Achtergrond

Het moeilijke woonverhaal van mensen in armoede

Ludo Serrien

Inkomen en huisvesting zijn doorslaggevend om uit armoede te geraken. Maar het vinden van een kwaliteitsvolle en betaalbare woning is voor mensen met een beperkt inkomen niet evident. Hoe die vicieuze cirkel doorbreken? De Vlaamse Woonraad formuleerde een advies, net voor ze wordt afgeschaft.

© Unsplash / Gilles Dejardins

Vlaamse Woonraad verdwijnt

Op de drempel van een nieuwe Vlaamse regeerperiode formuleerde de Vlaamse Woonraad samen met het Netwerk tegen Armoede een advies over het woonverhaal van mensen in armoede.Vlaamse Woonraad en Netwerk tegen Armoede (2019), (Over)leven in armoede, het woonverhaal van mensen in armoede, advies 2019-9, 4 oktober 2019, Brussel.Daags voor de presentatie van het advies vernam de Vlaamse Woonraad dat ze afgeschaft wordt. De nieuwe Vlaamse regering wil de Vlaamse Woonraad vervangen door een veel bescheidener “stakeholdersoverleg”.

Voorzitter Bernard Hubeau betreurde dit in KNACK: “Wij hadden regelmatig overleg met de administratie en het kabinet van de vorige minister van Wonen. Ondanks onze constructieve adviezen worden we nu afgeschaft. Net als de uitstap uit UNIA, de afschaffing van het Minderhedenforum en de controle op berichtgeving bij de VRT, past dit in de trend om het middenveld te verdringen.”

‘Het aantal betaalbare huurwoningen is schaars.’

Toch zal de Vlaamse Woonraad de komende weken nog twee nieuwe adviezen formuleren. Die zullen handelen over wonen in relatie tot het klimaat en verdichting. Een recent afgerond advies, in samenwerking met het Netwerk tegen Armoede, staat stil bij de problematiek van armoede en wonen. De opzet en de voornaamste bevindingen staan centraal in dit artikel.

Wonen aan de onderkant

Hoe gaan mensen in armoede om met hun precaire woonsituatie? Een laag budget hypothekeert de keuzemogelijkheden op de woningmarkt. Hierdoor zoeken mensen noodgedwongen naar strategieën om alsnog de leefbaarheid van hun woonsituatie te verbeteren.

Het advies is gebaseerd op de ervaringen van mensen in armoede en praktijkwerkers: Hoe beleven ze hun woonsituatie? Wat zijn overlevingsstrategieën? De verhalen illustreren de diversiteit van het wonen aan de onderkant. Het gaat over ontoereikende en instabiele huisvesting, dakloosheid en verblijf in de nachtopvang.

Schaarste op de woonmarkt

Het gebrek aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen maakt het voor mensen in armoede heel moeilijk om een woning te vinden.Vlaamse Woonraad (2017), Wooncrisis in de onderste lagen van de private huurmarkt, advies 2017-06, Brussel, Vlaamse Woonraad

Het aantal betaalbare huurwoningen is schaars. Geschikte woningen gaan vaak aan hun neus voorbij, omdat anderen betere papieren kunnen voorleggen. Of omdat ze botsen op vooroordelen of discriminatie.

De zoektocht naar een woning duurt erg lang. Daardoor rest hen vaak niet veel anders dan in te gaan op de eerste woning die hen effectief wordt aangeboden, ook al is die te duur of van slechte kwaliteit.

Mensen in armoede voelen zich vaak gedwongen om te kiezen tussen ‘dit of de straat’. Omdat de woning niet aansluit bij hun financiële mogelijkheden, zien ze dit als een tijdelijke situatie. Het verhindert dat ze ‘zich effectief thuis’ kunnen voelen.

Te duur huren

Bij het begin van hun zoektocht naar een woning stellen mensen een bepaalde huurprijs voorop. Maar die moeten ze vaak verhogen door het tekort aan betaalbare woningen.

‘Vaak blijft er na de huur nauwelijks geld over.’

Ze beginnen bijvoorbeeld met het zoeken naar een woning van 500 euro. Langzaam trekken ze de huurprijs op om te eindigen op 700 tot 800 euro. Die uiteindelijke huurprijs is te hoog voor hun inkomen.

Sommige mensen hebben meer dan de helft van hun beschikbare budget nodig voor hun huurwoning. Vaak blijft er na de betaling van de huur nauwelijks geld over. Met wat er rest, betalen mensen de meest prioritaire uitgaven. Ze bekijken op welke posten besparen mogelijk is: gezondheidszorg, energie en vrije tijd.

Overleven

Wanneer de energiefactuur zwaar doorweegt gaan ze op zoek gaan naar ‘haalbare’ alternatieven, zoals een tweedehands houtkachel of een Zibro Kamin vuurtje op petroleum.Koning Boudewijnstichting (2017), Barometer Energiearmoede 2009-2016, Brussel.Die brengen dan weer andere problemen met zich mee. Door te besparen op verwarming en energie zetten ze zichzelf soms letterlijk in de kou.

Door al dit telwerk leidt het leven in armoede tot voortdurende stress.”

Ze vinden het ook cruciaal om de huur tijdig te betalen. Het verlies van de woning kan immers een negatieve spiraal in gang zetten, die heel moeilijk te doorbreken is. Door al dit puzzel- en telwerk leidt het leven in armoede tot voortdurende stress in het overleven.

Woononzekerheid

De hoge woonkost zet echter de woonzekerheid en het behoud van de woning onder druk. Met als gevolg een energie- en tijdrovende zoektocht naar een nieuwe woonst. Die onzekerheid heeft negatieve effecten op de gezondheid en het welzijn van mensen.Vlaamse Woonraad, Wonen en gezondheid, advies 2018/26, 2018, Brussel, Vlaamse Woonraad.

‘Mensen vinden hun situatie uitzichtloos.’

Verhuizen betekent vaak ook extra kosten, zoals het dubbel moeten betalen van de huur, zowel voor de nieuwe als de oude woning. Of er duiken andere kosten op van de vorige woning: een niet volledige of heel laattijdige terugbetaling van de waarborg, een opzegvergoeding. Of andere kosten van de nieuwe woning: aansluitingen energie of internet, waarborg, plaatsbeschrijving.

Mensen in armoede vinden hun situatie vaak uitzichtloos. Ze maken zich zorgen over al deze uitgavenposten. Het gevoel de controle te verliezen wakkert de moedeloosheid aan. Door te moeten verhuizen, verliezen ze vaak hun netwerk en moeten ze alles opnieuw opbouwen.

Een slechte woning als alternatief

Om alsnog een woning te vinden die min of meer binnen het beschikbare budget past, kiezen mensen noodgedwongen voor een onaangepaste, te kleine woning. Of ze boeten in op de algemene woningkwaliteit. Dit houdt echter niet altijd een lagere totale woonkost in, omdat in verhouding de energiefactuur zeer hoog kan zijn.

‘Mensen in armoede drurven vaak niet te klagen.’

Het gebrek aan alternatieven maakt dat mensen in armoede berusten in dat gebrek aan kwaliteit. Omdat ze geen andere opties hebben, laten ze na om de kwaliteitsproblemen te signaleren.Segers K. en De Decker P. (2011), Woonpaden van kwetsbare bewoners: een studie met (ex-)thuislozen in Oostende, Heverlee, Steunpunt Ruimte en Wonen.

Mensen in armoede durven vaak niet te klagen, om conflicten met de verhuurder te vermijden of uit angst voor mogelijke gevolgen. Zo vragen ze bijvoorbeeld geen woningonderzoek aan uit vrees dat ze , bij een negatieve beoordeling, de woning moeten verlaten zonder alternatief.

Gezondheid onder druk

Een slechte woonkwaliteit aanvaarden, betekent dat mensen wonen in slechte omstandigheden. Het kan de gezondheid negatief beïnvloeden.Vlaamse Woonraad (2018), Wonen en gezondheid, Advies 2018-27, 2018, Brussel, Vlaamse Woonraad.

Praktijkwerkers stellen vast dat bewoners zich aanpassen. Zo gaan mensen bijvoorbeeld niet meer slapen in de slaapkamer met vocht en schimmel en komen verschillende personen op dezelfde slaapkamer terecht. Met als mogelijk gevolg dat op termijn hier ook problemen opduiken.

‘Beter een slechte woning dan geen woning.’

Anderen beslissen om zelf werken aan de woning uit te voeren, al dan niet in samenspraak met de eigenaar. Sommige huurders besluiten dan om geen huishuur meer te betalen als compensatie van de uitgevoerde herstellingswerken of wanneer de werken te lang achterwege blijven.

Eenzijdig overgaan tot niet betalen van de huur verzwakt hun positie. Wanneer echter in onderling overleg de huurprijs niet geïndexeerd wordt in ruil voor het uitvoeren van bepaalde herstellingen, kan dit voordelig zijn voor beide partijen.

Opvallend is dat een woning met gebreken toch de nodige rust kan brengen voor mensen in armoede. Beter een slechte woning dan geen woning.

In de rand van de woonmarkt

Maar voor sommige mensen ligt zelfs dat niet in bereik. Zij gaan dan huisvesting opzoeken in de rand van de reguliere woonmarkt. Zo is wonen op een camping of op kamers aantrekkelijk, omwille van de relatief lage woonkost. Maar dit houdt wel in dat ingeboet wordt op andere domeinen.

Wonen op campings gaat gepaard met een gebrek aan voorzieningen, een ondermaatse kwaliteit of wanpraktijken van sommige private campinguitbaters. Wie op een camping woont, komt moeilijk aan een officieel adres, waardoor hij bepaalde sociale rechten niet verkrijgt.

‘Op de kamermarkt is de kwaliteit minder gegarandeerd’

Ook op de kamermarkt is de kwaliteit minder gegarandeerd en is de verhouding prijs-kwaliteit veelal scheefgetrokken. Vooral het gemeenschappelijk gebruik en het delen van het toilet of de douche met anderen vinden mensen in armoede bijzonder belastend.

Ook leegstaande panden zijn aantrekkelijk voor mensen in armoede. Leegstandbeheerders, ook wel ‘antikraakbedrijven’ genoemd stellen die ter beschikking aan een lage prijs. Maar ze bieden vaak ontoereikende kwaliteit en de rechtsbescherming van de bewoners is ondermaats. Het gaat per definitie ook over een tijdelijke oplossing en de termijn is meestal te kort om een volwaardig woonalternatief te vinden.

Mensonwaardige woonsituaties

Al bij al vinden mensen deze niet-optimale woonvormen ‘beter’ dan andere woonsituaties, die totaal ontoelaatbaar zijn. Zoals het tijdelijk intrekken bij kennissen, het betrekken van openbare gebouwen of kraakpanden, het overnachten in garageboxen, het gebruik van de eigen auto, de nachtopvang en het effectief op straat moeten slapen.

Deze ‘woonsituaties’ vinden praktijkwerkers mensonwaardig. Soms gaan ze ook gepaard met misbruik van extra kwetsbare personen.

Sofaslapen

Ondanks het overleven in armoede is er vaak solidariteit met anderen die het ook moeilijk hebben. Vooral jongvolwassenen gaan bijvoorbeeld tijdelijk samenwonen om de woonkosten te delen of om iemand uit de nood te helpen. Zo kunnen ze een plek vinden op de zetel bij vrienden of kennissen waar ze terechtkunnen voor een paar nachten. Dat is niet alleen een tijdelijke situatie, maar betekent ook dat ze meestal geen domicilieadres hebben. Met gevolgen op vlak van inkomen en het uitoefenen van rechten.

Die opvang bij vrienden of lotgenoten kan heel fragiel zijn en de onderlinge relaties onder druk zetten.

Mensen gaan echter vaak niet samenwonen omdat het hun vervangingsinkomen in het gedrang brengt. Samenwonen kan tot een lagere uitkering leiden en zet ook het recht op andere financiële voordelen op de helling: studietoelage, sociaal telefoontarief, sociale toeslag binnen de kinderbijslag of de verhoogde tegemoetkoming… Het kan een weerslag hebben op het recht op een sociale huurwoning en leiden tot een hogere sociale huurprijs.Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (2018), Samenwonen erkennen, ondersteunen en aanmoedigen, Memorandum voor de federale en regionale verkiezingen 2019, Brussel, Steunpunt Armoedebestrijding.

Drempels

Er zijn ook mensen in armoede die geen aanspraak maken op hun rechten. Omdat ze de steunmaatregelen niet kennen of uit angst dat ze hun woning moeten verlaten zonder alternatief.

Mensen ervaren allerlei drempels bij de aanvraag van de steunmaatregelen. Het is voor velen een obstakel om verschillende documenten aan te leveren of bepaalde gegevens te melden. Langdurige procedures schrikken af.Verstichele J. (2018), De onzichtbare wooncrisis, Antwerpen, EPO.

Door toenemende voorwaardelijkheid, meer selectiviteit en sanctionering bij de toekenning van sociale rechten ontstaan er extra drempels. Die werken onderbescherming in de hand.Stevens, H. en VandenSande, E. (2018), ‘Effectief armoedebeleid, meer dan een juridische strijd. Over de noodzakelijkheid van de dialoog met mensen in armoede’, in: Coene, J. e.a. (red.), Armoede en sociale uitsluiting, Jaarboek 2018, Leuven, Acco, 359-373.

‘Extra drempels werken onderbescherming in de hand.’

Dat sommige mensen in armoede niet langer geloven in een verandering van hun persoonlijke situatie zet hen niet aan om hun rechten uit te oefenen. Met een gevoel van gelatenheid geraken ze op zichzelf gekeerd. Ze sluiten zich af van de samenleving.

Praktijkwerkers geven aan dat het soms erg moeilijk is om achter de voordeur te geraken. Gordijnen en rolluiken blijven dicht. Ook schermen mensen zich af van de realiteit en de buitenwereld in geval van schulden. Of omdat ze zich schamen over hun woonsituatie. Dat verhoogt uiteraard het risico op vereenzaming.

Voorbij het overleven

Mensen in armoede ervaren uitsluiting op verschillende levensdomeinen. Toch is de broosheid van hun woonsituatie een cruciale factor. Mensen in armoede beseffen het belang van het hebben van een woning. Maar op de woonmarkt vinden ze geen volwaardige oplossing.

Sociale huisvesting is volgens hen wel een oplossing. Mensen in armoede waarderen dat de toegang wettelijk geregeld is en dat de huurprijs gerelateerd is aan het inkomen. Zowel de woonzekerheid als de woonkwaliteit worden in de sociale huisvesting hoger ingeschat.Stevens, H. (2019), ‘Is sociaal wonen meer dan goedkoop wonen?’, in Vandromme T. e.a. (red.), Blikken naar de toekomst van de sociale huisvesting in Vlaanderen, Verslagboek van de discussiedagen sociale huisvesting 2018, Oud-Turnhout, Gompel & Svacina uitgevers, 312-323.

‘Sociale huisvesting is een oplossing.’

Zowel de Vlaamse Woonraad als het Netwerk tegen Armoede hebben al meermaals aangedrongen op meer sociale huurwoningen en de hernieuwing van het Bindend Sociaal Objectief dat aan gemeenten wordt opgelegd om een sociaal woonaanbod te realiseren.

Mensen in armoede wijzen ook op de nood aan ondersteuning op de private huurmarkt, vooral op het vlak van de toegankelijkheid en de betaalbaarheid. Huursubsidies en geconventioneerd verhurenIn ruil voor verhuring aan inkomenszwakke kandidaat-huurders krijgen de verhuurders een aantal voordelen, zoals een gegarandeerde betaling van een deel van de huurprijsmoeten zorgen voor betere waarborgen. Daarnaast moet de overheid ontoelaatbare woontoestanden op de private huurmarkt administratief en strafrechtelijk aanpakken.

Woonbeleid

Een goed uitgewerkt woonbeleid met sociale huisvesting en een verstekt huurbeleid kan mensen in armoede vooruithelpen.

Tot dan blijven mensen in armoede wonen aan de onderkant. Ze vallen terug op strategieën waarmee ze louter hun precaire woonsituatie beheersbaar maken. Deze strategieën zijn slechts een tijdelijke uitweg. Veel van deze woonsituaties kunnen we zelfs als dakloosheid beschouwen.

Het is geen optie om die precaire woonsituaties te bestraffen, noch te faciliteren. De overheid kijkt ook best met de nodige argwaan naar het wonen op een camping, het wonen op kamers of het aangaan van bezettingscontracten in de leegstand. Waar nodig moet zij misbruiken bestrijden. Het blijven immers ondermaatse vormen van huisvesting, die niet structureel bijdragen tot een sociaal woonbeleid.

Hefboom in armoedebestrijding?

Dit advies van de Vlaamse Woonraad en het Netwerk tegen Armoede staat haaks op het nieuw Vlaams regeerakkoord. De nieuwe Vlaamse regering gebruikt het woonbeleid niet echt als hefboom tegen armoede.

‘Dit advies staat haaks op nieuw Vlaams regeerakkoord.’

Het gebrek aan een coherent armoedebeleid werd al door meerdere experts bekritiseerd. Met de jobbonus mikt men op een klassieke remedie om armoede te bestrijden. Toch is de relatie tussen tewerkstelling en armoede niet zo eenvoudig. Koen Hermans (KU Leuven) ziet vooral in het woonbeleid een belangrijkere hefboom tegen armoede: “We onderschatten de impact van woononzekerheid en de stress die dat met zich meebrengt.”Castel, B. (2019), Woonstress bij mensen in armoede: “Betaalbare woningen zijn krotten, dat is deprimerend”, 7 oktober 2019.

Andere aangekondigde maatregelen in het woonbeleid gaan zelfs in tegen de armoedebestrijding. Voor het verkrijgen van een sociale woning kijkt men nu naar de lokale binding. Een kandidaat-huurder moet de jongste tien jaar voor de toewijzing van een sociale woning minstens vijf jaar onafgebroken in de gemeente hebben gewoond. “Die maatregel treft niet alleen nieuwkomers, maar ook mensen in armoede”, zei David de Vaal van het Netwerk tegen Armoede in Knack. “Door de moeilijkheden op de private huurmarkt blijven zij haast nooit vijf jaar aan een stuk in dezelfde gemeente wonen. Voor daklozen is lokale binding dan weer heel moeilijk te bewijzen.”

“Over een uitbreiding van de huursubsidie vinden we niets terug in het regeerakkoord”, zegt de Vaal. “Een verbetering van woningkwaliteit staat wel in het regeerakkoord, maar die moet gepaard gaan met een verbetering van betaalbaarheid. Anders dreigen mensen in armoede na een renovatie toch uit de boot te vallen.”Castel, B. (2019), Woonstress bij mensen in armoede: “Betaalbare woningen zijn krotten, dat is deprimerend”, 7 oktober 2019.

Reacties [6]

  • Jacqueline

    Ons huis is onbewoonbaarverklaard de burgermeester zou ons helpen met woning maar stuur ons naar het ocmw. Ocmw zegt gewoon weg sorry kunnen jullie niet helpen dus ga maar daklozen centrum in hoogstraten of turnhout met 2 kinderen daar komt je dus niet. Wij staan al geruime tijd ingeschreven bij sociale huurwoning geen recht daarop omdat we van de burgermeester geen artikel 135 hebben gekregen. Eind augustus moeten wij eruit. Ben alleenstaande moeder 2 kinderen en een oma in huis. De gemeente,ocmw en sociale kantoren laten je gewoon in de kou staan. Private markt voor huizen onbetaalbaar. Dus wat brengt onze toekomst dat we dakloos zijn. Bedankt gemeente Hoogstraten

  • Niels

    Wanneer 2/3de van het inkomen (leefloon) alleen al naar de huur gaat, valt er verder niets meer te sparen. Een huurwaarborg bijéén krijgen om iets beters te zoeken, lukt ook niet. Daarbij nog schulden bij de eigenaar, en de mogelijkheid om te verhuizen krimpt volledig weg. Huurwaarborgen zouden beter door banken uitgeleend worden, mits een plaatsbeschrijving van de woning nog voor de woning betrokken wordt. Dit zou al veel problemen weg nemen.
    Ook de huurprijs op de particuliere huurmarkt zou omlaag moeten. De huur die ik betaal scheelt niet veel van een hypothecaire lening op een eenvoudige woning, die na x-aantal tijd de jouwe is.

  • Luc Goossens

    Al wat vandaag scheef zit aan het woonbeleid in Vlaanderen werd al decennia lang gesignaleerd in door de Vlaamse overheid gefinancierd onderzoek en ter verbetering geadvizeeerd o.m. door de Vlaamse Woonraad. Nooit iets zinnigs mee aangevangen …!

  • Enid Crevits

    Goed artikel ! Blij dat het er ook in staat : De massa stress die mensen ervaren die geen bewoonbaar Huisje of appartementje hebben en hun kinderen . Beroep moeten doen op anderen, zich teveel voelen, geen privacy hebben, geen plekje om tot rust te komen.
    Activering is het modewoord. Maar hoe kun je verwachten van mensen die moeten wonen in een veel te duur huurhuis vol schimmel en kartonnen muren, of op de zetel slapen bij anderen, in hun auto wonen of erger op straat, dat ze werk gaan vinden ? Geef elke mens een deftig dak boven het hoofd, een plek waar hij een thuis van kan maken, geen tijdelijke maar duurzame oplossingen. En geen uithuiszettingen meer. Er zijn een massa sociale woningen die leeg staan, laat ze opknappen door handige mensen , en geef die gasten een arbeidscontract. Housing first !

  • peter brepoels

    In 2018 werden in Vlaanderen 12.070 huishoudens met uithuiszetting bedreigd. Evicted, poverty and profit in the American city van Matthew Desmond komt iedere dag dichter: verhuren aan de meest wanhopigen wordt of is ondertussen al een prima business plan.
    https://www.vvsg.be/nieuws/232-huishoudens-per-week-dreigen-woning-te-verliezen.
    https://www.penguinrandomhouse.com/books/247816/evicted-by-matthew-desmond/
    https://sociologiemagazine.nl/sites/default/files/pdf/socioblogie_2016-2_geen_andere_wereld_linked.pdf

  • An Meert

    Er zijn nog bijkomende problemen: iedereen geraakt niet aan een waarborg bij de instanties. De schuldproblematiek. Deurwaarders, schuldbemiddelaars, voedselbanken,… Probeer maar om te overleven!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.