Verhaal

Steeds meer boeren vragen hulp: ‘Ze staan er vaak helemaal alleen voor’

Lisa Develtere

De telefoon van vzw Boeren op een Kruispunt staat de laatste tijd roodgloeiend. Land- en tuinbouwers in nood kunnen bij de hulporganisatie aankloppen voor begeleiding op maat. “Bij veel boeren is het bedrijf sterk verstrengeld met het gezin. Gaat het moeilijk op het werk, dan weegt dat ook privé.”

© Unsplash / Zoe Schaffer

Exponentiële stijging

Het stikstofakkoord, hoge energieprijzen, de oorlog in Oekraïne. Voor veel land- en tuinbouwers zijn het onzekere tijden. Dat merkt de vzw Boeren op een Kruispunt, dat noodlijdende boeren helpt.

Het aantal hulpvragen in de eerste maanden van dit jaar steeg exponentieel. Ook vorig jaar kende de organisatie al een stijging van 44 procent tegenover coronajaar 2020.

‘Boeren hebben het al langer moeilijk, maar vandaag gaat het wel heel hard.’

“Boeren hebben het al langer moeilijk”, vertelt Dirk Beeckman (67), “maar vandaag gaat het wel heel hard”. 25 jaar lang was Beeckman dierenarts, gespecialiseerd in landbouwdieren. Door ernstige knieproblemen na een trap van een merrie, moest hij het fysiek zware beroep vaarwel zeggen. Nu is hij een van de adviseurs van Boeren op een Kruispunt die boeren in nood begeleidt. Binnenkort gaat hij op pensioen.

Realiteit is complex

De hulporganisatie zag vijftien jaar geleden het levenslicht. “Enkele schandalen in de jaren negentig, zoals problemen met hormonen en de dioxinecrisis, plaatsten de landbouw in een negatief daglicht”, vertelt Dirk.

Tal van controleurs werden op pad gestuurd. Ze vertelden boeren wat ze niet goed deden, maar gaven geen advies over hoe het wel moest. Tegelijk werden Europese landbouwsubsidies herverdeeld, waardoor veel boeren financieel in de problemen kwamen.

Boeren op een Kruispunt zou de boeren begeleiden op vlak van hun administratie, bedrijfsvoering en financiën. Dat zou hen een flinke stap vooruithelpen, was het idee. “Maar tijdens gesprekken met boeren aan de keukentafel, kwamen we er al snel achter dat de realiteit complexer is.”

‘In landbouwmiddens loopt communicatie vaak stroef.’

Er bleek ook een grote nood aan meer psychosociale ondersteuning. “Bij veel boeren is het bedrijf sterk verstrengeld met het gezin”, vertelt Dirk. “Gaat het moeilijk op het werk, dan weegt dat ook privé. In landbouwmiddens loopt communicatie vaak stroef. Bij de vorige generatie boeren was het een evidentie dat de man besliste wat er die dag zou gebeuren. De bedrijven waren toen ook veel kleiner.”

“Vandaag zijn land- en tuinbouwbedrijven noodgedwongen gegroeid om te kunnen overleven”, zegt Dirk. “Hierdoor is meer overleg nodig. Om het werk te verdelen, te overleggen welke richting het bedrijf wil uitgaan, maar ook over de financiële haalbaarheid van beslissingen. Maar veel boeren zijn het niet gewoon om te praten. En dat leidt tot conflicten.”

Zwaar leven

Dirk ziet vaak relationele problemen, maar ook spanningen tussen oudere generaties en de jongeren die het bedrijf overnemen. Of tussen boerende ouders en hun kinderen, die op school met een totaal andere leefwereld geconfronteerd worden. Niet zelden zullen de medewerkers van Boeren op een Kruispunt bemiddelen.

‘Boeren is een passie, geen job.’

“Boeren is eigenlijk een passie”, gaat Dirk verder. “Het is geen job. Het is een levensstijl. Maar het is een zwaar leven, ook voor de boeren die niet in de problemen zitten. Het is zeven dagen op zeven werken, van ’s ochtends tot ’s avonds. Bij sommige mensen kan dat doorslaan en is er helemaal geen tijd voor ontspanning. Ook dat brengt soms spanningen met zich mee in een gezin.”

Heel rijk worden de meeste boeren niet van al dat harde werk. “Wij zien dat een familiaal land- en tuinbouwbedrijf gemiddeld een nettoresultaat haalt van 25.000 euro per jaar. Daar moet een gezin van zien te leven. Vaak beslist de vrouw daarom om er nog een deeltijdse job bij te nemen. Of ze gaan hoevezuivel produceren om de melk nog iets meer te laten opbrengen. Telkens betekent dat: nog meer werken.”

Dirk Beeckman: “Als er niet goed voor de dieren wordt gezorgd, is dat vaak een teken dat er andere onderliggende problemen zijn.”

© Sociaal.Net / Lisa Develtere

Vrijwillige hulp

Sinds 2007 heeft Boeren op een Kruispunt al zo’n 2.500 land- en tuinbouwbedrijven geholpen. De hulp wordt doorgaans opgestart nadat de boeren contact opnemen via de gratis hulplijn van de organisatie. “Eigenlijk heeft het pas zin om mensen te ondersteunen als ze zich bewust zijn dat er een probleem is”, zegt Dirk.

Af en toe worden landbouwers doorverwezen naar de hulporganisatie door de inspectie Dierenwelzijn, al kan de hulp nooit verplicht worden. “Als er niet goed voor de dieren wordt gezorgd, is dat vaak een teken dat er andere onderliggende problemen zijn waarmee wij kunnen helpen.”

Luisteren, luisteren, luisteren

Na de aanmelding gaat iemand van de organisatie zo snel mogelijk ter plaatse. Dirk: “Het eerste dat we doen is luisteren, luisteren, luisteren. We laten de mensen hun verhaal doen. Daarbij kijken we niet op de klok. Zo’n intakegesprek duurt al snel een halve dag. Indien mogelijk gaan we met twee, dan kan je nog beter luisteren.”

‘Als ik hoor dat een boer met 140 koeien er alleen voor staat, weet ik meteen: jij hebt veel te veel werk.’

De bedoeling is om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het bedrijf. Wat is de omzet? Hoeveel dieren zijn er? Hoeveel liters melk leveren ze? De adviseurs blijven niet enkel aan de keukentafel zitten. Ze kijken ook rond op het bedrijf. Hoe zien de stallen eruit? Hoe gaat het met de dieren? Welke melkmachine wordt gebruikt?

Dirk probeert ook de arbeidsdruk na te gaan. Hij geeft een voorbeeld: “Afhankelijk van de infrastructuur heb je in een melkveebedrijf één persoon nodig per 70 tot 100 melkkoeien. Als ik dan hoor dat een boer met 140 koeien er alleen voor staat, weet ik meteen: jij hebt veel te veel werk.” En dat heeft gevolgen voor de boer, zowel fysiek als mentaal. En voor het bedrijf. “Hij zal waarschijnlijk hier en daar steken laten vallen. De productiecijfers zullen niet optimaal zijn. En veel tijd zal hij niet meer hebben voor zijn administratie.”

Lukt het nog?

Daarnaast polsen de begeleiders van Boeren op een Kruispunt ook naar het welzijn. “Hoe voel je je bij de situatie? Lukt het nog? En als koppel? We stellen hele open vragen”, vertelt Dirk.

Omdat het bedrijf vaak zo nauw samenhangt met het gezin, spreekt hij liefst met beide partners tegelijk. “We proberen hen als koppel te benaderen, maar regelmatig is een van de twee wat terughoudender. Als we het eerste bezoek met twee adviseurs kunnen doen, heeft dat als voordeel dat we hen tijdens de rondleiding op het bedrijf ook apart kunnen spreken. Niet zelden komt dan een ander verhaal boven. De vrouw vindt bijvoorbeeld dat haar man de situatie te rooskleurig voorstelt. Zij ziet het eigenlijk niet meer zitten.”

‘Onze eerlijkheid wordt uiteindelijk wel gewaardeerd.’

Na het luisteren, gaan de adviseurs aan het rekenen en volgt een analyse. “We proberen alles grondig te bekijken. Wat kan beter? Waar zitten de pijnpunten? Dat bespreken we met de boer. Soms halen ze zelf de problemen aan, soms is wat we zeggen een verrassing. Dat kan confronterend zijn, maar onze eerlijkheid wordt uiteindelijk wel gewaardeerd.”

“Het is een kunst om te proberen in het hoofd te kruipen van de persoon die voor je zit”, zegt Dirk. Dat Dirk als dierenarts de landbouwwereld goed kent, helpt om de mensen goed aan te voelen. “Als ze merken dat je weet waar je over spreekt, komt je advies beter aan. Vaak krijgen we de reactie: ‘Eindelijk eens iemand die het ook niet normaal vindt dat wij zoveel moeten werken.’”

“We proberen de partners apart te spreken. Niet zelden komt dan een ander verhaal boven. De vrouw vindt bijvoorbeeld dat haar man de situatie te rooskleurig voorstelt. Zij ziet het eigenlijk niet meer zitten.”

© Pexels / Greta Hoffman

Met kleine beetjes overleven

“Het is belangrijk om erkenning en respect te geven aan boeren”, zegt Dirk. “Vaak voelen ze zich persoonlijk gefaald. Toch is het meestal niet hun fout dat het misloopt. Neem de varkenssector, waar het vandaag heel moeilijk loopt. Het is belangrijk dat je de boeren duidelijk maakt dat het niet aan hen ligt dat ze amper geld krijgen voor hun varkens.”

‘Boeren zijn als beleg tussen een sandwich. Ze worden van boven en onder platgedrukt.’

Boeren zijn overgeleverd aan een markt waar systeemfouten in zitten. “Boeren zijn als beleg tussen een sandwich. Ze worden van boven en onder platgedrukt. De toeleveranciers vragen wat ze willen en aan de andere kant geven de afnemers wat ze willen geven. Wie niet goed onderhandelt, wordt continu benadeeld.”

Eenzaamheid

Daarbovenop komt de isolatie en eenzaamheid. “Land- en tuinbouw is een eiland in onze maatschappij”, aldus Dirk. “Veel boeren staan er helemaal alleen voor, omdat hun vrouw elders gaat werken of omdat ze alleenstaand zijn. Als je de hele dag alleen bent, en je hebt een probleem waarover je met niemand kan praten, kan dat in je hoofd een eigen leven gaan leiden. Na verloop van tijd zie je enkel nog wat niet meer lukt.”

‘Landbouw is een eiland in onze maatschappij.’

Wanneer Dirk en zijn collega’s merken dat er psychische kwetsbaarheid in het spel is, verwijzen ze door naar een psycholoog waar ze gratis terechtkunnen. “De psychologen waar we mee samenwerken hebben een link met land- en tuinbouw. Ze kennen de problemen, ze weten welke druk op de schouders van boeren rust.”

Moeilijke boodschap

De duur van de begeleiding door Boeren op een Kruispunt varieert sterk. Sommige boeren zijn na enkele gesprekken terug op weg. Anderen hebben langer begeleiding nodig, bijvoorbeeld tijdens de transitie naar een andere activiteit. Nog andere boeren hebben jarenlang hulp nodig om op de rails te blijven.

“Soms is stoppen de enige optie”, aldus Dirk. “Dat is een moeilijke boodschap om te brengen. Zeker omdat het samenhangt met wie ze zijn. Vaak raden we daarom aan om te stoppen met de activiteiten die verlies draaien, zoals de veehouderij, maar hun akker te behouden. Dan blijven ze nog boer.”

‘Soms is stoppen de enige optie.’

“Het kan even duren voor ze zelf die klik willen maken. Ze houden voet bij stuk en doen toch verder. Maar we laten hen niet los. We zullen bijvoorbeeld de bedrijfsdierenarts advies laten geven over de praktische uitvoering van de verzorging van de dieren, zodat er toch verbetering kan komen. Als ze plannen smeden voor zware en niet haalbare investeringen, betrekken we er graag boekhouder en bankier bij, en proberen we hen op andere gedachten te brengen. Meestal zien ze op een bepaald moment wel in dat het tijd is om te stoppen.”

Hetzelfde geldt voor relatieproblemen: soms is scheiden de enige oplossing. “Als bemiddelen of relatietherapie niets meer uithaalt, dan gaan we dat thema niet uit de weg. In de praktijk is het vaak de vrouw die lijdt onder de situatie. We maken haar duidelijk dat ze recht heeft op een ander leven.”

Vandaag zijn er zo’n 23.000 actieve landbouwbedrijven in Vlaanderen. Ruim één op tien klopte al aan bij Boeren op een Kruispunt voor hulp.

© Unsplash / Michael Alain

Pijn in het hart

Dat je soms niet anders kan dan je leven over een andere boeg gooien, weet Dirk uit eigen ervaring. Met pijn in het hart gaf hij zijn job als dierenarts op. “Ik mis het soms nog”, zegt hij.

Als hij een wei met koeien passeert, durft hij de wagen al eens aan de kant zetten om de dieren van dichtbij te bekijken. Maar je moet je energie richten op wat je nog wel kan: “Voor boeren geldt dat ook. Ze hebben veel kwaliteiten en kunnen in heel wat takken van de arbeidsmarkt terecht.”

‘Boeren hebben veel kwaliteiten.’

“Het is ook een kwestie van tevreden te zijn met kleine stapjes. Kleine doelen bereiken, daar kan ik nog elke dag plezier in beleven. Je mag niet de illusie hebben dat je in één keer alles zal kunnen veranderen. Dan hou je deze job niet lang vol.”

Groeien is niet noodzakelijk beter

De gouden jaren voor land- en tuinbouwers in ons land liggen achter ons. Vandaag zijn er zo’n 23.000 landbouwbedrijven in Vlaanderen. Ruim één op tien klopte al aan bij de hulporganisatie. Wellicht is er nog een grote groep die in nood verkeert, maar geen hulp inschakelde. Dirk schat in dat er het komend decennium nog veel bedrijven zullen stoppen. “Toch zal er altijd land- en tuinbouw in Vlaanderen blijven. We kunnen niet verder zonder.”

‘We moeten duurzaam leren boeren. Op een manier die rekening houdt met het milieu, maar die er ook voor zorgt dat boeren minder afhankelijk zijn van anderen.’

Maar het zal anders moeten. Dirk: “We moeten duurzaam leren boeren. Op een manier die rekening houdt met het milieu, maar die er ook voor zorgt dat boeren minder afhankelijk zijn van anderen. We zien vandaag dat boeren die niet genoeg grond hebben om mest af te zetten of om zelf voedsel voor hun dieren te telen, in de problemen komen.”

“Dat wil zeggen dat we paal en perk moeten stellen aan de roep om steeds maar te groeien. Groeien is niet noodzakelijk beter voor het welzijn van de boer”, aldus nog Dirk. “Tegelijk moeten consumenten beseffen dat er grenzen zijn aan hoe goedkoop producten in de winkelrekken kunnen liggen. De prijzen moeten omhoog en we moeten ervoor zorgen dat dat geld niet in de zakken van de retailers belandt, maar bij de boeren. Zodat zij met minder dieren toch hun brood kunnen verdienen.”

 

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.