Achtergrond

‘Burgerinitiatieven van mensen met migratieroots worden niet gezien’

Nele Vanderhulst

Burgerinitiatieven trekken de aandacht van beleid, middenveld en onderzoek. Of toch de acties van hoger opgeleide witte burgers. Nochtans zitten mensen met migratieroots evenmin stil. Waarom worden hun inspanningen vaak over het hoofd gezien?

© Mediaraven / Ingrid Visser

Verschuivend krachtenveld

Burgerinitiatieven zitten de laatste jaren in de lift. Mensen wachten niet langer op het initiatief van een overheid of andere gevestigde spelers, maar zetten op eigen kracht projecten op rond kwesties die hen persoonlijk aanbelangen.

‘In het discours over burgerinitiatieven worden er heel wat initiatieven over het hoofd gezien.’

Vermaatschappelijking van zorg, waarbij de focus ligt op de eigen kracht van de burger en zijn netwerk, versterkt die aandacht voor het eigen initiatief van burgers.

Burgerinitiatieven dagen de bestaande relatie tussen burgers, overheid, markt en middenveld uit. Wie een betekenisvolle relatie met burgerinitiatieven wil aangaan, moet alle burgerinitiatieven in het vizier houden, maar daar knelt het schoentje.

Over het hoofd gezien

Als het over burgerinitiatieven gaat, worden heel wat initiatieven over het hoofd gezien. Dat stelden we bij Socius, het steunpunt voor sociaal-cultureel werk, vast tijdens een veldverkenning.

Veel onderzoek kijkt enkel naar projecten van hoger opgeleide witte burgers. Die blijken, net zoals veel middenveldspelers, er niet in te slagen om burgers met een migratieachtergrond te betrekken.

Dat betekent allerminst dat mensen met migratieroots stil zitten. Een aantal onderzoekers biedt wel een rijk overzicht van etnisch-cultureel zeer diverse burgerinitiatieven, vaak onder de noemer ‘etnisch-culturele zelforganisaties’.Schrooten, M. e.a. (2019), ‘Sociaal schaduwwerk. Over informele spelers in het welzijnslandschap’, Brussel, Politeia; Thys, R. (2020), ‘Kwetsbaarheid en veerkracht in Brussel’, Brussel, Inclusief Brussel; Swerts, T. en Oosterlynck, S. (2019), ‘Molenbeek (on)besproken: dynamiek van het verenigingsleven in een achtergestelde en gestigmatiseerde buurt’, Antwerpen, CSI Flanders.

Binnen het sociaal-cultureel volwassenwerk ondersteunen etnisch-culturele federaties zoals FMDO, Sankaa en het Internationaal comité meer dan 1.500 initiatieven van mensen met migratieroots. Maar veel van deze projecten ontsnappen aan de aandacht.

Waarom die blinde vlek?

Die vaststelling vroeg om een nadere verkenning. Waarom is er een blinde vlek voor organisaties van mensen met een migratiegeschiedenis? Is er een verschil in gebruikte terminologie? Beantwoorden deze verenigingen niet aan het beeld van burgerinitiatieven dat mensen voor ogen hebben? Of zorgen gescheiden werelden voor vooroordelen?

‘Veel onderzoekers kijken enkel naar projecten van witte burgers.’

Met die vragen gingen we bij Socius aan de slag tijdens verschillende workshops met academici en sociale professionals uit het jeugdwerk, het sociaal-culturele volwassenwerk en de integratiesector. Ontmoetingen met de trekkers van enkele burgerinitiatieven boden inzicht in concrete ervaringen.Dit artikel is een samenvatting van het rapport ‘Over gezien en gezien worden’, een uitgave van Socius. Aan deze publicatie schreven mee: Khadija Aznag, Binita Pinoy, Fatima Laoukili, Amina Kasmi, Abdou Ouchan, Griet Bonne, Willy Musitu Lufungala, Jamila Channouf en Nele Vanderhulst. In het kader van dit project maakte Socius ook vier video’s, waarvan we er drie in dit artikel weergegeven.

We onderscheiden vijf mechanismen die ervoor zorgen dat beleidsmakers, middenveldorganisaties en onderzoekers burgerinitiatieven van mensen met een migratieachtergrond niet of onvoldoende zien. Of waardoor die initiatieven niet als burgerinitiatief herkend en erkend worden. Die mechanismen staan niet los van elkaar. Ze beïnvloeden en versterken elkaar.

Koloniaal denkkader

In onze samenleving werkt nog steeds een koloniaal denkkader door, gebaseerd op een superioriteit van witte Europeanen en hun nazaten tegenover iedereen die dat niet is.

‘In kolonialisme vinden we een eerste belangrijke verklaring voor de blinde vlek.’

Dat uit zich in ongelijke machtsstructuren, beeldvorming en ondervertegenwoordiging van mensen met een migratieachtergrond in maatschappelijke structuren. Mensen met migratieroots worden vaak negatief gepercipieerd en niet als gelijkwaardige burgers erkend.

In kolonialisme, als mechanisme van uitsluiting, vinden we een eerste belangrijke verklaring voor de blinde vlek. Kolonialisme zorgt dat deze specifieke burgerinitiatieven niet gezien worden. Of dat ze niet als volwaardig worden gezien.

Veel aannames, weinig kennis

Mensen met een migratieachtergrond voelen zich vaak herleid tot één enkele identiteit, gebaseerd op hun herkomst of religie. Er is onvoldoende oog voor de andere identiteitskenmerken die ieder van ons typeren.

‘Onwetendheid leidt tot foutieve vooroordelen.’

Onwetendheid en het gebrek aan dialoog leiden tot een aantal foutieve vooroordelen, stelden we vast. Zo circuleert de aanname dat burgerinitiatieven van mensen met migratieroots segregatie in de hand zouden werken en enkel gericht zijn op de eigen gemeenschap.

Ze zouden bovendien een problematische link met het thuisland onderhouden. De burgerinitiatieven zouden minder kwalitatief en innovatief zijn, van korte duur en volledig afhankelijk van de inzet van slechts enkele trekkers. Een gebrek aan draagkracht zou hen tot weinig betrouwbare partners maken.

Er wordt vaak verondersteld dat deze burgerinitiatieven voornamelijk gericht zijn op liefdadigheid en weinig duurzame verandering nastreven. Het geloof, wat in onze seculiere samenleving meer en meer herleid werd tot een private aangelegenheid, zou in de werking te vaak centraal staan.

Die aannames zorgen voor een initieel wantrouwen tegenover burgerinitiatieven van mensen met migratieroots. Vooraleer ze serieus genomen worden door beleidsmakers of andere organisaties, moeten ze vaak aantonen dat bepaalde vooroordelen niet kloppen.

Untold Asian Stories over hoe ze niet in aanmerking komen voor subsidies: “We passen in geen enkel hokje. En dat is heel spijtig, want we willen graag onze werking verder uitbouwen.”

Kaders op maat van bepaalde organisaties

In de zoektocht naar manieren om hun initiatief sterker te maken, botsen burgerinitiatieven wel eens met beleidskaders. Ze hebben het gevoel nergens in te passen. Of het ontbreekt hen aan tijd en middelen om te zorgen dat ze voldoen aan subsidiereglementen.

‘Het is een vicieuze cirkel. Deze burgerinitiatieven krijgen moeilijk toegang tot subsidies en blijven bijgevolg onzichtbaar.’

Dit geldt des te meer voor organisaties van burgers met een migratieachtergrond. Ze vinden hun plaats niet binnen beleidskaders. Die kaders werden immers opgemaakt met een bepaald organisatietype in het achterhoofd. Wat bijvoorbeeld met een initiatief dat zowel binnen cultuur, onderwijs, participatie, jeugd, tewerkstelling als kansarmoede actief is? Waar moeten zij aankloppen voor structurele financiering?

Het is een vicieuze cirkel. Deze burgerinitiatieven krijgen moeilijk toegang tot subsidies en blijven bijgevolg onzichtbaar voor beleidsmakers. Voor bijsturing van bestaande reglementen wordt enkel de groep die al subsidies krijgt geconsulteerd. Het leidt tot aanpassingen in het voordeel van dezelfde dominante, witte groep met haar specifieke logica’s.

Het migratiedebat verhardt

In het boek ‘Sociaal schaduwwerk’ over informele spelers in het welzijnslandschap wijzen enkele auteurs op de verharding van het migratiedebat.Thys, R. en Anciaux, B. (2019), ‘Etnisch-culturele organisaties in Vlaanderen en Brussel. Onopgemerkt bouwen aan betere levensomstandigheden in de Belgische samenleving’, in Schrooten, M. e.a. (2019), ‘Sociaal schaduwwerk. Over informele spelers in het welzijnslandschap’, Brussel, Politeia, p. 65-79.De laatste decennia schoof het eerder positieve en optimistische multiculturele integratiemodel langzaam op naar een op assimilatie gerichte invulling van integratie.

De auteurs brengen dat in verband met de onzichtbaarheid van burgerinitiatieven door mensen met een migratieachtergrond. Want om de zichtbaarheid te vergroten, moet er een openheid zijn in de samenleving tegenover andere manieren van werken, zienswijzen of cultuurgebonden gebruiken. Er is met andere woorden net een verzachting van het integratiedebat nodig.

Weinig diversiteit bij grenswerkers

Vaak slagen burgerinitiatieven er in hun werking duurzaam en succesvol uit te bouwen als ze zogenaamde grenswerkers in hun kerngroep hebben. Grenswerkers vind je zowel binnen burgerinitiatieven als bij overheden of gevestigde middenveldorganisaties.

‘Grenswerkers vertalen relevantie informatie.’

Wanneer grenswerkers elkaar ontmoeten, gebeurt er iets interessants. Ze verbinden mensen en processen van beide werelden met elkaar. Ze zoeken en vertalen relevante informatie voor beide zijden. Daarbij zetten ze niet zelden hun persoonlijk of professioneel netwerk in.

Dat grenswerk is minder evident in relatie tot burgerinitiatieven door mensen met migratieroots. Zowel in het middenveld als in de publieke sector is er weinig etnisch-culturele diversiteit onder potentiële grenswerkers. Dan wordt het voor hen moeilijk om burgerinitiatieven van mensen met migratieroots te zien, laat staan te ontmoeten of er toenadering toe te zoeken.

Hoop Kiel over subsidietaal: “Je moet ook begrijpen wat er tussen de lijnen staat. Wat mag, wat mag niet. Wij hebben het geluk dat we een goede coach hebben.”

Kwetsbaarheden beïnvloeden sociaal kapitaal

Het veld van burgerinitiatieven is erg beweeglijk. Initiatieven komen en duiken soms even snel weer onder als ze gekomen zijn. Dat maakt het anderen niet altijd gemakkelijk om burgerinitiatieven in het vizier te krijgen.

Bovendien spelen bij burgerinitiatieven door mensen met een migratieachtergrond vaak een aantal realiteiten die een impact hebben op hun zichtbaarheid voor anderen.

‘Er spelen realiteiten die impact hebben op de zichtbaarheid.’

Zo beïnvloeden kwetsbaarheden het sociaal kapitaal van de trekkers van deze initiatieven. Het opleidingsniveau, sociaal netwerk en professionele loopbaan van trekkers is erg diffuus.

Ook al hebben initiatiefnemers met een migratieachtergrond een eerder hoog opleidingsniveau, toch bevinden ze zich vaak in een kwetsbare positie. Ze ervaren maatschappelijke uitsluiting zoals armoede, discriminatie en racisme of niet-erkenning van elders behaalde diploma’s. Niet alleen in hun persoonlijk leven, maar ook in de uitbouw van hun project ervaren trekkers die drempels.

Wie niet vertrouwd is met bepaalde omgangsvormen of besluitvormingsprocessen, ervaart uitsluiting in contacten en samenwerking met andere actoren. Dat geldt niet alleen voor het spreken van dezelfde letterlijke taal, maar ook voor het beheersen van vakjargon en subsidietaal.

De mate van formalisering

Heel wat projecten zijn in het begin informeel en blijven ook daarna kleine, feitelijke organisaties zonder vzw-structuur. Ze blijven bestaan zolang nodig of totdat de ambitie bij trekkers verdwijnt. Anderen kiezen ervoor om een vzw te worden. Het is telkens voor- en nadelen afwegen.

‘De toegang tot structurele middelen verloopt moeizaam.’

Ongeacht de juridische structuur verloopt de toegang tot subsidies of andere structurele middelen moeizaam. Slechts zelden worden die burgerinitiatieven structureel gesubsidieerd waardoor ze vaak werken met een klein budget zonder betaald personeel. Het medewerkersverloop is dan ook erg groot.

Fysieke en digitale zichtbaarheid

Bij de uitbouw van een burgerinitiatief hebben mensen een plaats nodig waar ze kunnen samenkomen, hun plannen kunnen vormgeven en hun activiteiten kunnen ontplooien. Die fysieke aanwezigheid zorgt voor draagvlak en bekendmaking. De omgeving ziet dat er iets gebeurt. Nieuwsgierigen kunnen kennismaken met activiteiten.

‘Fysieke aanwezigheid zorgt voor draagvlak en bekendmaking.’

Heel wat initiatieven starten echter achter gesloten deuren, aan de keukentafel of in de huiskamer van de trekkers. Zo blijft het initiatief voor een deel letterlijk binnenskamers. Vaak is dat noodgedwongen bij gebrek aan ruimte, want de burgerinitiatieven zijn aangewezen op anderen die ruimte ter beschikking stellen.

Wat burgerinitiatieven misschien nog het meest onderscheidt van gevestigde organisaties, is hun snelle mobilisatiekracht dankzij de inzet van digitale communicatiemiddelen zoals WhatsApp en Instagram. Het belang van onlinegemeenschappen is niet te onderschatten in de uitbouw van burgerinitiatieven van mensen met migratieroots. Heel wat gevestigde actoren zijn die online wereld nog maar net aan het verkennen.

Afromedica: “We willen graag meer samenwerkingen. Dat organisaties met hun eigen publiek ons uitnodigen of de hand reiken om samen iets te creëren.”

Negatieve ervaringen leiden tot wantrouwen

Ondanks de nood aan erkenning en partnerschappen, hebben burgerinitiatieven van mensen met migratieroots soms een ambigue houding tegenover de meer gevestigde verenigingen. Er is een zekere terughoudendheid om samen te werken.

Daar zijn meerdere redenen voor. De terughoudendheid kan geworteld zijn in de vrees om aan autonomie en eigenheid in te boeten en zich te moeten inschakelen in de doelstellingen van de andere. Er is soms de vrees dat de samenwerking een tijdsinvestering vraagt die de draagkracht van de trekkersgroep overstijgt.

‘Samenwerkingen worden al te vaak ervaren als een ongelijk partnerschap.’

Vaak is dat voorbehoud tegenover samenwerking ingegeven door eerdere negatieve ervaringen. Casestudies tonen bijvoorbeeld dat Antwerpse jongeren zelf nieuwe initiatieven opzetten als reactie op de status quo van gevestigde middenveldorganisaties en hun diversiteitsaanpak.Laoukili, L. (2023), ‘Etnisch-culturele diversiteit in het middenveld in Vlaanderen’, Presentatie Inspiratiedag rond Breed jeugdwerk van Roots vzw op 17 maart 2023.

De jongeren waren actief in gevestigde organisaties, maar voelden zich er ondervertegenwoordigd. Hun noden werden niet beantwoord en ze voelden weinig bereidheid van de organisaties om de werking in vraag te stellen. Daarom zetten de jongeren eigen projecten op die ze ook zelfbewust presenteren als poging om het anders aan te pakken.

Wanneer de initiatieven van burgers met een migratieachtergrond succesvol worden, wekken ze de interesse van anderen. Hoewel de initiatiefnemers voelen dat samenwerkingen noodzakelijk zijn en het initiatief ook verder kunnen doen groeien, worden samenwerkingen al te vaak ervaren als een ongelijk partnerschap en eenrichtingsverkeer. Deze burgerinitiatieven worden dan ingezet om doelstellingen van gevestigde spelers te behalen, niet zelden rond het bereiken van een etnisch-divers publiek. En dat wringt.

Reacties [4]

  • Marijke Weyn

    als je naar de burgerbegroting van district Antwerpen gaat ontmoet je tal van initiatienemers met een grote verscheidenheid. Van huiswerkgroepen tot fietslessen.

  • Herman Vereycken

    Dit beperkt zich niet enkel tot organisaties met een migratieachtergrond maar vele initiatieven aan de basis. Er speelt hier een zeker Mattheuseffect dat ‘aan zij die hebben zal gegeven worden’ waardoor de rest in de kou blijft staan. Om beleidsmatig ondersteuning te verkrijgen is geen kwestie van maatschappelijke relevantie maar van kabinetsbeïnvloeding, lobbyen en netwerking, wat me een bijkomende hinderpaal lijkt voor vele beginnende waardevolle initiatieven.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.