Verhaal

Vrijwillige huizenzoeker: ‘We hadden zes jaar geleden al een nooddorp nodig’

Hilde Vanhaecke

Vrijwilliger Hilde Vanhaecke is niet alleen woonbegeleider, ze zoekt in Gent en omstreken ook naar betaalbare huurwoningen voor erkende vluchtelingen. Deze zoektocht is arbeidsintensief en wordt met de dag moeilijker. Tijdens een woonactie getuigde Hilde, in naam van de mensen die ze helpt, over de bittere realiteit: “Voor gezinnen met kinderen zijn er geen betaalbare woningen.”

Vrijwillige huizenzoeker

© Unsplash / Tierra Mallorca

Wooncrisis

Ik ben sinds 2016 lid van EriGent, een zelforganisatie die nieuwkomers uit Eritrea helpt bij hun aankomst en integratie in België.

Sindsdien speur ik onafgebroken naar woningen in Gent en ver daarbuiten voor erkende vluchtelingen die een eerste woonst zoeken, gezinnen die pas herenigd zijn en mensen die om allerlei redenen in woonnood zitten. Ik dweil als een bedelaar de straten en websites af.

‘Ik dweil als een bedelaar de straten af op zoek naar woningen.’

De zoektocht is enorm arbeidsintensief en hard. Een huurwoning vinden kost ons steeds meer moeite. We bijten er onze tanden op stuk: het aanbod aan betaalbare woningen is erg beperkt, en daalt nog steeds. Veel vrijwilligersinitiatieven haken dan ook af, want… “We zijn toch maar elkaars concurrent.”

Maar wat dan? Laten we kwetsbare mensen het dan maar alleen uitzoeken? Wonen is toch een fundamenteel mensenrecht. Het vormt de basis voor een menswaardig bestaan. Alleen wordt het in ons land elke dag met de voeten getreden.

In die zes jaar zochten veel vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties tevergeefs naar professionele ondersteuning voor hun woonbegeleiding en bij het zoeken naar woningen. Maar het omgekeerde gebeurde. Steeds vaker worden wij door professionals gevraagd om mee te helpen zoeken en ondersteuning te bieden. Als vrijwillige huizenzoekers en woonbegeleiders zijn wij een onmisbaar deel van het sociale landschap geworden.

Ik wil getuigen in hun naam

Men vroeg me voor de actie vandaag naar getuigenissen van mensen die dakloos zijn of waren, of op de rand van de dakloosheid zitten. Voorbeelden genoeg, want nagenoeg iedereen die huurt in het lage maar daarom niet betaalbare huursegment, zit voortdurend met de angst om morgen op straat te staan.

‘Iedereen die huurt zit met de angst om morgen op straat te staan.’

Redenen zijn er genoeg. Omdat iemand de stijgende huurprijs niet meer kan betalen. Omdat iemand een huursubsidie of -premie aanvraagt en de wooninspectie de woning afkeurt. Omdat er na jaren wachten eindelijk gezinshereniging op komst is maar men niet het geld had om op tijd een grotere woning te huren.

Vandaag wil ik getuigen in naam van al deze mensen, want getuigen in een taal die niet je moedertaal is, over een toestand waarvoor je je onterecht schaamt en die je liever zo snel mogelijk vergeet, is iets wat ik niemand wil aandoen.

Vruchteloos zoeken

Hoe kan men getuigen over hoe het voelt om op straat te moeten afspreken voor een gesprek, omdat je alweer de nacht op straat moest doorbrengen? Wat doet het met een mens om na je werk in de haven niet naar huis te kunnen? Je eet je broodje op straat op en hoopt dat je toch weer bij een of andere vriend op de zetel mag slapen want morgenvroeg moet je er weer staan. Zelfs met je loonfiche in de hand vind je al maanden geen woonst.

Hoe kan je beschrijven hoe het voelt om zeven maanden lang alles op alles te zetten om een woonst te vinden, je dertig keer vruchteloos kandidaat te stellen en de deadline te zien naderen waarop jouw gezin met vier kinderen het huurhuis moet verlaten omdat de zoon van de huisbaas erin wil?

Uiteindelijk vind je een pand, tegen twee derde van je inkomen… Vergeet de gekende eenderderegel maar, die dient alleen maar om te discrimineren.

(T)huis ongeschikt

Ik wil spreken over de alleenstaande mama met drie kinderen die in een oud, maar toch nog degelijk pand woont. Er werd haar een huursubsidie toegekend na controle van de woning. Na vier jaar op de wachtlijst voor een sociale woning heeft zij ter vervanging van die huursubsidie recht op een huurpremie. Hierdoor krijgt ze – toeval of niet? – opnieuw de woninginspectie over de vloer. Het huis wordt nu ongeschikt verklaard. De eigenaar-bouwpromotor wil geen kosten meer maken, dus moet iedereen het pand verlaten.

‘Voor gezinnen met kinderen zijn er geen betaalbare woningen in Gent.’

“Deze ongeschikt/onbewoonbaarverklaring geeft u geen recht op voorrang op een sociale woning”, staat er op de brief van stad Gent. Resultaat: een extra pand op de leegstandslijst. Ooit komt er een modern nieuw project in de plaats, zoals overal in Gent, met panden die niet meer betaalbaar zijn voor alleenstaande moeders. Tot zover het woonbeleid…

Kinderen niet toegelaten

Voor gezinnen met kinderen zijn er in Gent geen betaalbare woningen meer. Helaas. Waarom zou je een huis met drie slaapkamers verhuren aan een gezin met een laag inkomen, als je 500 euro per kamer kan vragen aan co-housers?

De huurwet laat niet toe dat men “huisdieren verboden” afficheert, maar meer en meer lees en hoor ik: “Dit appartement met twee slaapkamers is niet geschikt voor kinderen.” Of: “Helaas, enkel voor startende koppels”. Of: “De mensen in dit appartementsblok willen geen gezin met kinderen als buren.” Wanneer verbiedt de wet de vermelding: “Kinderen niet toegelaten”?

Jonge vluchtelingen

Moet ik getuigen over jonge niet-begeleide vluchtelingen die op hun achttien jaar alleen op zoek moeten naar een kamer of studiootje op een oververzadigde huurmarkt?

Zij moeten concurreren met bemiddelde ouders die een studio huren of kopen voor hun studerende zoon of dochter. De belasting op een tweede verblijf hebben ze ervoor over. Prijzen van meer dan 600 euro voor 18 m², elektriciteit, gas en water niet inbegrepen… Dat laatste, samen met wat voedsel, betaal je dan wel van je resterende 300 euro leefgeld.

‘Jonge vluchtelingen komen in concurrentie met bemiddelde ouders die een studio huren of kopen voor hun studerende zoon of dochter.’

Ik kan getuigen hoe ik al deze jonge mensen door een inzinking zie gaan als gevolg van de opgebouwde stress van het woning zoeken. Maar ik kan evenzeer getuigen over de enorme veerkracht waarmee ze binnen de kortste keren toch een nieuw leven opbouwen als ze uiteindelijk een dak boven hun hoofd hebben.

Een doorwinterde en goed menende immomakelaar bekende mij: “Ik wil wel aan leefloners en mensen met laag inkomen verhuren, maar mijn ervaring leert dat ik op die manier armoede in huis haal en alle daarmee gepaard gaande problemen, waar deze mensen ook niets kunnen aan doen. Ik kan mensen op deze manier niet helpen”

Nooddorp niet meer nodig?

Verbaast het je als ik dan verbijsterd reageer wanneer ik lees dat het nooddorp voor Oekraïense vluchtelingen in Gent on hold staat.

‘Wat met de 1.800 daklozen in Gent, waaronder 400 kinderen?’

Het nooddorp is niet meer nodig? Niet voor Oekraïense vluchtelingen misschien. Maar wat met de 1.800 daklozen in Gent, waaronder 400 kinderen? Waarom kan dit nooddorp niet dienen voor gezinsherenigers in afwachting van een grotere woonst?

Een nooddorp, als noodzakelijk kwaad voor het falend woonbeleid, hadden we zes jaar geleden al nodig. Helaas een gemiste kans, Gent!

Ik ben deel van het probleem

“Ik wil hier helemaal niet moeten getuigen – ik wil al deze mensen niet vertegenwoordigen.” Het zijn de woorden van advocaat vluchtelingenrecht Benoit Dhondt, in zijn recente fantastische column op MO.be. Ik ben zo vrij om Dhondt hier te parafraseren.

‘Ik help mensen met individueel succes maar ik laat het systeem ongemoeid.’

“Ik ben vrijwilliger en help al zes jaar mensen met het zoeken naar woonst. Maar als u denkt dat ik iets nuttig over hen kan vertellen, moet ik u teleurstellen. Ik ben deel van het probleem. Mijn witte kleur en Nederlands zonder vreemd accent leveren voordeel op, dat klopt. Ik kan mensen effectief helpen door voor hen te spreken. Maar het voelt heel erg wrang.”

“Als vrijwilliger ben ik medeplichtig aan de reductie, aan de kleinering van mensen. Ik ben een helper binnen een systeem dat fundamenteel onrechtvaardig is. Ik help mensen met individueel succes – en dat is absoluut noodzakelijk – maar verder laat ik het systeem ongemoeid. Als vrijwilliger neem ik andermans plaats in, dus ben ik deel van het probleem.”

Kinderen blijven niet zwijgen

“Maar de dag zal komen dat mensen wel zelf zullen spreken. Ze zullen getuigen over hoe het was om op straat te slapen, of met vrouw en kinderen in een kamer zonder keuken te moeten leven. Hoe het was om met tientallen kandidaten aan te schuiven om een uiterst zeldzaam betaalbaar pand in Gent te bezoeken om een uur later van het immokantoor te vernemen dat de huisbaas je er, zogezegd, ook deze keer niet uitgepikt heeft.

“De dag dat deze mensen zelf kunnen spreken, wordt een dag dat hun gegons niet meer te overstemmen valt”, schreef Benoit Dhondt. Hij heeft gelijk.

Ik help ook hun kinderen en ik kan je verzekeren, zij zullen niet vergeten. Hun kinderen zullen niet meer zwijgen.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.