Column

Dikke Freddy aan Caroline Gennez, minister van culturele armoedebestrijding

Erik Vlaminck

Erik Vlaminck

Erik Vlaminck is roman- en theaterauteur.

© ID / Sien Verstraeten

Geachte mevrouw Gennez, beste Caroline,

Ik bezit een boek van u. Het heet De verschilligen. Ik zal het nooit wegdoen, want het stut mijn bed. Het vervangt, samen met Gangreen van Jef Geeraerts, een afgebroken beddenpoot.

Vannacht heb ik getwijfeld om uw boek nog eens na te lezen. Dat was nadat ik gisteren, samen met mijn buurvrouw Kelly, naar het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen was geweest. Omdat haar kinderen er met hun klas naartoe zouden gaan en zijzelf nog nooit een museum bezocht, had ik voorgesteld om dat samen eens te doen. We zijn er niet binnengeraakt.

‘Het ingewikkelde gedoe met Uitpassen en A-kaarten was niet te bevatten.’

Het ingewikkelde gedoe met Uitpassen en A-kaarten was niet te bevatten. Een loket is er niet en met betaalpalen valt niet te praten. De vriendelijke bijverdienende studente die naast de betaalpaal stond, woont in een villa en wist niets over Uitpassen en A-kaarten. Ze zei ons wel dat we vooraf met een computer een tijdslot hadden moeten reserveren. Een tijdslot!? Hebt u zoiets aan uw fiets hangen?

En hoewel een mens volgens de wet overal met echt en natuurlijk geld moet kunnen betalen, kan dat in het museum niet. Het museum staat buiten de wet. Omdat we niet met machines uit de voeten kunnen, stonden we zwaar te twijfelen. Toen de vriendelijke bijverdienende studente ook nog stelde dat frakken en zakken niet binnen mochten, hebben we de zaak opgegeven. In onze frakken en zakken zit gerief dat we nooit achterlaten, zeker niet in een kastje dat locker heet en dat wij, vanwege te ingewikkeld, niet op slot konden doen.

‘Volgens Kelly willen ze in het museum geen mensen als wij.’

Volgens Kelly willen ze in het museum geen mensen als wij. Daarom hebben ze hun loketten gesloten en een betaalpaal en lockers gezet, alsmede een vriendelijke bijverdienende studente die het ook niet allemaal weet.

Het bleef vannacht allemaal door mijn kop malen. Om toch in slaap te geraken overwoog ik om wat in uw boek te lezen, maar dan zou mijn bed omgekanteld zijn. Ik ben dan maar opgestaan en heb met een rode viltstift aan de titel van uw boek geprutst. Ik heb er een ‘o’ en een ‘n’ aan toegevoegd. Nu heet het De Onverschilligen. Onder die titel heb ik een rode streep getrokken. Daarna ben ik als een blok in slaap gevallen.

Ik dank u met Hoogachting voor uw boek dat altijd en overal van pas blijft komen,

Frederik De Meester,
Op uw hoofdkwartier ook gekend als Dikke Freddy.

Reacties [2]

  • terryn Marie-Rose

    om medische redenen en o.a. niet met openbaar vervoer kunnen rijden, ben ik al jaren niet meer in museum geweest. Ik denk dat ik er ook niet binnen zou geraken. Ben ook niet zo handig met kaarten ,en apps en smartphone heb ik allemaal niet. Vroeger was alles simpel als BONJOUR. Nu is het motto; waarom gemakkelijk als het moeilijk ook kan.

  • Monique Apers

    Awel de dikke Freddy kan dat telkens met simpele emphatishe woorden uitleggen ik wou dat ik het ook op die manier kon. Want ik draai ook nergens rond de pot en verbloemen niets. Maar dat komt bij andere hard binnen. Dankjewel dikke Freddy dat jij het opneemt voor veel mensen en uitgeslotene van de maatschappij .

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.