Verhaal

‘Mannen zijn belangrijke medestanders in de strijd tegen geweld op vrouwen’

Lisa Develtere

Met haar organisatie Aidprofen probeert Passy Mubalama de situatie van vrouwen en kinderen in Oost-Congo te verbeteren. “Ik doe wat ik kan om een verschil te maken. Ik wil bijdragen aan verandering, de levens van mensen verbeteren.”

© Mies Cosemans

Meer dan oorlog

Wat is het eerste dat in je opkomt als je ‘Oost-Congo’ hoort?

Veel mensen denken meteen aan het conflict dat er al dertig jaar woedt. Aan de meer dan honderd rebellengroepen die dood en verderf zaaien in de regio en niet zelden verkrachting inzetten als oorlogswapen.

Voor activiste en oprichter van Aidprofen Passy Mubalama (36) is Oost-Congo in de eerste plaats haar bakermat. Zij ziet vooral een groot gebied met enorm veel potentieel aan zowel menselijk als natuurlijk kapitaal. Ze is geboren en getogen in Goma, een stad met een miljoen inwoners aan de oevers van het Kivumeer.

‘Iedereen die hier opgroeide was getuige van moorden, verkrachtingen en ontvoeringen.’

“Goma is een kleine stad, zeer sympathiek en mooi”, vertelt ze. “Mensen denken dat hier alleen maar oorlog is, maar dat klopt niet. Zeker in de stad is het wat kalmer. Ik wil graag de positieve kant van het leven en de mensen hier benadrukken.”

Er moet iets veranderen

Toch is het conflict altijd aanwezig, meestal sluimerend, soms zeer nadrukkelijk. “Vanaf dat het donker wordt, blijft iedereen thuis. Want ook in de stad zijn er soms aanvallen en moorden. Iedereen die hier opgroeide was getuige van moorden, verkrachtingen, ontvoeringen en andere gruweldaden.”

En dat zette Passy ruim tien jaar geleden aan tot actie: “Op een bepaald moment zei ik: ‘Trop c’est trop’. Er zijn te veel problemen, mensen zien af, er moet iets veranderen.”

Sleutelmoment

Het exacte moment kan Passy zich nog goed herinneren. Ze was aan de slag als journaliste. “Toen waren er nog niet veel vrouwelijke journalisten in de regio. En zij die werkten voor de media, mochten niet naar de onveilige gebieden trekken. Ze moesten de receptie bemannen, kuisen of aan hun bureau blijven zitten.”

‘Erover schrijven is niet genoeg. We moeten iets doen.’

Passy vertikte dat. “Ik wilde het terrein op, met mensen praten, reportages maken.” Op een dag liep het bericht binnen over een aanval op een vluchtelingenkamp. Gewapende mannen hadden het kamp aangevallen en er vrouwen verkracht.

Ze trok naar het kamp en zou er met de slachtoffers praten. Hun verhaal vertellen. Maar toen ze er rondliep en zag hoe de vrouwen en kinderen aan hun lot overgelaten werden, besloot ze het over een andere boeg te gooien. “Ik dacht bij mezelf: Erover schrijven is niet genoeg. We moeten iets doen.”

Bredere aanpak

In de kampen met ontheemden waren internationale hulporganisaties actief, maar geen Congolese. “Dat vond ik jammer. Wij als Congolezen kunnen ook bijdragen aan verandering in ons land.”

De meeste internationale organisaties die aandacht hadden voor gendergeweld werkten bovendien vooral rond seksueel geweld in de context van het conflict, herinnert Passy zich. “Maar seksueel geweld is deel van het breder probleem van ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in Congo. Het is bijvoorbeeld gelinkt aan economische onderdrukking, discriminatie en huiselijk geweld.”

‘Seksueel geweld is deel van het breder probleem van ongelijkheid tussen vrouwen en mannen.’

De aanpak moet dus ook breder zijn, vond ze. Samen met vrienden en familie die deze visie deelden, richtte ze Aidprofen op. “We deden dat vrijwillig, naast onze job of studies. We wilden gewoon helpen.”

Ze begonnen met groepen vrouwen in de vluchtelingenkampen te sensibiliseren over hun rechten. En omdat ze regelmatig kinderen vonden die door het conflict het spoor van hun ouders kwijt waren geraakt, richtten ze ook een klein opvangcentrum op. “Niet met de bedoeling om hen permanent te huisvesten, maar om hen op te vangen terwijl we de familie opspoorden.”

Praatjes van de witten

Al snel breidde Aidprofen hun actieterrein uit naar de landelijke gebieden rond Goma. “Pas als je je rechten kent, kan je ze afdwingen”, zegt Passy. “Veel van de vrouwen kenden hun rechten niet. Ze komen uit een omgeving waar vrouwen weinig te zeggen hebben, waar een vrouw geen ‘nee’ mag zeggen. Vrouwen informeren, vermindert het risico op geweld.”

In het begin stootten Passy en haar vrienden vaak op weerstand. “Het was niet altijd gemakkelijk. Geweld tegen vrouwen was genormaliseerd. Ook vrouwen vonden het normaal dat ze geslagen werden of dat een vrouw verkracht wordt.”

‘Pas als je je rechten kent, kan je ze afdwingen.’

Sommigen reageerden dat vrouwenrechten een Westers idee was. “Ze vonden het praatjes van de witten: ‘Hier kent een vrouw haar plaats in de samenleving. En die is thuis, zorgen voor de kinderen en de echtgenoot.’ We probeerden hen duidelijk te maken dat ook vrouwen in Congo rechten hebben. Dat staafden we met verschillende juridische documenten die de rechten van vrouwen in ons land beschermen, zoals de grondwet en de wet op seksueel geweld.”

Evolutie merkbaar

Beetje bij beetje ziet Passy zaken veranderen. “Ik zie kleine sterretjes blinken in de verte. Het is frustrerend dat de verandering traag verloopt, maar er zijn ook al wezenlijke dingen verbeterd zoals een aanpassing in de wet zodat vrouwen niet langer toestemming moeten vragen aan hun echtgenoot om te werken.”

‘Vrouwen moeten niet langer toestemming vragen aan hun echtgenoot om te werken.’

“Vandaag hebben vrouwen in Congo begrepen dat ze rechten hebben. Of toch de meeste. Op dat vlak is een grote evolutie merkbaar, ook al blijven er uitdagingen bestaan. Ik heb nog altijd contact met enkele vrouwen waarmee ik in het begin werkte. Ik zie bij hen de verandering in hun leven, in hoe ze praten, hoe ze hun rechten afdwingen. Ik ben fier als ik dat zie.”

“Congolese vrouwen zijn bovendien niet enkel slachtoffer”, wil Passy graag benadrukken. “Er zijn zeer sterke en geëngageerde vrouwen die elke dag bijdragen aan de ontwikkeling van ons land.”

“Er zijn zeer sterke en geëngageerde vrouwen die elke dag bijdragen aan de ontwikkeling van ons land.”

© Mies Cosemans

Positieve mannelijkheid

Sinds de oprichting van Aidprofen, ruim tien jaar geleden, maakte de organisatie een hele metamorfose door. Van een kleine operatie die draaide op vrijwillige inzet, evolueerde Aidprofen tot een ngo met 22 stafleden en kantoren in Goma en Masisi. Met de hulp van 30 vrijwilligers bereiken ze nu jaarlijks zo’n 2.000 mensen.

De missie is nog steeds het bevorderen van vrouwen- en kinderrechten, maar de aanpak werd verbreed. “In het begin werkten we enkel met vrouwen rond vrouwenrechtenschendingen. Maar het besef groeide dat we een sleutelactor oversloegen: de mannen. Meestal zijn zij het die de vrouwenrechten schenden.”

‘Het besef groeide dat we een sleutelactor oversloegen: de mannen.’

Nu mikt Aidprofen ook op mannen. “We hebben het met hen over positieve mannelijkheid. We tonen dat mannen belangrijke medestanders zijn in de strijd tegen geweld op vrouwen. We proberen hen ervan te overtuigen dat ook zij de vruchten plukken als vrouwenrechten gerespecteerd worden. Ze zijn mede-motor van duurzame verandering in het land.”

Vrouwen in de politiek

Vrouwen informeren over hun rechten is niet altijd voldoende om grote stappen vooruit te zetten, merkte Passy. “Helaas zijn er in Congo nog te weinig vrouwen vertegenwoordigd op belangrijke beslissingsniveaus, zoals in de politiek en overheidsdiensten. Zonder vertegenwoordiging is het moeilijker om wetgeving en beleid te krijgen dat vrouwen beschermt.”

Daarom voert Aidprofen campagne voor meer vrouwen in de politiek. Ze organiseren over de partijgrenzen heen, cursussen voor politiek geëngageerde vrouwen. Zodat ze steviger in hun schoenen durven staan en binnen hun partij een grotere rol kunnen opeisen.

Bemiddelingsrol

Aidprofen wordt geconfronteerd met één constante: het conflict in de regio verdween niet. Dus legt de organisatie zich ook toe op vredesopbouw. “We stelden vast dat de vrouw vaak een belangrijke rol speelt in het promoten van vrede.”

‘Vrouwen spelen vaak een belangrijke rol in het promoten van vrede.’

“Veel moeders proberen bijvoorbeeld in te praten op hun zoon, als die deel uitmaakt van een gewapende groepering. Ze proberen hem te overtuigen om te stoppen met het geweld. We zien dat de stem van de moeder een grote impact kan hebben.”

“Ook bij conflicten binnen een gemeenschap zijn het vaak de vrouwen die een bemiddelingsrol op zich nemen”, vertelt Passy. Op plaatsen waar Aidprofen een conflict vaststelt, organiseren ze dialoogmomenten tussen de betrokken partijen. Die laten ze faciliteren door de vrouwen.

Watervoorziening

De vrijwilligers en medewerkers van Aidprofen steken tijdens hun sensibiliseringsacties hun voelsprieten uit. Als blijkt dat de gemeenschap een concreet probleem heeft, wordt samen gezocht naar een oplossing.

Zo bleek dat er in bepaalde wijken in Goma problemen waren met de watervoorziening. “Zonder water  kan je niet voor basishygiëne zorgen, zeker nu we geconfronteerd worden met de coronapandemie, en eerder ebola, is een goede watervoorziening cruciaal.”

‘Als er geen water is, moeten vrouwen kilometers ver lopen om één bidon met water te vullen.’

“Met een campagne hebben we de provinciegouverneur gevraagd om een betere watervoorziening. En met succes. Er komt nog steeds niet overal elke dag water uit de kraan. Maar verschillende wijken, waar vroeger helemaal geen water was, hebben nu toch een aansluiting.”

Wat heeft dit alles te maken met vrouwenrechten? “Als er geen water is, moeten vrouwen  kilometers ver lopen om één bidon met water te vullen. Het wordt als haar verantwoordelijkheid gezien. Vaak vertrekken vrouwen  al ’s ochtends vroeg, als het nog donker is. Dat is helemaal niet veilig, en bovendien zwaar. Goede watervoorziening maakt voor vrouwen dus een groot verschil.”

Burgercafés

Soms organiseert Aidprofen een ‘Café Citoyen’ of burgercafé rond een concreet probleem dat jongeren of vrouwen naar voor schuiven. Aidprofen nodigt dan iemand van de autoriteiten uit die verantwoordelijk is voor het issue.

‘Mensen krijgen de kans om, zonder taboes, vragen te stellen.’

“We geven vrouwen en jongeren de kans om zonder taboes vragen te stellen aan de verantwoordelijke. Iedereen kan vrij van gedachten wisselen. Het doel is om uiteindelijk samen tot oplossingen of aanbevelingen te komen.”

“Zo was er bij een gemeenschap een groot gevoel van onveiligheid”, vertelt Passy. “De politie kwam altijd veel te laat bij een incident. We hebben een ontmoeting georganiseerd met de commandant van de politie. Blijkbaar hadden zij niet de juiste voertuigen om snel op die plek te geraken. Nu hebben ze een moto en een jeep aangekocht en kunnen ze er sneller zijn.”

Gespannen

Zo’n discussie met de autoriteiten kan soms wat gespannen verlopen. “Ze doen dat ook niet elke dag. En ook de vrouwen en de jongeren krijgen niet elke dag de kans om hun grieven op deze manier te uiten. Daarom begeleiden we dit proces goed. Zodat het gesprek op een rustige en veilige manier kan verlopen.”

“Het is niet altijd eenvoudig om de autoriteiten te laten meewerken. We plaatsen hen in een moeilijke positie. Ze staan ook niet graag met hun mond vol tanden. Toch proberen we hen te overtuigen dat dialoog en communicatie met de bevolking een goede manier is om spanning te voorkomen. En dat ook zij tijdens het overlegmoment hun zegje mogen doen over hun grieven.”

Een verschil maken

“Ik blijf gemotiveerd omdat ik echt geloof dat verandering mogelijk is”, zegt Passy vurig. “En ik vind dat die verandering niet moet komen van mensen ver weg, maar van hieruit. Dus ik probeer mensen hier mee te nemen in ons verhaal.”

Soms is het moeilijk om optimistisch te blijven, geeft Passy toe. “De oorlog blijft voortwoeden en er worden elke dag mensenrechten geschonden. Dus ik doe wat ik kan om een verschil te maken.”

‘We laten ons niet het zwijgen op leggen. Als ik sterf omdat ik iets gezegd heb, dan sterf ik op z’n minst voor een goed doel.’

“Ik weet dat er risico’s verbonden zijn aan dit werk. Maar we laten ons niet het zwijgen op leggen. Als ik sterf omdat ik iets gezegd heb, dan sterf ik op z’n minst voor een goed doel. We moeten doorzetten. Het is een strijd en we mogen het hoofd niet laten hangen.”

Aan mensen in België die gelijkaardig werk doen, wil Passy nog dit kwijt: “Als je dit soort werk doet, dan is dat een bewuste keuze. We willen bijdragen aan verandering, de levens van mensen verbeteren. En ja, er zijn uitdagingen, tegenslagen en risico’s. Maar die mogen ons niet tegenhouden om het goede te blijven doen.”

 

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.