Opinie

Sociaal werkers in coronatijden: ‘Mensen in de ogen kijken, is levensbelangrijk’

Anka Blomme, Sylvia Hubar, Karolien Morelli

Het coronavirus slaat opnieuw hard toe. Maatregelen worden verscherpt, een moeilijke winter staat voor de deur. De maatschappelijk werkers van de wijkgezondheidscentra trekken lessen uit de eerste coronagolf: “Toegankelijke welzijns- en sociaal-administratieve diensten zijn essentieel voor onze gezondheid.”

wijkgezondheidscentrum

© Unsplash / Anastasiia Chepinska

Gesloten deur

Als maatschappelijk werkers in de wijkgezondheidscentra staan wij met één been in de eerstelijns gezondheidszorg en met het andere been in de welzijnssector. Wij zijn daarbij brugfiguren tussen bijvoorbeeld de huisarts en de volledige brede waaier aan sociale en sociaal-administratieve diensten zoals belastingen, OCMW, vakbonden, mutualiteiten of VDAB.

‘Sommige diensten reorganiseerden zich creatief.’

We zagen sinds maart verscheidene reacties op de oproep om van thuis uit te werken. Sommige diensten reorganiseerden zich creatief. Andere bleven lang gesloten en waren enkel nog telefonisch of digitaal bereikbaar. Dat gebeurt nu opnieuw.

Norbert

Voor heel wat cliënten wegen de gevolgen zwaar door.

Norbert was al een hele tijd ziek. Begin maart kreeg hij een uitnodiging voor een afspraak met de adviserend geneesheer van zijn mutualiteit. Er zou een re-integratietraject opgestart worden. Norbert was blij. Eindelijk kon hij weer vooruitkijken en hopelijk terug aan het werk. Helaas: de afspraak werd geannuleerd. Pas zes lange maanden later werd hij terug uitgenodigd.

Het afgelopen half jaar hoorden we in onze praktijken ontelbare verhalen over hoe mensen verweesd aan gesloten deuren stonden. En over hoe dramatisch de persoonlijk gevolgen voor hen soms waren. Want wie kan je dan wél helpen? Wie kan je uitleggen wat er op die ene ingewikkelde brief staat? Wie helpt er je dossier in orde te brengen? Je rekeningen te betalen?

De langdurige fysieke afwezigheid van welzijnspartners was nefast voor een grote groep mensen. Deze pandemie bevestigt: het is levensbelangrijk om mensen in de ogen te kijken.

Uitgeput van het wachten

Bij de diensten die hun zorg hoofdzakelijk telefonisch organiseerden, liepen de wachttijden hoog op. Sinds maart is het geen uitzondering om langer dan een uur te wachten vooraleer je iemand aan de lijn krijgt. Met wat geluk word je dan door dezelfde persoon verder geholpen. Even vaak gaat het van het kastje naar de muur.

Voor hulpverleners zijn zo’n telefoons vaak al zenuwslopend. Hoe moet het dan niet zijn voor een cliënt, met een hoofd vol verlammende twijfels, onbeantwoorde vragen en een slinkend belkrediet?

‘Ilya hing drie uur aan de telefoon met de hulpkas en hoorde vooral een vervelend wachtmuziekje.’

Ilya vertelt hoe dat voelt. Ze werkte al lang in de horeca. Door corona viel ze plots zonder werk en moest ze een werkloosheidsuitkering aanvragen. Ze had dit nog nooit eerder gedaan. Ze hing drie uur aan de telefoon met de hulpkas en hoorde vooral een vervelend wachtmuziekje. Toen ze eindelijk iemand aan de lijn kreeg, vernam ze kort dat ze later teruggebeld zou worden. De bevoegde collega werkte van thuis uit en was nu niet bereikbaar. Voor Ilya was deze slepende onzekerheid de spreekwoordelijke druppel. Ze werd er letterlijk ziek van en klopte uitgeput aan bij het wijkgezondheidscentrum

Steunmaatregelen

De overheid neemt heel wat steunmaatregelen om mensen doorheen deze periode te helpen. Dat juichen we toe. Dankzij deze steun is de kans dat het ijs waarop we lopen breekt, een stuk kleiner.

Helaas merken we dat voor het uitvoeren van deze steun niet altijd de nodige middelen en mensen  voorzien worden. Zo stelden we doorheen de eerste coronagolf vast dat vooral de vakbonden het moeilijk hadden om de kop boven water te houden.

Dezelfde storm, andere boot

Er wordt gezegd dat we allemaal samen in het zelfde schuitje zitten. We varen allemaal door dezelfde storm. Vandaag wordt iedereen geconfronteerd met de kwetsbaarheid van het leven. Iedereen moet willens nillens leren omgaan met nieuwe beperkingen in en buiten onszelf.

Die waarheid moeten we nuanceren: de ene trotseert die storm in een comfortabel yacht, de andere in een zeepkist met geïmproviseerde roeispaan.

‘Mensen die voorheen al kwetsbaar waren, werden het nog meer.’

Mensen die in pre-coronatijd weinig netwerken hadden, bleven moederziel alleen achter. Door de forse digitalisering hadden mensen zonder computer geen toegang tot verschillende diensten. Mensen stelden niet enkel hun medische zorgen maar ook hun administratieve en psychosociale hulpvragen uit. En verhoudingsgewijs maakte het coronavirus meer dodelijke slachtoffers bij de lagere inkomens.

Vele handen

Gelukkig was er van bij aanvang veel warme solidariteit.

Zo zorgden verschillende gemeenten bijvoorbeeld voor een vrijwilligersplatform. Nieuwe buurt- en  burgerinitiatieven werden opgezet. Wie kon, droeg zijn steentje bij. Maar dit kan de professionele hulpverlening niet vervangen. Of zoals de Nederlandse hulpverlener Marie Kamphuis het ooit zo mooi verwoordde: “Van het goeie hart geen kwaad woord, maar het is niet genoeg.”

Toegankelijke welzijns- en sociaal-administratieve diensten zijn essentieel voor ieders gezondheid. Nu meer dan ooit. En we horen daar als samenleving evenredig in te investeren. Het is daarbij van groot belang om mensen met een hulpvraag in de ogen te blijven kijken. Heel wat sociale professionals in zorg en welzijn tonen dat het mogelijk is om fysiek aanwezig te blijven. Laten we elkaar daarin vinden en afspraken maken.

Reacties [2]

  • Birgit Goris

    Elke dag opnieuw er staan voor mensen die het nog lastiger hebben in deze tijden, zou een opdracht moeten zijn voor elke dienst die zich (breed en generalistisch) sociaal werk noemt. We mogen dit niet enkel verwachten van basiswerkingen of geëngageerde burgers in warme solidariteit. Het is nu om aan te tonen wat de essentie en impact van sociaal werk is. Dat is behalve het zorgen voor de rechten van mensen, ook het bouwen aan een warme en solidaire samenleving waar iedereen een plek kan vinden. Dat doen we door aanwezig te zijn, meer dan louter telefonisch. We moeten op het terrein fysiek aanwezig zijn, omdat het belangrijk is dat we mensen ook echt ontmoeten, hen op hun tempo begeleiden en laten zien dat sociaal werk er is voor hen. Net zoals de gezondheidszorg is sociaal werk in al zijn vormen een essentieel beroep. Dat voer je uit door er echt te zijn.

  • Katleen Van Diest

    Samen met de welzijnswerkers die dit pleidooi houden, hoop ik van harte dat de hele sector van de geestelijke gezondheidszorg hun werk face-to-face mag blijven doen, ook nu er weer een lockdown dreigt. Laat hen de baan op gaan, stoepgesprekken houden, mensen ontvangen zoals ook artsen dat blijven doen,… Ik ben ervan overtuigd dat dit coronaproof kan, én zij zijn een essentiële schakel in het voorkomen van nog meer leed. Met veel respekt voor hun werk,
    Katleen (onthaalvrijwilliger in WGC De Ridderbuurt

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.