Vier miljard Groeipakket
Elk kind dat in Vlaanderen woont, krijgt een Groeipakket, de vroegere kinderbijslag. De Vlaamse overheid heeft een eigen agentschap om dat in goede banen te leiden.
‘In een ideale wereld vallen alle gegevens van scholen, mutualiteiten en zorginstellingen netjes in onze computer.’
De uitbetaling van dat Groeipakket gebeurt door vijf uitbetalers die jaarlijks meer dan 4,2 miljard euro storten aan ongeveer 1,6 miljoen kinderen. Eén van die uitbetalers is FONS, de uitbetaler die in handen is van de Vlaamse overheid. FONS beheert ongeveer een vijfde van alle dossiers.
Van Gent naar Zele
In Gent coacht Isabelle Van Driessche zo’n FONS-team. Woon je in Vlaanderen en heb je vragen over jouw Groeipakket, dan kan je haar team bellen, mailen of opzoeken in het VAC-gebouw aan het Sint-Pietersstation in Gent. Ook in Brugge, Antwerpen, Hasselt en Brussel zijn er teams van FONS bereikbaar.
Toch vinden heel wat gezinnen de weg niet. Daarom houden Isabelle en haar collega twee keer per maand een lokale zitdag in het Huis van het Kind in Zele. Hier is iedereen welkom, zonder afspraak. Ook Sociaal.Net. We schoven er aan tafel voor een babbel over de combinatie van anoniem computerwerk met pakkende verhalen van mensen.
Het Groeipakket is afgestemd op de specifieke noden van elk gezin. Hoe zorgen jullie voor dat maatwerk?
Isabelle Van Driessche: “Voor elk kind is er een basisbedrag van ongeveer 175 euro.Het Groeipakket startte op 1 januari 2019. Er zijn nog veel kinderen die de bedragen uit het voormalige kinderbijslagsysteem ontvangen. Daar is het basisbedrag lager.Gaat dat kind naar school, dan komt er een schoolbonus bij.”
“Voor kinderen in een bijzondere gezinssituatie kan dat aangevuld worden met toeslagen. Zo is er de zorgtoeslag voor kinderen met een zorgnood. De sociale toeslag geeft bijkomende ondersteuning aan gezinnen die het financieel moeilijk hebben. Hebben die gezinnen ook schoolgaande kinderen, dan kunnen ze recht op een schooltoeslag.”
“Toen het Groeipakket vijf jaar geleden uit de startblokken schoot, was er meteen veel discussie. Sommigen vonden dat het onvoldoende ingezet werd als instrument tegen kinderarmoede. Maar de politieke keuze ging naar een stevig basisbedrag voor iedereen. Die beslissing proberen we zo goed mogelijk uit te voeren.”
Jullie ambitie is om elk gezin het Groeipakket te geven waarop het recht heeft.
“In theorie is dat niet zo moeilijk. In een ideale wereld vallen alle nodige gegevens van scholen, mutualiteiten en zorginstellingen netjes in onze computer. Die rekent en betaalt uit. Verandert er iets in een gezin, dan krijgen onze databanken die informatie door en begint de computer opnieuw te rekenen.”
Dat klinkt inderdaad heel eenvoudig.
“Het lukt ons ook steeds beter om de kloof tussen ideale wereld en grillige praktijk te overbruggen. De levensloop van veel gezinnen is min of meer voorspelbaar. Voor hen blijven we onzichtbaar, terwijl er achter de schermen wel heel wat gegevens verzameld en berekend worden.”
‘Dankzij automatisering is het eenvoudiger om het Groeipakket af te stemmen op de wisselende realiteit van het gezin.’
“Als ouders tijdens de zwangerschap een startbedrag aanvragen of hun kind bij geboorte inschrijven in het bevolkingsregister van de gemeente, dan zit dat ook in onze databank en kunnen we snel na de geboorte het basisbedrag toekennen.”
“Wordt een kind ingeschreven op school en er is recht op een schooltoeslag, dan wordt die automatisch toegekend. De sociale toeslag is afhankelijk van de inkomenssituatie van het gezin. Die berekenen we op basis van het bruto belastbaar gezinsinkomen van twee jaar voordien. Als er recht is op een toeslag, dan wordt ook dat bedrag automatisch uitbetaald.”
Waarom is die automatisering zo belangrijk?
“Dankzij automatisering is het eenvoudiger om het Groeipakket af te stemmen op de wisselende realiteit van het gezin. Voor de toekenning en berekening van bijvoorbeeld de sociale toeslag, bekijken onze computers elk jaar opnieuw je fiscaal aanslagbiljet. Had je een lager inkomen en heb je recht op een hogere toeslag, dan wordt je Groeipakket automatisch aangepast.”
“En al is manifest misbruik van het Groeipakket beperkt, toch verkleint automatisering dat risico. Vroeger werden premies vaak toegekend op basis van verklaringen op eer. Als je enkel daarvan afhankelijk bent, dan is het risico op misbruik groter.”
Automatisering garandeert het best dat mensen krijgen waar ze recht op hebben?
“Dat stellen we inderdaad vast. Toen we enkele jaren geleden beslisten om de schooltoeslag en sociale toeslag automatisch toe te kennen, zagen we een enorme stijging van het aantal uitkeringen. Dat betekent dat veel mensen die het financieel moeilijk hebben, toch niet kregen waar ze wel recht op hadden.”
“We proberen die non take-up zo klein mogelijk te houden. Als je de eindjes niet aan elkaar kan knopen en premies en toeslagen mist, dan is dat ook maatschappelijk een pijnlijke situatie.”
Maar automatisering lukt niet altijd?
“Heeft je kind een bijzondere zorgnood, bijvoorbeeld als gevolg van een fysieke of verstandelijke beperking, dan moet je voor de zorgtoeslag een heel parcours afleggen.”
“Om te beginnen moet je die zorgtoeslag zelf aanvragen. Je moet daarvoor de nodige documenten digitaal aanleveren. Een arts evalueert de ernst van de beperking en deze inschaling bepaalt het recht op zorgtoeslag. Dat proces kunnen we niet automatiseren.”
Is het jouw taak om mensen hierbij te begeleiden?
“Zeker, maar consulenten doen veel meer dan dat. Ook al zijn de schooltoeslag en de sociale toeslag in belangrijke mate geautomatiseerd, toch is er vaak nog manueel werk nodig. In heel wat dossiers beschikken we niet over de nodige informatie. Ook dan komt de dossierbeheerder aan zet.”
‘Als toeslagen onrechtmatig of foutief zijn, dan moeten we nadien het geld terugvorderen. Dat is voor niemand fijn.’
“We moeten de puzzel leggen door loon- en ziektefiches op te vragen en contact op te nemen met het OCMW of de school. Want als toeslagen onrechtmatig of foutief zijn, dan moeten we nadien het geld terugvorderen. Dat is voor niemand fijn.”
Geef eens een voorbeeld.
“Wat doen we met de sociale toeslag van een Bulgaars gezin dat vier maanden geleden arriveerde en geen fiscaal aanslagbiljet kan voorleggen? Wat met de schooltoeslag van de niet-begeleide minderjarige die zich wel inschreef in een school, maar waarvan de voogd zelf niet weet waar hij intussen verblijft, laat staan of hij nog naar school gaat? Wat met een alleenstaande mama die vandaag recht heeft op een sociale toeslag maar morgen gaat samenwonen met een nieuwe partner?”
Nemen mensen niet zelf het initiatief om dat aan jullie voor te leggen?
“Valt de sociale toeslag lager uit dan verwacht, dan zijn veel mensen inderdaad voldoende assertief om contact op te nemen met onze diensten. En mensen die vinden dat de arts de zorgbehoevendheid van hun kind te laag inschaalde, kennen meestal ook hun rechten.”
“Maar wat als je als nieuwkomer nog geen Nederlands spreekt? Wat als je geen computer hebt terwijl je moet inloggen om toegang te krijgen tot je dossier? Wat als je een aanvraag digitaal moet opstellen en doorsturen maar je hebt geen internetverbinding?”
Die gezinnen kunnen hier terecht, op de lokale zitdag in Zele?
“Automatisering en digitalisering hebben belangrijke troeven, maar laten ook mensen achter. Om die kloof te dichten, zoeken we vanuit onze diensten voortdurend naar oplossingen.”
‘Ik ben intussen een expert in het werken met Google Translate.’
“Veel mensen die naar het Huis van het Kind komen, kennen nog onvoldoende Nederlands. Er is niet altijd een tolk beschikbaar, dus die communicatie vergt heel wat creativiteit. Ik ben intussen een expert in het werken met Google Translate.”
“Vaak brengen mensen hun kinderen mee om te tolken. Ze gaan die dag dan niet naar school, wat gezinsondersteuners natuurlijk niet graag zien gebeuren. Het valt ook op dat het bijna altijd moeders zijn die hier langskomen.”
Waarom kies je als locatie voor een Huis van het Kind?
“Zo’n huis is een ontmoetingsplaats. Gezinnen komen hier op consultatie bij de verpleegkundige van Kind en Gezin, volgen er fietslessen of een vormingsavond rond opvoedingsvaardigheden en nemen deel aan babymassages georganiseerd door de gezinsondersteuners van het Huis van het Kind.”
“Hebben ouders vragen over het Groeipakket, dan kunnen ze meteen bij ons aankloppen. Omdat hier ook andere diensten zijn, kunnen we mensen meteen verwijzen. Als ik tijdens een gesprek merk dat een alleenstaande mama het lastig heeft met haar opvoedingstaak, dan link ik haar aan de gezinsondersteuners. Stellen mensen mij vragen over lessen voor anderstaligen of de opvang voor hun kinderen, dan verwijs ik hen naar de juiste gemeentelijke initiatieven.”
“Dat hier verschillende diensten samen aanwezig zijn, is een grote plus voor kwetsbare gezinnen. Zij lopen vaak verloren in de wirwar van diensten en procedures.”
Jullie houden hier twee keer per maand een zittingsdag. Hoeveel gezinnen maken daar gebruik van?
“We hebben onze handen telkens vol. Naast onze vaste gezinnen, zien we ook nieuwe gezichten opduiken.”
“De drukste periode is tussen september en december. Dan worden niet alleen de sociale toeslagen herzien, maar start ook de uitbetaling van de schooltoeslag. Veel gezinnen hopen die toeslagen snel te ontvangen om de schoolkosten te kunnen betalen. Ze komen langs voor een update of om te checken of hun dossier in orde is.”
Jullie zien dus vooral gezinnen die het financieel moeilijk hebben?
“De druk die mensen ervaren om financieel te overleven, voel ik in bijna elk gesprek. Ik kan een aanvraag voor een zorgtoeslag in orde brengen, maar ik weet niet wanneer de eerste uitbetaling volgt. Bovendien is de regelgeving rond het Groeipakket ingewikkeld en kunnen we in complexe gezinssituaties zelden meteen ‘ja’ of ‘nee’ zeggen. Vaak moeten we het eerst onderzoeken.”
‘De druk die mensen ervaren om financieel te overleven, voel ik in bijna elk gesprek.’
“Veel mensen zijn met die boodschap niet geholpen omdat ze het geld nu nodig hebben. Toch valt het me op hoe dankbaar ze zijn. Ze waarderen dat we naar hen luisteren en in actie schieten.”
Ik voel je enthousiasme. Hoe belangrijk is het voor jou om af en toe de computer opzij te zetten en tussen de gezinnen te gaan zitten?
“Je kan maar betekenisvol zijn als je goed naar mensen luistert. Als dossiervreter is dat niet evident. Ik ken wel wat collega’s die zo’n lokale zitdagen niet zien zitten. Maar ik vind de afwisseling fantastisch.”
“Onze brieven en websites zien er vandaag anders uit dan een jaar geleden.”
“Door mensen fysiek te ontmoeten, leer je hun problemen beter kennen. Je begrijpt beter dat achter elk dossier altijd een menselijk verhaal zit. Ik wil ouders helpen zoals ik zelf geholpen wil worden. Een toeslag wel of niet krijgen, kan voor een gezin een groot verschil maken. De verantwoordelijkheid om mensen daarover goed te informeren, voel je sterker als je direct contact hebt.”
“Dit laagdrempelig contact verbetert ook ons dossierwerk. Gesprekken met anderstaligen doen je beseffen dat we vanuit onze diensten nog eenvoudiger moeten communiceren. Onze brieven en websites zien er vandaag al anders uit dan een jaar geleden.”
Wat brengt de toekomst?
“Naast verdere automatisering, willen we nog sterker inzetten op dit vindplaatsgericht werken. Nu hebben we op 77 locaties zittingsdagen, de bedoeling is om eind 2024 met alle Huizen van het Kind in heel Vlaanderen een samenwerkingsovereenkomst te hebben.”
‘De bedoeling is om eind 2024 met alle Huizen van het Kind een samenwerkingsovereenkomst te hebben.’
“En hoe laag de drempel van een Huis van het Kind ook is, er blijft wel een drempel. Daarom werven we momenteel klantenadviseurs aan, een team van consulenten die zelf naar gezinnen toestappen. We moeten ons immers blijven uitdagen met de vraag of we de gezinnen bereiken die aan de onderkant van de samenleving overleven. Ook voor hen zijn we er.”
Reacties [2]
Mooi initiatief deze zitdagen bij Huis van het Kind. Jammer genoeg kan niet alles automatisch worden toegekend. Zo merk ik via mijn werk dat nog veel ouders de zorgtoeslag niet kennen. En wie het toch aanvraagt stuit op een hele resem vragenlijsten, steeds in te vullen door andere instanties maar met dezelfde vragen. Ook het digitaal aanvragen is niet voor iedereen evident. Het wordt ouders niet gemakkelijk gemaakt iets aan te vragen waarop ze recht hebben.
En dat is jammer.
Idd alles moet in pdf of dergelijke en als dit niet zo is moet het ingescant worden.
Wie heeft er nu standaard al deze “benodigdheden” zal ik nu noemen. Tijdje geleden mocht alles via de post, dus copi en voila opsturen nu alles digitaal. Mensen kennen zelfs Zoë niet voor informatie. Ik vind het ook echt jammer. De lijsten zijn ook niet zo duidelijk
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies