Verhaal

Wat het WK voetbal en Belgische aardbeien gemeen hebben

Jaklien Broekx

Smritee Lama is vakbondsleider in Nepal. Simon Peeters is vakbondsverantwoordelijke in België. In een bij momenten emotioneel gesprek vertellen ze welk hard labeur van arbeidsmigranten er achter de voetbalstadions van het WK voetbal in Qatar en de Belgische aardbeien uit Hoogstraten zit.

© Flickr / ILO Apex Image

Werken in de hitte

Voetballen in een land waar het in de zomer meer dan 40 graden wordt. Blijkbaar vond ook Wereldvoetbalbond FIFA dat van het goede teveel: ze besliste om de wereldbeker die dit jaar plaatsvindt in Qatar, te verplaatsen van de zomer naar november en december.

‘De laatste tien jaar overleden meer dan 6.750 arbeidsmigranten in Qatar.’

Niet zo echter voor de vele bouwvakkers en arbeidsmigranten die in het afgelopen decennium de voetbalstadions en andere infrastructuur voor de wereldbeker bouwden. Zij moesten dagen na elkaar blijven verderwerken in de hitte, hoewel er in de zomer officieel een werkverbod geldt op de heetste uren van de dag.

Jonge, gezonde mannen die plots sterven aan hart- en longfalen. De Britse krant The Guardian onthulde dat in de laatste tien jaar meer dan 6.750 arbeidsmigranten in Qatar overleden aan deze en gelijkaardige oorzaken, die in de meeste gevallen door de Qatarese autoriteiten niet als arbeidsongevallen werden erkend.

Verschillen en gelijkenissen

Smritee Lama, van de Nepalese vakbond GEFONT, trekt zich het lot aan van deze migrantenarbeiders in Qatar.GEFONT is al jaren een gerespecteerde partner van de ngo WSM en de vakbond ACV. WSM werkt al meer dan 10 jaar samen met GEFONT en de Indische National Domestic Workers Movement rond de rechten van arbeidsmigranten in Qatar.GEFONT werkt sinds de jaren negentig in verschillende landen waar Nepalese arbeidsmigranten actief zijn. Veel Nepalezen werken in het buitenland. Smritees man is één van hen. Hij werkt in Dubai.

We brengen Smritee via een videocall in contact met Belg Simon Peeters voor een dubbelinterview. Ook hij zet zich als vakbondsverantwoordelijke bij ACV in voor arbeidsmigranten. Meer specifiek volgt hij de situatie op van de seizoenarbeiders in de Noorderkempen. Hoewel er heel wat verschillen zijn, blijken uit het gesprek ook gelijkenissen.

Wat zijn de grootste problemen waarmee migrantenarbeiders geconfronteerd worden in Qatar?

Smritee: “In 2011 hebben we een werking opgestart in Qatar, nadat het land de organisatie van het Wereldkampioenschap voetbal 2022 toegewezen kreeg. Op dat moment was de situatie heel schrijnend.”

‘Ze moesten werken in onmenselijke temperaturen.’

“Qatar kende nog het kafalasysteem (een systeem waarbij een gastarbeider een sponsor heeft, meestal de werkgever, die verantwoordelijk is voor de arbeider. De arbeider zelf heeft bijna geen rechten. Critici noemen het moderne slavernij, nvdr.) Daardoor kon een buitenlandse werknemer bijvoorbeeld het land niet verlaten zonder toestemming van de werkgever.”

“Arbeidscontracten waren opgesteld in het Arabisch: een taal die de Nepalese arbeiders niet begrijpen. Er was ontzettend veel discriminatie. De migrantenwerkers werden veel minder betaald dan beloofd. Ze moesten werken in onmenselijke temperaturen van meer dan 40 graden, veel mensen overleden op de bouwwerven.”

Hoeveel arbeidsmigranten werken in Qatar?

Smritee: “Dat is moeilijk te zeggen. Het zijn sowieso hoge cijfers. De meesten werken in de bouw. Meer dan 400.000 arbeidsmigranten in Qatar komen uit Nepal. Onze vakbond heeft meer dan 1.000 leden in Qatar.”

Welke vooruitgang zie je dankzij jouw werk en de ondersteuning van GEFONT?

Smritee: “We hebben zelfhulpgroepen opgestart, vooral bij de bouwvakkers. De Internationale Arbeidsorganisatie en de Internationale koepel van vakbonden organiseerden onderzoeksmissies naar Qatar.”

“Het lot van de migrantenarbeiders kwam op de internationale agenda en de publieke opinie werd wakker geschud. Er kwamen belangrijke verbeteringen: er werd een minimumloon vastgelegd, het kafalasysteem werd afgeschaft en vakbondswerk werd toegelaten.”

‘Het lot van de migrantenarbeiders kwam op de internationale agenda en de publieke opinie werd wakker geschud.’

“Maar migratie is een globaal fenomeen. Het heeft twee kanten: het land van bestemming, maar ook Nepal, vanwaar deze arbeiders vertrekken. De Nepalese regering zou een migratiebeleid moeten voeren en sociale zekerheid installeren voor Nepalese arbeidsmigranten. GEFONT lobbyt hiervoor.”

Wat is jou persoonlijk erg bijgebleven de voorbije jaren?

Smritee: “Er zijn zoveel voorbeelden. Er is één case die ik nooit zal vergeten. Eén van onze collega’s die als organizer in een ‘labour camp’ (een grote zone waar heel veel arbeidersmigranten wonen, vaak heel dicht op elkaar en in slechte omstandigheden, nvdr.) werkte, werd gearresteerd door de lokale politie en verdween 24 uur van de radar.  Niemand wist waar hij was.”

“Zijn familie kwam totaal in paniek langs op ons kantoor in Katmandu. Wij konden niets doen: in Qatar hebben ze hun eigen regels en wetten. Na een volledige dag en nacht werd hij vrijgelaten. Dat was de eerste keer dat ik rechtstreeks geconfronteerd werd met repressie. Ik had het daar heel moeilijk mee.”

Simon: “De situatie van seizoenarbeiders in ons land is precair. Het is een lastige job en de lonen zijn laag. Vakantiedagen, ziekteverlof en betaald verlof krijgen ze niet.”

© Unsplash / Tim Massholder

Ook hier in België werken heel wat arbeidsmigranten. Simon, wat is de realiteit van de seizoenarbeiders waar jij mee werkt?

Simon: “De situatie in Qatar is veel schrijnender dan in België. Toch is de situatie van seizoenarbeiders in ons land precair. In het noorden van Vlaanderen, waar ik woon en werk, komen elk jaar enkele duizenden seizoenarbeiders aan. Ze werken in heel grote serres voor het oogsten van tomaten, paprika’s en de bekende Belgische aardbeien van Hoogstraten.”

“Het is een lastige job en de lonen zijn laag. Ze verdienen minder dan 10 euro per uur. Vakantiedagen, ziekteverlof en betaald verlof krijgen ze niet. Gewaarborgd loon bij ziekte is niet voorzien.”

‘Tussenpersonen vragen vaak veel geld voor hun diensten, zoals papieren verschaffen en mensen in contact brengen met de boeren.’

“Huisvesting vormt een groot probleem. Vaak regelt een tussenpersoon onderdak. Die huurt zelf een huis en verhuurt dat onder aan de seizoenarbeiders. Lees: een matras voor 300 euro per maand is geen uitzondering. Deze tussenpersonen vragen vaak ook veel geld voor andere diensten, zoals papieren verschaffen en mensen in contact brengen met de boeren.”

De belangrijkste problemen van deze mensen zijn gelinkt aan het feit dat ze hier maar kort verblijven: drie tot zes maanden. België kent een hoge syndicalisatiegraad, maar deze werknemers zijn geen lid van een vakbond. Daarom missen ze een aantal voor de hand liggende rechten. Ook omdat ze hier maar zo kort zijn, kent de lokale gemeenschap of overheid hen niet. Als er problemen zijn, dan worden die niet opgelost.”

Over hoeveel mensen spreken we in heel ons land?

Simon: “Aangezien seizoenarbeiders uit de EU zich enkel bij de lokale overheid moeten registreren, zijn er geen eenduidige cijfers voorhanden. Dat is ook een probleem. We weten wel dat het in de Noorderkempen over enkele duizenden mensen gaat. Vroeger kwamen ze van India en het zuiden van Europa: uit Portugal en Spanje. Maar tegenwoordig komen ze meer en meer uit Roemenië en andere nieuwe EU-landen.”

Hoe ondersteun je hen?

Simon: “Het ACV verdedigt de rechten van haar leden over werkgerelateerde zaken. We bieden ook juridisch advies, bijvoorbeeld over de sociale zekerheid. Doorgaans zijn deze seizoenarbeiders geen lid van onze vakbond. Toch krijg ik toestemming van mijn leidinggevenden om een traject met hen op te starten. Persoonlijk vind ik dat wij als vakbond een grotere verantwoordelijkheid hebben, die verder gaat dan onze leden, om de rechten te verdedigen van álle werknemers.”

Simon Peeters en Smritee Lama. Smritee: “Migrantenarbeiders hebben recht op hetzelfde loon als de lokale bevolking. Ze doen immers hetzelfde werk.”

Hoe kom je met deze seizoenarbeiders in contact?

Simon: “We vangen signalen op van andere middenveldorganisaties die in contact komen met arbeidsmigranten. Hier en daar weet ik waar ze leven en werken. En ik weet welke boeren of bedrijven een loopje nemen met de rechten van de werknemers. Ik doe huisbezoeken.”

‘We werken discreet om niemand in gevaar te brengen.’

“We hebben folders en posters om bekend te maken dat ACV actie voert rond seizoenarbeid. We verspreiden, zowel in het Nederlands als in het Roemeens, informatie over het minimumloon en andere rechten.”

“We werken discreet om niemand in gevaar te brengen. Seizoenarbeid blijft precair werk: lange dagen werk, voor een laag loon. Maar de situatie van arbeiders raakt bekender bij de lokale gemeenschap en ook bij mijn collega-syndicalisten hier in de regio.”

Kan je een voorbeeld van een succesverhaal geven?

Simon: “Voor mij is het grootste succes dat we erkenning krijgen en ze mij weten te vinden. Dit is geen persoonlijke verdienste, het is een gevoel dat ik krijg na dit werk vier jaar te doen. Ook wordt het probleem meer erkend en spelen de andere middenveldorganisaties mij klachten door.”

Op welke manier is jullie werk sociaal werk?

Simon: “Voor mij rust sociaal werk op twee pijlers: agogisch werken en politiek werken. Met agogisch werk bedoel ik dat je niet enkel voor maar ook met de mensen werkt en ze tracht te engageren om zelf iets aan hun situatie te doen.”

“Daarnaast is er het politiek werk: je dwingt een betere positie in de samenleving af voor de groep waarmee je werkt. Dat soort sociaal werk overstijgt de maatschappelijke dienstverlening, zoals formulieren invullen en het doorverwijzen, die je ziet bij bijvoorbeeld OCMW’s. Bij mijn werk is het ook belangrijk om andere actoren te betrekken, zoals werkgevers, overheden, collega’s en natuurlijk ook de seizoenarbeiders zelf.”

‘Met vakbondswerk transformeren en veranderen we de samenleving. Daar ligt net de kern van sociaal werk.’

Smritee: “Arbeidersrechten zijn mensenrechten. Zoals kapitaal kan migreren en eveneens de winsten van investeerders grenzen oversteken, zo migreert ook arbeid. Waar je ook werkt, je ‘investeert’ je werk. Er zou geen enkele discriminatie mogen zijn. Migrantenarbeiders hebben recht op hetzelfde loon als de lokale bevolking. Ze doen immers hetzelfde werk.”

“Mijn motto is: ‘Werknemers, verenig jullie.’ Sociale rechtvaardigheid is belangrijk, hieraan werken we met de vakbond. Onze stem verheffen voor de rechten van de arbeiders, valt hier ook onder. Met vakbondswerk transformeren en veranderen we de samenleving. Daar ligt net de kern van sociaal werk. Dignify workers rights!”

Simon: “Voetbal is een sport waar veel mensen veel plezier aan beleven maar waar ook veel geld circuleert. Als je ziet hoeveel arbeiders ze kunnen aanwerven om de infrastructuur in Qatar te bouwen, weet je dat het een miljardenbusiness is.”

© Flickr / ILO Apex Image

Moet je een speciaal karakter hebben om dit werk te doen?

Simon: “Ik ben geboren met een sterk gevoel van urgentie. Sommige mensen noemen dit ongeduld. Ik ben ook een open boek. Ik word heel blij als ik veel mensen rond mij heb, die mij graag zien. Ik ben een optimist die gelooft dat een andere wereld mogelijk is.”

“Ik heb altijd sympathie gehad voor de underdogs en in mijn werk kom ik die vaak tegen. Ik heb een redelijk grote mond, zeker als ik mijn rechten niet krijg. Op papier hebben we hier veel sociale rechten. Maar als je recent aankomt in België of in armoede leeft en je hebt geen grote mond, dan krijg je niet waar je recht op hebt. Zeker als je de taal niet spreekt.”

“Mijn gevoel van urgentie, mijn openheid en mijn grote mond maken dat vakbondswerk me helemaal op het lijf geschreven is.”

‘Ik kan erg meevoelen met migrantenarbeiders, ik voel hun pijn.’

Smritee: “Voor vakbondswerk moet je inderdaad uit het juiste hout gesneden zijn, want het is werk dat je met je hart moet doen. Ik ben opgegroeid in een samenleving met discriminatie tussen de ‘haves’ en de ‘have-nots’, maar ook tussen mannen en vrouwen. Mannen krijgen voor hetzelfde werk meer betaald. ‘Waarom deze discriminatie?’, vraag ik mij altijd af. Hier wilde ik iets aan doen.”

“Ik kan erg meevoelen met migrantenarbeiders, ik voel hun pijn. 60 procent van de Nepalese gezinnen hebben één of meer gezinsleden in het buitenland. Ik ga ontspannen slapen als ik tegen mezelf kan zeggen: ‘Vandaag heb ik dit voor mijn gemeenschap gedaan.’ Dat maakt mij gelukkig.”

“Er is nog veel werk te doen voor de arbeidersklasse. Ik reken mezelf ook tot de arbeidersklasse. Het is mijn familie en mijn missie om iets voor hen te doen.”

Smritee, heb je nog een boodschap voor wie dit najaar naar het WK in Qatar gaat kijken?

Smritee: “Mijn grootste wens is dat alle voetbalteams in Qatar goed spelen en winnen. Ik ben ook een voetballiefhebber: het is de enige sport waarvan ik de spelregels begrijp. (lacht) Ik ga ook supporteren. Ik wil mijn plezier dus met jullie delen, maar ook mijn respect voor de rechten van arbeiders.”

“Dus eens je als speler of supporter een stadion betreedt, besef dan dat het gebouwd werd met levens van arbeidsmigranten. Heb respect voor het leven van deze mensen. Respecteer hun werk, dat onder heel moeilijke omstandigheden plaatsvond. En respecteer ook de arbeidsmigranten in je eigen land.”

‘Besef dat het stadion gebouwd werd met levens van arbeidsmigranten.’

Simon: “Bedankt, Smritee, voor je boodschap. Ik ben niet zo’n grote voetbalfan, maar ik ben een trotse Belg en een trotse wereldburger. Voetbal is een sport waar veel mensen veel plezier aan beleven maar waar ook veel geld circuleert. Als je ziet hoeveel arbeiders ze kunnen aanwerven om de infrastructuur in Qatar te bouwen, weet je dat het een miljardenbusiness is.”

“Als ik naar de wedstrijden van onze Rode Duivels ga kijken, zal ik een flyer maken om uit te delen aan het publiek. Zo kan ik hen meer informatie geven over ons gesprek, jouw vakbond, Smritee, en jullie werk voor de arbeidsmigranten.”

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.