Verhaal

Marie en Johan zijn partners en collega’s: ‘Aan de keukentafel ontstaan nieuwe perspectieven’

Peter Goris

Marie Soors en Johan Snyders delen bijna veertig jaar lief en leed. En ook professioneel staan ze dichtbij elkaar: ze zijn allebei sociaal werker bij Kind en Gezin. “Als je feedback krijgt van iemand die je blindelings vertrouwt, kan je makkelijker omgaan met moeilijke situaties.”

gezinsbegeleiding

© ID / Mine Dalemans

Hoe werden jullie naast partners, ook collega’s?

Marie: “We leerden elkaar kennen op de schoolbanken. We trouwden, kregen kinderen en werkten lange tijd voor de provincie Limburg. Johan bouwde onder andere initiatieven uit rond diversiteit. Ik zette projecten op rond groepsgerichte opvoedingsondersteuning van jonge Turkse mama’s.”

‘Het werken in kwetsbare gezinnen was voor ons iets nieuws.’

Johan: “Toen vijf jaar geleden de taken van de provincies ingeperkt werden, verdwenen ook onze opdrachten. We dreigden allebei zonder werk te vallen. Dat was even slikken. Begin 2018 stelde de overheid ons voor om aan de slag te gaan als sociaal werkers binnen Kind en Gezin, elk binnen een ander regionaal team. Ook al hebben we enige leeftijd en ervaring, het werken in kwetsbare gezinnen was voor ons iets nieuws.”

Wat doet een sociaal werker binnen zo’n regionaal team?

Johan: “Met deze gezinnen leggen we een intens traject af: sommige zien we meerdere keren per week, soms verschillende jaren aan een stuk. Gezinsarmoede is een rode draad in ons werk. We kijken of deze kwetsbare gezinnen krijgen waar ze recht op hebben. Vaak weten ze niet dat ze voor studie, cultuur of huisvesting extra middelen kunnen krijgen. Of ze hebben een ernstig ziek kind maar kennen ons gezondheidssysteem niet.”

Hoe is het om voor het eerst bij gezinnen over de vloer te komen?

Marie: “Bij zo’n eerste contact ervaar ik altijd veel schroom. Zelf zou ik het lastig vinden mochten wildvreemden mijn gezin binnenvallen, me vervelende vragen stellen en me vervolgens bestoken met goedbedoelde adviezen. Ik ga ervan uit dat ook de gezinnen waarmee ik werk dat gevoel hebben. Tijdens de eerste contacten probeer ik niet te sterk aanwezig te zijn. Ik observeer en en stel vragen.”

Wat doen jullie vervolgens?

Johan: “Door praktische dingen te realiseren bouw je aan de vertrouwensrelatie. We zetten ons bijvoorbeeld samen aan tafel om een woon- of studietoelage aan te vragen. Automatisch beland je middenin relaties tussen partners en kinderen. Staat een relatie onder hoogspanning, dan weet ik dat vaak als eerste. Ons werk laat zich niet afsplitsen in afgelijnde pakketjes.”

Marie: “Verschillende vragen komen op ons af. Gelukkig staan we er niet alleen voor om die op te lossen. Het is belangrijk te beoordelen wat je zelf aankan en waar je een collega met meer specialisatie in gezinswerk moet inschakelen. Soms probeer ik de puzzel samen met het gezin te leggen, soms schat ik in dat het beter lukt met een collega erbij.”

Gezinsbegeleider Marie Soort

Marie: “Onrechtvaardigheid maakt me boos en triest. Ik steek die gevoelens niet weg.”

© ID / Mine Dalemans

Leidt al jullie inzet ook tot goede oplossingen?

Marie: “Wij zijn geen automechaniekers die na een dag sleutelen alle mankementjes verholpen hebben. Ik begeleid al drie jaar een gezin met drie kleine kinderen. Vanaf de eerste dag was duidelijk dat woonnood een groot issues was. Verschillende sociale professionals beten er hun tanden op stuk: het gezin dobberde van de ene noodwoning naar de andere. Eind deze maand worden ze uit hun huis gezet.”

“Ik zie steeds meer gezinnen in zo’n situaties. Helaas kunnen wij structurele problemen in onze samenleving, zoals de wooncrisis of grote ongelijkheid, niet aanpakken. Het stelt me vaak teleur hoe arm onze rijke samenleving omgaat met kwetsbare gezinnen.”

Deel jij dat gevoel, Johan?

Johan: “Wij worden soms geconfronteerd met extreme uitzichtloosheid van gezinnen. Dat is uitputtend. En toch: vaak ontstaan op de meest uitzichtloze momenten toch nieuwe en onverwachte dynamieken.”

‘Vaak ontstaan op de meest uitzichtloze momenten toch nieuwe dynamieken.’

“Pas nog was ik betrokken bij een uithuiszetting van een alleenstaande mama met een baby en twee tieners. De weken en dagen ervoor bewogen we hemel en aarde om de schade te beperken. Voor de twee oudste kinderen vonden we noodopvang. De dag van de uithuiszetting duikt plots een buurtbewoner op die tijdelijk een appartement ter beschikking stelt. Plots ziet de toekomst van dat gezin er heel anders uit.”

Wel schrijnend dat dit pas gebeurt als het vijf na twaalf is.

Johan: “Gelukkig valt ons werk niet samen met dergelijke situaties. Heel wat gezinnen slagen erin om in moeilijke omstandigheden te bouwen aan een hoopvolle toekomst. Vaak vinden mensen nieuwe moed als ze omringd worden door andere mensen. Een betrokken advocaat of geduldige OCMW-medewerker kunnen een verschil maken. Ook buren, moedergroepen of vrienden dragen hun steentje bij.”

“Vaak gaat het over oplossingen vinden voor financiële problemen. Een huisbaas is bereid om maar één maand huurwaarborg te vragen in plaats van drie. Of buren organiseren een benefiet voor een gezin dat in acute geldnood zit. Door die steun voelen mensen dat ze er niet alleen voor staan. Dat geeft zuurstof. Wat dat betreft zie ik veel warmte rond deze gezinnen.”

Wil je verandering, dan moet je vooral ingrijpen in de microkosmos rond het gezin?

Johan: “De wortels van gezinsproblemen liggen vaak ver buiten het gezin: onrechtvaardigheid, ongelijkheid, discriminatie of grondrechten die niet gerealiseerd worden. Onze mogelijkheden om als individuele werkers die structuren te verleggen, zijn beperkt. Wij zijn niet de minister van Huisvesting die de wooncrisis kan aanpakken.”

‘Wij zijn niet de minister van Huisvesting die de wooncrisis kan aanpakken.’

“Toch mogen we ons niet wegsteken in de cocon van het kwetsbare gezin. De structurele component van gezinsproblemen blijft dan onzichtbaar. Om die reden engageren we ons in lokale netwerken of bundelen we vanuit Kind en Gezin signalen om ook het beleid te informeren.”

Is dit naast een complexe ook een emotionele job?

Johan: “Als je werkt met kwetsbare mensen, zijn gevoelens een belangrijk werkinstrument. Ze duiken ook op buiten de job. Enkele weken geleden reden we naar Hasselt om te gaan shoppen. We passeerden een huis waar van alles aan de hand was. Ik had meteen door dat het om een uithuiszetting ging. Marie stelde vast dat ik nadien bijzonder stil was. Ik kan er me inmiddels een idee van vormen, hoe het voelt om als gezin uit huis gezet te worden.”

Marie: “Onrechtvaardigheid maakt me boos en triest. Ik steek die gevoelens niet weg. Je kan deze job maar goed doen als je de gezinnen in je hart sluit. Ze moeten ploeteren om te overleven. Peuters moeten opgroeien in moeilijke omstandigheden en dat raakt me. De emotionele betrokkenheid is een essentieel onderdeel van onze job.”

Hoe zet je die gevoelens evenwichtig in binnen een professionele context?

Johan: “Ik blijf dat een moeilijke zoektocht vinden. Wat wij doen is niet evident. Je komt binnen in de privacy van een gezin, je observeert en interpreteert. Wat zeg je tegen een partner die brutaal is tegen zijn vrouw? Je reactie moet professioneel zijn en je buikgevoel overstijgen.”

‘In dit werk moet je de grenzen van je eigen expertise kennen. Blijven volhouden, is soms knoeien.’

“Soms geeft een momentopname ook een vertekend beeld. Door vaak en intensief aanwezig te zijn in een gezin, krijg je een beter zicht. Het is ook cruciaal om je inschatting af te toetsen bij collega’s. Vanuit andere posities, culturele achtergronden en expertises bekijken zij dezelfde situatie soms anders. Omdat ik besef dat mijn bril gekleurd is, doe ik die teamcheck heel vaak.”

Kijken jullie ook over het muurtje van Kind en Gezin?

Johan: “Ik leer elke dag nieuwe collega’s kennen uit andere werkterreinen. Dat is een belangrijke positieve evolutie. Nieuwe beleidsinitiatieven zoals ‘Eén gezin, één plan’ werpen op het terrein vruchten af. Samen met het gezin werken hulpverleners vanuit verschillende sectoren oplossingen uit.”

“Botsen we op situaties die onze expertise overstijgen, dan schakelen we aanvullende kennis in, bijvoorbeeld door in verontrustende situaties het advies van het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg te vragen. In dit werk moet je de grenzen van je eigen expertise kennen. Blijven volhouden, is soms knoeien.”

Gezinsbegeleider Johan Snyders

Johan: “De wortels van gezinsproblemen liggen vaak ver buiten het gezin.”

© ID / Mine Dalemans

Nooit aan gedacht om zelf onderdak te bieden aan een gezin dat jullie begeleiden en waar uithuiszetting dreigt?

Marie: “We hebben dat al meermaals overwogen. Ons huis is groot genoeg. We kiezen voor maximale betrokkenheid en nabijheid, maar toch heeft in een professionele relatie ook afstand zijn bestaansreden. Mijn hart wil vaak de grootmoeder van al deze gezinnen zijn, toch is dat niet mijn professionele opdracht. Ik moet helder kunnen blijven beoordelen of het kind in een veilige omgeving opgroeit. Als je dagelijks lief en leed deelt met je cliënten, wordt dat moeilijk.”

‘Mijn hart wil vaak de grootmoeder van al deze gezinnen zijn, toch is dat niet mijn professionele opdracht.’

Johan: “De vraag is of je door je eigen huis ter beschikking te stellen de best mogelijke hulpverlening biedt. Als een gezin honger heeft, zoeken we hoe organisaties en het netwerk van buren, familie of vrienden het probleem kan opvangen. Hun aanwezigheid is stabieler en dus zijn die oplossingen vaak duurzamer. Maar ook dit blijven noodoplossingen. Daarom is onze signaalfunctie zo belangrijk. Door die structurele problemen te signaleren, kunnen ze ook structureel aangepakt worden.”

Wat leren jullie als ouders zelf van de ouders waarmee jullie werken?

Marie: “Dat we bij de happy few behoren. Mensen die niet bij dat clubje horen, hebben een enorme kracht om te strijden voor het geluk en toekomst van hun kinderen. Ze krijgen dingen voor elkaar die ik niet voor elkaar zou krijgen. Een mama wandelt elke dag zes kilometer om haar kind naar school te brengen. Ik bewonder haar daarvoor en zeg haar dat ook.”

Johan: “Zelf heb ik het altijd moeilijk gehad om mijn kwetsbaarheid te tonen en hulp in te roepen als dat nodig is. Een plantrekker zijn, is niet altijd het beste plan. Door met deze gezinnen te werken, heb ik geleerd dat hulp inschakelen oké is en zelfs slim.”

Gezinsbegeleiders Marie Soors en Johan Snyders

Johan: “Door Marie als partner en collega te hebben, doe ik mijn job beter.”

© ID / Mine Dalemans

Jullie delen als man en vrouw gelijkaardige werkervaringen. Is dat ondersteunend of vooral vervelend?

Marie: “Als Johan zo meteen een ouder aan de telefoon heeft, dan ben ik daar willens nillens deelgenoot van. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Soms wil je liever even rust als je zelf een vrij moment hebt. Maar omdat je dezelfde job deelt, kan je ook heel ondersteunend zijn.

‘We delen veel leuke dingen die we meemaken in deze gezinnen.’

“Als je feedback krijgt van iemand die je blindelings vertrouwt, kan je makkelijker omgaan met moeilijke situaties. Van nature ben ik behoorlijk chaotisch en emotioneel. Johan is meer rationeel en analytisch. Hij kan met zijn betrouwbaar kompas steeds weer de juiste richting aangeven. Zonder die complementariteit zou ik het lastig hebben om deze job vol te houden.”

Johan: “Door Marie als partner en collega-hulpverlener te hebben, doe ik mijn job beter. Marie pakt gelijkaardige problemen anders aan. Dat doet me kritischer kijken naar hoe ik zelf met gezinnen aan de slag ga. Aan de keukentafel ontstaan nieuwe perspectieven.”

Passeert elk gezin hier ’s avonds aan die keukentafel?

Marie: “We doen dit werk nog maar enkele jaren. In het begin was alles nieuw. Na onze werkuren hadden we aan elkaar een perfecte sparringpartner om ons in deze job te oriënteren. Vandaag hebben we dat intensief overleg aan onze keukentafel bewust teruggeschroefd. En we delen natuurlijk ook veel leuke dingen die we meemaken in deze gezinnen.”

Johan: “Gezinswerk is geen exacte wetenschap. Eigen aan deze job is dat je soms twijfelt of je met een gezin wel in de juiste richting zit. Of je stoort je aan de traagheid van verandering. Er is niets zo ondersteunend als een partner die dat belang van twijfel en geduld herkent en bevestigt.”

Reacties [1]

  • Vanormelingen willy

    Hoe is het Marie en Johan ?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.