Samen helen
Op sociale media word je overspoeld met verschrikkelijke beelden uit Gaza. Dat komt binnen en roept bij veel mensen vragen op: wat kan ik hieraan doen? Maar ook, met wie kan ik hierover praten? Psychologe Dominique Mertens (35) organiseerde eerder deze maand een gespreksavond om die gevoelens een plek te geven.
‘Ik merkte dat ik me machteloos voelde, ik wilde iets doen.’
Dominique heeft een eigen praktijk als psychologe in Borgerhout waar ze deeltijds therapie geeft. Daarnaast is ze docent aan de Karel De Grote-hogeschool. Daar leert ze sociaal werkers in spe inclusieve gespreksvaardigheden aan. De rest van haar tijd gebruikt ze om zich voor andere projecten te engageren die de link leggen tussen mentale gezondheid en sociale onrechtvaardigheid, zoals nu de gespreksavond rond Gaza.
“De eerste weken na 7 oktober was ‘automatische piloot’ mijn modus”, vertelt Dominique. “In therapiesessies was het geweld een dagelijks thema, veel van mijn cliënten hadden het erover. Ik deed wat iedereen doet: brieven aan politici schrijven, nieuws delen op sociale media, geld doneren… maar ik was het nog niet echt aan het voelen. Het was een soort shockeffect dat heel normaal is, maar dat mag niet te lang duren. Uiteindelijk kan je lichaam dat niet meer dragen.”
“Dat heb ik aan den lijve ondervonden. Ik heb een zoon die nog borstvoeding krijgt en ik werd ’s nachts wakker omdat hij me nodig had. Ik ging naar hem toe, maar opeens werd ik overvallen door een golf van verdriet. Mijn partner werd wakker en zei: ‘Och schatje, je bent moe hè?’ Ja, ik was moe, maar ik voelde direct dat dat het niet was. Het ging over iets groters.”
Vanuit dat besef is de gespreksavond ontstaan?
“Ik ben gaan zoeken naar wat ik concreet nodig had. Ik voelde me machteloos maar wilde wel meer doen dan enkel geld inzamelen. Ik wilde bijdragen op een manier die bij me past. Ik wilde investeren in het welzijn van de community. Wat ik had gevoeld, dat vastlopen en niet weten wat je met je emoties moet, dat voelden andere mensen ook. Ik wilde ruimte aanbieden om samen te helen. Zo ontstond het idee voor de workshop, in combinatie met een fundraiser.”
“De avond was uiteindelijk heel verbindend en warm. Ik heb met de mensen die erbij waren geprobeerd een kader te scheppen, naar woorden te zoeken, waarmee ze hun eigen ervaring kunnen begrijpen en beschrijven. Samen taal creëren voor gevoelens kan heel krachtig zijn. Zo’n kleine groep is daarvoor een veilige omgeving. Bovendien heb je de kans om naast het delen van je individuele gevoelens ook herkenning te vinden.”
De avond was er specifiek voor mensen met een familiaal verleden van kolonisatie of genocide. Waarom?
“Ik merk dat het oorlogsgeweld bij deze groep mensen erg hard binnenkomt. Ik wilde ruimte creëren voor herkenning van dat historisch trauma dat van de ene op de andere generatie wordt doorgegeven.”
‘Wanneer je ouders getraumatiseerd zijn, kunnen ze dat aan je doorgeven.’
“Wanneer je ouders getraumatiseerd zijn, bijvoorbeeld door oorlog of genocide in hun geboorteland, kunnen ze dat aan je doorgeven. Dat komt omdat ze een bepaalde traumareactie ontwikkelen, een soort survivalrespons, een manier van omgaan met moeilijke situaties, die ze jou als kind onbewust meegeven. Het is bewezen dat dit zelfs genetisch doorgegeven wordt. Kinderen van ouders met trauma hebben een hoger stressniveau in rust.”
“Een deel van de avond ging daarom over het herkennen van boodschappen die we onbewust in ons opgenomen hebben. Boodschappen die getraumatiseerde generaties voor ons hebben doorgegeven met de bedoeling om ons te beschermen, ook emotioneel. Een voorbeeld daarvan is het idee dat emoties tonen zwak is. In theorie weten we dat dat niet zo is, maar dat bespreken met anderen die dat ook ervaren, is verhelderend.”
Welke gevoelens leefden er bij de deelnemers?
“Eigenlijk twee tegengestelde dingen: er waren zowel mensen die intense emoties ervaarden als mensen die zich leeg voelden. Dat is een typische stressrespons. Je emoties gaan je draagkracht te boven en ofwel zijn ze zo intens dat je een stuurloos schip wordt, ofwel schakel je ze volledig uit. Het is daarom belangrijk om je emoties te leren reguleren. Dat betekent niet dat je ze wegcijfert, wel dat je erkent hoe je je voelt en je emotie terugbrengt naar een intensiteit die je kan verdragen.”
“Het reguleren van je emoties is iets dat je in eerste instantie van een ouder leert. Als jij als kind huilt, stelt je ouder je gerust, dat is co-regulatie. Veel mensen met een geschiedenis van trauma hebben geen hechtingsfiguur gehad waarvan ze dat konden leren. Omdat hun ouders in een survivalmodus zaten en dus zelf hun emoties niet konden reguleren, laat staan hun kind daarmee helpen.”
“Daarnaast merk je bij mensen die meer activistisch zijn dat ze zich schamen voor de luxe die zij hebben. Dat ze veilig vanuit thuis actie kunnen voeren, dat ze ruimte hebben om voor zichzelf te zorgen. In Gaza is er alleen nog chaos.”
“Bij deze groep leeft een enorm schuldgevoel. Het idee ontstaat dat je de verplichting hebt om je er volledig in te gooien. Ogen toe en gaan. ‘Ik kan toch moeilijk aan mezelf denken, terwijl mensen zo onmenselijk aan het lijden zijn?’ Eigenlijk is dat een denkfout. Natuurlijk heb je een bepaald privilege en een bepaalde verantwoordelijkheid. Maar je kunt én zorg dragen voor je mentaal welzijn én je uitspreken tegen genocide. Die twee zijn met elkaar verweven.”
Er is veel discussie over het gebruik van de term ‘genocide’. Waarom kies jij ervoor om het wel te gebruiken?
“Ik vind het belangrijk om dat woord te gebruiken, omdat ik ervan overtuigd ben dat dat is wat er gebeurt. En omdat ik als professional weet hoe destructief het kan zijn om een realiteit te ontkennen. Om een realiteit te minimaliseren.”
‘Ik weet hoe destructief het kan zijn om een realiteit te ontkennen of minimaliseren.’
“Het is niet omdat je het woord genocide gebruikt, dat je daarmee kant kiest. Helemaal niet, je beschrijft iets. En door dat woord te gebruiken, geef je de correcte lading aan de situatie. De andere woorden die gebruikt worden, zoals conflict of oorlog, zijn ook niet betekenisloos, omdat er een andere lading aan vasthangt. Je kiest juist door die woorden te gebruiken duidelijk een kant, wat bijdraagt aan verdeling.”
Er heerst angst voor polarisatie, dat is iets dat sommige mensen tegenhoudt om zich uit te spreken.
“Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Tegelijk stel ik vast, en dat is misschien naïef of idealistisch, dat er door de massale aandacht ook in ons land een enorme solidariteit en connectie ontstaat. Ook internationaal. Niet dat dat het lijden rechtvaardigt, maar het hoeft ook niet voor niks te zijn. Het kan een keerpunt zijn in de samenleving, een moment waarop we beslissen om collectief op te komen tegen koloniaal geweld.”
Je leest op sociale media ook veel kritiek op mensen, en dan vooral witte mensen, die niks delen over Palestina. Wat vind je daarvan?
“Als alle witte mensen in je omgeving zwijgen, dan ken je misschien de verkeerde witte mensen. (lacht) Maar, even serieus. Het is belangrijk om ons vooral te verenigen in deze verschrikkelijke tijden, en niet te zoeken naar nieuwe redenen voor polarisatie: de mensen die reageren en de mensen die niet reageren. Extra verdeeldheid is het laatste dat we nu nodig hebben.”
“De manier waarop verschillende groepen reageren, is bovendien logisch. Voor een bepaalde groep witte mensen die zich niet zo bewust was van de destructieve effecten van kolonisatie, omdat ze dat privilege nu eenmaal hebben, verandert hun wereldbeeld fundamenteel.”
‘Extra verdeeldheid is het laatste dat we nu nodig hebben.’
“Er is daardoor initieel een soort verontwaardiging. Een soort twijfel ook. Dat kan toch niet echt zo zijn? Alsof ze nood hadden aan extra informatie voordat ze geloofden dat dat echt gebeurt. Door de media-aandacht die deze genocide krijgt voelen ze zich tegelijkertijd gedwongen om zich uit te spreken. Terwijl ze er eigenlijk de woorden nog niet voor gevonden hebben. Dekolonisatie en antiracisme zijn processen, die bij een bepaalde groep nu een jumpstart krijgen.”
“Bij mensen van kleur werkt dat anders. De genocide in Gaza is een bevestiging van oude wonden. Een confrontatie met het idee dat de levens van sommigen blijkbaar minder waard zijn dan die van anderen. Dat is geen abstract concept voor mensen met historisch trauma, gedwongen relocatie en kolonisatie in hun bloedlijn. Het gebrek aan erkenning voor de genocides in Ghana, Rwanda, Congo, Burundi… weegt op deze mensen zwaar. Wat in Palestina gebeurt is geen geïsoleerde gebeurtenis.”
“Ook voor mensen die vandaag met onderdrukking en postkoloniaal racisme te maken krijgen, is de genocide in Gaza geen complex gegeven. Zij hebben geen tijd nodig om na te denken over wat er aan de hand is, en spreken zich er dus veel sneller over uit.”
Is er voor dat historische trauma voldoende expertise en hulpaanbod in ons land?
“Nee, dat is er echt te weinig. Zelf ben ik online in therapie bij een Amerikaanse therapeut, dat zegt genoeg. Het begint al bij de opleiding van psychologen hier, weet ik uit ervaring. De opleiding kijkt vanuit een etnocentrische bril naar mensen. We gebruiken onze eigen cultuur als maatstaf om mensen te proberen begrijpen en ondersteunen.”
“In een diverse samenleving werkt dat niet. We proberen dat op te lossen met opleidingen rond cultuursensitiviteit, maar daar focussen we dan op het leren begrijpen van de ander zijn culturele of religieuze eigenaardigheden. Met dit soort pogingen om ‘de ander’ te begrijpen slaan we volgens mij de bal mis. Als het doel is om veiligheid te creëren waarin mensen hun pijn durven tonen, heeft de hulpverlening in eerste instantie de moed nodig om in eigen boezem te kijken. Reflecteren en jezelf bijscholen over het feit dat structurele uitsluiting nog steeds bestaat, én de rol van de eigen organisatie hierin kritisch durven bekijken. Daar gaat het om.”
“De psychologie kijkt ook te weinig naar de invloed van de maatschappij op de mens. Een racistisch incident wordt in een therapiesessie als persoonlijk probleem opgelost. Het wordt niet gezien als symptoom van een grotere structuur. De wonde wordt ontdaan van alle historische en maatschappelijke context, waardoor en geen echt herstel kan plaatsvinden. Daarom dat ik zo inzet op het creëren van een community en het ontwikkelen van bewustzijn bij hulpverleners over de impact van de samenleving op mensen.”
Wat kunnen hulpverleners betekenen voor mensen die nu aankloppen met angst en verdriet?
“Het is belangrijk om communities op te bouwen waarin mensen ‘empathische getuigen’ hebben. Dat wil zoveel zeggen als: groepen waarin mensen zich gezien, gehoord en geloofd voelen, zonder dat ze iets moeten uitleggen. Ze hoeven hun ervaring niet te onderbouwen om geloofd te worden. De realiteit van hun ervaring wordt niet in vraag gesteld.”
‘Er is bij hulpverleners te weinig bewustzijn en erkenning voor kolonisatie en historisch trauma.’
“Hulpverleners moeten ook weten dat het niet alleen gaat over wat er hier en nu gebeurt. Er is nog te weinig bewustzijn rond, maar ook te weinig expliciete erkenning voor zaken als kolonisatie en intergenerationeel trauma.”
“Het is niet voldoende om alleen sensitief te zijn voor die thema’s in tijden van crisis. Daar ben ik allergisch aan. Nu komt plots de vraag: wat moeten we hiermee? Terwijl het uitgangspunt altijd moet zijn dat niemand in een bubbel leeft. Trauma ontstaat in relatie tot anderen, maar de ander kan ook een maatschappelijke structuur zijn. Durf als hulpverlener hierover het gesprek aangaan. Durf je eigen positie en rol in die structuren erkennen. Blijf kritisch naar jezelf kijken.”
Moeten hulpverleners zich volgens jou uitspreken over Palestina?
“Ik vind het belangrijk dat hulpverleners zich altijd uitspreken over menselijk lijden, in welke vorm dan ook. Neutraal proberen zijn is het ergste wat je nu kunt doen. Je uitspreken tegen lijden is niet ingewikkeld. Door te doen alsof dat het complex is, ga je mee in het discours dat er twee kanten zouden zijn, het wij-zij denken. Daardoor creëer je alleen maar meer polarisatie.”
‘Neutraal proberen zijn is het ergste wat je nu kunt doen.’
“Als je doorhebt hoe systemen van onderdrukking werken, en hoe die bij mensen mentale problemen veroorzaken, dan kan je niet anders dan concluderen dat mentale gezondheid en therapie niet apolitiek zijn. Wees dus gevoelig voor dat lijden, erken het zonder het te minimaliseren. Dat overstijgt het kiezen van een kant, als die kant er al zou zijn.”
Je geeft ook les. Hoe kunnen scholen maar ook werkgevers volgens jou ruimte creëren zodat scholieren of medewerkers het hierover kunnen hebben?
“Als je iets wil doen, vertraag dan eerst. Neem tijd om door te vragen en het perspectief van je studenten of medewerkers te begrijpen. Je kan heel goed bedoeld snel actie willen ondernemen, maar als je dat vanuit je eigen referentiekader doet, dan ga je je doel missen.”
“In het slechtste geval wordt dan alleen maar duidelijker dat je die studenten en medewerkers niet echt begrijpt. Bij alle vormen van pijn is dat het ergste wat er kan gebeuren.”
Wat kunnen mensen die actie willen ondernemen beter wel doen?
“Er circuleren online heel wat lijstjes met allerlei concrete acties die je kan ondernemen, zoals brieven schrijven, petities tekenen, protest voeren, geld doneren, betogen… Voor wie niet weet waar te beginnen zou ik zeker de Instagramaccount van Chrostin aanraden. En als je zelf iets wil organiseren om ruimte te creëren voor emoties die bovenkomen, dan is het van belang beroep te doen op professionals met expertise rond traumasensitiviteit en systemen van onderdrukking.”
Reacties [3]
Democratie en vrijheid van spreken zijn in deze materie het allerbelangrijkste. Ik stel voor om in elke gemeente een democratische dienst te installeren. Die dienst zorgt voor de ondersteuning van elk burgerinitiatief, maakt via rapportage duidelijk aan alle burgers en de politici welke diverse invalshoeken er in de samenleving mogelijk zijn. De dienst zoekt permanent naar mensen die de moed en de kennis hebben om in groepsverband gevoelens en ideeën uit te wisselen.
Gaza, Oekraïne, Afganistan, Syrië, Armenië, Koerdistan, Soedan, Oost-Congo, en zo vele andere gevallen. Allemaal sporen van ons westerlingen. De Palestijnen zijn de native people in het Midden-Oosten, zoals de Indianen in de VS. Verdrukt door minderheden die over de grootste rijkdom beschikken om de rijkdom van die landen. Al die conflicten verlammen onze eigen vrijheid. Men zou schrik hebben zijn standpunt bekend te maken. Aan elk conflict zijn voor- en tegenstanders verbonden. Wij hebben Facebook. Daarop moet een algemene community gevormd worden waar iedereen, onafhankelijk van afkomst, aard, taal, religie of wat dan ook kan communiceren. Iedereen moet zich (kunnen) uiten over deze situaties en hiermee het geweten van onze plolitici beïnvloeden. Elke mens heeft recht op leven, geen enkele mens heeft het recht een ander te onderdrukken. Moderatie van een dergelijke community moet in handen zijn van professionals in sociale relaties en communicatie. Ik kijk daar naar uit.
In de voorbije maand hebben ook een kleine 100 gesprekken bij hulplijn Tele-Onthaal de impact van belangrijke maatschappelijke gebeurtenissen als gespreksthema gehad.
Recentelijke maatschappelijke gebeurtenissen, waaronder een terreuraanslag in Brussel en het voortdurende conflict in Gaza, roepen ook wel enkele diepgaande emoties en bezorgdheid op bij bellers en chatters van Tele-Onthaal.
Je kan er hier meer over lezen: https://www.tele-onthaal.be/nieuws/algemeen/tele-onthaal-in-tijden-van-wereldwijde-onrust
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies