Meervoudige problematiek
Wie dak- of thuisloos is, kampt vaak ook met verslavings- en mentale problemen. De cijfers van recent onderzoek laten daarover weinig twijfel: van de 17.018 getelde dak- en thuisloze volwassenen in België, heeft 30 procent mentale problemen en 28 procent een verslavingsproblematiek. 14 procent kampt met beide. Deze problemen vormen een risicofactor voor dak- en thuisloosheid, maar zijn er evengoed het gevolg van.
‘Bied eerst huisvesting aan en bekijk vervolgens welke begeleiding nodig is.’
Die meervoudige problematiek heeft gevolgen: dak- en thuislozen met een dubbeldiagnose vinden moeilijk duurzame hulp in de psychiatrie of verslavingszorg. Door de verschillende diagnoses is hun leefsituatie niet stabiel genoeg om in het huidige reguliere aanbod zorg- en hersteltrajecten op te starten of vol te houden. Daarnaast worden deze mensen vaak geassocieerd met overlast in de publieke ruimte. Sommigen komen vaker in aanraking met politie dan met zorgverleners.
Straffen helpt niet
Bestraffen kan deel zijn van een beleid maar brengt weinig zoden aan de dijk. Een nachtje cel of een boete verandert niets aan de levenssituatie van deze mensen. Integendeel: het zorgt soms voor nog meer leed. Een aanpak die enkel focust op overlast en niet kijkt naar de achterliggende problematiek van dak- en thuisloosheid, zal ook het overlastprobleem niet structureel oplossen.
Experts schuiven een ander recept naar voor: zorg ervoor dat deze mensen eerst toegang krijgen tot een stabiele woonsituatie. Zo creëert men een cruciale randvoorwaarde om, mits begeleiding op het tempo van de cliënt, te werken aan gezondheid, verslaving en relaties.
Housing first
‘Housing First’ drukt die prioriteit van een stabiele woonsituatie krachtig uit. Deze aanpak werd in de jaren 2000 ontwikkeld in New York als programma voor chronisch daklozen met mentale gezondheids- en verslavingsproblemen. Ze ontstond vanuit de vaststelling dat het vaak niet realistisch is om mensen eerst te behandelen en vervolgens toe te leiden naar een stabiele woonsituatie.
‘Sommigen komen meer in aanraking met politie dan met zorgverleners.’
Housing First draait die logica om: bied eerst huisvesting aan en bekijk vervolgens welke begeleiding nodig is. Om op maat van de cliënt te werken, blijven de woonbegeleiding en de begeleiding van persoonlijke of relationele problemen van elkaar gescheiden.
Deze benadering waaide over naar Europa en vond de afgelopen jaren verschillende toepassingen in België. Dat is doorgaans geen copy-paste: initiatieven wijken af van de oorspronkelijke Housing First-methodiek, maar behouden wel het basisidee van huisvesting voorzien bij de start van een begeleidingstraject. Vaak wordt daar een voorwaarde aan gekoppeld: het aanvaarden van een vorm van begeleiding.
Beleidsnota wonen
Housing First wordt een vaste waarde op de Vlaamse beleidsagenda. In de ‘Beleidsnota Wonen 2024-2029’ van Vlaams minister van wonen Melissa Depraetere lezen we positieve signalen over een huisvestingsgerichte aanpak van dak- en thuisloosheid. Na een periode van relatief losstaande projecten komt er een opening voor meer huisvestingsgerichte projecten voor diverse groepen in Vlaanderen.
Vanzelfsprekend is Housing First geen wondermiddel. Woongerichte oplossingen zijn een belangrijk deel van de puzzel, maar ook flankerende hulpverlening en woonbeleid blijft noodzakelijk.
Kadans Wonen
Een concreet voorbeeld van zo’n aanpak vinden we terug in de stad Antwerpen. Hier probeert Kadans (ketengerichte aanpak van dak- en thuisloosheid Antwerpen stad) het verschil te maken voor wie lang dak- en thuisloos geweest is en kampt met een verslaving en mentale problemen. De omkadering gebeurt door een multidisciplinair team dat bestaat uit medewerkers van justitie, drughulpverlening, psychiatrie, politie en algemeen welzijnswerk.
Belangrijke poten binnen dit initiatief zijn Kadans Wonen, met woonbegeleiding in zestig woonunits doorheen de stad en zorghostel ‘Het Trappenhuis’, met nog intensievere begeleiding en permanent toezicht.
Meer stabiliteit
Tussen oktober 2022 en oktober 2023 namen we de werking van Kadans Wonen onder de loep. Dit deden we aan de hand van documentstudie, focusgroepen met het operationeel team en diepte-interviews met veertien bewoners en zeven medewerkers.
‘Kadans wonen verbetert de subjectieve levenskwaliteit van haar bewoners.’
Dat levert enkele belangrijke inzichten op. Kadans Wonen verbetert de subjectieve levenskwaliteit van haar bewoners: ze vinden doorgaans zelf dat hun leven erop vooruitgegaan is. Ook hun woon- en financiële situatie vertoont meer stabiliteit, al komen strenge voorwaarden voor schuldbemiddeling of bewindvoering soms hard aan. Bewoners vertellen over hun lichamelijk en geestelijk herstel, mede dankzij de behandeling en ondersteuning van de verschillende sociale professionals. Waar herstel niet mogelijk is komen er vormen van stabiliteit, al dan niet met regelmatige terugvallen. Ook de omgeving ervaart een positieve impact: de overlast daalt.
Noodzakelijke randvoorwaarden
Ondanks deze beloftevolle vaststellingen, moeten we ook realistisch zijn. Succes is zelden vanzelfsprekend, en al zeker niet bij mensen met een complexe geschiedenis van trauma, zorgvermijding, middelengebruik en geestelijke gezondheidsproblemen.
Toch is vooruitgang mogelijk indien enkele belangrijke randvoorwaarden vervuld zijn. Zo is intensieve woonbegeleiding een must.
‘Een zorgende en bestraffende logica sluiten elkaar niet uit.’
Bij Kadans Wonen gaat een vaste woonbegeleider minimum twee keer per week langs bij de bewoner. Deze woonbegeleider brengt presentie en nabijheid in de praktijk en neemt verschillende rollen op: de ene keer is hij bemiddelaar in het contact met andere diensten, de andere keer de huisbaas die de huisregels afdwingt. Voor Kadans Wonen is zo’n disciplinerend optreden geen taboe. Een zorgende en bestraffende logica sluiten elkaar niet uit. Met woonstabiliteit en nabije begeleiding kunnen ze samen bijdragen aan het versterken van mensen.
Realistische doelen
Bij Kadans Wonen krijgen mensen de kans om hun gezondheid te stabiliseren en zich verder te ontwikkelen. Problemen die jarenlang genegeerd werden, krijgen eindelijk een diagnose en behandeling.
Doelstellingen en ambities worden bepaald door de bewoner en zijn begeleider, onder supervisie van het multidisciplinair team. Ze bepalen bijvoorbeeld samen in hoeverre een tijdelijke opname in de verslavingszorg, dagbesteding of doorstroming naar een andere woonvorm zinvol is.
In de trajecten van deze bewoners zijn er vaak momenten van twijfel, stilstand of terugval. Sommigen integreren hierdoor langzaam in de maatschappij, nemen vrijwilligerswerk op en herstellen familiebanden. Voor anderen zijn deze doelen niet realistisch. Kampen ze bijvoorbeeld met terugkerende psychoses of verslavingsproblemen, dan is eenvoudigweg de woning behouden vaak het hoogst haalbare.
Er wordt dus niet verwacht dat alle bewoners doorstromen naar sociale huisvesting. Duw je die te hoog gegrepen ambitie toch door, dan verlies je de meest kwetsbare mensen waarvoor dit initiatief opgestart werd. Waar nodig en mogelijk kan iemand levenslang rekenen op de woning en begeleiding van Kadans Wonen.
Op de wachtlijst
De stad Antwerpen voorziet woonunits voor Kadans Wonen. Alle bewoners hebben een vorm van budgetbeheer. Daardoor kunnen ze een maandelijkse huurbijdrage betalen. Die woonstabiliteit is cruciaal voor de verdere begeleiding.
‘Het recht op wonen betekent dat ook mensen met een verleden op straat een kwaliteitsvolle woonst vinden.’
Dat mag ons niet afleiden van de realiteit dat buiten de grenzen van dit lokale project, deze groep van dak- en thuislozen het slachtoffer is van uitsluitingscriteria in het huisvestingsbeleid. Door hun psychische problemen of gebrek aan langdurig vast verblijf, staan ze achteraan op wachtlijsten of blijft de deur naar sociale huisvesting gesloten.
Recht op wonen
Dat staat haaks op het recht op wonen. Ook mensen met een verleden op straat, (ex-)verslaafden, alleenstaanden, jongeren, vluchtelingen, leefloongerechtigden en zorgbehoevenden hebben recht op een kwaliteitsvolle woonst. Een breder woonbeleid dat inzet op betaalbaar wonen voor verschillende profielen -ook de meest kwetsbaren- is nodig om dak- en thuisloosheid rechtvaardig en structureel aan te pakken. Het is uitkijken naar het beleid dat de Vlaamse regering hierrond de komende jaren zal voeren.
De lessen uit de werking van Kadans kunnen breder worden toegepast om dak- en thuisloosheid structureel te verminderen. Kadans Wonen toont dat een stabiele huisvestingssituatie ook voor mensen met zeer complexe problematieken een belangrijke randvoorwaarde is voor positieve evoluties op andere levensdomeinen. We hopen dan ook dat deze praktijken, samen met het onderzoek naar de positieve invloed van woonzekerheid en woonkwaliteit op gezondheid, stress en welzijn, beleidsmakers overtuigen om het recht op betaalbaar en kwaliteitsvol wonen ernstig te nemen.
Reacties [1]
Een keten van “Kadansen” organiseren is noodzakelijk. Voor elk OCMW, van de grote stad tot de kleine gemeente, moet de kans bestaan dat ze de dakloze mensen op hun grondgebied een woonplaats met intensieve begeleiding kunnen aanbieden. Het zal de druk op de grote steden ook verminderen.
Zeker lezen
Ex-gedetineerde en hulpverlener Youssef: ‘Ik wil dat mijn leven zin heeft gehad’
Mensen met licht verstandelijke beperking: ‘Hard werken om erbij te horen’
‘Pleegouders hebben nood om ervaringen en bezorgdheden met elkaar te delen’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies