Gewone babbel
Op een middag in april kreeg ik telefoon van Stijn, een jongeman met een licht verstandelijke beperking.Uit respect voor privacy gebruik ik niet zijn echte naamIk doe al een tijdje individuele begeleidingsgesprekken met hem.
Stijn maakte in zijn leven al heel wat moeilijke periodes mee. Ik ken hem als een doorzetter, een zorgzaam persoon met een sterke wil om zijn eigen leven in handen te nemen. We werken in de begeleidingsgesprekken aan keuzes maken, talent zien bij zichzelf, gevoelens uiten…
‘Zijn telefoon verraste mij.’
Zijn telefoon verraste mij. In mijn hulpverlenersreflex had ik meteen een aantal vragen klaar: Wat is het probleem? Waar kan ik bij helpen? Ik kon me voorstellen dat het leven in de lockdown voor hem heel wat structuur wegnam.
“Met mij gaat het goed”, zei hij. “Hoe gaat het met jou?” Nog steeds verwachtte ik een grote ‘maar’, gevolgd door vragen en onzekerheden. Ik was helemaal klaar om goed te luisteren. Deze verwachting moest ik snel bijsturen. Want er was eigenlijk geen probleem. Hij belde mij, gewoon zomaar. Voor een babbel.
Trots
Stijn vertelde mij over zijn week.
Voor corona waren sport en werken voor hem zeer belangrijk. Voetbal was ons gespreksonderwerp nummer één. Elke babbel begon met de goals die hij had kunnen maken, de sfeer in het team, de reacties van anderen. De anekdotes bevatten een schat aan informatie en aanknopingspunten om het te hebben over thema’s die belangrijk zijn in zijn leven.
Dat het voetballen weggevallen was, vond hij dus heel jammer. Dat wou hij even kwijt. Of hij iets anders gevonden had om zich mee bezig te houden? Dat viel wel mee. Af en toe een wandeling, een poging doen om wat meer te lopen of klusjes doen thuis.
Het was aanpassen, maar het lukte wel, vertelde hij. Ik was enorm trots. Een aantal jaar geleden was deze veerkracht nog ondenkbaar. Nu belde hij iemand, op eigen initiatief, om te praten over hoe hij de afgelopen weken had beleefd.
Ik luisterde en zei dat hij het goed deed. We stonden stil bij zijn plannen voor de komende weken. Ik moedigde hem aan om te wandelen of te lopen. Hij zou nog wat extra klusjes thuis bedenken. Veel meer gebeurde tijdens dit gesprek eigenlijk niet. We rondden af met “hou je gezond” en “bel gerust als je het nodig vindt”.
Behoefte aan verbondenheid
Na de telefoon ging er heel wat door mijn hoofd. Dit soort gesprek heb ik wel eens met vrienden, familie of collega’s. De praatjes over de afgelopen dag, onze plannen en ergernissen, een discussie … Het lijkt zo evident.
‘Na de telefoon ging er heel wat door mijn hoofd.’
Toen we met z’n allen in ons kot bleven, vonden we manieren om met dierbaren in contact te blijven. Misschien niet altijd hoe we dat het liefste zouden willen, maar we vonden wel een manier.
Waarom belde hij mij?
Het gesprek dat ik met Stijn had, had hij ook met de buurvrouw, familie of een toevallige passant kunnen hebben. Toch belde hij mij. Waarom?
Naar het antwoord op die vraag is het niet lang zoeken. Toen we een tijdje geleden de mensen opsomden met wie hij contact heeft, dan kwam hij uit op drie. Stuk voor stuk mensen voor wie hij zorg opnam, dus geen gelijkwaardige vriendschapsrelaties.
‘Stijn vindt gemakkelijker de weg naar een hulpverlener dan naar mensen in zijn buurt.’
Hij heeft daarnaast de pech om in een wijk te wonen waarin mensen schuw zijn voor elkaar, waar geroddeld en gepest wordt. Hoeveel gemakkelijker zou het zijn als Stijn kon praten met de buurman over de klusjes thuis, als hij een wandeling kon maken met een vriend met wie hij interesses deelt?
Hebben we dat zelf niet gemist in coronatijden? Een gewone babbel over gewone dingen met gewone mensen. Dit is wat Stijn al heel lang mist, al lang voor corona er was.
Stijn is niet alleen
Hij vindt gemakkelijker de weg naar een hulpverlener dan naar mensen in zijn buurt of vrienden. En Stijn is niet alleen. Veel mensen missen ook buiten de lockdown sociaal contact. Bitter weinig mensen staan dicht bij hen.
‘Echt moeilijk hoeft de oplossing niet te zijn.’
Een eenvoudige verklaring voor het ontbreken van een gezond sociaal netwerk is er niet. Maar echt moeilijk hoeft de oplossing niet te zijn.
Voor Stijn zou het eenvoudig kunnen gaan over iemand die samen boodschappen doet, uitleg geeft of even komt kijken bij een klein technisch probleem thuis. Die persoon moet geen hulpverlener zijn.
We moeten ons als hulpverleners hier meer voor inzetten. Wat meer bruggen slaan naar waardevolle contacten voor onze cliënten. Initiatieven die dit gewone sociale contact stimuleren, kunnen we meer in de verf zetten. Denk bijvoorbeeld aan buddywerkingen met vrijwilligers, inclusieve sportverenigingen of buurtinitiatieven.
Netwerken versterken
In de coronatijd zagen we het ene solidaire initiatef na het andere opduiken. Mensen boden spontaan hulp aan hun buren, kwetsbare familieleden of kennissen. In tijden van nood voelen we als burger een grotere verantwoordelijkheid om er voor elkaar te zijn.
Maar het is duidelijk dat deze solidariteitsgolf veel gemakkelijker tot stand kwam in wijken en netwerken die al sterk waren voor de crisis. Daardoor vallen mensen als Stijn telkens uit de boot: tijdens de crisis, maar ook ervoor en erna.
Laten we dus actief blijven zoeken naar manieren om de sociale netwerken van kwetsbare mensen te versterken. Zodat Stijn bij een volgende lockdown een praatje kan slaan met een vriend of buur en niet alleen bij zijn hulpverlener terecht kan.
Reacties [14]
Ik bleef even stilstaan bij de zin “toen we de mensen opsomden bij wie hij contact heeft, kwamen we uit op drie. Stuk voor stuk mensen voor wie hij zorg opneemt. Geen gelijkwaardige vriendschappen.”
Ik denk dat het soms zoeken is naar wat vriendschap betekent. Dat jij ook mag bestaan met je zorgen en verhalen in relatie tot de andere. Dat je niet alleen moet luisteren en troosten, maar dat jij ook getroost mag worden. Dat ieder afwisselend aan bod mag komen in een gesprek.
En kan je in relatie tot zorgverleners leren … en vervolgens bij (nieuwe) vrienden.
Dag Jessie, dat klopt. Ook vriendschapsrelaties zijn niet altijd perfect in evenwicht wat zorgen voor elkaar betreft. In het verhaal van Stijn bedoelde ik meer dat hij die relaties zelf niet als een vriendschap beschouwde. Hij kon met hen niet de gesprekken voeren waaraan hij zelf ook eens nood had.
Mooi!
Dit telt niet enkel voor maatschappelijk kwetsbare mensen…’
ik heb ook een zoon met dergelijke problematiek, of nog ernstiger, want hij gaat dieper door de corona, hij kan zich nu moeilijk herpakken
hij vertoeft inbegeleid wonen maar die zijn er ook niet altijd
heel moeilijk als ouder
Dag Linda, dat kan ik me inbeelden… Hopelijk vindt hij in begeleid wonen toch een aantal mensen op wie hij kan terugvallen. Goeie moed!
Ik bel ook naar professionele hulpverlening als het niet goed met me gaat. Kan je zeggen wat je echt voelt… Echte vrienden zijn moeilijk te vinden…
Beklijvend. Kon net zo goed decennia terug geschreven zijn.
Onze maatschappij heeft nood aan een paradigmaverschuiving inzake persoons- en wereldbeeld, niet enkel vermaatschappelijking van, ook vergemeenschappelijking voor.
Sneller en gemakkelijker kunnen terugvallen op een toegankelijk netwerk van mensen die niet per se hulpverleners zijn… Inderdaad!
Mooi geschreven!
Bedankt!
Voor diegenen die nu nog nood hebben aan een luisterend oor , of gewoon een babbeltje willen slaan . Je kan terecht bij de vzw Uilenspiegel tel 02/315 44 00 op maandag , woensdag en vrijdag tussen 18 en 20 u en op dinsdag , donderdag en zaterdag tussen 14 en 16 u.Neem ook een een kijkje op hun website , je kan er misschien wel je gading vinden.
Bedankt voor de tip! Ook weet van gelijksoortige organisaties in Oost-Vlaanderen?
Zeer mooie getuigenis en zeer terechte opmerkingen. Bij deze gewoon een complimentje ;-)
Bedankt!
Zeker lezen
Partnergeweld bij ouderen: een onzichtbaar probleem
‘Het is cruciaal om je als sociaal werkers te organiseren’
Stressexpert: ‘Een groeiende groep mensen staat altijd aan’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies