Wie haakt af?
Politieke wetenschappers voorspelden enkele jaren geleden al dat minder burgers zullen gaan stemmen op 13 oktober 2024, de eerste lokale verkiezingen zonder opkomstplicht. Ze vrezen dat vooral burgers met een minder gunstige sociaaleconomische positie zullen afhaken. Deze mensen ervaren meer drempels en beschikken minder over de middelen die politieke participatie faciliteren.
‘Kwetsbare mensen zijn sowieso al sterk ondervertegenwoordigd in onze diplomademocratie.’
De dreigende participatiekloof is problematisch omdat ongelijke participatie ongelijke invloed betekent. Mensen in een kwetsbare positie zijn sowieso al sterk ondervertegenwoordigd in onze diplomademocratie. Als hun stem bij de verkiezingen ook nog eens wegvalt, heeft dat gevolgen voor hun vertegenwoordiging in het beleid.
Het verkiezingsproces riskeert voorbij te gaan aan degenen die de steun van de overheid het hardst nodig hebben. En aangezien sociaal beleid in Vlaanderen sterk lokaal gebonden is, zijn de lokale verkiezingen van groot belang.
Middenveldorganisaties aan zet
Wie of wat kan daar wat aan veranderen? Veel middenveldorganisaties ondersteunen mensen die naar verwachting niet meer gaan stemmen. Deze organisaties zijn daarom goed geplaatst om de dreigende participatiekloof tegen te gaan.
In Vlaanderen nemen middenveldorganisaties al jaren een actieve rol op in de aanloop naar de verkiezingen met de campagne ‘Ieders Stem Telt’, waarvan SAAMO de trekker is. De campagne van 2024 streeft naar de participatie van alle groepen in de samenleving. Dat doen ze onder andere door ondersteuningsmateriaal beschikbaar te stellen voor eerstelijnswerkers. Op die manier willen ze burgers de tools geven om op een geïnformeerde manier naar de stembus te trekken.
Ook buitenlandse voorbeelden tonen dat dergelijke organisaties succesvol kunnen zijn in het stimuleren van kiezersopkomst. Zo zien Amerikaanse onderzoekers dat middenveldorganisaties door allerhande strategieën 15 procent meer mensen naar de stembus krijgen. Aangezien een stijging van 5 procent al gezien wordt als een groot effect, kan je middenveldorganisaties best omschrijven als ‘slapende reuzen van de democratie’.Rongitsch, B. (2008), Election 2008: More Nonprofits Engaging More Voters, The Nonprofit Quarterly, geciteerd in: LeRoux, K., and Krawczyk, K. (2014). Can Nonprofit Organizations Increase Voter Turnout? Findings From an Agency-Based Voter Mobilization Experiment, Nonprofit and Voluntary Sector Quarterly, 43(2), 272-292.
Twee boodschappen
In mijn masterproef toetste ik wetenschappelijke inzichten aan de praktijk van SAAMO-buurtwerkingen in Antwerpen. Ik stelde twee wervende boodschappen op om kiezers in kwetsbare posities tot bij de stembus te krijgen. In verschillende focusgroepen vroeg ik aan vijftig bezoekers en vrijwilligers of ze zullen deelnemen aan de lokale verkiezingen en of deze boodschappen hen daarbij kunnen beïnvloeden.
De eerste boodschap zet de focus op je stem uitbrengen als een verantwoordelijkheid van elke burger: ‘Stemmen is een recht én een verantwoordelijkheid. Doe jouw plicht als burger en stem!’ De tweede boodschap benadrukt de invloed van stemgedrag op de directe leefomgeving: ‘Stem en vertegenwoordig de belangen van jouw gemeenschap! Stem jij voor een betere stad?’
Waarom (niet) stemmen?
Op vlak van stembereidheid willen de meeste mensen bij de volgende lokale verkiezingen hun stem uitbrengen. Toch zijn er ook een aantal bezoekers die verkiezen niet naar het stemhokje te gaan.
De buurtbezoekers die wel willen gaan stemmen, hebben daarvoor uiteenlopende redenen. Zo willen enkele bezoekers problemen uit hun buurt verhelpen, zoals een slecht wegdek. Anderen willen “echt deelnemen aan de maatschappij” en benoemen stemmen als een recht. Nog anderen willen stemmen vanuit een plicht die ze ervaren als burger.
‘Ik woon hier dus het is mijn recht én verantwoordelijkheid.’
Zo deelt een bezoeker van buurtwerking ’t Pleintje: “Ik woon hier dus het is mijn recht én verantwoordelijkheid.” Tot slot zijn er ook bezoekers die gaan stemmen om het eigenbelang binnen de lokale gemeenschap te verdedigen, bijvoorbeeld als persoon in armoede of persoon met een migratieachtergrond.
Een kleine groep bezoekers is vanuit een uitgesproken wantrouwen ten aanzien van de politiek niet bereid om deel te nemen aan de volgende lokale verkiezingen. De financiële vergoedingen van politici zijn een duidelijke drijfveer van dat politiek wantrouwen. Een bezoeker van buurtwerking De Stek stelt: “Politiekers verdienen veel geld. Maar ook wij werken hard en toch geraken we er soms gewoon niet.”
Belang van een heldere boodschap
Middenveldorganisaties kunnen inspelen op de motivatie van mensen om al dan niet te gaan stemmen. Dan heb je wel een heldere boodschap nodig, zowel op vlak van begrijpbare taal als op vlak van behapbare inhoud.
Zo bevat de oproep ‘Stem en vertegenwoordig de belangen van jouw gemeenschap’ volgens de bezoekers te veel moeilijke woorden. De slogan ‘Stem jij voor een betere stad?’ is kort en toch verstaanbaar voor alle bezoekers. Iedereen kan zich iets voorstellen bij ‘een betere stad’ en er een eigen invulling aan geven.
Ook belangrijk: een boodschap werkt pas overtuigend als ze aansluit bij de motivaties van het doelpubliek om te gaan stemmen. Mensen die gaan stemmen om hun buurt te veranderen voelen zich vooral aangesproken door ‘Stem jij voor een betere stad’. Mensen die gaan stemmen vanuit een burgerlijke plicht, voelen zich meer thuis in de slogan ‘Stemmen is een recht én een verantwoordelijkheid’. Logisch, maar wel belangrijk voor wie werkzame communicatie wil realiseren.
Gesprek of poster?
Organisaties moeten ook aandacht hebben voor de manier waarop ze een boodschap overbrengen. Die communicatiestrategie stemmen ze best af op de specifieke mogelijkheden en noden van het beoogde publiek. Daarom vroeg ik aan de bezoekers en vrijwilligers van deze buurtwerkingen ook hoe beide boodschappen volgens hen het best overgebracht worden: aan de hand van een poster of door middel van een gesprek?
‘Middenveldorganisaties moeten hun strategieën afstemmen op hun doelpubliek.’
Nieuwkomers geven bijvoorbeeld aan dat een gesprek voor hen laagdrempeliger is dan een poster. Bovendien vinden ze het een meerwaarde dat ze in interactie kunnen gaan en vragen kunnen stellen. Enkele bezoekers verkiezen een combinatie tussen een gesprek en een poster. Zo kan een gesprek dienen als omkadering van een poster of een poster de aanleiding zijn tot een gesprek. Dat sluit aan bij het belang van meerdere mobilisatiecontacten. Hoe vaker een burger gemobiliseerd wordt, hoe waarschijnlijker het is dat die zal stemmen.Rosenstone, S. J., & Hansen, J. M. (1993), Mobilization, participation and democracy in America, Pearson Education.
Geen one-size-fits-all
Het belangrijkste besluit dat middenveldorganisaties kunnen trekken uit ons onderzoek is dat ze hun strategieën moeten afstemmen op hun doelpubliek. Met andere woorden, er is geen one-size-fits-all model dat mensen motiveert om te gaan stemmen.
Dat maatwerk is niet makkelijk voor een middenveld dat bestaat uit verscheidene organisaties met uiteenlopende doelgroepen. Mensen die in vergelijkbare omstandigheden leven, kunnen toch sterk verschillen op vlak van stembereidheid en -motivatie. Zo waren er onder de buurtbezoekers standvastige stemmers, toegeeflijke twijfelaars en hardnekkige niet-stemmers. Wie met deze verschillen rekening houdt, legt de basis voor succesvolle kiezersmobilisatiestrategieën.
Gezocht: correcte informatie
Middenveldorganisaties kunnen ook inzetten op het informeren van kiezers over het bestuurlijke en politieke systeem van België. Tijdens de groepsgesprekken kwamen vragen naar boven over het stemrecht (‘Mag ik al stemmen als nieuwkomer?), institutionele regels (‘Hoe verloopt het stemmen?)’ en partijstandpunten (‘Waarvoor staan al die partijen?’). Bezoekers verwachten dat SAAMO hen daarover informeert. Informeren op basis van de vragen die leven, voorkomt dat kiezers worden overweldigd door de complexiteit van ons politieke systeem.
‘Er bestaan veel misvattingen over het kiessysteem.’
Vanzelfsprekend is het cruciaal om mensen correct te informeren. Er bestaan veel misvattingen over het kiessysteem, zoals het idee dat blanco stemmen naar de meerderheid gaan. Middenveldorganisaties kunnen zulke misvattingen tegengaan door op een gevatte manier correcte informatie te verschaffen aan kiezers die met vragen zitten.
Ruimte voor dialoog
Tot slot impliceert ons onderzoek dat er voor burgers die de politiek wantrouwen en uitdrukkelijk te kennen geven niet te stemmen, andere strategieën nodig zijn. Een poster of gesprek zal hier niet volstaan.
Deze groep reageert ook heel anders op de inhoud van de boodschappen. Terwijl andere bezoekers overtuigd waren door de slogan ‘Stem jij voor een betere stad?’, vonden deze wantrouwige bezoekers dit vooral ongeloofwaardig. Ze geloven niet dat de politiek kan zorgen voor een betere stad: “Dat beloven ze altijd. Mensen stemmen dan voor een betere stad maar vervolgens verandert er niets.”
Burgers in kwetsbare posities hebben vaak slechte ervaringen met overheidsinstellingen die bijdragen aan een negatief beeld van ‘de politiek’ of ‘de overheid’. Dat er net bij deze groep een ongenoegen of wantrouwen heerst tegenover de politiek, hoeft niet te verbazen. Voor hen zal dus eerder een mix van strategieën nodig zijn, op een langere termijn.
Toch vonden ook deze bezoekers het belangrijk dat hun buurtwerking activiteiten organiseert rond de verkiezingen. Ze namen allemaal vrijwillig deel aan een groepsgesprek over de verkiezingen, stonden open voor andere meningen en wilden ook meer informatie over de partijen. Dat toont aan dat er ruimte blijft voor dialoog.
Middenveldorganisaties kunnen zich richten op het organiseren van die dialoog. Groepsgesprekken bleken een goede onthaalstrategie. Daarbij moet het uitgangspunt niet zijn om burgers te overtuigen om te stemmen. Ook mensen die overwegen om niet te gaan stemmen, verdienen een luisterend oor.
Reacties [3]
Indien mensen in mijn buurt niet zouden kunnen gaan stemmen, maar toch zouden willen gaan stemmen omdat ze een stem toch belangrijk vinden, zou ik hen ophalen. In mijn auto kan ik, buiten mezelf nog vier mensen vervoeren; moesten er meer zijn, zou ik met de vier eersten naar het stemlokaal rijden, hun terugvoeren en de anderen ophalen. 🌸
Er zijn veel jonge chronische zieke,die niet mobiel zijn.. willen wel maar geraken er ni. Omdat de zorg rond hun ,er ni mee inzit. Of ze zelfs nog leven. Ze zullen mijn stem ni missen. Dus gaan ni. Vragen geen enkel bewijs. Verdwijnen in de donkerte van de gemeente. Ze gaan ni kiezen. Hun meening telt toch ni. Een boete. Geeft ni.
Mijn éne stem zal het politiek beleidsveld niet veranderen. Indien ik niet ga stemmen, bepalen anderen mijn toekomstig leven. En dàt wil ik niet. Dus ga ik wèl mijn stem uitbrengen èn ik probeer anderen (twijfelaars, armen, niet-geïnteresseerden) te motiveren om toch van zich te laten horen in het stemhokje. Laat anderen niet bepalen wat je “moet willen aanvaarden” omdat jij zwijgt!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies