Barometer
Het Brusselse Observatorium voor Gezondheid en Welzijn verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. Die worden samengebracht in de Welzijnsbarometer, een onderdeel van het Brussels Armoederapport.Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel Hoofdstad (2015), Welzijnsbarometer 2015, Brussel, Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie.
De Welzijnsbarometer beschrijft de socio-economische situatie van de Brusselaars en volgt deze op in de tijd. De barometer richt zich tot wie betrokken is bij het beleid of bij acties in de strijd tegen armoede. Toch worden de mechanismen die maken dat iemand in armoede terecht komt, blijft of er juist uitgeraakt niet geanalyseerd.
‘De barometer schetst de globale context.’
De Welzijnsbarometer heeft niet de bedoeling om de directe impact van het beleid op armoede te evalueren. Wel wil men de globale context schetsen waarin het armoedebestrijdingsbeleid zich ontwikkelt.
Multi-dimensioneel
De barometer bestudeert armoede als een multi-dimensioneel fenomeen. Het gaat om sociale uitsluiting op vlak van inkomen, werk, opleiding, gezondheid, huisvesting en maatschappelijke participatie. Deze domeinen zijn onderling sterk verweven en kunnen zowel oorzaak als gevolg zijn van uitsluiting op andere domeinen.
Zo zullen bijvoorbeeld kinderen die opgroeien in armoede een groter risico lopen op een moeilijke schooltijd. We weten dat lager opgeleide jongeren minder kans hebben om werk te vinden. En zeker al geen werk dat toelaat menswaardig te leven.
In de Welzijnsbarometer worden de Brusselse cijfers waar mogelijk vergeleken met de cijfers voor Vlaanderen, Wallonië, de grote Belgische steden of heel België. Dit laat toe om het Brussels Gewest te situeren in de nationale context.
Armoederisico
Ongeveer een op drie Brusselaars (30,9%) moest in 2013 rondkomen met een inkomen onder de armoedegrens. In Vlaanderen is dat 11,1%, in Wallonië 18,3% en voor gans België gaat het om 15,5% van de bevolking.Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium, Quality Report Belgian SILC 2014.
Dit armoederisico ligt bijzonder hoog bij personen die leven in een huishouden zonder werk of met een lage werkintensiteit. Bij de Brusselaars die actief zijn op de arbeidsmarkt is één op vijf (20,8%) werkzoekend. Bij jongvolwassenen (-25 jaar) is dat één op drie of 30,2%. Een kwart van de Brusselse kinderen jonger dan 18 jaar (25,7%) groeit op in een huishouden zonder inkomen uit werk.
‘Het armoederisico in Brussel ligt bijzonder hoog.’
Een vierde van de Brusselse bevolking (25,6%) heeft recht op een verhoogde tegemoetkoming voor geneeskundige verzorging. Dit is een recht dat wordt toegekend aan personen met een laag inkomen en is dus ook een indicator voor risico op armoede.
Vervangingsinkomen
Het aandeel van de bevolking dat recht heeft op een vervangingsinkomen (exclusief pensioenen) of een bijstandsuitkering ligt hoog. Bij de bevolking op actieve leeftijd (18-64 jaar) gaat het om 23,5%, bij de ouderen om 18,3%.
4,9% van de Brusselse bevolking op actieve leeftijd ontvangt een (equivalent) leefloon. Het equivalent leefloon is financiële steun vanwege het OCMW voor personen die geen recht hebben op een leefloon, maar die zich wel in een vergelijkbare noodsituatie bevinden. Bij jongvolwassenen gaat het om 10,6%.
10,7% van de oudere bevolking ontvangt een Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). Eén jongere op tien en één oudere op tien beschikt dus over zo goed als geen andere inkomensbron dan zijn bijstandsuitkering.
Diploma
In het Brussels Gewest verlaat één jonge man op zes en één jonge vrouw op tien de school zonder een diploma van het hoger secundair onderwijs.
‘Eén jonge man op zes verlaat de school zonder diploma.’
Ongeacht hun leeftijd ondervinden mensen zonder diploma van het secundair onderwijs vaak grote moeilijkheden op de arbeidsmarkt. Van de actieve Brusselaars met als hoogste diploma dat van het lager secundair onderwijs is bijna één op drie werkloos.
Huisvesting
Wonen kost geld. Zeker in Brussel neemt de hoge huisvestingskost een zware hap uit het gezinsinkomen. De grote meerderheid van de woningen (61,2%) is bewoond door huurders. Tussen 2004 en 2013 steeg de gemiddelde huurprijs gecorrigeerd voor de inflatie met 20%. Goede huisvesting wordt hierdoor steeds problematischer voor personen met een laag inkomen.
Net zoals elders in ons land is er ook in Brussel een tekort aan sociale woningen. Ruim 44.000 gezinnen staan op de wachtlijst. Er wordt aan minder dan de helft (44,9 %) van de vraag voldaan.
‘44.000 gezinnen wachten op een sociale woning.’
Verder verklaart 22% van de Brusselse huishoudens in de Gezondheidsenquête 2013 dat hun woning minstens één van volgende problemen vertoont: vocht in de woning, overbezetting of de woning niet kunnen verwarmen. Voor de 20% armste Brusselse gezinnen loopt dit aandeel op tot ongeveer 35%.
België
De meeste armoede-indicatoren wijzen erop dat in het Brussels Gewest een hoger aandeel personen in armoede leeft dan in de twee andere gewesten.
Een vergelijking met de Belgische grote steden toont echter, al naargelang de gehanteerde indicator, dat de socio-economische situatie gelijkend of zelfs minder gunstig is in de Waalse steden.
Aandeel gerechtigden op het (equivalent) leefloon in de bevolking naar leeftijd voor België, het Brussels Gewest en de grote steden, januari 2014.POD Maatschappelijke Integratie: gegevens op 27/03/2015; Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium, Rijksregister 2014; eigen berekeningen Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel.
Ongelijkheid binnen Brussel
De globale cijfers voor het Brussels Gewest verbergen dat er grote verschillen zijn tussen de Brusselse gemeenten en wijken.
Zo lag de werkloosheidsgraad in het ganse Gewest in 2014 op 20,8%. De gemeenten die er beduidend onder scoren zijn niet toevallig Sint-Pieters-Woluwe (10,3%), Oudergem, Sint-Lambrechts-Woluwe, Watermaal-Bosvoorde en Ukkel. De werkloosheidsgraad is het hoogst in Sint-Joost-ten-Node (30,1%), onmiddellijk gevolgd door Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek, Sint-Gillis en Anderlecht.
Het mediaan inkomen per belastingaangifte verschilt eveneens sterk van gemeente tot gemeente: van 14.579 euro in Sint-Joost-ten-Node tot 24.822 euro in Sint-Pieters-Woluwe.
‘Er zijn grote verschillen tussen de Brusselse gemeenten.’
Dezelfde ongelijkheid is er bij de schoolachterstand. Globaal loopt 15,3% van de Brusselse leerlingen in het eerste jaar secundair onderwijs minstens twee jaar schoolachterstand op. Dit cijfer loopt op tot ongeveer 20% in de armste gemeenten, met het hoogste aandeel in Sint-Joost-ten-Node (22,6%). Het aandeel ligt opmerkelijk lager in de gemeenten met een hoge sociaaleconomische status zoals Sint-Pieters-Woluwe (6,8%).
Gezondheidskloof
We weten dat de sociaaleconomische situatie in belangrijke mate iemands gezondheidssituatie beïnvloedt. De grote sociale heterogeniteit in Brussel weerspiegelt zich ook in belangrijke gezondheidsongelijkheden.
Zo bedraagt het verschil in levensverwachting tussen de inwoners van de armste en de meest gegoede Brusselse gemeenten 2,9 jaar voor mannen en 2,5 jaar voor vrouwen. 22,5% van de Brusselse gezinnen verklaart gezondheidszorgen uit te stellen omwille van financiële redenen, dit stijgt tot 40% voor de 20% armste gezinnen.
Recente evoluties
Tussen januari 2013 en januari 2014 steeg het bevolkingsaantal van het Brussels Gewest licht met 0,8%. Ook het aantal personen met een bijstandsuitkering of een vervangingsinkomen (exclusief pensioenen) steeg licht. Bij jongeren gaat het om een stijging met 1,8% en bij de bevolking op actieve leeftijd om 1,6%. De sterkste stijging (6,7%) is er bij personen van 65 jaar en ouder.
‘Er zijn meer bijstandsuitkeringen.’
Globaal is er een sterke daling van het aantal rechthebbenden op een equivalent leefloon met 16,3%. Dit is het gevolg van nieuwe maatregelen van de federale regering, waardoor het aantal asielaanvragers in het Brussels Gewest sterk daalde.
Bij de jongeren zien we wel een stijging van het aantal (equivalent) leefloongerechtigden met 6,3% en een daling van het aantal gerechtigden op werkloosheids- en inschakelingsuitkeringen met 4%. Het aantal 65-plussers dat recht heeft op een Inkomensgarantie voor Ouderen neemt toe met 8,7%. Bij de bevolking op actieve leeftijd is er een toename van het aantal rechthebbenden op een invaliditeitsuitkering met 6,7%.
Werkloosheid
Voor de periode 2013-2015 is er een belangrijke daling van het aantal uitkeringsgerechtigde werklozen met 10,9% en een daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden met 4,6%.
Deze daling kan het resultaat zijn van een verbeterde conjunctuur of van bepaalde tewerkstellingsmaatregelen. Maar vooral de verstrenging van de toegangsvoorwaarden tot werkloosheids- en inschakelingsuitkeringen zou hier wel eens bepalend kunnen zijn.
Onderschat
De armoede-indicatoren tonen aan dat een groot aantal Brusselaars in moeilijke omstandigheden leeft. Ongeveer een derde van hen moet rondkomen met een inkomen onder de armoederisicogrens. Meer dan een vijfde van de Brusselse bevolking tussen 18 en 64 jaar is afhankelijk van een vervangingsinkomen of een bijstandsuitkering.
‘Confronterende cijfers, en de realiteit is nog harder.’
Het zijn confronterende cijfers. En de realiteit is nog harder. Een belangrijk deel van de personen die in armoede leven ontbreekt immers in de statistieken. Zo wordt er bijvoorbeeld geen informatie verzameld over mensen in een rusthuis of de gevangenis. Mensen die geen toegang hebben tot de sociale zekerheid of de bijstand, mensen die geen officieel werk hebben, dak- en thuislozen en mensen zonder wettelijke verblijfplaats worden veelal niet meegeteld. En het zijn net deze groepen die maatschappelijk erg kwetsbaar zijn.
De demografische groei en de overdracht van een reeks bevoegdheden van de federale overheid naar de deelstaten confronteert het Brussels Gewest met belangrijke uitdagingen op vlak van huisvesting, tewerkstelling, scholing, gezondheid en bijstand aan personen. We moeten daarom vermijden dat de maatschappelijk meest kwetsbare bevolkingsgroep onder de radar blijft en de nodige beleidsmaatregelen zo aan hen voorbij gaan.
Reacties [1]
Hallo,ik reageer op dit artikel om mede te delen dat idd bijna overal in ons land sociale uitsluiting plaatsheeft. Ik spreek voor mezelf,mijn situatie is dat ik wegens arbeidsongeschiktheid op invaliditeit gezet ben. Hierdoor ervaar ik veel stress ,ten nadele van mijn gezondheid. Elke maand kijk ik uit naar de betaling van mijn invaliditeits uitkering,maar de opluchting duurt niet lang,eens de huishuur betaald is het miserie om rond te komen. Medicatie halen in de apotheek moet ik vaak uitstellen,vanwege geen geld,kinesitherapie doe ik niet,want dat kost ook weer geld. Ik sta op wachtlijst voor een sociale woning en betaal nu huur inde privé,das inéén keer de helft van mn uitkering die weg is.Ik heb al vanalles geprobeerd,FOD,mantelzorg,huursubsidie,niks lukt. Het komt er op neer dat het voelt als:Leven is een LUXE die ik mij niet kan veroorloven!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies