Politieke rol van het middenveld
De politieke rol van het middenveld is actueel.
Vorig jaar nog leidde het Vlaamse regeerakkoord tot discussies over het ‘primaat van de politiek’ dat de kritische ruimte van middenveldorganisaties zou beperken. Politiserend werken en de relatie tussen democratie en politieke ruimte zijn ‘hot’ issues. Boeken en opleidingen schieten als paddestoelen uit de grond. Het was een krachtlijn op de sociaalwerkconferentie in 2018.
‘Hoeveel vrijheid heeft en neemt het middenveld?’
De politieke rol van het middenveld werd ook onderzocht door CSI Flanders. De resultaten werden al op Sociaal.Net belicht en enkele weken geleden rolde ook het boek ‘Middenveld. Tussen aanval en verdediging’ van de drukpersen.
Al deze initiatieven nodigen organisaties uit om in de spiegel te kijken. Hoeveel moed hebben ze en vrijheid nemen ze om maatschappelijke en politieke veranderingen na te streven? En hanteren ze hierbij bewust strategieën?
Het nieuwe voltijds als case
Met Femma maakten we recent ons onderzoek over de 30-urenwerkweek publiek. Met www.gerichtopevenwicht.be delen we ervaringen over een evenwichtige combinatie van werk, zorg en vrije tijd.
De afronding van het actieonderzoek is een mijlpaal in onze campagne ‘Gericht op evenwicht’ voor een evenwichtige combinatie van betaalde en onbetaalde arbeid. De campagne startte in 2014 en zette de ratrace op de maatschappelijke agenda.
Politiserend kapitaal
De kortere werkweek als nieuw voltijds trok de aandacht en was de voorbije jaren een belangrijke motor van Femma´s politieke rol.
Die rol is niet nieuw. Als vrouwenbeweging met honderd jaar op de teller en met roots in de arbeidersbeweging, bouwde Femma haar ‘politiserend kapitaal’ op. Een recent onderzoeksrapport spreekt over haar “pertinente invloed op vele generaties leden en op de samenleving”.Janssens, L., Vercruysse, S. en Coussement, A. (2020), ’De impact van Femma. Maatschappelijke rol en betekenis van de Christelijke arbeidersvrouwenbeweging in historisch perspectief (1920-2020)’, Leuven, KADOC / KU Leuven, p. 5.
Femma had doorheen haar geschiedenis impact op de samenleving. Het parcours van de organisatie is er één van het veranderen van maatschappelijke spelregels om het leven van vrouwen te verbeteren.
Femma, vroeger bekend als de KAV (Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging), ontstond om voor fabrieksarbeidsters en hun gezinnen sociale bescherming af te dwingen. Ze zorgde mee voor het algemeen vrouwenstemrecht in 1948. Vlak voor de feministische golf in de jaren zeventig, hield ze met haar publicatie ‘De vrouw nu. Een nieuw statuut’ een sterk pleidooi van gelijkheid van kansen en een gelijkwaardig partnerschap tussen vrouw en man. Dat zorgde voor een diepgaande mentaliteitsverandering bij heel wat vrouwen. Campagne voeren voor de kortere werkweek past in het rijtje van ‘het ogenschijnlijk onmogelijke toch mogelijk maken’.
Luis in de pels
Femma had in vergelijking met andere vrouwenverenigingen een grote politieke invloed door haar inbedding in Beweging.net, het vroegere Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW). Toch was de relatie allesbehalve rimpelloos. Al van bij het begin was Femma luis in de pels. Ze dwong binnen de dominant mannelijke syndicale- en arbeidersbeweging haar eigen koers af.
‘Femma bekwaamde zich in de kunst van het onmogelijke.’
Femma maakt ook deel uit van de vrouwenbeweging die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw gezien werd als een nieuwe sociale beweging die met haar actievormen en inhoudelijke klemtonen inging tegen het gevestigde middenveld. De nieuwe feministische groepen zoals de Dolle Mina´s vonden Femma te braaf en burgerlijk. Omgekeerd vond Femma dat deze groepen geen voeling hadden met de massa en dat ze te nadrukkelijk focusten op abortus.
Naast de spanningsvelden, was er een verenigde strijd waarbij Femma zich liet uitdagen en inspireren en namen de verschillende spelers geleidelijk elkaars standpunten over.
Kortom: Femma bekwaamde zich doorheen haar bestaansgeschiedenis in de ‘kunst van het onmogelijke’. Enerzijds maakte ze deel uit van het verzuilde middenveld waarin ze haar positie moest afdwingen. Anderzijds was ze verbonden met de nieuwe sociale bewegingen die dat verzuilde middenveld methodisch en inhoudelijk uitdaagden. Ze positioneerde zich voortdurend binnen het maatschappelijk en politiek veld.
Het nieuwe voltijds
De campagne ‘Gericht op evenwicht’ is een schoolvoorbeeld van wat Ulrich Beck ‘subpolitiek’ noemt: kwesties die oorspronkelijk tot de private sfeer behoren, zoals het opnemen van zorgarbeid of taakverdeling thuis, worden de inzet van publiek debat. De discussie erover gebeurt niet enkel in de conventionele politieke arena, maar ook aan de keukentafel, in tv-studio´s en het verenigingsleven.
‘Femma zette zelf een actieonderzoek op touw.’
Femma schreef een onderzoeksrapport waarin ze verschillende strategieën voorstelt om een evenwichtige combinatie tussen betaalde en onbetaalde arbeid voor iedereen mogelijk te maken.
De 30-urenwerkweek, het ‘nieuwe voltijds’, is één van die strategieën. Geïnspireerd door andere praktijkvoorbeelden van de kortere werkweek in het buitenland, besliste Femma om zelf een actieonderzoek op touw te zetten. Met als doel eruit te leren, inzichten rond arbeidsduurvermindering te delen en anderen te inspireren. De resultaten werden zopas bekend gemaakt.
Actie-onderzoek als politiserende praktijk
Dit actie-onderzoek verbeeldt wat tot nog toe niet mogelijk werd geacht.Oosterlynck, S., e.a.(2020), Middenveld: tussen aanval en verdediging, Tielt, Lannoo, p. 13.Femma schopt tegen bestaande machtsverhoudingen: arbeid is niet langer betaald, welvaart niet de hoofdfocus. Femma handelt binnen het perspectief van ‘het politieke’ omdat ze de maatschappelijke verhoudingen transformeert.
Dit actieonderzoek betekent veel voor de organisatie en haar maatschappelijke agenda. Onderzoekers zien dat zo: “Door meer radicaal en proactief een alternatief samenlevingsmodel naar voor te schuiven en zichzelf als lerende expert op te stellen, maakte Femma zich politiek relevant: ze plaatste zichzelf en het dossier op de publieke en politieke agenda.”
Het actieonderzoek mobiliseert over klassieke scheidingslijnen heen. Zo ligt de 30-urenwerkweek op tafel bij vakbonden, werkgevers, bedrijven, heel wat organisaties en politieke partijen en wordt ze bediscussieerd in de pers.
Veel weerstand
De afgelegde weg is er één van veel weerstand.
‘De kortere werkweek is niet mainstream, minder werken is taboe.’’
De kortere werkweek is niet mainstream, minder werken is taboe. De idee werd bij aanvang bestempeld als ‘van de pot gerukt’ of ‘van een andere planeet’. Publieke dialoog voelde vaak als een strijdarena.
Ook intern botste Femma op organisatorisch, technische en juridische hindernissen.
Positionering in de politieke ruimte
Femma zag haar positie in de politieke ruimte evolueren.
Tot 2014 had Femma de gewoonte om het beleid te beïnvloeden met memoranda die aansloten bij de politieke actualiteit. Via de gangbare manier van beleidsbeïnvloeding probeerde de organisatie te werken aan gelijke kansen m/v/x.
Met de campagne rond de 30-urenwerkweek schoof Femma een alternatief samenlevingsmodel naar voor met als doel er het publieke debat over aan te gaan. Deze inhoudelijke switch gaat gepaard met een andere politieke strategie en positionering in de politieke ruimte.
Femma´s arena werd ruimer dan die van studiediensten van politieke partijen, commissies of kabinetten. Een droom opent deuren om een nieuwe allianties te smeden, maar ze kan ook afstand creëren bij het politieke kader. Partijen die openstaan voor je droom hebben in hun dagelijkse politiek werk vooral nood aan input over de politieke agenda van de dag. Wat aan te vangen met een inspirerend verhaal dat niet meteen te vertalen is in actuele dossiers? En wat met partijen die je droom zo onrealistisch vinden dat ze ook voor concrete dossiers niet meer voor je open staan?
Het is een uitdaging om een radicale droom inhoudelijk en strategisch te enten op de huidige politieke context. Uit haar groter verhaal schuift Femma concrete en actuele actiepunten naar voor. Zo zet ze in op een verlenging en het verplicht maken van vaderschapsverlof omdat deze concrete eis bijdraagt tot een evenwichtige combinatie van betaalde en onbetaalde arbeid.
Het belang van positionering in de politieke ruimte geldt ook voor alliantievorming met andere middenveldspelers. Als je bewust omgaat met elkaars agenda en strategie, werkt dat versterkend. Zo moet de idee van een kortere werkweek niet als een bedreiging gezien worden voor sociaal overleg in kader van behoud van tijdkrediet, integendeel.
Volgt de achterban?
Uit recent onderzoek blijkt dat er bij middenveldorganisaties een discrepantie is tussen het nationale niveau en lokale groepen. Vlaamse middenveldorganisaties zeggen beduidend meer in te zetten op het nastreven van politieke of maatschappelijke verandering dan lokale groepen. Ze zien hun politieke rol meer als “een zaak tussen hun organisatie enerzijds en de overheden en bedrijven anderzijds dan als iets dat betrekking heeft op de relatie die ze onderhouden en opbouwen met burgers”. Steeds meer organisaties beroepen zich op expertise en samenwerkingen in hun politiek werk.
‘De 30-urenweek is geen strijdpunt van vrijwilligers of leden.’
Femma herkent deze vaststellingen. Ze dagen haar uit, gezien haar geschiedenis als vrouwenbeweging die vaak haar achterban in de schaal legde in functie van haar politieke agenda. De 30-urenwerk is geen strijdpunt van Femma-vrijwilligers of leden. De idee is niet mainstream en dus niet gedeeld door de brede achterban. Bovendien zijn veel leden en vrijwilligers niet beroepsactief en heeft het strijdpunt geen direct effect op hun leven.
Van basis naar politieke actie
Toch heeft Femma haar redenen om de 30-urenwerkweek op de publieke agenda te zetten. We vertrokken daarbij wel degelijk van wat er aan de basis leeft: veel vrouwen zijn struggelen met de onderwaardering van onbetaalde arbeid en de combinatie van verschillende soorten arbeid.
Het personele kader van Femma ging hiermee aan de slag en zocht naar oplossingen op basis van dossiervorming en vergaarde expertise. Kennis legitimeert in deze optiek het voorstel.
Bovendien vraagt Femma vraagt haar leden en vrijwilligers niet om zich massaal achter het voorstel te schragen, wel om erover na de denken en in dialoog te gaan. De politiserend kracht zit hem in haar openheid: de organisatie daagt haar eigen achterban uit om zich te verhouden tot nieuwe ideeën.
De geschiedenis leert dat zo’n centraal gestuurde aanpak succesvol is bij het formuleren van een radicale politieke agenda. Er was altijd al een spanningsveld tussen de verbindende en de maatschappijkritische rol van de organisatie, vooral in de roerige jaren zestig en zeventig. Het was het personele kader dat toen bakens uitzette voor een nieuw statuut van de vrouw of het gebruik van anticonceptie.Janssens, L., Vercruysse, S. en Coussement, A. (2020), ’De impact van Femma. Maatschappelijke rol en betekenis van de Christelijke arbeidersvrouwenbeweging in historisch perspectief (1920-2020)’, Leuven, KADOC / KU Leuven, p.5.Aanvankelijk reageerde de achterban kritisch omdat eigen denkbeelden werden uitgedaagd. Via vorming en dialoog bewerkstelligde Femma een paradigmaswitch in de hoofden van tienduizenden vrouwen.
Nieuwe uitdagingen
De relatie tussen achterban en politiek werk is onderwerp van een bredere discussie.
Geloven we in het emancipatorisch potentieel van burgers? In welke mate zijn we kundig en bereid om te investeren in het empoweren van een achterban zodat deze voorhoede wordt van maatschappelijke verandering? Waar begint en eindigt het politiek werk vanuit de achterban of burger?
‘Geloven we in het emancipatorisch potentieel van burgers?’
Antwoorden op die vragen evolueren doorheen de tijd. Voor de komende beleidsperiode (2021-2025) daagt Femma zichzelf uit om zich methodisch te versterken om vrouwen te empoweren om zelf actor te worden in het structureel verbeteren van de samenleving. Het zal tijd, creativiteit en expertise vragen om deze praktijken te ontwikkelen binnen een samenleving die superdivers en geïndividualiseerd is. We leven immers in een tijd waarin vrouwen een hele andere positie innemen en tijdsbesteding hebben dan vroeger.
Politiek DNA van het middenveld
Onderzoekers spreken over de ‘gestolen autonomie’ van het middenveld. Binnen het middenveld wordt de dominante houding van bepaalde politieke partijen terecht veroordeeld. Maar dat is niet het volledige verhaal. Niet alle politieke partijen zweren bij het ‘primaat van de politiek’ en ook politieke partijen maken de wissel van de macht.
Het middenveld bepaalt in belangrijke mate zelf welke politieke ruimte ze inneemt. Eén van de belangrijkste bestaansredenen en deel van het DNA van het middenveld is haar streven naar maatschappelijke verbetering. Een politieke rol opnemen is dus geen keuzeoptie voor het middenveld, maar een deel van haar identiteit. De laatste jaren is er een sterk discours en begrippenkader over politiek en politiserend werken ontwikkeld. Het is aan het middenveld om dit te hanteren. Zo geven we poten en oren aan onze strijdbare identiteit.
Reacties [3]
Mooi artikel over maatschappelijke veranderingen. Over de lange en moeilijke weg en over de rol van de (georganiseerde) vrouw daarin. Inderdaad, maatschappelijke veranderingen zitten zowel op structureel als op cultureel niveau. En het is een zaak van burger, middenveld en politiek. Persoonlijk vind ik het een valkuil om je zo te richten op 1 spitsig resultaat (30urige werkweek). Dat leidt onmiddellijk tot scherpe discussie, weerstand en wegwimpelen. Het gaat eerst over een verschuiving in maatschappelijke concepten en waardenpatronen. We zouden beter eerst onderliggende concepten zoals duurzaamheid, ecologische evenwichten, sociale gelijkheid, soberheid, gezondheid, evenwicht, enzovoort echt weer gaan waarde-ren en verankeren in nieuwe maatschappelijke conventies. Het eindpunt van zo’n proces is dan wellicht een kortere werkweek. Dat komt dan wel. Nu span je misschien de kar voor het paard…
Bij onderzoek naar de maatschappelijke veranderingen door de eeuwen heen is er de volgende vaststelling : “Als je die geschiedenis wilt begrijpen zoek dan naar de vrouw ” ! of zoals wel eens gezegd wordt : “Ce que femme veut Dieu le veut” !
Zeer goeie praktijken , alleen jammer dat een aparte opleiding politiserend werken bij de Artevelde hogeschool te gent tussen 1200 euro en 1500 euro kost. Dit terwijl ik geluk gehad heb binnen de opleiding BSV in Brussel college te mogen krijgen van Mevrouw Ory Riet herself. Ik twijfel dan ook terecht of ik nog veel zou blij leren in deze dure opleiding van Artevelde hogeschool te Gent?
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Ik kan talloze voorbeelden geven van mensen die bij het Anderlechtse OCMW bot vangen’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies