Samen op de foto
Voor dit interview gaan Ann Van Pelt en Greet Baart graag samen op de foto. Ann zet als ervaren sociale professional al meer dan twintig jaar mee de lijnen uit in CAW Antwerpen. Veertien jaar geleden startte ze er de cliëntenraad op.
‘In de cliëntenraad breng ik mijn ervaringen met hulpverleners in.’
Greet sprong als vrijwilliger meteen mee aan boord. Over hulpverleners heeft ze heel wat te vertellen: voor de complexe problemen in haar gezin zocht ze oplossingen bij gezinsbegeleiding, gehandicaptenzorg, jeugdhulp en de geestelijke gezondheidszorg. Vandaag laat ze met deze ervaringen de motor van de cliëntenraad mee op volle toeren draaien.
Vertrouwen is een sterk begrip
De afgelopen tijd boog de cliëntenraad zich over het belang van vertrouwen tussen hulpverlener en cliënt. Greet vat haar ervaringen krachtig samen in het beeld van een egel. Bij wantrouwen zet ze haar stekels op. Maar voelt ze geborgenheid, dan toont ze haar zachte en kwetsbare kant.
Vanuit dat beeld van de egel werd samen met ‘Onze Rijkdom’, een koor van mensen in armoede, een lied geschreven en kwam er een videoclip. Vertrouwen is een sterk begrip dat veel in beweging zet.
Al dat moois ontstond vanuit de cliëntenraad. Wat doet zo’n raad allemaal?
Ann: “De cliëntenraad is een groep van cliënten en ex-cliënten van CAW Antwerpen. Het zijn vrijwilligers die, samen met een paar hulpverleners, regelmatig hun licht laten schijnen op adviesvragen die vanuit de organisatie komen. Bedoeling is dat het binnenbrengen van dat perspectief de kwaliteit van de hulpverlening helpt te verbeteren.”
“Zo schreef de cliëntenraad mee aan de missie en waarden van CAW Antwerpen, zetten we de sectorale klachtenprocedure mee op punt en werkten we de aanpak ‘Goede Buur’ uit, voor aangenamer co-housen van dak- en thuislozen. En als er verbouwplannen waren, dan gaven we onze kritische feedback op de maquettes.”
Greet, hoe kwam jij in de cliëntenraad terecht?
Greet: “Ik was vijftien jaar geleden al betrokken bij de voorloper van de cliëntenraad: de verbetergroep van Samik, een inloopcentrum dat opvoedingsondersteuning biedt aan ouders in Antwerpen-Noord. In die verbetergroep zochten hulpverleners samen met cliënten hoe ze die ondersteuning konden versterken. Participatie was hier iets vanzelfsprekends.”
‘Ik voelde dat hulpverlening niet altijd over mij gaat.’
“De grote organisatie van het CAW pikte deze praktijk op en startte met een overkoepelende cliëntenraad. In die raad breng ik mijn ervaringen met hulpverleners in. Ik leer uit positieve contacten en gebeurtenissen, maar misschien nog meer uit negatieve.”
Geef eens een voorbeeld?
Greet: “Cliëntparticipatie is één van de vele dure woorden in de hulpverlening. Hulpverlening speelt zich af in de relatie tussen hulpverlener en cliënt. Toch wordt nog te vaak over onze hoofden heen gesproken of beslist.”
“Zo bouwde ik ooit een goede band op met een gezinsbegeleider. Ze werd een zorgzame vriendin die wekelijks bij me langskwam. Plots ging ze elders werken en stond er iemand anders aan de deur. Op zo’n moment voel je dat hulpverlening niet altijd over mij gaat.”
“De nieuwe medewerker ging ook heel anders te werk. Ondanks haar goede intenties, maakte ze geen tijd en ruimte om te luisteren naar hoe ik mijn toekomst zag. Ze gaf me het gevoel dat ze me zo snel mogelijk wilde droppen in een dienst voor dagondersteuning. Al vind ik daar tot op vandaag de nodige steun, toch hou ik er een wrang gevoel aan over.”
Kan een cliëntenraad daar iets aan veranderen?
Ann: “De cliëntenraad adviseert over de grote lijnen binnen de organisatie. Toch proberen we door te dringen tot het hart van hulpverlening, in de één op één-relatie tussen cliënt en hulpverlener. De cliëntenraad schreef daarover in haar beginperiode al een sterke tekst: ‘Solidariteit in de hulpverlening’.”
“Het is het verhaal van iemand die in gesprek gaat met zijn hulpverlener over de essentiële bouwstenen van goede hulpverlening: naast mij staan, mij tijd geven, mee helpen kiezen, mogen en kunnen falen, eerlijk zijn of mijn stem luider laten klinken. Van die bouwstenen maakten we kaartjes voor hulpverleners.”
Zouden al die bouwstenen niet evident moeten zijn?
Ann: “Evident werk is vaak taai werk. Ik maak al meer dan twintig jaar deel uit van de staf van deze organisatie, in wisselende functies. Gaat het over cliëntparticipatie, dan geraken veel organisaties niet verder dan het zich inleven in de leefwereld van cliënten. Dat is niet genoeg.”
‘Participatie is een fundament van hulpverlening.’
“Wij willen bakens verzetten en de cliënt aan het stuur zetten van zijn traject. Dat heeft fundamentele gevolgen: de hulpverlener bepaalt niet langer de bestemming en de snelheid. Dat aanvaarden, vraagt gelijkwaardigheid: ervan overtuigd zijn dat ieder zijn deskundigheid heeft.”
“Participatie is geen techniek of methodiek, maar een overtuiging: het is een fundament van hulpverlening. Dat kan je iemand moeilijk aanpraten op een overleg of met een tekst. Je moet op de werkvloer die meerwaarde eerst ervaren en rekenen op een team dat daarbij steunt en corrigeert.”
Vanwaar de keuze om in de cliëntenraad rond vertrouwen te werken?
Ann: “SAM, steunpunt Mens en Samenleving vroeg ons advies over het belang van vertrouwen in hulpverlening. We kwamen samen om rond dat grote begrip ideeën en ervaringen uit te wisselen.”
Greet: “Zonder vertrouwen is er geen hulpverlening. Mijn kwetsbaarheid ga ik niet met iedereen delen. Ik heb tijd nodig om verlies en verdriet een plaats te geven. Sommige hulpverleners willen graag meer snelheid maken. Maar dat werkt averechts want zo raak je me kwijt.”
Het is dus geen toeval dat de ene hulpverlener meer vertrouwen uitstraalt dan een andere?
Greet: “Ik kom nu twee keer per week in een ondersteuningsdienst voor mensen met een beperking. Daar werken veel hulpverleners. Aan de ene heb ik veel, bij de andere zal ik niet meteen zelf aankloppen.”
‘Sommige hulpverleners willen snelheid maken. Maar dat werkt averechts want zo raak je me kwijt.’
“Het moet klikken, zeggen ze vaak. Maar zo simpel is dat niet. Iemand vertrouwen, is eenvoudig en ingewikkeld. Eenvoudig omdat ik iemand die niet echt naar me luistert, nooit zal vertrouwen. En ingewikkeld omdat ik iemand die luistert, daarom nog niet meteen vertrouw.”
“Vertrouwen kan ook groeien doordat een hulpverlener me eens goede vastpakt en laat voelen dat hij geraakt wordt door mijn verdriet. Zo’n klein gebaar kan een boost geven aan vertrouwen.”
Hulpverleners moeten vooral tonen dat ze mensen zijn?
Greet: “Ik heb geen vertrouwen in een hulpverlener die zich als supermens boven mij zet. Een consulent van de jeugdrechtbank praatte me ooit allerlei oplossingen aan. Ik kreeg daar geen speld tussen. Alle voorstellen die ik deed om mijn gezin op de rails te houden, werden van tafel geveegd. Voor mij is dat geen hulpverlening. Van mijn kant krijg je dan enkel wantrouwen en weerstand.”
Je hebt toch niet alleen negatieve ervaringen met hulpverleners?
Greet: “Twee jaar geleden stierf mijn dochter na een strijd tegen borstkanker. Mijn verdriet was en is immens. Ook de begeleider van het klei-atelier heeft een dochter die getroffen werd door borstkanker. We delen hetzelfde verdriet. Dat zorgt voor een hechte en unieke band.”
‘Vertrouwen groeit tussen mensen die elkaars kwetsbaarheid durven delen.’
“Vertrouwen groeit tussen mensen die elkaars kwetsbaarheid durven delen. Ook hulpverleners ervaren verdriet en tegenslag. Dat kunnen delen met je cliënt, kan versterkend werken.”
Een sterke relatie tussen hulpverlener en cliënt is vooral een respectvolle relatie tussen twee mensen?
Greet: “Ik ben veel meer dan de vele etiketten die op mij geplakt worden: psychiatrisch patiënt, onbekwame moeder, arme sukkelaar. Die etiketten duwen me in hokjes, terwijl ik vooral mens ben.”
“Toch kan het anders. Sommige hulpverleners zetten me op gelijke voet door mijn kracht, sterktes en deskundigheid te zien en te benoemen: ik ben vrijwilliger binnen de cliëntenraad, koorlid van ‘Onze Rijkdom’ en ervaringscoach binnen een sociaalwerkopleiding. Mijn verdriet vul ik creatief in: in het klei-atelier maak ik steentjes om mijn overleden dochter te herdenken.”
Met dat beeld van een egel, zette je het koor op weg om een lied te schrijven over vertrouwen.
Greet: “Ik heb altijd een speciale band gehad met egeltjes. In dat diertje herken ik veel van mezelf. Ik ervaar vertrouwen zoals een egel zich gedraagt: voel ik me veilig en geborgen, dan toon ik mijn kwetsbare kant en laat ik hulpverleners toe. Maar voel ik dat niet, dan houd ik ze op afstand en zet mijn stekels op.”
“Mijn dochter was opgenomen in een instelling. Telkens ik op bezoek ging, kreeg ik het gevoel er geen moeder te mogen zijn en dus toonde ik er telkens mijn stekels. Zo zit je snel in een vicieuze cirkel die hulpverleners veel te weinig zien.”
Hoe kwamen jullie op het idee om daar een lied en videoclip van te maken?
Greet: “Het koor bestaat uit mensen die in armoede leven. We schrijven onze liedjes zelf. Als koorlid stelde ik de vraag aan koorleider -en bekend acteur- Hans Van Cauwenberghe: zou het geen mooi idee zijn om een lied te maken over vertrouwen? Zo is de bal gaan rollen. Samen met andere koorleden schreven we de tekst van het lied en koppelden er de juiste noten aan.”
“In samenwerking met CAW Antwerpen en SAM, steunpunt Mens en Samenleving hebben we de video opgenomen. We stelden die voor op het coördinatorenoverleg van CAW Antwerpen en we waren recent ook aanwezig op een grote studiedag rond vertrouwen. Dat leverde al heel wat kippenvelmomenten op.”
“Het is niet alleen een mooi en pakkend lied. Het is ook een boodschap aan het adres van hulpverleners. Omdat we zingen wat we zelf meemaakten, straalt het lied eerlijkheid en echtheid uit. Ik hoop dat het lied op zo veel mogelijk plaatsen weerklinkt en kan bijdragen tot meer betrokken hulpverlening.”
Reacties [8]
Wow… zo n pakkende clip. Hoewel ik het overgrote deel van mijn tijd op de hulpverlenersstoel zit, haalde dit toch echt de client in mij naar boven (2 petten hier)
wat een pakkend, treffend lied. Het raakt me, om verder op weg te gaan !
Vanuit ArmenTeKort kunnen we de kracht en toegevoegde waarde van Greet en het werk dat ze levert alleen maar onderschrijven. Greet was van in het begin betrokken bij de conceptontwikkeling, de opleidingsontwikkeling, de verbetering van de intervisies en ik vergeet wellicht nog enkele acties. Verleden week zag ik haar zelfs op de Bühne in Brussel.
Chapeau Greet.
Vertrouwen en Openheid zijn de twee zijden van de medaille die ik authentieke interactie noem. De moeilijkheid ligt ‘m in het feit dat er in de relatie ‘hulpverlener-cliënt’ als van nature bijna een onevenwicht zit, tussen gever en ontvanger. De uitdaging voor de hulpverlener is dan in echte dialoog te gaan met de cliënt, want in een echte dialoog is er geen niveauverschil. Komt daarbij dat cliënten meestal niet zo positieve ervaring hebben met hulpverleners en dat er bij definitie een verschillende mindset is. Ook zijn hulpverleners vaak wit, middenklasse, geschoold,… wat van de cliënt zelden kan gezegd worden. Van de hulpverlener wordt dan ook vaak verwacht dat zij of hij diens denkkader ‘on hold’ zet en echt naar de Ander luistert zonder vooroordelen of aannames en dat ook uitstraalt en verwoordt naar de client toe. Daartoe dient de hulpverlener te beschikken over een heel arsenaal aan tools als daar zijn: Pleiten en Bevragen, ontcijferen van non-verbale signalen, …
… bevestigend parafraseren, stellen van nederige vragen, het vinden van de ‘plus achter de min’, het integreren van verschillen, het in vraag stellen van eigen Mentale Modellen, herkaderen, gebruik van analogieën, gebruik van metaforen, ‘4 plus & 1 wens’, herhalen en evalueren, het geven van en vragen om feedback, het durven wijzigen van de aanpak en het zich ter dege bewustzijn van het proces.. Wie dacht dat hulpverlener simpel was heeft … verkeerd gedacht
Creatievely,
Johan
(en er zijn nog meer skills te bedenken #justsaying)
Ondertussen is de slogan van hulpverlening nog steeds “vrijwillig, niet vrijblijvend” … Wat exact is jullie antwoord op dat de hulpverlening geen vertrouwen waardig is, en dat vertrouwen ook niet wil?
Want daar lijkt het wel erg hard op.
Paul, ik zou hier willen aanvoeren dat hulpverlening erop gericht is om een veranderingsgericht traject te lopen waardoor de betreffende persoon kan groeien om meer zelfstandig en met vertrouwen in het leven te staan. Daarom is het niet vrijblijvend, de cliënt moet ook bereid zijn om naar verandering toe te werken. Hulpverlening is niet iemand anders zijn problemen oplossen en ook niet louter een dagbesteding. De sociaal werker en de cliënt moeten erkennen dat dit het gezamenlijk doel is. De invulling van dit traject is wel persoonlijk en op maat, om dit te bereiken is vertrouwen nodig in- en van beide partijen.
Wat je zegt is gewoon hetzelfde als wat ik zei. De hulpverlening heeft geen vertrouwen, en gebruikt liever dwang dan dat te veranderen, dan zich betrouwbaar te gedragen.
Misschien daarom dat er steeds meer geklaagd wordt dat hulpverleningstrajecten nutteloos zijn en niets bereiken. Het gaat hulpverleners duidelijk meer om hun job/geld/macht dan echt helpen. Noem dat “het systeem” als je wil, maar dat is wel hoe het zit.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies