
Hoe maken we het jeugdwerk meer toegankelijk en inclusief?
Wij gingen daarom na hoe inclusie een vaste waarde kan worden voor het jeugdwerk. Geen uitzonderlijk aandachtspunt, maar een deel van de routines en het imago van verenigingen. Bij inclusief jeugdwerk is het voor potentiële nieuwe leden meteen duidelijk dat iedereen welkom is en kunnen jongeren gemakkelijker specifieke vragen ter sprake brengen.
‘Jeugdwerkers hebben de belangrijkste sleutels in handen.’
Jeugdwerkers hebben daarvoor de belangrijkste sleutels in handen. Vaak zijn het LGBTQIA+ begeleiders die in hun organisatie inclusie ter sprake brengen. Hun aanwezigheid en de stempel die ze drukken op hoe met gender en seksuele oriëntatie wordt omgegaan, verlaagt de drempel. Ze zijn voor jongeren en kinderen vaak een rolmodel.
Een cisgender vrouw (19) vertelt: “Ik heb deze zomer een knutselkamp begeleid voor kleutertjes. Een kleuter vroeg: ‘Ooh heb jij een liefje?’ en ‘Hoe heet die?’. Dan zei ik de naam, een meisjesnaam. En zij zo: ‘Huh dat is een meisjesnaam?’ Tien minuten daarna zei ze zelf: ‘Ik heb een liefje en dat is ook een meisje’. Dus als een monitor daar open over is, kijken andere mensen daar wel naar op.”
Hetero’s hebben ook een verantwoordelijkheid
Maar ook niet-LGBTQIA+ begeleiders spelen een belangrijke rol. Ze kunnen over diversiteit een positieve houding uitdragen en zo een voorbeeld zijn voor de kinderen en jongeren met wie ze werken. Ze verlichten op die manier ook de druk op de schouders van LGBTQIA+ begeleiders.
Leiders en jeugdwerkers kunnen actief gender- en seksuele identiteit bespreekbaar maken in hun groep, rekening houdend met het onderling vertrouwen, de leeftijd en kennis van kinderen en jongeren. Je kan kinderen woorden aanreiken om gender- en seksuele identiteit te bespreken, zonder hen hokjes op te dringen of onder druk te zetten om zich te outen.
Afspraken maken
Maak ook samen afspraken rond wat wel en niet kan binnen een groep. Met een doordacht anti-pestbeleid kan je leiders ondersteunen om effectief in te grijpen wanneer nodig, en ze aanmoedigen om geen LGBTQIA+ onvriendelijk gedrag of taalgebruik te tolereren.
Een begeleider van een grote jeugdbeweging getuigt: “We deden een cirkelspel en de jongeren waren constant ‘homo homo’ aan het roepen. En dan heb ik het spel stilgelegd en gezegd: ‘Waarom is dat jullie scheldwoord? Roept dan toch ‘verdomme’ of weet ik veel wat.’ Zo stonden ze er zelf ook even bij stil.
Op zo’n moment ingrijpen als begeleider of jeugdwerker – en daarbij gesteund worden door interne afspraken – is belangrijk. Jeugdbegeleiders moeten elkaar daarbij helpen. Zulke bondgenootschappen zorgen voor meer openheid en maken diversiteit en uitsluitingsmechanismen bespreekbaar.
Zo ontstaan veilige omgevingen, waarin LGBTQIA+ jongeren openlijk hun identiteit kunnen verkennen en zich tegelijk deel kunnen voelen van de grotere groep.
Organisatiebeleid
Als organisatie moet je ook de context waarin de leiding werkt aanpakken.
Zorg voor training- en reflectie rond uitsluitingsmechanismen voor jeugdwerkgroepen, vooral voor groepen waar enkel heteroseksuele cisgender personen zitten. Zo kan je de kennis van leiders en jeugdwerkers versterken.
Vermijd om mensen beperkende labels op te dringen in administratieve procedures, door bij registratie naast m/v ook x te voorzien. Hanteer correct en genderbewust taalgebruik in je communicatie, en leg waar nodig specifieke termen uit. Maak in je communicatie duidelijk dat LGBTQIA+ personen welkom zijn. Dan kan subtiel door bijvoorbeeld gebruik te maken van een regenboogvlag.
Een jonge biseksuele cisgender vrouw getuigt: “Elke keer dat ik ergens voorbijloop en een regenboog zie, dan denk ik: ‘Ah, morgen ga ik daar heen.’ Dan ben ik blij.”
Tenslotte heeft heteronormativiteit vaak ook een materiële, infrastructurele kant. Denk daarom na over een inclusieve inrichting van jeugdwerkplekken, zeker voor toiletten, kleedkamers, douches en slaapzalen. Ben je al zover met je organisatie? Communiceer dan ook over jullie gender-inclusieve infrastructuur. Wacht niet tot een ouder belt om te vragen of er genderneutraal sanitair aanwezig is, maar zet dit op de website.
Beleid moet stimuleren en ageren
Ook beleidsmakers dragen een belangrijke verantwoordelijkheid. Organisaties werken immers binnen de marges van wetten, beleid en regels. Een ondersteunend wettelijk kader en toegankelijke informatie zijn essentieel om gender-inclusieve ingrepen in de infrastructuur te faciliteren.
‘Elke keer dat ik ergens voorbijloop en een regenboog zie, dan ben ik zo van: Ah, morgen ga ik daar heen.’
“Toen we dit gebouw huurden was het eerste ding dat ik deed de bordjes man/vrouw op het toilet veranderen naar gender-inclusief toilet. Maar toen de inspectie kwam, zeiden ze dat de wet zegt dat er een verschillend vrouwen- en mannentoilet moet zijn”, aldus een professioneel begeleidster bij een mainstream jeugdwerkorganisatie.
Daarnaast moet het jeugdwerkbeleid inclusieve initiatieven in het jeugdwerk stimuleren. Bouw bruggen tussen organisaties om de bestaande kennis en expertise te ontsluiten, en verbeter de informatiedoorstroming van jeugdwerkkoepels naar vrijwilligers binnen werkpraktijken.
Een aangepaste basisvorming voor jeugdwerkers en leiders is daarom essentieel. Velen zijn zich niet bewust van de uitsluitingsprocessen in hun organisatie, en de rol die ze er zelf in spelen. Wanneer in het basisvormingspakket meer aandacht zou komen voor een positief diversiteitsklimaat, dan verwerven alle jeugdwerk(bege)leiders in Vlaanderen de nodige knowhow om hun werking om te vormen tot een omgeving waar LGBTQIA+ jongeren zich veilig en welkom voelen.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies