Zwaar onderschat
Al heel mijn leven woon ik in het centrum van Leuven, een bloeiende stad waar veel gezinnen, studenten, bierliefhebbers, jongeren en ouderen een plek vinden. Ik ben, zoals de meerderheid van mijn vrienden, opgegroeid in een warm middenklasse gezin. Ik heb mogen studeren en verderstuderen in deze bruisende studentenstad.
‘De stedelijke beleidsvoerders willen niet mee.’
Ik heb een geweldige jeugd gehad in Leuven en woon er nog steeds ontzettend graag. Toch is mijn beeld over de stad tijdens mijn opleiding sociaal werk veranderd. Toen ik het thema voor mijn eindwerk moest kiezen, was er de optie ‘dak- en thuisloosheid in Leuven’. Doordat ik hier nooit eerder had bij stilgestaan, werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld.
De vraag om een masterproef uit te werken rond dak- en thuisloosheid in Leuven kwam van Centrum Algemeen Welzijnswerk Oost-Brabant (CAW). Ik ging bij hen op gesprek en al snel werd duidelijk dat ik deze problematiek in mijn stad zwaar had onderschat.
Verbazing en verbijstering
Tijdens mijn onderzoek ging mijn nieuwsgierigheid over in verbazing en verbijstering. In mijn masterproef probeerde ik een beeld te schetsen over wat dak- en thuisloosheid betekent in Leuven. En op welke manier dakloosheid efficiënter en effectiever bestreden kan worden.Raymaekers, A. (2017), Dak- en thuisloosheid in Leuven. Gebaseerd op het advies van de Vlaamse Woonraad: ‘Dak- en thuisloosheid in Vlaanderen: pistes voor een meer woongericht beleid’, Masterthesis, Leuven, KULeuven, faculteit sociale wetenschappen.
Het advies van de Vlaamse Woonraad over dak- en thuisloosheid in Vlaanderen vormde de start van dit onderzoek. Volgens de Woonraad moet gestreefd worden naar een betere samenwerking tussen de woon- en welzijnssector. Ook pleiten ze voor de realisatie van meer alternatieve woonprojecten, zoals Housing First.Bogaerts, N. (2016), ‘Housing First werkt’, Sociaal.Net, 10 februari 2016.
CAW Oost-Brabant wil graag starten met Housing First in Leuven. Alleen willen de stedelijke beleidsvoerders niet mee. Ook andere Leuvense welzijnsorganisaties zetten zich in om dak- en thuislozen een plek te geven, maar botsen steeds op grenzen. Ik bracht de grenzen in kaart en onderzocht instrumenten en mogelijkheden voor een meer preventief en woongericht beleid.
Schijn bedriegt
Al snel bleek dat een globaal beeld over het aantal dak- en thuislozen in de stad ontbreekt. Een respondent gaf aan dat Leuven vals clean is. Schijn bedriegt, want dak- en thuislozen leven verdoken in de stad. Ze verblijven in leegstaande garageboxen of panden, op straat zoals in het stadspark, in zeer ontoereikende of onstabiele huisvesting.
Zo vond een wandelaar eind 2016 bij toeval een overleden dakloze in een garagebox in het centrum van Leuven. Het slachtoffer overleed begin dat jaar, maar hij bleef al die tijd onopgemerkt. Een week eerder ontstond brand in een andere garagebox waar een dakloze lag te slapen. Hij werd met verwondingen naar het ziekenhuis gebracht.
‘Dak- en thuislozen leven verdoken.’
In 2016 waren er minstens honderd dak- en thuislozen in Leuven aanwezig. Dat blijkt uit cijfers van de winteropvang, het CAW, het OCMW, het project aanklampende zorg en RISO Vlaams-Brabant.
Vermoedelijk ligt dit aantal nog hoger, zoals ook een outreachwerker bevestigt aan de hand van zijn telling. Organisaties tellen namelijk enkel die dak- en thuislozen die zij via hun organisatie bereiken. Mensen die geen weg naar de hulpverlening vinden, kennen ze niet en worden dus niet geteld.
Mijn eerste aanbeveling voor de stad is dus om een monitoringssysteem uit te werken om het aantal dak- en thuislozen zo correct mogelijk in kaart te brengen.
Duurste centrumstad
De meest kwetsbaren in Leuven hebben het bijzonder moeilijk om een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te vinden. Leuven is de duurste centrumstad in Vlaanderen om te wonen. Verschillende factoren zorgen voor een hoge druk op de woningmarkt. Het gemiddelde netto belastbaar inkomen van de Leuvenaars is hoog in vergelijking met de andere Vlaamse centrumsteden.
‘Studenten zorgen voor extra druk op de woningmarkt.’
Door de universiteit, het ziekenhuis Gasthuisberg, AB InBev, Imec en de nabijheid van Brussel is de werkgelegenheids- en diplomagraad hoog. Daarnaast zorgen de vele studenten voor extra druk op de woningmarkt.
De private woningmarkt heeft daarenboven te maken met huisjesmelkerij en discriminatie. Veel mensen van omliggende gevangenissen en psychiatrische instellingen komen na hun verblijf naar Leuven. Ook het aantal vluchtelingen op zoek naar een woning is sterk toegenomen.
Wachtlijsten
Wachtlijsten voor een sociale huurwoning zijn enorm lang. Gemiddeld wachten Leuvenaars bij de sociale huisvestingsmaatschappij Dijledal zes jaar op een woning. In 2016 stonden 2.642 mensen op de wachtlijst. 569 bewoners wachten op een verhuis of renovatie van hun woning.Dijledal. (2016), Werkingsverslag 2015, Leuven: Dijledal.
Dijledal werkt met een chronologische wachtlijst waarbij de wachtende ‘opklimt’ doorheen de jaren. Vele bevoorrechte getuigen wijzen erop dat er bij de toewijzing onvoldoende rekening gehouden wordt met de meest kwetsbaren.
‘Zes jaar wachten op sociale woning.’
Het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) dat woningen op de privémarkt huurt en verhuurt aan kwetsbare groepen, werkt met een gewogen wachtlijst. Zij geven zo voorrang aan mensen met de grootste kwetsbaarheid. Dak- en thuislozen staan bij het SVK dus bovenaan de lijst voor een woning.
Het huuraanbod van het SVK is echter te beperkt en er komen maar weinig nieuwe woningen bij. Om dit aanbod te vergroten zullen alle betrokken partners moeten samenwerken. In een ideaal plaatje kunnen stad en provincie zorgen voor extra middelen. Het CAW en de geestelijke gezondheidszorg zouden dan een belangrijke rol kunnen opnemen rond woonbegeleiding.
Huisjesmelkerij
Ondanks het feit dat een stadsbestuur weinig impact heeft op het spel van vraag en aanbod op de private woningmarkt, neemt het stadsbestuur wel maatregelen tegen huisjesmelkerij. Zo voert de stad een streng beleid rond studentenkoten en zetten ze in op het heractiveren van leegstaande panden.
De stad ondersteunt ook initiatieven zoals het Woonanker waar kwetsbare bewoners samen met vrijwilligers op zoek gaan naar een woning. Maar het Woonanker wordt regelmatig geconfronteerd met discriminatie, voornamelijk van immokantoren. Medewerkers van het Woonanker merken dat het ontzettend moeilijk is om (langdurige) dak- en thuislozen aan een duurzame woning te helpen. Voor de allerkwetsbaren blijft een oplossing vaak uit.
‘Voor allerkwetsbaren blijft oplossing vaak uit.’
Actoren uit zowel de sociale als private huisvestingsmarkt geven aan de welzijnssector te missen voor de begeleiding van kwetsbare bewoners. Langs de andere kant zeggen welzijnsorganisaties dat zij betaalbare en kwaliteitsvolle woningen mankeren. De Vlaamse Woonraad pleit voor een betere samenwerking tussen de beleidsdomeinen wonen en welzijn. Ook in Leuven hebben wonen en welzijn elkaar nodig, maar tegelijk bemoeilijken ze elkaar.
Outreach
Het stedelijk beleid rond dak- en thuisloosheid is vooral een bevoegdheid van het OCMW. Door het toekennen van uitkeringen en leefloon, en het verlenen van maatschappelijke dienstverlening, speelt het OCMW een cruciale rol in het bestrijden van dak- en thuisloosheid en bij de preventie tegen uithuiszetting.
‘Het belang van laagdrempelige buurtcentra is niet te onderschatten.’
Naast het OCMW is de aanwezigheid van andere actoren cruciaal. Zo is het belang van laagdrempelige buurtcentra niet te onderschatten. Zij bereiken vaak mensen die andere voorzieningen niet zien. Ook zijn respondenten over het algemeen zeer positief over de effecten van het project aanklampende zorg, waarbij outreachend gewerkt wordt met dak- en thuislozen met een psychische- of verslavingsproblematiek.Bogaerts, N. (2017), ‘Waarom blijven we dingen doen die niet werken’, Sociaal.Net, 21 september 2017.
Ook de outreachwerking van het CAW is zeer nuttig. Op dit moment neemt één medewerker deze taak op zich. Hij kent vele dak- en thuislozen en heeft een goed zicht op de situatie in de stad, maar uitbreiding hier is zeker wenselijk.
Voorwaardelijke regels
Ondanks al deze spelers is de aanpak van dak- en thuisloosheid in Leuven voor verbetering vatbaar. Uit mijn onderzoek blijkt dat verschillende voorzieningen veel voorwaarden koppelen aan het recht op wonen.
Voor ze recht krijgen op opvang met bijhorende begeleiding moeten mensen bijvoorbeeld eerst van hun verslaving af geraken, Nederlands spreken, ze mogen psychisch niet te zwak zijn of ze moeten legaal in het land verblijven.
Zelfs de winteropvang hanteert voorwaardelijke regels. Een persoon kan vijf nachten op rij in de Leuvense winteropvang slapen, maar dan mag hij drie nachten niet binnen, ook niet als er bedden vrij zijn.
‘Winteropvang is echt allerlaatste optie.’
De reden hiervoor is dat de stad en het OCMW niet willen dat mensen afhankelijk worden van de winteropvang. Ze willen dat daklozen actief blijven zoeken naar een woning. Bezoekers van de winteropvang waren met verstomming geslagen bij het horen van dit argument: “Die hebben nog nooit een nacht op straat geslapen, die dat zeggen. De winteropvang is echt de allerlaatste optie.”
Continuïteit
Een andere uitdaging in Leuven blijft het realiseren van zorgcontinuïteit. Een ex-dakloze geeft aan dat hij ‘blij’ was toen hij in de gevangenis belandde. Daar kreeg hij terug hulp. Wanneer hij de gevangenis mocht verlaten, stond hij weer op straat.
Ook de jeugdhulp kampt met dit probleem. Jongeren missen na hun 21ste een vertrouwenspersoon die hen blijft opvolgen. Het aanbod is versnipperd. Dak- en thuislozen jongvolwassenen worden van dienst naar dienst doorverwezen. Ze moeten steeds vertrouwelijke informatie delen met onbekenden, die niet altijd de tools hebben om met deze complexe problematiek om te gaan.
Goud waard
Eigenlijk heeft Leuven de mogelijkheid om te streven naar een stad zonder dak- en thuisloosheid. De werking van het SVK, de outreachwerking en het project aanklampende zorg, de expertise bij de medewerkers in de winteropvang en de verschillende buurtcentra zijn goud waard.
Alle betrokkenen moeten dringend de handen in elkaar slaan zodat wat al goed is, versterkt wordt. Ze moeten van een doorverwijzingscultuur een samenwerkingscultuur maken.
‘In Leuven ontbreekt een actieplan.’
Wat in Leuven momenteel ontbreekt is een stedelijk actieplan. Dat is nochtans een van de voorwaarden van de Vlaamse Woonraad voor een meer efficiënt en effectiever beleid tegen dak- en thuisloosheid.
Housing First
De Vlaamse Woonraad ziet ook een oplossing in alternatieve woonprojecten. Uit zowel nationaal als internationaal onderzoek blijkt dat de methodiek Housing First zeer positieve resultaten boekt. In België lopen sinds 2013 acht proefprojecten. Uit een evaluatie bleek dat 90% van de Housing First-bewoners na twee jaar nog steeds gehuisvest is.Housing First Belgium (2016), Housing First in België: het werkt! Resultaten en uitnodiging voor een snelle beëindiging van dakloosheid.Dit tegenover 48% in het klassieke opvangsysteem. Ik vraag mij af waarom deze methodiek geen plek krijgt in onze stad.
Housing First ontstond in de jaren ‘90 in New York. Het biedt een individuele woonst en langdurige begeleiding aan mensen die lang dakloos zijn en kampen met verslavings- en of psychiatrische problemen.
‘Housing First werkt.’
De huidige hulpverlening vertrekt vaak vanuit een hoge voorwaardelijkheid. Housing First schuift dit aan de kant en hanteert in de plaats acht basisprincipes: huisvesting is een basisrecht, de hulpverlening vertrekt vanuit een respectvolle en open houding, de bewoner kan rekenen op begeleiding voor zolang hij deze nodig acht, zowel het huurcontract als de begeleiding zijn van onbepaalde duur, de huisvesting van Housing First mag niet geconcentreerd zijn in één gebouw of buurt, huisvesting en hulpverlening moeten gescheiden blijven, de begeleiding verloopt via multidisciplinaire teams, de keuzevrijheid wordt op zo veel mogelijk vlakken gegarandeerd, Housing First steunt op een herstelgerichte benadering, de focus ligt op het welzijn van de bewoner en tot slot wordt van het principe van ‘harm reduction’ uitgegaan.Demaerschalk, E. (2014), ‘Huisvesting als mensenrecht: Housing first en de rest komt later’, in Lescrauwaet, D. en Cools, B., Een thuis voor meer dan een dag: mythes, feiten en verhalen over thuisloosheid, Leuven, LannooCampus, 301-317.
Samenwerkingsmodel
Op Sociaal.Net verschenen de voorbije jaren verschillende artikels over Housing First. Zowat alle auteurs dringen bij het beleid aan om deze methodiek te ondersteunen. Toch blijft de steun vanuit deze hoek grotendeels uit.
Alle respondenten die vertrouwd waren met Housing First, zijn bereid om deze methodiek toe te passen in Leuven. Ook al is er geen eenduidigheid over welke actor de trekkersrol op zich neemt, liggen alle mogelijkheden open voor een project. Er moet geen nieuwe organisatie worden opgericht, alle expertise die nodig is voor Housing First is aanwezig.
‘Alle expertise voor Housing First is aanwezig.’
De stad en de betrokken actoren moeten nu de handen in elkaar slaan om een gedragen samenwerkingsmodel uit te werken, waarbij het recht op wonen gegarandeerd is voor alle Leuvenaars. Zo kan samen gestreefd worden naar een stad zonder dak- en thuislozen.
Mijnheer de burgemeester
Tot slot wil ik het woord richten tot de burgemeester van Leuven.
Mijnheer Tobback. Ik pleit voor Housing First in onze stad en ik denk uit de grond van mijn hart dat u dit ook moet doen. Ik ben 23 jaar, u bent 23 jaar burgemeester van Leuven. U hebt veel goede dingen gedaan, maar als u straks de fakkel doorgeeft, ga ik toch ook teleurgesteld zijn.
Laat mij u herinneren als een burgemeester met lef en een warm hart. Durf gaan voor een omvattend plan om dak- en thuisloosheid in uw stad ten gronde aan te pakken en geef hierin Housing First een belangrijke plaats.
Reacties [11]
Reageer meer klaag dit aan via sociale media en oefen druk voor het sociaal vekeid van uw stad .. Hier in Leuven is het verborgen .. Maar lensen staan soms 8 jaar op een lijst .. En of krijgen geen aangepaste woning .. Sociaal assistenten van de stad zelf moeten meer ingezet worden om dit aan te kaarten ..
‘Waar ik vandaan kom bevriezen mensen
in hun huizen van karton.
Zijn er ellenlange rijen waar je warme soep krijgen kan.
Worden hun wangen even rood
bij een stukje Zuiders brood.
Maar dan gaan ze weer de kou in
en een oude man gaat dood.’
(uit ‘Huizen van karton’ van Bloesem
http://www.ilsebloesem.be)
Ik werkte elf jaar als onthaalvrijwilliger in een Wijkgezondheidscentrum in Kessel-Lo. Op mijn laatste dag ging ik de stoep op om een dakloze vrouw te zeggen dat het zoveel voor mij betekende haar te mogen inschrijven.
Gewoon omdat een warm menselijk gebaar mensen echt verbindt,
omdat het, al is het maar voor even, een dak is boven de kamers van ons hart.
Bedankt voor jouw mooi artikel!
Warme groet,
Ilse 🌸🎶 Bloesem
Mooi verwoord, helaas is Leuven geen alleenstaand geval ,ik nodig jullie uit , kijk eens rond in kleine gemeenten rondom Leuven ,driehoek Tienen, Diest, Aarschot. Heel wat schrijnende toestanden, voor degene die wel het lef hebben om naar oplossingen te zoeken is er vaak van het kastje naar de muur gestuurd worden dagelijkse realiteit. Hulpverlening is niet afgestemd op elkaar, tegenstrijdige berichten, waardoor thuisloze of dakloze blijft ronddwalen in de vicieuze cirkel!
Anna, knap werk. Je legt hier een aantal pijnpunten bloot waarvoor een mogelijke oplossing aanwezig is. Ook in het woordje aan de burgemeester geef je op een warme manier weer waarover het gaat.
Nog veel succes!
goed geschreven stuk.
Misschien een handtekeningen verzamelingsactie doen??
Stemmen tellen zo rond de verkiezingen.
Het is toch ONS belastinggeld niet waar?
Wij maken Leuven!
De burgemeester is zelf verantwoordelijk, want hij heeft de bevoegdheid van wonen en coördinatie sociale huisvestingsmaatschappijen.
moet dit onderzoek niet naar de schepen van wonen worden gestuurd??
Onder de indruk van dit artikel! En als mede-Leuvenaar en collega maatschappelijk werker verontwaardigd.
vriendelijke groet,
Ann
Dat zijn nagels met kopen ! Proficiat. Wonen is inderdaad een elementair basisrecht. Zonder een veilig en betaalbaar dak boven je hoofd sta je nergens en heb je geen toekomst. Leuven is/wordt een stad voor de rijken.Alle overheden moeten samen dringend meer creativiteit aan de dag leggen en wonen voor IEDEREEN in Leuven mogelijk maken.
Een heel goed geschreven artikel de meeste mensen weten dat niet dat er nog armoede is omdat ze dat niet zien.
Nina
Top werk !
Proficiat Anna.
Ik hoop samen met jou en vele anderen dat Leuven er eindelijk iets aan doet.
Van harte
Anita
Dag Anne,
Een uitstekende analyse. Hopelijk heeft het Leuvense beleid er oren naar.
Hartelijke groet
Danny
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies