Tussenstatuut
Jongeren uit de jeugdhulp kunnen nu al via ‘Begeleid Zelfstandig Wonen’ voorbereid worden op het volwassen leven. Ook na hun 18 jaar kunnen ze onder toezicht van de jeugdhulpinstelling ‘Zelfstandig Wonen’. Deze maatregel kan doorlopen tot de jongvolwassene 21 jaar is.
Soms schiet ook het toezicht bij ‘Zelfstandig Wonen’ te kort of beslist de meerderjarige jongvolwassene om alle samenwerking op te zeggen. Dan hebben we als samenleving geen geschikt juridisch instrument om een begeleidingsaanbod voor te stellen of zo nodig af te dwingen.
“We moeten een tussenstatuut vinden.”
Vermits de jeugdrechter zich enkel over minderjarigen kan ontfermen, moet er voor plus-18-jarigen met begeleidingsnood een tussenstatuut gevonden worden.Er zijn 18-jarigen die door hun gezondheidstoestand niet in staat zijn om hun persoonlijke- of vermogensrechterlijke belangen waar te nemen. Die kunnen in het Beschermingsstatuut voor Meerderjarige Onbekwamen opgenomen worden, waardoor ze dus de status van meerderjarige niet krijgen en een bewindvoerder aangeduid krijgen (de vroegere ‘Verlengde Minderjarigheid’). Deze status mag niet verward worden met hetgeen volgt.
In handen houden
Hoe ziet zo’n tussenstatuut eruit? Kijk naar wat er gebeurt met een 16- of 17-jarige die een ernstig misdrijf pleegde. Al is de jeugdrechter bevoegd, toch kan hij oordelen dat de jongere voldoende matuur is om als een volwassene berecht te worden. Dan geeft de jeugdrechter deze jongeren ‘uit handen’ en wordt hij doorverwezen naar een volwassenenrechtbank.
Waarom zouden we die redenering niet kunnen omkeren? Wanneer een 17-jarige aangeeft niet voldoende matuur te zijn om binnenkort alleen in de maatschappij te functioneren, dan moet hij aan de jeugdrechter kunnen vragen om hem ‘in handen te houden’. Ook begeleiders en ouders moeten die vraag kunnen stellen.
Uitzonderlijk
Uiteraard moet deze vraag met redenen omkleed zijn. Het spreekt voor zich dat niet iedereen zomaar deze uitzonderingsmaatregel kan vragen. De jeugdrechter zal steeds een onderzoek instellen en daarbij onder andere de ouders betrekken.
“Niet iedereen kan zo’n uitzonderingsregel vragen.”
Wanneer de jeugdrechter deze vraag positief beantwoordt, kan hij een maatregel van ‘uitgestelde meerderjarigheid’ opleggen. Deze kan jaarlijks verlengd worden tot de jongvolwassene bijvoorbeeld 25 jaar is. Dit vraagt aanpassingen in het wetgevend kader en in de organisatie van de jeugdhulp.
Wettelijk kader
Dit voorstel wettelijk omkaderen is geen sinecure. Burgerrechtelijk zou de uitgesteld meerderjarige kunnen beschouwd worden als administratief meerderjarig, maar niet in de feiten. Vergelijk het met jongvolwassenen die nog bij hun ouders thuis wonen en onder hun gezag en toezicht hun leven leiden. Ouders nemen dan vaak de financiële gevolgen van de daden van hun meerderjarig kind op zich.
Het spreekt voor zich dat de jeugdrechter deze maatregel enkel kan uitspreken met toestemming van de ouders. Tenzij hij oordeelt dat de ouders onbekwaam geacht worden om deel te nemen aan de begeleiding. In dat geval moet iemand anders, bijvoorbeeld een voogd, aangesteld worden die verantwoordelijk is.
Focus op netwerk
Willen we dit voorstel uitvoeren, dan moet ook de jeugdhulp hiervoor klaar zijn. Zo kan het nodig zijn om begeleiders een specifieke vorming te geven. Omgaan met deze doelgroep is anders dan omgaan met puberende tieners. Al is het niet uitgesloten dan een uitgesteld meerderjarige nog een ‘late’ puberteit doormaakt.
“Ook de jeugdhulp moet hiervoor klaar zijn.”
Er moet ook bekeken worden of het netwerk van de jongere kan ingeschakeld worden. Dat kan bijvoorbeeld via de methode van de ‘netwerkbijeenkomst’. Uit zo’n bijeenkomst vloeit een plan en een verantwoordelijke voor de uitvoering ervan. De jeugdhulpbegeleiding en de netwerkverantwoordelijke maken dan samen afspraken rond de verdere begeleiding van de uitgesteld meerderjarige.
Alles of niks
Voor kwetsbare jongeren en hun gezin is de stap naar meerderjarigheid altijd een moeilijke klip. Een naadloze organisatie van de zorg kan helpen om die klip succesvol te nemen. Toch zijn niet alle oplossingen te vinden bij een betere organisatie van de zorg voor jongvolwassenen.
Iedereen wordt op zijn achttiende verjaardag plots meerderjarig. Sommigen zijn op dat moment nog te jong om alle gevolgen van die juridische omslag op de kwetsbare schouders te dragen. In dat uitzonderlijk geval moeten we ook dat ‘alles of niks’ statuut van meerderjarigheid in vraag durven stellen door een tussenstatuut naar voor te schuiven.
Reacties [1]
De begeleiding luistert niet altijd naar het werkelijke probleem, en zo worden jongeren in een verkeerde richting geduwd.
Ook bij hulp aan jongeren van 16 zegt men tegen ouders dat ze bijna 18 zijn, ze oordelen zelf zo bij clb en bij begeleid wonen. Ouders hebben geen zeggenschap meer.
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies