Aleksandro
Aleksandro (43) klopt aan bij zijn huisarts. Hij werkt als schoonmaakhulp bij een groot dienstenchequebedrijf en is al twee maanden arbeidsongeschikt omwille van aanslepende rugklachten. Hij kreeg een brief van de arbeidsarts maar begrijpt niet goed wat er in de brief staat.
‘Aleksandro begrijpt niet goed wat er in de brief staat.’
De huisarts leest in de brief dat de arbeidsarts Aleksandro wil informeren over de verschillende mogelijkheden om zijn werk te hervatten. Aleksandro vraagt zich luidop af wat hij nu verder moet doen. De dokter antwoordt dat hij het zelf moet opzoeken omdat hij dit document nog nooit gezien heeft.
Arbeidsarts en adviserend arts
Die namiddag spreekt de dokter een collega aan, misschien heeft hij meer ervaring met brieven van arbeidsartsen. De collega zegt dat hij daarover al eens iets gehoord had van zijn buurvrouw, in verband met een ‘reïntegratietraject’. Ze vertelde hem dat ooit toen ze wegens ziekte een jaar thuis was.
Een andere collega pikt in: “Ja, mijn schoonbroer kreeg ook van die moeilijke brieven, maar dat was van het ziekenfonds denk ik. Daar stond iets in over ‘invaliditeit’? Staat dat er ook niet op?” Nog een collega bekent dat ze nog steeds niet goed het verschil weet tussen de arbeidsarts en de adviserend arts. Zij raadt patiënten steeds aan om meer informatie te vragen aan het ziekenfonds.
Medische overmacht
Zeven maanden later. Ondanks verschillende behandelingen bij de kinesist, zijn de rugproblemen van Aleksandro nog niet van de baan. Dat maakt hem moedeloos. Tijdens een consultatie bij de huisarts vertelt hij dat hij zich ook zorgen maakt over zijn slaapproblemen en migraine, zijn zoon die het moeilijk heeft op school en een hoge energierekening waarvoor hij een afbetalingsplan moest vragen.
Bovendien kreeg hij opnieuw een brief van de arbeidsgeneeskundige dienst, ditmaal aangetekend. Blijkbaar zou de werkgever een procedure voor ‘medische overmacht’ opgestart hebben. De huisarts probeert samen met Aleksandro uit te zoeken wat dat precies betekent.
In paniek
Aleksandro wil zijn job niet verliezen: hij werkt al zeven jaar in dit bedrijf, heeft een goede band met zijn collega’s en klanten. Hij is in paniek. Zijn huisarts probeert de arbeidsgeneeskundige dienst op te bellen maar de betrokken arbeidsarts is zelf bezig met consultaties.
‘Iedereen kent wel iemand die niet alleen worstelt met een langdurige ziekte, maar ook met de moeilijke brieven, documenten, procedures en begrippen.’
Thuis belt de vrouw van Aleksandro naar de arbeidsgeneeskundige dienst om een afspraak te maken. Op de afspraak begrijpt hij niet alles wat gezegd wordt. De arbeidsarts oordeelt dat Aleksandro niet meer als schoonmaakhulp bij het dienstenchequebedrijf kan werken.
Moeilijke brieven
Het verhaal van Aleksandro klinkt je wellicht bekend in de oren: iedereen kent wel een verhaal over vrienden, buren of collega’s die niet alleen worstelen met een langdurige ziekte, maar ook met de moeilijke brieven, documenten, procedures en begrippen waarin ze verzeild geraken. Ook de zoektocht naar welke arts of zorgverlener je hierbij kan helpen, is niet evident.
‘Op de carrousel van documenten en diensten, riskeren patiënten dolgedraaid te worden.’
Op die carrousel van documenten en diensten, riskeren mensen dolgedraaid te worden. Het is niet evident om te weten bij wie je voor wat terecht kan, zeker niet als je minder goed Nederlands spreekt, je gezondheid je in de steek laat, je niet mobiel bent of je digitaal minder vaardig bent.
Wijkgezondheidscentrum
Wie aangesloten is bij een wijkgezondheidscentrum, heeft een voordeel: in deze centra kunnen langdurig zieke patiënten niet alleen terecht bij de huisarts, maar er werken ook enkele sociaal werkers. Die proberen patiënten wegwijs te maken doorheen die doolhoven en carrousels.
Ze bekijken samen met de patiënt ‘moeilijke’ brieven, bellen naar een dienst of denken mee na over welke stappen de patiënt nu het best zet. Dit kan bijvoorbeeld gaan over vrijwilligerswerk verkennen, ander werk zoeken of het gesprek voorbereiden met de leidinggevende om progressief het werk te hervatten.
Uiteraard zijn er ook andere organisaties die deze langdurig zieken hiermee kunnen helpen, bijvoorbeeld consulenten van ziekenfondsen of VDAB. Maar de meerwaarde van het wijkgezondheidscentrum is dat sociaal werkers daar onder één dak zitten met gezondheidswerkers en vlot met elkaar kunnen afstemmen over de noden van de patiënt. Zo heeft wijkgezondheidscentrum De Kaai sinds een jaar ook een collega vanuit het ‘Gespecialiseerd Team Bemiddeling’ (GTB), een deelwerking van VDAB. Deze coach informeert en adviseert vanuit eigen expertise langdurig zieke patiënten over de mogelijkheden op vlak van opleiding en werk.
Wegwijzer bij langdurige ziekte
Dat langdurig zieken verdwalen in een doolhof blijft niet zonder gevolgen. Patiënten moeten soms maanden wachten op een uitkering omdat zijzelf of hun werkgever niet tijdig bepaalde documenten invullen voor het ziekenfonds.
Tegelijk zijn patiënten vaak niet op de hoogte van wat er op vlak van activering mogelijk is. Hierdoor gaat kostbare tijd verloren en zakken mensen soms dieper weg in een negatieve spiraal van financiële zorgen, moedeloosheid en depressie.
‘Deze gids maakt je wegwijs in het doolhof van artsen en hulpverleners.’
Dezelfde problemen duiken steeds weer op. Een grote groep mensen zoals Aleksandro wordt erdoor getroffen. Hoe lossen we het op? Een duidelijk overzicht van een complex landschap kan een sterk antwoord zijn.
Daarom schreven we met de sociaal werkers van ons wijkgezondheidscentrum de gids ‘Wegwijzer bij ziekte‘ voor patiënten. Deze gids maakt je wegwijs in het doolhof van alle artsen en hulpverleners die je ontmoet wanneer je voor een langere periode arbeidsongeschikt bent.
De gids behandelt enkele meest voorkomende vragen. Naast de rol van de huisarts en maatschappelijk werker, komen ook de adviserend arts, arbeidsarts, werkgever, vakbond en VDAB aan bod. De gids is een gebruiksmiddel: patiënten kunnen er hun afspraken in noteren en de gegevens van de artsen en hulpverleners die hen opvolgen. Dat past helemaal binnen de visie van doelgerichte zorg waarbij de patiënt aan het roer staat van zijn traject.
Caroline
Caroline (57) kampt met een psychische kwetsbaarheid en staat al een paar jaar op invaliditeit. Ze komt in het wijkgezondheidscentrum op consultatie bij de arts. Die is bezorgd want ziet Caroline nu ook worstelen met eenzaamheid. Hij vraagt haar contact op te nemen met de maatschappelijk werker van het centrum.
Samen bespreken ze haar toekomsperspectieven. Caroline vertelt dat ze meer zingeving wil in haar leven. De maatschappelijk werker wijst de weg naar vrijwilligerswerk.
Een paar maand later komt Caroline terug op consultatie en vertelt ze aan de maatschappelijk werker dat ze gestart is met vrijwilligerswerk. Bovendien vertelde iemand haar dat ze via het GTB een opleiding zou kunnen volgen om ervaring op te doen als verkoopster in een kleine winkel. Maar hoe zit dat dan met haar invaliditeit?
Dit kan en moet anders
De maatschappelijk werker neemt de gids erbij en overloopt samen met Caroline de informatie die voor haar interessant is. Caroline neemt de gids mee naar huis. Ze maakt een afspraak bij het ziekenfonds om met de adviserend arts in gesprek te gaan over haar plannen. Ze las in de gids al over een terug-naar-werkcoördinator van de mutualiteit, dus daarover wil ze het met die arts zeker hebben.
Naast Caroline staan veel andere langdurig zieke mensen die verloren lopen in het doolfhof van diensten en procedures. Dat kan en moet anders. Laat ons beginnen met een goed geïnformeerde patiënt, die tijd krijgt om na te denken over de verschillende mogelijkheden en trajecten, ondersteund door een netwerk van hulpverleners die elkaar kennen.
Reacties