10.000 kilometer verwijderd
Het actieterrein van Gustavo Bento ligt bijna 10.000 kilometer verwijderd van dat van Hamza El Filali. Dankzij Zoom, en ondanks een misverstand over het tijdsverschil, lukt het toch om deze twee jeugdwerkers met elkaar te verbinden.
Iedereen haalt zijn beste Engels boven om zichzelf voor te stellen. Gustavo (24) werkt voor Se Esse Rua Fosse Minha (SER), een jeugdwerkorganisatie in de favela’s of sloppenwijken van Rio De Janeiro. Hij coördineert een online uitwisselingsproject tussen jongeren in Brazilië en België via de ngo KIYO. Ondertussen studeert hij nog Engels.
‘Sociaal circus is een manier om jongeren een stem te geven.’
Hamza (31) is al tien jaar aan de slag bij de Antwerpse jeugdwerkorganisatie Kras. Voordien was hij er drie jaar vrijwilliger. In 2018 werd hij coördinator van de werking in Antwerpen-Noord. “Een heel boeiende job”, vertelt hij enthousiast.
Ook Gustavo heeft een lange geschiedenis bij zijn werkgever. Zijn moeder werkte voor SER en op haar aanraden sloot hij op zijn zesde voor het eerst aan bij hun activiteiten in zijn favela. Op enkele pauzes door bijscholingen of jobs na, bleef Gustavo zijn hele jeugd actief als deelnemer, tot hij in 2019 aan de slag kon bij SER.
Sociaal circus
Gustavo: “Wij doen aan sociaal circus. Circus is een bijzonder mooie kunstvorm, het bevat elementen van theater, dans en gymnastiek. We gebruiken circus als manier om over de problemen te praten waar jongeren op botsen. In onze circusshows zitten altijd kritische reflecties op de samenleving. We kaarten bijvoorbeeld thema’s zoals homofobie en racisme aan.”
‘Veel jongeren gaan niet naar een voetbalclub, het circus of zwemles, ze spelen enkel op straat.’
Hamza: “Bij Kras organiseren we activiteiten voor kinderen en jongeren van 6 tot 24 jaar die moeilijk hun weg vinden naar het reguliere vrijetijdsaanbod. Veel van onze jongeren gaan niet naar een voetbalclub, het circus of zwemles, ze spelen enkel op straat. Een van de vele dingen die we aanbieden is trouwens ook circus. We doen dat samen met een circusschool. Zij leren de jongeren allerlei trucs en na een lang trainingstraject voeren ze een show op die de jongeren zelf ineengestoken hebben. Geweldig!”
Jullie kennen jullie organisatie door en door. Wat is de onderliggende visie van jullie organisatie?
Gustavo: “We geloven dat kunst alles is, overal is en voor iedereen is. ‘Se Esse Rua Fosse Minha’ betekent letterlijk ‘Als dit mijn straat was.’ De afkorting, SER, is in het Portugees het werkwoord ‘zijn’. Sociaal circus is voor ons een manier om issues in de samenleving aan te kaarten en om jongeren een stem te geven. Onze inspiratie komt van de eerste zwarte clown in Brazilië: Benjamin De Oliveira. Hij pionierde met het sociaal circus.”
‘Wij willen een tweede thuis zijn voor jongeren uit de buurt.’
Hamza: “Wij willen een tweede thuis zijn voor de kinderen en jongeren uit de buurt. We zien dat ze geen plek of geld hebben voor activiteiten die andere kinderen wel kunnen doen. Wij geven ze het recht om jong te zijn, om kind te zijn. Na twintig jaar zien we veel positieve verhalen. Jonge ouders sturen hun kinderen naar Kras omdat ze mooie herinneringen hebben aan hun tijd bij ons.”
Is het belangrijk dat een jeugdwerker uit de buurt komt waar hij werkt? Dat ze die door en door kennen?
Hamza: “Ik denk dat iedereen iets kan betekenen voor de jongeren, ook wie niet op die plek woont. Je moet wel van het werk houden en iets willen doen voor die buurt. Ik doe deze job omdat ik van betekenis wil zijn. Ik zie hoe moeilijk jongeren het hebben in Antwerpen. Er wonen duizenden jongeren die niets te doen hebben. Voor hen een verschil maken, dat is mijn motivatie. Of ik hier woon of niet, maakt minder uit.”
‘Ik doe deze job omdat ik van betekenis wil zijn.’
Gustavo: “Motivatie is inderdaad belangrijk, maar het heeft toch voordelen als je de buurt en de context van de jongeren heel goed kent. Begeleiders van SER legden in mijn favela de problemen bloot die we hadden. We beseften niet dat we die problemen ook de baas konden. Zij hebben ons dat getoond.”
Hoe toonden ze dat?
Gustavo: “Onze organisatie doet heel veel aan sensibilisering. Professionals kwamen bijvoorbeeld uitleg geven over hoe je politiegeweld kan melden. Maar we gingen ook in dialoog. We dachten samen na over hoe de politie zich in de favela gedraagt en hoe we daarop zouden reageren.”
Wat zijn de grootste uitdagingen voor de jongeren waar jullie mee werken?
Hamza: “Veel jongeren stoppen vroegtijdig met school. Er is ook veel armoede in de buurt. De huizen zijn klein en van slechte kwaliteit. En er is veel drugs, een van de grootste problemen hier. Jongeren gebruiken niet enkel drugs, ze zoeken ook manieren om snel geld te verdienen en gaan drugs verkopen. We zien soms zelfs jongeren van pakweg veertien omwille van het geld stoppen met school en beginnen dealen.”
‘De politie doet hier gewoon wat ze wil.’
Gustavo: “Veel problemen die Hamza opsomt, zie ik hier ook. Zo moeten veel jongeren iets van geld verdienen om oké te kunnen leven. Ze zoeken snelle manieren om aan dat geld te komen. Bij ons circus zullen ze dat niet meteen vinden, soms stoppen ze bij ons en gaan ze drugs verkopen.”
“Naast de vele gelijkenissen zie ik ook wel twee zaken die voor ons een heel groot probleem zijn. Het eerste is politiegeweld. Wij zijn actief in een gebied dat compleet genegeerd wordt door de overheid. De politie doet hier gewoon wat ze wil. Het tweede probleem is het politiek klimaat in Brazilië. De overheid onder leiding van president Bolsonaro staat niet aan de kant van onze jongeren, integendeel.”
Hamza: “Bij ons stelt het probleem van politiegeweld zich inderdaad minder, maar we zien wel veel etnische profilering. Politie gebruikt intimiderende technieken, zoals doorgedreven pascontroles. Ook wat de politiek betreft zitten we in Antwerpen in een betere situatie. Onze werking wordt quasi volledig gesubsidieerd, al zouden we met nog meer middelen nog veel meer jongeren kunnen bereiken. De noden zijn hoog in onze stad.”
Armoede, huisvesting, schooluitval, drugs. Kunnen jullie als jeugdwerkorganisatie iets doen aan deze grote problemen?
Hamza: “Weinig. We praten veel met onze jongeren over moeilijke thema’s, maar we kunnen de onderliggende problemen niet oplossen. Neem bijvoorbeeld een jongere die drugs wil verkopen. Het is heel moeilijk om hem op andere gedachten te brengen. Hij heeft geld nodig en ziet dat zijn vrienden daar snel rijk mee worden. Heel af en toe slagen we er wel in om door te dringen. En dan vinden we dat al een mooie overwinning. Maar vaak lukt dat niet.”
‘We kunnen de onderliggende problemen niet oplossen.’
Gustavo: “Ik ben het daarmee eens. We kunnen die grotere problemen niet oplossen maar we kunnen wel steeds opnieuw het gesprek aangaan. Bijvoorbeeld om jongeren te overtuigen om geen drugs te beginnen verkopen. Maar de armoede die daarachter schuilt, kunnen wij niet oplossen. De jongeren hebben geld nodig en wij kunnen hen dat niet geven.”
Vind je dat niet frustrerend?
Gustavo: “Het is heel frustrerend. Jongeren sterven letterlijk, door drugs, politiegeweld en racisme. Maar onze samenleving geeft niet echt om hen. Hun problemen zijn geen voorwerp van gesprek. We mogen niet naïef zijn en denken dat door gewoon ons werk te doen racisme zal ophouden met bestaan. We zullen het niet alleen kunnen oplossen, iedereen, de hele samenleving moet er mee bezig zijn.”
‘Jongeren sterven letterlijk, door drugs, politiegeweld en racisme. Maar onze samenleving geeft niet echt om hen.’
Ervaren jullie veel vrijheid om te doen wat jullie willen doen? Of voel je soms tegenwerking?
Hamza: “Op dat vlak ervaren wij gelukkig geen problemen. We moeten verantwoording afleggen aan onze subsidiërende overheid maar al bij al ervaren we veel vrijheid als organisatie. We zouden wel willen groeien, want we moeten vaak jongeren weigeren omdat er te weinig plaatsen zijn, maar we weten dat we nu niet op meer middelen mogen rekenen.”
Gustavo: “Momenteel hebben we het lastig omdat de Braziliaanse overheid niet in kunst wil investeren. Wij krijgen geen subsidies en moeten het stellen met giften.”
“Eerder ervaarden we ook problemen met buurtbewoners. We hebben op drie locaties een werking. Eén ervan is in het armste deel van Rio, één in een rijkere buurt. Op beide plekken voelden we tegenwind omdat een groot deel van onze jongeren deel uitmaakt van de LGBTQ-gemeenschap. ‘Ga niet naar SER, want dan word je homo’, klonk het in de buurt. Dat is natuurlijk onzin.”
Die problemen met de buurt zijn nu van de baan?
Gustavo: “Ja. We hebben gewoon ons werk gedaan. De buurt zag dat enkele heel getalenteerde jongeren van circus hun beroep konden maken. En ja, het klopt dat veel van de jongeren deel uitmaken van de LGBTQ-gemeenschap. Bij ons voelen ze zich veilig. Het is een plek waar ze zichzelf kunnen uitdrukken. Maar iedereen met interesse in circus is welkom.”
Waarop blikken jullie met trots terug?
Hamza: “Ik voel altijd veel trots als ik zie hoe sommige van onze jongeren in de media de problemen in Antwerpen durven aankaarten. Ik vind het heel ferm dat ze dit doen, en in dialoog gaan met de lokale politiek. Zeker als je weet van vanwaar ze komen. Zo creëer je verandering in de gemeenschap, kleine en grote. Daar ben ik heel trots op.”
‘Een tiental jongeren werken intussen als betaalde circusartiest.’
Gustavo: “Een groep jongeren die heel intensief trainen, noemen we onze ‘Troupe’. Enkele jaren geleden zijn we met deze werking gestart. De meeste van deze jongeren, ongeveer een tiental, zijn intussen betaalde circusartiesten. Ze begonnen bij ons, en nu verdienen ze er hun brood mee. Voor mij is dat iets heel groots dat we bereikt hebben.”
Gustavo, jij coördineert een online uitwisselingsproject tussen jongeren in Brazilië en België. Zijn er genoeg gelijkenissen om uit te wisselen? Of zie je toch vooral grote verschillen?
Gustavo: “Mijn ervaringen met jongeren in België waren heel positief. Al merk je af en toe grote verschillen. Een jongere uit België klaagde bijvoorbeeld over de hoge prijs van wiet. Terwijl dat hier in Brazilië gewoon verboden is. Onze jongeren konden hun oren niet geloven.”
“Maar verder zie ik opvallend veel gelijkenissen. Racisme en discriminatie zijn in beide landen hot issues. Overal bleken jongeren door het vele schoolwerk ook te weinig tijd te hebben voor interessante nevenactiviteiten.”
‘Een jongere uit België klaagde over de hoge prijs van wiet. Terwijl dat hier in Brazilië gewoon verboden is. Onze jongeren konden hun oren niet geloven.’
Hamza: “Wij doen met Kras ook wel uitwisselingen, maar enkel met Europese landen of Marokko, wat voor ons niet voelt als een land op een ander continent. We zouden zo’n uitwisseling eens moeten organiseren met landen verder weg. Ook om onze jongeren te tonen dat we het in België eigenlijk best goed hebben. Dat ze misschien niet altijd maar meer en meer moeten willen.”
Zou zo’n uitwisseling voor jullie als sociale professionals ook niet interessant zijn?
Gustavo: “Absoluut. We kunnen elkaar tonen wat goed gaat en wat minder goed loopt. Ik geloof dat we hier in Brazilië zeker goede ervaringen hebben die we kunnen delen met andere landen. En dat we kunnen leren van elkaar.”
‘We kunnen elkaar tonen wat goed gaat en wat minder goed loopt.’
Hamza: “Eigenlijk zitten we als jeugdwerkers vaak erg op ons eigen eilandje. We weten heel weinig over hoe het eraan toe gaat in andere landen. Dat is jammer. Tot vandaag wist ik niets over jeugdwerk in Brazilië.”
Gustavo: “En ik wist helemaal niets over jeugdwerk in Antwerpen. We hebben die toegang niet tot elkaar. Als er al ergens informatie te vinden is, moet je er hard naar zoeken. Dat is inderdaad spijtig. Dus, Hamza, bedankt om jouw ervaringen te delen.”
Hamza: “Jij bent ook bedankt. Ik heb veel geleerd.”
Reacties
Zeker lezen
Bijzondere rockband Dreun XL: ‘We werken hard aan inclusie’
Partnergeweld bij ouderen: een onzichtbaar probleem
‘Het is cruciaal om je als sociaal werkers te organiseren’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies