Strijdvaardigheid in het bloed
Els Messelis (58) doet onderzoek, geeft vorming en schrijft boeken over ouderen, eenzaamheid en seksualiteit. Ze is zelf moeder, plusmoeder, grootmoeder en ambassadeur van grootouders voor het klimaat. Strijdvaardigheid zit in haar bloed.
‘Ik word gedreven door mensen die weinig stem krijgen.‘
“Mijn professionele loopbaan kan je maar begrijpen vanuit mijn individueel levensverhaal”, zegt Els daarover. Ze werd geboren met een oogafwijking waarvoor ze vaak geopereerd werd. Van de oogarts kreeg ze te horen dat ze nooit verder zou kunnen studeren, maar dat klopte niet. Ze negeerde ook het advies om gezins- en bejaardenhulp te studeren. Ze legde voor zichzelf de lat hoger.
Els was negen jaar toen haar ouders scheidden. Twee jaar later haalde een sociaal werker haar in het kader van de bezoekregeling uit de klas. Ze vroeg haar wie ze het liefst zag: vader of moeder. Els was van haar sokken geblazen en besliste: “Ik zal dit beter doen en word maatschappelijk werker.” Enkele jaren later haalt ze haar diploma.
Als jonge vrouw beslis je om te werken rond ouderen en seksualiteit. Evidente keuzes zijn niet jouw ding?
“Ik word gedreven door oudere volwassenen die geen of weinig stem hebben. Tijdens mijn stage maatschappelijk werk kwam ik voor het eerst in contact met 65-plussers. Medestudenten keken ervan weg, maar ik vond het fantastisch en wilde me verdiepen in deze levensfase. In 1996 startte ik aan de VUB met de opleiding gerontologie. Drie jaar later studeerde ik af.”
“In het begin van mijn loopbaan werd ik geconfronteerd met een aantal hardnekkige taboes, zoals seksualiteit en intimiteit op latere leeftijd. Ik pakte het vast en ging ermee aan de slag. Oké, je wordt ouder en er gaat minder vanzelf. Op medisch en emotioneel vlak zit er soms al eens iets in de knoop. Maar er is meer ervaring en minder druk, dus seks kan ook heel fijn zijn. Seksuele gezondheid maakt deel uit van de kwaliteit van leven van oudere volwassenen. Het is belangrijk dat we dit thema normaliseren en positief benaderen.”
Ik kan me voorstellen dat dit vijfendertig jaar geleden ronduit rebels was. Maar vandaag leven we in andere tijden. We worden ouder en blijven langer gezond. Sommige tachtigers lijken de eeuwige jeugd te hebben.
“Vijftig jaar geleden belandde een grote groep mensen na hun pensioen in de zetel, uitgeput van het zware werk in de mijn, de fabriek of op het veld. Ze hadden nog enkele jaren voor de boeg en wilden vooral rust. Wie vandaag met pensioen gaat, kijkt uit naar nog heel wat jaren actief, gezond en autonoom leven. Dat is fantastisch.”
“We hebben het allemaal lastig met onze angst om oud en afhankelijk te worden.”
“Maar perceptie en beeldvorming kunnen die razendsnelle evolutie niet bijbenen. Ik stelde het enkele jaren geleden zelf vast toen ik in twee kleuterklassen aan vijfjarige kinderen vroeg om mensen te tekenen die met pensioen gaan. Er verschenen kromme ruggen, wandelstokken, hoeden, lange baarden, grijze haardotjes en schommelstoelen. Vervolgens vroeg ik hen: teken je grootouders. Plots zag ik sneakers en jeansbroeken met smartphones in de achterzak.”
Die individuele ervaringen met hippe grootouders zijn niet sterk genoeg om de negatieve stereotypen rond ouder worden te corrigeren?
“Die vooroordelen zitten niet alleen in het hoofd van die kinderen, maar ook in dat van hun grootouders zelf. Die leeftijdsgroep ken ik goed: ik ontmoet ze in het kader van de vormingen ‘Voorbereiding op het pensioen’ die ik al meer dan dertig jaar geef. Vijf jaar geleden vroeg ik vijfhonderd cursisten hoe ze naar hun toekomst kijken. Angst is een rode draad: bang om zorgbehoevend te worden, bang om af te takelen en bang om niet meer van betekenis te zijn.”
“Dat stereotype beeld van verval en aftakeling zit diep verankerd in ons allemaal. We worstelen met onze angst om oud en afhankelijk te worden.”
Zit in die angst de kern van ageism: het uitsluiten van mensen omwille van hun leeftijd?
“Ageism gaat niet alleen over onze kijk op ouder worden, maar ook over hoe we ons handelen daarop afstemmen. Als je bij ouder worden de focus zet op wat minder goed gaat, dan ga je op den duur geloven dat ouder worden daarmee samenvalt. Oud worden is dan een last. Daardoor gaan we mensen op basis van hun leeftijd discrimineren.”
Kunnen sociale professionals hier een rol opnemen?
“De kern van hun beroep is empowerment en mensenrechten. Ze kunnen een belangrijke rol spelen in een ander beeld op ouderen. Maar zo ver zijn we nog niet: helaas geven ook hulpverleners een negatieve invulling aan ouder worden.”
“Ook geriaters en gerontologen zijn op dit vlak niet echt baanbrekers. Op internationale congressen gerontologie en geriatrie stelde ik vast dat er veel promotie werd gemaakt voor allerlei producten en behandelingen die refereerden naar ‘anti-aging’.”
“Ik ervaarde het ook zelf aan den lijve. Tweeëntwintig jaar geleden viel ik twintig kilo af. In de plaats kwamen veel rimpels. Collega-gerontologen vroegen me of ik wel gezond was en adviseerden me om daar iets aan te doen. Ik heb ondertussen leren leven met mijn rimpels.”
Kunnen we het tij ooit keren?
“De laatste jaren zet een ‘pro-aging’ beweging voet aan wal, zowel binnen als buiten de grenzen van de gerontologie. Er komt meer ruimte om het ouder worden te zien als een boeiende reis. Het Nederlands initiatief ‘PR:OUD‘ en het LiLi-project van UGent zijn daar sprekende voorbeelden van.”
“Het valt op dat de strijd tegen ageism vooral van onderuit gevoerd wordt: ouderen pikken het niet langer dat ze niet meer van tel zijn. Niet alleen seniorenverenigingen of de Vlaamse Ouderenraad duwen waar het pijn doet, maar ook Grijs aan zet, de Coalitie voor Ouderenrechten of ‘Rebels’, het boek en de documentaire van journaliste Ann Peuteman.”
Toch hebben ouderenverenigingen het steeds moeilijker om geëngageerde leden te vinden. Kiezen ouderen steeds meer voor me, myself and I?
“Ik stel dat ook vast in de vormingen die ik geef aan mensen die op de drempel staan van hun pensioen: velen kijken vooral uit naar het genieten in de eigen microkosmos. Ze willen reizen, blijven sporten en actief zijn.”
‘Velen kijken vooral uit naar het genieten in de eigen microkosmos.’
“Ik heb daar alle begrip voor. Maar die individualistische keuze heeft een keerzijde. Het zoveelste terrasje of reis naar de zon kan ook een lege doos worden. Veel mensen staan te weinig stil bij wat er diep bij hen vanbinnen zit, wat hen zal blijven drijven en motiveren, ook wanneer ze meer afhankelijk en zorgbehoevend worden.”
“Daarom daag ik ook mijn cursisten uit om zich meer collectief te organiseren en engageren. Ze hebben veel kennis, ervaring en levenswijsheid die ze moeten inzetten voor de samenleving en de generaties die na hen komen. Dat geeft diepgang, zin en betekenis aan hun leven.”
Nog een schaduwzijde van dat individualisme: eenzaamheid.
“Het is belangrijk om genuanceerd naar eenzaamheid te kijken. Eenzaamheid valt niet samen met het isolement van oudere mensen. Het is een belangrijk probleem met verschillende gezichten: emotioneel, sociaal en existentieel. Het treft alle leeftijden en iedereen beleeft het anders.”
“Dat neemt niet weg dat sommige mensen meer risico lopen dan anderen. Het stond vorig jaar op Sociaal.Net: bij mannen boven de zeventig pieken de zelfdodingscijfers. Eenzaamheid zit daar zeker voor iets tussen.”
Zopas verscheen je boek ‘Verbonden in eenzaamheid’. Vanwaar die titel?
“De levensverhalen van mensen wezen me de weg naar die titel. Voor dit boek interviewde ik tien mensen tussen de 25 en 97 jaar oud. Zij durfden het aan om over eenzaamheid te spreken. Ze vertelden hoe ze dat beleven als een diepmenselijke ervaring.”
“Ik stelde vast dat door er samen over te praten, je erkenning, herkenning en verbondenheid creëert. Dat werkt helend en voorkomt dat eenzaamheid een chronisch probleem wordt. Daarom is het zo belangrijk om ook het taboe rond eenzaamheid te doorbreken.”
Nog een taboe waarmee we volgens jou dringend moeten afrekenen: oudere mensen hebben geen uitdagend intiem leven meer?
“Seksueel ageism tiert welig. Ten onrechte: dertig procent van de oudere volwassenen is seksueel actief. Bovendien bestaat er ook zoiets als ‘seksuele wijsheid‘ op latere leeftijd. Onderzoekers stellen vast dat tijdens het ouder worden een reeks vaardigheden en strategieën wordt verworven die het seksueel welzijn verbeteren.”
“En nu we toch taboes aan het doorbreken zijn: dat is niet anders in het woonzorgcentrum. Ook daar blijft seksualiteit des mensen. Naast gebrek aan privacy, struikelen bewoners vooral over het feit dat familie en verzorgenden niet mee weten om te gaan met hun intieme gevoelens en verlangens.”
Is seksualiteit dan zo belangrijk voor ouderen?
“Het gaat niet alleen over seksualiteit, maar ook over intimiteit en aanraking. Veel oudere mensen worden niet meer affectief aangeraakt. Hier kom je opnieuw op het terrein van existentiële eenzaamheid: deze mensen ervaren huidhonger en lijden onder die leegte.”
‘Veel oudere mensen worden niet meer affectief aangeraakt. Ze ervaren huidhonger.’
“Seksualiteit, intimiteit en aanraking zijn menselijke behoeften waarop geen leeftijd staat. In ons nieuw boek ‘Onbekend en dus onbestaand?’ vertelt een tachtigjarige bewoner van een woonzorgcentrum hoe belangrijk ‘die zaken’ voor haar nog zijn. Maar in veel woonzorgcentra wordt het belang ervan onderschat. Nochtans is het een basisbehoefte en geen cadeautje voor speciale gelegenheden.”
“Natuurlijk heeft die vrouw daar last van. Ik vind het mijn taak om daar als onderzoeker de schijnwerper op te zetten. Zolang we deze mensen niet ernstig nemen, ben ik klokkenluider.”
Zullen woonzorgcentra daar binnen tien jaar beter mee omgaan?
“Ik hoop het, alleen zijn we zo ver nog niet. Ik geef al bijna veertig jaar cursussen rond seksuele gezondheid en intimiteit op latere leeftijd. De praktijk wijst uit dat het nog altijd belangrijk is om de rode oren en rode kaken van zorg- en hulpverleners, oudere volwassenen en familieleden weg te krijgen. Om dat taboe steen voor steen af te breken, ontwikkelden we een vormingsaanbod voor hulp- en zorgverleners.”
“Maar ook familieleden mogen we niet uit het oog verliezen. Want ook hier is er iets vreemd aan de hand: kinderen willen een leven lang niets weten van de seksualiteit van hun ouders. Dan breekt het moment aan waarop diezelfde ouders hun intrek nemen in het woonzorgcentrum en er zorgafhankelijk worden. Plots willen kinderen dan weten met wie hun ouders welk soort relaties hebben.”
Wat als mama aan dementie lijdt en het onduidelijk is welk soort relatie ze wenst?
“Woonzorgcentra zijn enkel nog toegankelijk voor wie veel zorg nodig heeft. Het is een hele uitdaging om in zo’n collectieve woonvorm een plaats te geven aan seksualiteit en intimiteit. Ik begrijp best dat dit niet vanzelf gaat, maar het is de taak van hulp- en zorgverleners om dat mogelijk te maken, eerder dan af te schermen. Dat geldt zeker als het over mensen met dementie gaat. Organisaties zoals Expertisecentrum Dementie Vlaanderen hebben daar heel wat expertise rond opgebouwd.”
“Waarom vraag je bij intake of mensen spinazie lusten maar is er schroom om te vragen of mensen ook intieme momenten willen waarbij de deur op slot kan?”
Omdat mensen dat ervaren als een inbreuk op hun privacy?
“Eigen onderzoek stelt inderdaad vast dat er een groep bewoners is die liever niet praat over haar seksueel leven. Sommige mensen hebben daar ook een punt achter gezet.”
“Maar een organisatie mag niet enkel afgestemd zijn op deze groep. Want voor andere bewoners is het seksueel leven niet gestopt. Zij vinden het een verademing om daarover in alle openheid afspraken te maken. Bewoners verwachten dat medewerkers van het woonzorgcentrum dat ijs breken. Nu blijven er te veel deuren dicht omwille van schaamte en handelingsverlegenheid langs alle kanten.”
Heeft die handelingsverlegenheid niet te maken met hoe je als sociale professional omgaat met je eigen seksualiteit?
“Ik illustreerde dat eerder al met verschillende voorbeelden. Hoe reageer je op een bewoner die zich in de leefruimte masturbeert? Zo’n ervaring heeft op iedereen impact, ook op hulp- en zorgverleners. Het confronteert mensen met eigen waarden en seksualiteitsbeleving.”
“Het is logisch dat verzorgenden even van hun melk zijn. Toch moeten ze snel een beslissing nemen en is niet elk antwoord even professioneel. Masturberen in een leefruimte kan niet. Het is aangewezen om de bewoner te begeleiden naar de kamer, de gordijnen en deur dicht te doen zodat mensen hun ding kunnen doen.”
“We hebben het daar allemaal moeilijk mee en grijpen vaak naar de minst goede oplossing: minder vrijheid en autonomie voor bewoners. Mensen mogen een tijdje niet meer in de gemeenschappelijke leefruimte, hun medicatie wordt verhoogd of ze moeten speciale onderkleding dragen.”
Zal dat de komende jaren in de juiste richting evolueren?
“Alles is in verandering, dus ook de ouderenzorg. Het aantal woonzorgcentra dat ervoor kiest om participatie en kwaliteit van leven centraal te stellen, zit in de lift. Medewerkers gaan er aan de slag vanuit de vraag: ‘Hoe zou ik in dit woonzorgcentrum oud willen worden?’ Een bord ‘niet storen’, inspraak in dagactiviteiten, de eigen kamer nog poetsen of mee helpen bij het koken, worden dan plots heel vanzelfsprekend.”
“Bovendien komt de babyboomgeneratie eraan. Deze generatie is mondig en assertief. Toch zullen ook zij binnen de muren van het woonzorgcentrum zeer zorgafhankelijk worden. Ook kritische mensen stellen zich dan loyaal en begripvol op tegen het schaarse personeel. Ze willen ’s avonds nog graag hun glas wijn, maar willen die ene nachtverpleegkundige niet lastigvallen.”
Personeelstekort gooit roet in het eten?
“Personeelstekort is een relevante factor. Toch mag je niet alle problemen reduceren tot dat personeelstekort. Want ook al heb je als zorgkundige weinig tijd, iemand ’s morgens een gemeende goeiedag wensen is een kleine moeite. Dit gaat over omgaan met andere mensen, over de basishouding van professionals tegenover zorgbehoevende mensen.”
Hoe kijk jij zelf naar je oude dag?
“Ik maak me vooral zorgen over eenzaamheid bij oudere mensen. Zodra ik op pensioen ben, wil ik daar verder mee aan de slag. Die bezorgdheid is niet alleen onderbouwd door cijfers. Ik zie veel mensen alleen door de straten wandelen. Ik heb dan soms zin om op hen toe te stappen, ze goeiedag te zeggen en indiscreet te vragen waarom ze hier alleen lopen. Misschien kiezen ze daar zelf voor, maar misschien hunkeren ze naar een babbel bij een tas thee of koffie.”
“Ik zou graag een laagdrempelig ontmoetingshuis opstarten. Een soort ‘casa del buon gusto’ waar mensen van alle kleur, rang en stand samen kunnen praten over de kunst van het goed ouder worden. Grote veranderingen beginnen vaak bij kleine maar slimme initiatieven. En dus hoop ik dat ik me lang kan blijven engageren.”
Reacties [4]
Prachtig artikel, ik vraag mij af of in de praktijk van Els Messelis zij ook zgn Roze ouderen tegenkomt en wat haar ervaring hiermee is. Zou u deze vraag aan haar willen doorgeven? In Utrecht ben ik met dit onderwerp bezig als sociaal werker en blijkt dat roze ouderen als zij in een verzorgingstehuis komen weer terug in de kast gaan. Het voelt blijkbaar onveilig om voor je geaardheid uit te komen.Heel erg bedankt!
IK WOON SINDS EEN JAAR in een seniorenwijk. Er is veel controle op bezoek wie, wanneer en hoelang iemand wel bij je binnen is. Dit maakt (GEeDELTELIJK( ))Wel dat mijn vriend nu niet meer durft binnen komen, afstandelijker en in groep afspreekt. War uiteindelijk het einde is van intimiteit, vertouwelijke gesprekken. Eenzaamheid omdat ik steeds beroep moet doen op vrijwiligers voor vervoer en die niet dik gezaaid zijn. Het is ook niet simpel om gelijkgestemde te vinden na verhuis. In sociale woningensector hebben ze nu iets nieuw. In eigen wijk mag je niet verhuizen. Wil je naar gelijkvloers verhuizen omwille van….dan moet je naar andere kant van de stad, gemeente, en ben je de hele vriendekring, bekende winkels, apotheek, huisarts enz kwijt. Sta je op oudere leeftijd er totaal alleen voor. Dit bind ik echt crimineel. Ik moest van A naar B , wandelen tot bij mijn vriend kan niet Een bewoonster moest van B naar A en zit nu in appartement dat ik aangevraagd had. Zij fietst van A >B
Ik wil met veel inzet meewerken aan een multicultureel inloophuis voor ouderen waar evengoed jongeren worden uitgenodigd om gemeenschappelijk rond bepaalde sociale thema’s van gedachten te wisselen. Ik ben bijna 80j en volg als oudste in de academie van Mortsel nog les in woord en drama… Ik vraag me af waarom er niet meer ouderen voor deze lesactiviteit kiezen…
NA EEN MISLUKTE OPERATIE HEB IK veel problemen o.a. Met zitten .lang concentreren, geheugen. Maar de interesse is er wel , en ik zou me zeker kandidaat stellen voor inloop ,losse gesprekken waar je NIET telkens twee uren moet zitten. Babbelwandelingen zou topie zijn voor mij. Ik ben van ‘Edegem, en wandel nu veel alleen. Dat is niet echt mijn keuze. Ik zit wel al mee in adviesraad. Tussen de mannen. Wel boeiend.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies