Geen Disneyland
Ik begrijp de ouderen die met afkeer en angst kijken naar hun toekomst in een woonzorgcentrum. Het vooruitzicht om je laatste dagen te slijten in een kleine kamer ver weg van hun vertrouwde omgeving roept ook niet direct beelden op van Disneyland.
‘De kostprijs van een woonzorgcentrum is op één jaar tijd gestegen met 200 euro per maand.’
Elke week lezen we krantenkoppen over het tekort aan verpleegkundigen in woonzorgcentra, snel stijgende dagprijzen, de groeiende kloof tussen de pensioenen en de rusthuisfactuur.
Over de harde realiteit die aan de grondslag ligt van deze complexe problemen schrijft echter niemand. En net dat debat is vandaag noodzakelijk: we staan immers aan de vooravond van een grote vergrijzingscrisis.
Vergrijzing
De belangrijkste historische oorzaak voor de huidige stand van zaken is een gebrek aan politieke daadkracht. Sinds de eeuwwisselling slaagden onze overheden er onvoldoende in om de impact van de vergrijzing op de organisatie en financiering van de ouderenzorg te erkennen en aan te pakken.
Het bekendste en meest schrijnende voorbeeld hiervan is het in 2001 door de federale overheid opgerichte Zilverfonds. Dit fonds zou een financiële buffer aanleggen om de kosten van de komende vergrijzing te helpen dragen. Het was echter een lege doos te zijn en werd in 2016 stilletjes begraven.
Het Departement Zorg van de Vlaamse overheid publiceert elk jaar haar ‘Meting Dagprijzen’. Daarin staat de evolutie van de dagprijzen in de Vlaamse woonzorgcentra. En wat blijkt? Met een stijging van 9,97 procent is de kostprijs van een verblijf in een woonzorgcentrum tussen 2022 en 2023 gestegen met 200 euro per maand. Dit is een reële stijging van 4,77 procent bovenop de consumptieprijsindex die voor dezelfde periode 5,20 procent bedraagt.
Sinds de Vlaamse overheid bevoegd werd voor het volledige residentiële ouderenzorgbeleid is dit de sterkste stijging van de dagprijs op één jaar tijd.
Groter budget
Ter vergelijking. Sinds Vlaanderen bevoegd is voor het ouderenzorgbeleid steeg het budget voor residentiële woonzorgvoorzieningen tot 2,4 miljard euro. In 2023 betaalt de Vlaamse Sociale Bescherming een woonzorgcentrum een gemiddelde basistegemoetkoming voor zorg van 84,06 euro per bewoner per dag. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks berekend op basis van de bezetting en de zorgzwaarte van bewoners.
‘We komen amper aan de inzet van 0,42 voltijdse zorgmedewerkers per bewoner. Minder dan in Frankrijk, Nederland of Italië.’
Die 84,06 euro zou volgens de Vlaamse overheid volstaan om volcontinue zorg en ondersteuning aan te bieden aan kwetsbare ouderen. In dit bedrag zijn een vergoeding voor een coördinerende en raadgevende arts in een woonzorgcentrum en eventueel incontinentiemateriaal inbegrepen.
Als dit bedrag omgezet wordt naar personeelsinzet stel ik echter vast dat we amper aan de inzet van 0,42 voltijdse zorgmedewerkers per bewoner komen. Minder dan in Frankrijk, Nederland of Italië.
Onderfinanciering
Deze onderfinanciering van de ouderenzorg is de voornaamste reden waarom de dagprijs, het bedrag dat een bewoner per dag zelf bijlegt, zo hoog is.
In een ideale wereld zou de dagprijs immers volstaan om de leef- en woonkosten volledig te dekken. We leven in Vlaanderen echter niet in een ideale wereld. Betrouwbare ramingen tonen aan dat 20 procent van de dagprijs nog moet besteed worden aan zorgkosten, kosten die in principe volledig gedekt moeten worden door de basistegemoetkoming voor zorg.
Alles wordt duurder
Een andere niet te onderschatten oorzaak voor de hoge dagprijzen zijn de stijgende bouwkosten. De afgelopen drie jaar zijn die met bijna de helft gestegen.
‘Nieuwe infrastructuur komt niet gratis uit de lucht vallen.’
Er wordt veel en terecht gesproken over nieuwe, meer kleinschalige infrastructuur voor woonzorgcentra. Maar nieuwe of zelfs gerenoveerde infrastructuur komt niet gratis uit de lucht vallen.
De Vlaamse overheid geeft woonzorgcentra die bouwen of renoveren via het zogenaamde infrastructuurforfait 6 euro per bewoner per dag. Een bedrag dat niet mee evolueert met de bouwindex en dat ook geen rekening houdt met de stijgende rente. De transformatie naar meer duurzaam zorgvastgoed wordt steeds duurder, zeker in jaren met sterke inflatie.
En tenslotte is er de vaststelling dat leveranciers van goederen en diensten hun prijzen de hoogte injagen. We spreken dan over energieleveranciers, interimkantoren die het personeelstekort in de zorg misbruiken om torenhoge vergoedingen op te strijken en platformdiensten die met financiële steun van de Vlaamse overheid hoge marges aanrekenen om freelancers en woonzorgcentra aan elkaar te koppelen.
Geen daadkracht
Vlaanderen heeft het potentieel om uit te groeien tot een regio met excellente en betaalbare ouderenzorg, maar dan moet het beleid ophouden met het stiefmoederlijk behandelen van de ouderenzorgsector. Er zijn 819 woonzorgcentra in Vlaanderen waar evenveel directeurs en duizenden zorgtalenten zich dagelijks inzetten voor 83.600 kwetsbare ouderen waarvan ruim één derde leidt aan een vorm van dementie.
‘De rigide personeelsnorm en het gebrek aan flexibiliteit verstikken elke vorm van ondernemerschap.’
Deze woonzorgcentra zijn geprofessionaliseerd maar de rigide personeelsnormen en het gebrek aan flexibiliteit verstikken elke vorm van ondernemerschap. Innovatie vindt onvoldoende zijn weg naar de ouderenzorg, ondanks het feit dat we in Vlaanderen meerdere succesvolle techbedrijven kennen die innovatieve oplossingen aanbieden voor een meer doeltreffende en betaalbare zorg.
We missen een daadkrachtige overheid die de uitdagingen van de vergrijzing voor de ouderenzorg erkent en aanpakt. Ik mis een Vlaams Masterplan Ouderenzorg met een zinvolle invulling van de regierol van de overheid, een nieuwe programmatie voor ouderenzorgvoorzieningen, een sluitende financiering voor de aangeboden zorg, garanties rond zorgkwaliteit, bijkomende flexibiliteit in de personeelsnormering en een visie op nieuwe vormen van zorgwonen…
Ik hoop daarover meer te lezen in de eerste Septemberverklaring van een volgende Vlaamse regering.
Reacties [2]
Meneer Staes is leider van de privé-zorgtehuizen. Die verdienen veel geld door het eigendom van het patrimonium af te splitsen van de werking van het tehuis. Ik heb nogal veel rusthuizen bezocht: het verschil tussen privé en overheid is immens, in het voordeel van de overheid. Ooit liet een privérusthuis mijn dementerende vader voor een onderzoek naar het ziekenhuis voeren, zonder de familie te verwittigen. Vijf uur later vonden we hem, in zijn rolstoel, in een hoekje van een gang. Bij de dokter hadden ze hem niet gezien. Dat is het ergste, maar bijlange niet het enige voorbeeld van tergend slecht beleid in de privé.
als de vos de passie preekt,boer,let op uw ganzen!Hier wordt een loopje genomen met de geschiedenis en ontwikkeling van de sector,wordt over voorzieningen gepraat zonder onderscheid in uitbatingsvorm,zwijgt men over de woekerwinsten van commerciele groepen.Komaan, een beetje meer serieux en vegen voor eigen deur aub!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies