Obstakels
Alle ouders willen hun kind een goede omgeving bieden om in op te groeien. Maar soms botsen families op obstakels die ze moeilijk alleen kunnen trotseren. Veel families in Congo en Burundi kunnen hun kinderen de zorg niet bieden die ze nodig hebben om uit te groeien tot sterke volwassenen.
Het programma Ŝanĝo van de kinderontwikkelingsorganisatie SOS Kinderdorpen versterkt deze kwetsbare gezinnen. Een aanpak op maat van het gezin stelt de kinderen, families en gemeenschap in staat om zelf de gezonde ontwikkeling van kinderen te garanderen.
Kwestie van overleven
“Als je hier weduwe wordt, word je bedelaar”, vertelt de Congolese Ziraji, moeder van vijf en deelnemer van het familieversterkend programma. “Toen ik mijn man verloor, werd het voor ons een kwestie van overleven.”
‘Als je hier weduwe wordt, word je bedelaar.’
Alleenstaande moeders zijn overal ter wereld een kwetsbare groep, ook in Burundi en Congo. En ze maken een belangrijk deel uit van het doelpubliek van Ŝanĝo.
“Het programma hielp ons om opnieuw aansluiting te vinden bij de samenleving”, gaat Ziraji verder. “Ik werd lid van een coöperatieve die traditionele kledij maakt en verkoopt. SOS Kinderdorpen nam tijdelijk de schoolkosten van twee van mijn kinderen over. En we kregen een geit voor melk en om mee te fokken.”
Sterke kinderen
Haar oudste dochter Ishara vult aan: “Ik wist niet of ik zou kunnen studeren. Ik wist niet of ik ooit een rol van betekenis zou kunnen spelen in de samenleving. Maar dankzij het programma en de mensen errond, tel ik opnieuw mee. We werden opnieuw gezien als menselijke wezens.”
Ishara neemt ondertussen ook zelf een rol op in haar gemeenschap. Ze is lid van een van de lokale kinderrechtencomités die het programma ondersteunt. Ze bouwt mee aan een lokaal draagvlak voor kinderrechten. Daarmee maakt Ishara de baseline van Ŝanĝo voor een stukje waar: ‘Sterke kinderen veranderen de wereld’.
‘Ik wist niet of ik ooit een rol van betekenis zou kunnen spelen. Maar dankzij het programma en de mensen errond, tel ik opnieuw mee.’
“En daar geloven we ook in”, vertelt Oscar Nahayo. Hij is coördinator van het programma in Burundi. “Sterke kinderen die gezond groot worden en kansen krijgen om talenten te ontwikkelen, zijn een motor van sociale verandering. En dat kan het best als ze opgroeien in een gezond en sterk gezin.”
Multidimensionele armoede
Probleem: als we kijken naar multidimensionele armoede, dus niet enkel financiële armoede maar ook armoede op vlak van gezondheid, huisvesting, werksituatie, welzijn, onderwijs of sociale uitsluiting, dan scoort 78 procent van de kinderen in Burundi op minstens drie dimensies onder de armoedegrens.
Oscar: “We weten dat kinderen die opgroeien in ernstige multidimensionele armoede een groot risico lopen om de bescherming en zorg van ouders of andere zorgfiguren te verliezen. Dan staan ze er alleen voor. Dat willen we met dit programma absoluut vermijden.”
In het geval van Ziraji en Ishara was de grootste moeilijkheid hun sociale uitsluiting en gebrek aan inkomen. Daardoor konden de kinderen ook niet naar school, hadden ze geen toegang tot medische zorg en aten ze niet goed. Door hen te verbinden met een coöperatieve, bron van inkomsten en sociale contacten, kon het gezin een grote stap voorwaarts zetten.
Holistische benadering
Omdat de verschillende dimensies heel vaak met elkaar samenhangen, kiest het programma voor een holistische aanpak. “Als we de situatie van een gezin duurzaam willen verbeteren, moeten we vertrekken vanuit een globaal beeld van hun situatie”, vertelt Oscar.
Voor die analyse ontwikkelde de internationale tak van SOS Kinderdorpen een tool die vandaag gebruikt wordt in een honderdtal landen waar de organisatie actief is. En daar komen we bij de rol van Nelly Keza, die als kind zelf hulp kreeg van SOS Kinderdorpen en nu verantwoordelijk is voor monitoring en evaluatie van Ŝanĝo in Burundi.
‘Elke begeleiding start met een analyse op zeven dimensies. Dat geeft ons een goed beeld van waar de grootste nood ligt.’
Nelly: “Elke begeleiding start met een sociaal werker die samen met het gezin een analyse maakt op zeven dimensies: gezondheid, sociaal en emotioneel welzijn, onderwijs, levensonderhoud, huisvesting, bescherming en opvang. Die analyse vertrekt vanuit het perspectief van het kind. Hoe scoort elk kind van het gezin op elk van deze dimensies?”
“Dat geeft ons een goed beeld van waar de grootste nood ligt. Sinds kort doen we dat met tablets, waardoor alle informatie rechtstreeks in het systeem terecht komt. Dat spaart de sociaal werkers tijd uit, want voordien gebeurde de analyse op papier en werd ze nadien gedigitaliseerd.”
Individueel ontwikkelingsplan
Vanuit de analyse van die dimensies stellen de sociaal werkers samen met de families een aangepast ontwikkelingsplan op, op maat van het gezin. Daarin staan zowel concrete doelstellingen als de acties. En het is ook het startpunt om eventuele vooruitgang te meten.
‘We kunnen objectief vaststellen of een familie vooruitgang heeft geboekt of niet.’
“Ieder jaar doen we de analyse op de verschillende dimensies opnieuw en kunnen we dus objectief vaststellen of een familie vooruitgang heeft geboekt of niet, en op welke domeinen”, vertelt Nelly. “We kunnen het traject van elk gezin bijsturen en toewerken naar hun zelfstandigheid. Zo wordt de database ook een belangrijk middel voor resultaatsgericht management.”
Gericht werken met gemeenschappen
Breng je alle individuele analyses van de 2.000 deelnemende families bij elkaar, dan kan je per locatie tendensen analyseren. Want naast de individuele begeleiding van families, werkt het programma ook rond de draagkracht van lokale gemeenschappen om de families te ondersteunen.
‘Je kan per locatie tendensen analyseren.’
“Al die data samen zullen op termijn de mogelijkheid bieden om onze acties naar gemeenschappen toe aan te passen aan de specifieke situatie. Daar willen we de komende jaren sterk op inzetten”, aldus Nelly.
“Waar bijvoorbeeld zorgwekkende cijfers zijn qua scholingsgraad en werkloosheid van jongvolwassenen, kunnen we ons meer gaan richten op beroepsopleidingen. In gemeenschappen waar de gezondheid van kinderen een grote zorg is, kunnen we meer inzetten op samenwerking met mutualiteiten.”
Rolmodel
Ook het gezin van Christine, weduwe en mama van negen kinderen, leefde in diepe armoede. Ze moesten het stellen met één magere maaltijd per dag. Haar kinderen werden regelmatig weggejaagd op school omdat ze de schoolkosten niet konden bepalen. In een eerste fase nam Ŝanĝo die kosten op zich, zodat aan hun basisnoden werd voldaan.
‘Het gezin moest het stellen met één magere maaltijd per dag.’
Dat gaf Christine de ruimte om zich met begeleiding van een sociaal werker economisch te versterken. Ze kreeg een geit en ontwikkelde zo een handeltje in yoghurt. Haar zoon Daniel loopt ondertussen ook een heel traject. Hij werd een actieve deelnemer aan de kinderrechtenclub, helpt mama in het familiebedrijfje en volgt een opleiding tot lasser.
Vandaag organiseert Daniel zelf sensibilisering rond kinderrechten op de lokale radio. En zo wordt een deelnemer uiteindelijk een rolmodel.
Civic driven change
Daniel illustreert met zijn parcours mooi het principe ‘civic driven change’. “We zetten in op krachten en organisaties die al aanwezig zijn in de gemeenschap”, vertelt programmacoördinator Oscar. “We betrekken de gemeenschap bij het vinden van gezinnen die we willen ondersteunen en bij de zoektocht naar oplossingen. Zodat zij ook integraal deel uitmaken van die oplossingen.”
“We helpen bijvoorbeeld kinderen en jongeren om zelf op te komen voor hun rechten. Dat doen we onder andere via kinderrechtenclubs, voor en door jongeren uit de gemeenschap, die zowel kinderen als volwassenen sensibiliseren.”
‘Duurzame verandering is het doel. En dat kan alleen als er uiteindelijk een sterk sociaal netwerk rond families staat.’
“We gaan ook aan de slag met lokale spaarverenigingen, die deelnemende families op weg kunnen helpen met een microkrediet. We verzamelen gezinnen rond een economische activiteit die ze samen kunnen realiseren, als een soort coöperatieve. Zo groeit het sociaal weefsel rond gezinnen en ontstaat er een ondersteuningsnetwerk dat onafhankelijk van het programma kan blijven bestaan.”
Samenwerken is de enige manier
De uitdaging aan zo’n holistische aanpak is om de expertise vanuit diverse domeinen samen te brengen. Daarom is werken in een netwerk van partners cruciaal.
“We werken samen met andere ngo’s, zoals War Child om lokale kinderrechtenclubs te vormen en het Rode Kruis voor de toeleiding van deelnemers en vrijwilligers”, zegt Oscar. “Maar ook met overheidsdiensten voor geboorteaktes en de vrijstelling van onderwijskosten. En met lokale verenigingen die mee een rol opnemen in het ondersteunen van families in moeilijkheden.”
“Duurzame verandering is het doel. En dat kan alleen als er uiteindelijk een sterk sociaal netwerk rond families staat.”
Reacties
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies